HELDERSCHE COURANT. Jtteums- en Zaturdag <flÖoertentic--6fttÖ. 18 September. Negende Jaargang. De Spelling-Kwestie. NIEUWSTIJDINGEN. M 867. 1869. Verachijut DINGSDAG- en VRIJ DAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post p n «1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Adyektestien van 1—4 rogels is 60 Centen; voor eliccn regel meer 15 Centen. Yoor des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. G IL T J E S. ii. Zijn de oordeelvellingen verschillend over de beweegrede nen welke den minister hebben kunnen bewogen tot de voor- dragt tot opheffing van het bestaande voorschrift, niet minder verschillen de beschouwingen over hetgeen wij als gevolgen daarvan te wachten hebben. Wij kunnen ons niet vereenigen met de voorspellingen van het Dagbladaangaande eene te wachten »babelsche verwarring," zoo erg zal het wel niet worden. In het dagelijksch leven zal weinig veranderen en de officiële stukken zullen wel even verstaanbaar blijven als vroeger. Het Dagblad kan echter niet anders dan de gevol gen zoo zwart mogelijk te kleurenwil de beschuldiging van radicalisme bij de ligtgelóovige lezers eenigzins indruk maken. De ligtzinuige wijze, waarop de Amh. Ctde zaak beschouwt, bevalt ons evenwel ook niet, want zij getuigt van groote op pervlakkigheid. Naar het ons voorkomt, is de zaak van meer gewigt dan velen schijnen te denken, en dat bevreemdt wel eenigzins, wanneer men in aanmerking neemt, dat het niet de roeping i3 van de dagbladen, de zaken in het belang ëëuer bepaalde partij met overdreven kleuren te overladen, noch om over eene zaakdie aan de orde van den dag is, aardigheden uit te krameD; maar om de lezers door onpartijdige uiteen zetting voor te lichten, en de waarheid op te sporen. Daar door wordt ware nationaliteit bevorderd, waaruit èn de re gering èn het volk voordeel kunnen trekken. Ook wij keuren de intrekking, zoo als zij thans is geschied, sterk af, en wel hoofdzakelijk om eene reden waarvan tot heden in de bladen weinig melding is gemaakt, namelijk met het oog op de lagere school. Wij zullen dit kortelijk aan- toonen. Tot in de laatste tijden werd in de lagere school de neder- landsche taal onderwezen naar vrij eenparige regelen. De leerboekjes mogten in enkele opzigten verschillen veel be- teekende dat verschil niet. De jeugdige onderwijzerdie zich voor zijn vak moest bekwamenwist, waaraan hij zich tó houden, had; Wel had de examinator het regt van hem te vorderen dat hij met de stelsels van andere taalvorschers niet onbekend was maar het bestaande stelsel stond toch altijd op den voorgrond. Dit is nu in de laatste jaren wel eenigzins veranderd, zoodat de examinatoren niet zelden hunne ▼oorliefde voor hun eigen stelsel lieten blijkenen of dit bij eenigen geen invloed uitoefende op hun oordeel, valt zeer te betwijfelen. Dat nu de intrekking van het voorschrift deze onregelmatigheid niet weinig zal doen toenemen isnaar ons oordeelonvermijdelijk. Daaruit zal bij den onderwijzer voortvloeijendat zijne belangstelling in het beoefenen onzer moedertaal zal vermin deren. De energieke onderwijzer zal de stelsels toetsen en met overtuiging datgene aankleven, dat hem het beste bevalt, maar dan zal hij het ook zoo streng mogelijk invoeren op zijne school, hetgeen voor sommige hulponderwijzers niet zelden hoogst lastig kan worden. De minder ijverige zal welligt niet de moeite nemen, om zelf te onderzoeken, en het een of ander volgen dat hem het gemakkelijkste voorkomtwelligt van ieder stelsel wat. Een en ander moet onvermijdelijk de be langstelling voor taai-onderwijs zeer doen afnemen. Reeds nu ken ik onderwijzersdie in het beoefenen van vreemde talen oneindig meer genoegen vindendan in die hunner moedertaal. Men stelle zich verder eene school voor met eenige hulp onderwijzers, die elk een bijzonder stelsel kunnen gekozen hebben. De een weerspreekt don ander en de hoofdonderwijzer khn geene beslissing uitspreken. Het kind leert in den aan vang het; woord regt schrijven met g. In de middelste klasse wordt hem geleerddat het recht moet zijn. Komt hij bij de hoogste klasse, welligt wordt het danWeer regt^ ofschoon hij in een aantal boeken toch recht vindt. Hoe kan nu toch het kind belang leeren stellen in zijne moedertaal En hoe moet de onderwijzer zich daarbij gedragen Men zal ons nu welligt tegenwerpen dat ook zonder de intrekking van het bestaande voorschrift diezelfde onregel matigheid kan bestaan. Wij meenen echter tc mogen ant woorden dat zij er toch ongetwijfeld grooter door wordt dewijl zij nu als het ware regt van bestaan verkrijgten dat is reeds een groot kwaad. Wanneer de staat eene ver keerdheid bevordertwordt ze krachtig in de hand gewerkt en de middelen om haar te doen ophouden verliezen al hunne uitwerking. Dit du is de reden, waarom wij de iutrekking van het voorschrift, afkeuren, namelijk: dat de Nederlander voor zijne moedertaal hoe langer hoe onverschilliger zal worden, dewijl hij rèeds op de school leert dat men er zoo tamelijk mede kan omspringen gelijk men wil. Dat dit op het nationali- teits gevoel den nadeelïgsten invloed moet uitoefenen, spreekt web van zelf. Wat, naar ons oordeel, de regering had moeten doen Dr. A. de J. beweerde onlangs in de Datt. Ct., »dat de regering, om een bepaald voorschrift te geven, uitspraak zóu moeten doen in zaken, die zij niet kan beoordeelen." Die bewering is vrij zwak. Is de regering dan minder bevoegd, om over deze zaak te oordeelen dan ieder individu Elk burger zal toch eenö keuze moeten doen, welk stelsel hij meent te moeten volgen. Hij zal dus de zaak moeteti beoordeelen. Elk onderwijzer zal op zijne school een bepaald stelsel moeten invoeren, en door zijne leerlingen doen volgen. Hij moet dus uitspraak doen. De regering allëén kan dus de zaak niet beoordeelen. Maar waarom niet Indien dë minister zich daartoe niet geheel bevoegd acht, kan hij dan geen deskundigen raadple gen, bv. de heeren inspecteurs? Geschiedt niet hetzelfde bij andere zaken Bovendien is hier geen sprake van een verbindend voor schrift voor het Nederlandsche volk, maar voor de ambtenaren in officiële stukken verder ging het bestaande voorschrift niet. De regering is even bevoegd hun eene bepaalde spelling aan te bevelen, als zij bevoegd is aan het Nederlandsche volk het gebruik der kunstnamen voor te schrijven bij de maten en gewigten. Wij vereenigen ons dus niet met die beschouwing. Dat de regering de nieuwe spelling niet boven de oude meent te moeten verkiezen kan niemand haar ten kwadö duiden. Wij althans hebben tot heden niet kunnen ontdek ken, dat de eerste zoo verre boven de laatste uitmunt* Tegen over de verbeteringen staan zoo vele weinig beteekende ver anderingen, dat deze ons wel eens gene doen voorbijzien. Maar waarom dan door intrekking van het bestaande voorschrift de verwarring in de hand gewerkt Indien daarentegen de regering de nieuwe spelling beter vindt, waarom dan niet in officiële stukken deze voorgeschre ven in plaats der oude Wij houden ons dus overtuigd dat de regering de zaak had moeten laten gelijk zij was, althans het bestaande niet moe ten ter zijde zetten, zonder daarvoor iets aDders in de plaate te stellen. De heer H. A. P. zal dus zien, dat wij even als hij de intrekking van het bestaande voorschrift alkeuren, en met leedwezen zien, dat wij op het terrein van taal bij andere natiën achterstaan. Hij zal echter tevens begrijpen, dat wij thans minder dan ooit bevoegd zijn, zijn opstel te ver beteren, dat hij ons heeft toegezonden. Wij vleijen ons echter altijd nog met de hoop, dat de te wachten gevolgen het zaad zullen zijn, waaruit het middel van herstel zal voortspruiten. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 17 Sepfc. 1869. De heer J. van Herwerden, benoemd commies der pos terijen, is geplaatst aan het kantoor te Amsterdam ingaande 1 October aanstaande. Heden morgen is in het marsdiep drijvende gevonden en bij de strandvonderij alhier aangebragt een eikenhouten boot, van buiten ongeschilderd, van binnen ligt blaauw zonder naam of dergelijke kenteekenen, ze is waarschijnlijk afkomstig van een tjalk- of kofschip.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 1