Zondag avond jl., bij het binnenslepen in de haven van
een Noorsche bark, ontdekte men in de machinekamer van
de sleepboot Arcliimedes een lek, veroorzaakt door een plot
seling ontstaan gebrek aan de spuikraan, het water nam zeer
spoedig toe, zoodat de kapitein zich genoodzaakt zag genoemde
bark te laten slippen en de boot aan den grond te zetten ten
einde het verder zinken te voorkomen. Men is thans bezig
met behulp van machinerien, het vaartuig te ligten.
Meermalen hebben wij van onze ingenomenheid doen
blijken met de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, inzon
derheid ten aanzien van het Departement Helder; meer ech
ter dweepen wij met hare vele nuttige instellingen te dezer
plaatse, die wij dan ook als het hoofddoel beschouwen dan
wel met de buitengewone vergaderingen diehoe noodzake
lijk voor andere Departementenalhier welligt zonder eeni-
ge schade, geheel gemist zouden kunnen worden. Toch wij
erkennen hethebben zij hare aangename, nuttige en ook
leerzame zijde, wanneer immer zoo als Vrijdag jl. steeds be
gaafde sprekers optreden die zich eenige meerdere moeite
willen getroosten dan om een bundeltje gedichten van de
plank te nemen en het een of ander versje te reciteren die
zich een degelijk onderwerp weten te kiezen er ernstig over
weten na te denken en het als de vrucht daarvan, in gespier
de taal aan hunne hoorders weten mede te deelen. De bei
de sprekers die Vrijdag jl. optraden brengen wij onzen dank
en voegen er de hoop bij, dat dit goede voorbeeld door vele
bekwame mannen steeds moge gevolgd worden.
Bij het bestuur der rederijkerskamer Olympia alhier
bestaat 'het voornemen, om eene tooneelmatige voordragt te
geven, ten voordeele van de nagelatene betrekkingen der be
manning van de onlangs verongelukte Terschellinger loodskotter.
Lijsten ter inteekening circuleren reeds iu de gemeente, wij
vertrouwen dat deze poging eene algemeene bijval en krach
tige ondersteuning zal vinden.
De Zondag jl. door het letterminnend genootschap Liefde
tot Kunst genomen proeve, tot het geven van eene volks-too-
neelvoorstelling, tegen eene zeer gei-inge entrée ter dekking
der onkosten, mag beschouwd worden als zeer goed gelukt,
de groote zaal van Tivoli was stampt vol, zoodat, naar men
ons verzekerd, men zelfs bezoekers heeft moeten afwijzen. De
voorstelling moet zeer ten genocge zün geweest, getuige de
herhaalde bijvalsbetuigingen. Door velen is de wensch geuit
dat dit gezelschap het niet bij deze eerste proeve zal laten,
maar hunne talenten van tijd tot tijd ten algemeene nutte
zullen willen dienstbaar stellen.
Men schrijft ons uit de Anna Paulowna-Polderhet
volgende
Jl. Maandag was voor den Anna Paulowna-Polder een
ware feestdag een der schoonste dagen uit zijne geschiedenis.
Het was de dag, waarop de nieuwgebouwde school beschik
baar werd gesteld voor het openbaar lager onderwijs, welke
plcgtigheid plaats had in tegenwoordigheid van Burgemeester
cn Wethouders der gemeente Zijpeden schoolopziener van
het 7e district van Noordhollandafgevaardigden van de
plaatselijke schoolcommissie en eenige belangstellenden. Het
feest werd geopend met kindergezang, gevolgd door een krach
tig en indrukmakend woord, van den EdelAchtb. Heer Bur
gemeester waarna nog anderen van hunne belangstelling
van hunne innigste wenschen aangaande deze gelegenheid
kennis gaven. Geregeld werd dit afgewisseld door kinder
gezang. Op de jeugd zal zonder twijfel dit feest een zeer
gunstigen indruk gemaakt hebben te meer nogdaar hun
door de welwillendheid van het EdelAchtb. gemeentebestuur,
een ruim en heerlijk onthaal was bereid, zoodat het jeugdige
volkje zeer voldaan huiswaarts keerde.
Moge die gunstige indruk blijvend zijn. en van de kinderen
op de ouders overgaan, waaronder er, helaas! nog te veel
gevonden worden die hunne heiligste beloften hunne heiligste
pligten verzaken, en hunne kinderen laten opgroeijen in dom
heid en vooroordeel.
Het is de wensch van velen, dat daar, waar het bestuur
eener gemeente zooveel doet in het belang van het onderwijs,
zoo heerlijk voorgaatde burgerij geprikkeld moge worden
tot een getrouw gebruik makeu van dit schoone geschenk, van
dit schoone gebouw, dat als een der doelmatigste van den
geheelen omtrek geroemd wordt.
Een vriendschappelijk dineraangeboden door het bestuur
der Zijpe, vereenigde ten slotte de heeren die de plegtigheid
met hunne tegenwoordigheid hebben vereerd. Aangename
oogenblikken werden daar doorgebragt, menige heildronk in
gesteld op den bloei van het vaderland, van het onderwijs,
van den polder; het gemeentebestuur de welverdiende hulde
gebragt, enz., tot eindelijd de onverbiddelijke spoortrein tot
scheiden riep.
Men meldt dat van de nieuwe spoorweglijn Zaandam-
Uitgeest aanvankelijk zeer veel gebruik wordt gemaakt; druk
ker dan men had durven verwachten.
De Minister van Marine heeft geantwoord op het sectie-
verslag der Tweede Kamer. Tegenover het verwijt, dat voor
de zeemagt meer bezuinigd is dan op het hoofdstuk voor Oor
log, zegt de Minister, dat ieder Minister behoort aan te vragen
wat naar zijne overtuiging 's lands diensten vordert, en het
zich tot pligt moet stellen met inachtneming zijner verant
woordelijkheid de uitgaven voor 'onze verdediging te doen af
hangen van de kracht onzer geldmiddelen, en van 't vermo
gen om die op te brengen. Hij komt nadrukkelijk op tegen
de bewering, dat de verdediging onzer onhafhaukelijkheid beter
is van de land- dan van dezeezijde. Hij betwist de waarheid
van de gelaakte traagheid van aanbouwen vraagt, vanwaar
thans die tegenstand, terwijl de begrooting van 1869 met zoo
veel toejuiching is begroet? De tegenwoordige begrooting is
toch in volkomen overeenstemming met de schriftelijke ge
dachten wisseling bij de begrooting voor 1869. De actieve
zeemagt is niet verminderd. Maar in één woord, er is geen
ééne afdoende reden om ten behoeve der zeemagt de lasten
der natie nog drukkender te maken en den Staat aan moge
lijke geldverspilling bloot te stellen.
In het AlgemDctgbl. van Nederland leest men
Naar men in sommige kringen der residentie verzekert,
wordt, met het oog op de Kamer-debatten over de Indische
aangelegenheden en bij de mogelijkheid dat, als een gevolg
daarvan, mr. Meijer zou worden teruggeroepen als gouverneur-
generaal, ook de heer Ed. Douwes Dekker (Multatuli) als
candidaat genoemd. Wat daarvan zij weten wij niet. Wij
gelooven echtermet onzen berigtgeverdat het denkbeeld
nog zoo dwaas" niet ware. Zeker toch heeft deze candidateur
op zijn minst evenveel raison d'être als die van den Haag-
schen burgervaderdaargelaten nog dat er inderdaad eindelijk
wel eens recht mocht worden gedaan iu de Havelaars-zaak
Donderdag avond jl. is na eene langdurige ongesteld
heid, in den leeftijd van 61 jaar, te 's Gravenhage overleden
mr. N. Olivier, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, oud-minister van justitie, enz. Niet alleen op politiek,
maar ook op wetenschappelijk, regtskundig gebied, zijn de
talenten van den overledene te goed bekend, dan dat wij ze
op dit oogenblik zouden in het geheugen behoeven te roepen.
Zijn overlijden is een gevoelig verlies voor de liberale partij
en voor de regtswetenschap in ons vaderland,
Vrijdag jl. is door het provinciaal geregtshof in Noord-
Holland uitspraak gedaan en de zaak van Willem Balder
oud 34 jarentouwslagersknechtgeboren en wonende te
Alkmaar, ter zake dat hij in den nacht van 20 op 21 Mei
1869 in zijne woning, alwaar hij met zijne huisvrouw, hun
jongste kind en zijn 13jarigen stiefzoon zich in de bedstede
te slapen had gelegd na eene in dat vertrek aanwezige bijl
te hebben genomen, zijne huisvrouw, die in vasten slaap lag,
met die bijl opzettelijk en met het kennelijk doel om haar te
doodenonverhoeds voor in het hoofdherhaaldelijk heeft
gehaktten gevolge waarvan deze ernstig is verwond ge
worden en dat hij in de volvoering van dat misdrijf alleen
door het wakker worden der kinderen, het hulpgeschrei zijner
vrouw en de komst der te hulp geschoten buren is weerhouden
geworden. De beschuldigde erkende bovenstaande hem ten
laste gelegde feiten, onder bijvoeging, dat hij in dien avond
en ook des nachts, twist met zijne vrouw had gehad, waarbij
zij hem had uitgescholden en hevige verwijtingen gedaan, ten
gevolge waarvan hij uit het bed was gesprongende bijl
had genomen en daarmede haar had geslagen, welke opgave
evenwel door de verwonde wordt tegengesproken die ver
klaard heeftdien avond en nacht geen twist met den be
schuldigde te hebben gehaden des nachts wakker geworden
te zijn door een hevigen slagdie haar tegen en voor het
hoofd werd toegebragtdat zij toen tegelijkertijd ontdekte
dat zij hevig aan het hoofd bloedde en wel zoo, dat het bloed
tegen hare handen spatte; dat haar man haar vroeger meer
malen had bedreigdhaar met de bijl het leven te zullen
benemen. Wijder is geblekendat de beschuldigde een on
tevreden mensch was, die zich vroeger veel overgaf aan het
gebruik van sterken drankdie gedurig met zijne vrouw
twistte en haar mishandelde.
De ontoerekenbaarheiddie voor den beschuldigde was
ingeroepen is door het hof verworpen die hem heeft schul
dig verklaard aan poging tot moedwilligen doodslag op zijne
huisvrouw, en hem deswege veroordeeld tot een tuchthuisstraf
van zes jaren.
Een vergelijk tusschen de reizen der beide schepen Noack I
en Ferdinand Louis, beiden dezer dagen gearriveerd te
Zierikzee en te Ramsgate, valt niet ten voordeele van ijzeren
schepen uit.
De Noach I verliet Brouwershaven den 15 Maart dezes
jaars, terwijl de Ferdinand fy Louis 43 dagen later (27 April)
de reede van Soerabaija verliet, en thans komt de Noach I
nog een dag vroeger (9 November) te Zierikzee binnen, ter
wijl de Ferdinand Louis het slechts tot Ramsgate (10 Nov.)
heeft kunnen brengen, zoodat de Noach I met een verschil
van 42 dagen in denzelfden tijd de reis heen en terug naar Java
maakt, lossen en laden mede gerekend, als de Ferdinand
Louis noodig heeft om alleen de tehuis reis te maken.
Nu heeft de Ferdinand Louis ziekte onder de equipagie,
en dit heeft zeker de reis vertraagd; doch die ziekte zoude
waarschijnlijk niet ontstaan zijn, zoo het schip niet zooveel
tijd noodig had gehad om zijne reis af te leggen, en kan dus
ai het oponthoud gerustelijk op rekening van den ijzeren bo
dem gesteld worden.
De bijzonderheden dezer zoo lange reis zijn zeker belang
rijk genoeg om bekend te worden, en het is te wenschen dat
de reeders of de kapitein tot het bekend stellen daarvan moge
geneigd zijn.
Men meldt van Macasser 8 September:
Den 23 Dec. 1868 verbrande het Bremer schip Adele kapt.
Hagedorn t'huis behoorende te Bremerhaven, reeders Carl
Ludwig Brauer Sohne, zeilende op 27' ZBr. en 91' OL.
Reeds 30 December. Ao. Po. Nadat het schip drie dagen het
eiland Amsterdam gepasseerd was bespeurde men dat de lading
steenkolen bestemd voor Rangoon in brand was geraakt.
Aan blusschen was niet te denken en men moest alleen be
dacht zijn de drie booten uitterusten, van proviand te voor
zien en iu zee te laten. Yan deze drie booten is na eene vaart
van 31 dagen eene te Padang (Sumatra) aangekomen de tweede
is na 14 dagen zeilens door een Engelsch schip ontdekt en
de bemanning aan de Oostkust van Afrika aan wal gezet,
van de derde boot is echter tot heden niets vernomen.
Wie over het lot van deze derde boot en hare bemanning