ELDERSCHE COURANT.
Jtieuros- en
Zaturdag
<ftDoerteiitic--öfoÖ.
14 Augustus.
M 857.
Negende Jaargang.
1869.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post n 1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advertenties van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voor des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men do Adverlcutiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
GILTJES.
J\og een staaltje van politieke
eerlijkheid a la Lion.
in.
Het is bekenddat in den Haagsclien gemeenteraad behan
deld is het plan tot oprigtïng eener school voor meisjes uit
den burgerstand, en dat het voorstel, van het schooltoezigt
uitgegaan, niet is aangenomen.
Wij willen volstrekt niet treden in de gronden vóór en
tegen die zaak uitgebragt, nog het meer of minder wensche-
lijke van het voorstel zelf onderzoeken De zaak is rijp over
wogen, bediscussiëerd, en door stemming gevallen. Wij eer
biedigen het gevoelen der meerderheid, en laten gaarne elk
zijne overtuiging behouden. Ook zien wij in het verwerpen
van het voorstel evenmin iets vernederends voor de liberale
partijals wij in het aannemen iets beleedigends voor de
conservatieven zouden gevonden hebben.
Het Dagblad denkt daarover geheel anders en vindt in
deze zaak wederom aanleiding, om, naar het stelsel: »calom-
üiez toujours etc." nog eens op die hatelijke radicalen te schel
den. Dat het Dagblad zóó scherp ziet, dat het soms zaken
opmerkt, daar waar zij niet zijn, is ons reeds vroeger geble
ken, maar waar het zich op eene zoo bespottelijke wijze aan
inconsequentie schuldig maaktmeenen wij toch te mogen
bewijzen, dat wij minder blind zijn, dan die redactie zich
zijne lezers schijnt voor te stellen.
De zaak is deze:
Het Dagblad noemt het voorstel in strijd met letter en geest
der Grondwet, maar verheugt zich dat in den raad nog prae-
tische en onpartijdige mannen aanwezig waren, die het voor
stel, na een merkwaardig debat, deden vallen. Bij dat debat
heeft de heer de Pinto, tot groote vreugde van de Dagblad
mannen, zeer sterk tegen de oprigting dier school geijverd,
omdat zij de concurrentie der bijzondere school onmogelijk
zou maken. Na de wooi'den van den heer de Pinto zooveel
mogelijk te hebben gereleveerd, gaat het Dagblad dus voort:
»Wie wa? liet nu, die zóó sprak
»Was het een geloovig katholiek, een regtzinnig protestant
een onverbeterlijk conservatief?
»Niets van dat alles.
«Het was een zeer vrijgevig denkend Israëliet, een man
daarenboven, die bij de radicalen nog al in aanzien is, de
heer mr. A. de Pinto, aan wiens loijaal karakter en eerlijk
heid van beginselen wij overigens steeds gaarne hulde heb
ben gebragt. Zullen nu de N. Bott. Ct. en consorten thans
ook den heer de Pinto uitkrijten voor een man van 't mon
sterverbond voor een werktuig in de handen dei- kerkelijke
partijen
Dewijl wij ons tot de consorten der N. B. Ct. durven re
kenen, ofschoon wij de eer hebben van bij de redactie van
van het Dagblad persoonlijk niet bekend te zijn, willen wy
die vraag voor onze lezers beantwoorden.
Wij zien in den heer de Pinto een loijaal en eerlijk man
van beginselen, even als het Dagbladmet deze kleine uitzon
dering, dat wij dit zullen blijven doen, al verschilde hij in
enkele opzigten met ons van overtuigingterwijl de huichelach
tige hulde van hot Dagblad slechts voortkomt uit kleingeestige
vreugde over het verwerpen van een voorstel, dat niet van
zijne geestverwanten was. Wij hebben een te groot denk
beeld van bet karakter van den heer de Pinto, om hem voor
een man van 't monsterverbond uit te krijten, ten minste, wij
schrijven hem te veel gezond verstand toe, om zijne reputatie
te wagen aan een verbond, waarvan bet Dagblad deel uit
maakt. Evenmin beschouwen wij hem als een werktuig in
de handen der kerkelijke partijen, dewijl in alles wat hij
gesproken heeft, niet de minste zinspeling op de kerk te vin
den isdie kerk wordt er wederom door het Dagblad als bij
de haren bijgesleeptals de eenige steun in de wanhopige
poging om om zijne nederlaag te verbloemen. Kortom, wij
houden den heer de Pinto voor een man van beginselen, die
ook dan zijne overtuiging niet schroomt uit te spreken, al
ware het, dat hij in dat opzigt van zijne overige geestver
wanten verschilde. Wij houden hem dus voor een man van
karakter en hebben als zoodanig eei-bied voor hem maar
bewonderen doen wij hem niet; elk waar liberaal moet zoo
handelen, en dat het niet maar eene uitzondering op den
regel is, wanneer het geschiedt, zou gemakkelijk te bewijzen
zijn. Wanneer wij echter de vreugde, de verwondering, den
juichtoon van het Dagblad opmerken, dan blijkt daaruit dui
delijk, dat het Dagblad daarin iets zóó buitengewoons ziet
dat het zich zoo iets naauwelijks kan voorstellen.
En nu vragen wij op onze beurt, of wij niet het regt heb-
zen, om de conservatieven, wanneer zij over eene zoo een
voudige natuurlijke zaak zooveel beweging maken, te houden
voor eene partij, die niet weet wat loijauteit is, en dus zeker
niet gewoon is, die schoone deugd in beoefening te brengen
Wij vragen of het eerlijk is, van de loijauteit van een libe
raal gebruik te maken, om eene geheele partij te lasteren, in
plaats van die eigenschap op den waren prijs te schatten
Maar waartoe al die vragen Er zijn menschen die zelfs op
de eenvoudigste vi*aag niet in staat zijn een eerlijk antwoord
te geven.
De slotperiode is zoo treffend, dat zij ons het gebrek aan
waarheid geheel doet voorbijzien. Wij zullen er de onze naast
zetten.
nAls de radicalen eens open
en eerlijk voor hun streven
uitkwamen en onverholen aan
de natie durfden zeggen
«Wij willen met het geld van
allen eene concurrentie volhou
den tegen het bijzonder onder
wijs, welke in het eind dat on
derwijs- Mooden zal, en zulks
alleen, om op onze scholen het
voortplanten der begrippen van
enkelendie wij als de eenig
ware, moderne en radicale be
schouwen en eeren, te bevor
deren," dan zou de zaak voor
bet volk eene geheel andere,
maar dan de alleen ware be-
teekenis erlangen.
Aan het bijzonder onderwijs
wordt toch door de radicalen
geen andere vrijheid gegund,
dan om kwijnend te leven en
spoedig te sterven.
Als de conservatieven eens
open en eerlijk voor hun stre
ven uitkwamen en onverholen
aan de natie durfden zeggen
«Wij willen met alle mogelijke
middelen eene concurrente vol
houden tegen de gemengde school
welke in het eind die school
dooden zal, en zulks alleen, om
op onze scholen het voortplan
ten der bekrompen begrippen, die
wij als de eenig ware gods
dienstige beschouwen en eeren,
te bevorderen" dan zou de zaak
voor het volk eeu geheel an
dere, maar dan de alleen ware
beteekenis verlangen.
Aan de openbare gemengde
school wordt toch door de
conservatieven geen andere vrij
heid gegund, dan om kwijnende
te leven en spoedig te sterven.
Wat dunkt u lezers welke slotperiode zou nu met de
waarheid overeenkomen Welke mag den naam van eerlijk
dragen
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 13 Aug. 1869.
Zr. Ms. schroefstoomschip 2° klasse Vice-Admiraal
Koopmankommandant kapt.-luitenaut ter zee B. D. van
Troijen, is heden morgen uit de haven naar de reede gestoomd,
om, bij gunstig weder, morgen de reis te aanvaarden naar de
Kust van Guinea.
Z. M. heeft benoemd tot adelborsten le klasse bij de
marine, de adelborsten 2e klasse van het instituut alhier,
J. P. N. van Oosterzee, D. Stolp, J. A. P. van Dordt, M.
P. P. J. de Neree tot Babberich, L. G. Krol, J. Wentholt,
J. H. Strootman, P. P. H. Yolcke, J. G. C. van Casteel,
W. H. Dittlof Tjassens, J. Lastdrager, J. A. H. Beek, B.
J. G. Yolck, J. G. van Wessem; C. P. A. Gregory, G. C.
Otten en G. Moerlant.
Z. M. beeft den kapt.-luitenant ter zee G. D. A.
Ampt, onder toekenuing van den titulairen rang van kapt.
ter zee op zijn verzoek, eervol ontheven van de hem opge
dragen betrekking van directeur der werkplaatsen van- en