HELDERSGHE C0D1ART.
Jiieums- en
Woensdag
<flÖoertentie=öfttÖ.
15 December.
M 892.
Negende Jaargang.
SCHOUW VAN STOOKPLAATSENOVENSENZ.
Ï869.
Versehijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post 1.25
Men abonneert zïcb bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
Uitgever S. GILTJES.
In het nummer van 1 Januarij a. s. zal,
als naar gewoonte, weder een naamlijst
opgenomen worden van allen die hunnen
Nieuwjaarsgroet opentlijk wenschen uitte brengen aan
Eamilie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz.
Voor de plaatsing van iederen naam betaalt men 50
centen, ten voordeele der armen van de verschillende gods
dienstige gezindheden te dezer plaatse.
Ten spoedigste zal in dit blad rekening en verantwoor
ding der gelden worden gedaan. Drukloon en papier zullen
niet in rekening worden gebragt.
Exemplaren der comant, waarin de naamlijst voorkomt,
zullen te bekomen zijn h 5 centen, mits vóór het afdrukken
aan te vragen.
Men wordt beleefd verzocht vooral voor duidelijke opgaven
te willen zorgen, en zich vroegtijdig franco te adresseren
'aan den uitgever
S. GILTJES.
©ffidëeï gedeelte.
AANBESTEDING.
Op Vrijdag den 17 December 1869, des avonds ten half
zeven urezal aan het Raadhuis der gemeente, in het open
baar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed
De levering van SCHOOLBOEKEN en SCHOOL-
BEI10EFTEN aan de Openbare Lagere Scholen alhier,
voor 1870.
De voorwaarden van aanbesteding liggen, van heden af,
op de gewone kantooruren, ter lezing aan de Secretarie der
gemeente.
Burgemeester en Wethouders der gemeente,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
Aan de ingezetenen wordt kennis gegeven-, dat, te beginnen
met MAANDAG- den 20 DECEMBER aanstaande, door
Brandmeesters eene SCHOUWING zal gehouden worden
over de Schoorsteenen, Vuurplaatsen, enz.
Ieder wordt uitgenoodigd die ambtenaren in de gelegenheid
tn stellen, om zich te kunnen overtuigen, dat de schoorstee
nen behoorlijk geraagd en de stookplaatsen zóó zijn ingerigt,
dat er geen vrees voor brand bestaat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 11 December 1869. L. VERHEY, Secretaris.
POLITIE.
Dezer dagen op de publieke straat gevonden een platte
BOA. De regtmatige eigenaresse kan dezelve ten burele van
den ondergeteekende terug bekomen.
Heldeb, 14 Dec. 1869.
De Commissaris van Politie,
A. C. BOONZAJER.
JMet-offictccl gedeelte.
STUDIËN OVER HET ECUMENISCH
CONCILIE te ROME.
XI.
DE VERGADERPLAATS VOOR. HET CONCILIE.
Voor het concilie is de groote noordelijke arm cler basi
liek ingerigt. In de absyde, of het half-cirkelvormig einde, is
eene ruime hoogte geplaatst, waartoe een doorloopende trap
met acht treden toegang geeft. Op deze hoogte zijn in twee
vleugels, die een halven cirkel vormen, met eene verhooging
van twee treden, de zetels der kardinalen aangewezen, en in
het midden van dit halfrond verrijst de prachtig versierde
zetel des II. Vaders, zes treden hoog.
Langs de beide zijden van dien arm is de plaats voor de
andere vaders van het concilie, de patriarchen, aartsbisschop
pen, bisschopen en de prelaten, wie het toekomt zitting te
nemen. In elk gedeelte zijn zeven rijen van gestoelten of
stallesamphiteatersgewijze geplaatst, welke men langs twee
gemakkelijke trappen kan bereiken. Iedere prelaat heeft vóór
zicli zijn eigen knielbaukje, waarvan hij zich met eene ge
makkelijke omwending als van eene schrijftafel kan bedienen.
Er is bovendien nog eene achtste beweegbare stallen-rij, die
alleen geplaatst wordt wanneer er in eene of andere zitting
meer prelaten dan gewoonlijk tegenwoordig zijn. Boven en
rondom de stalles hangen kostbare tapijten, die de geheele
couciliezaal rondgaan en insluiten; hier en daar zijn aquarellen
geplaatst, die de voornaamste kerkvergaderingen der oudheid
en de portretten der pausen, die ze geleid hebben, voorstellen.
Naast en beneden die rijen van stalles blijft er nog eene
plaats voor andere mindere zetels, welke toegewezen zijn aan
de apostolische protonotarissen, de secretarissen en de pause
lijke theologanten.
Het altaar staat alleen bijna in het midden der ledige
ruimte, maar een weinig nader bij de Belijdenis van St. Pieter,
ten einde meer open plaats te laten rondom de spreektribuun,
die aan de eene zijde is opgerigt, nader bij het halfrond dan
bij den ingang en geheel vrij aan alle zijden. Nu moest er
nog plaats bestemd worden voor de bisschoppelijke theolo
ganten, de snelschrijvers en anderen die tot de synodale zit
tingen worden toegelaten; deze werd gevonden in de twee
ruime dwarsbeuken, waarvan de een uit de coucilie-zaal naar de
kapel van St. Michael, de andere naar de kapel van Maria
Boodschap gaat. Deze gemakkelijke en sierlijke loges zijn bo
ven tusschen de onderbogen gebouwd, terwijl twee deuren onder
de loges toegang verleenen tot genoemde kapellen, waarin
ook godsdienstoefeningen, voor het concilie vereischt, zullen
gehouden worden te dien einde zijn zij ook door een hou
ten beschot van het overige der basiliek afgescheiden.
De hoofdingang der conciliezaal is tegenover de belijdenis
van St. Pieter. Op die plaats is eene sterke afsluiting ge
zet, zoo hoog als de lijsten der groote zijbogenen wel zoo,
dat de gewone deur, wanneer het noodig is om het publiek
toegang te geven, tot aan de zijkapellen kan worden opengezet.
Er is ook een stenographisch bureau opgerigt ten dienste
van het concilie, het wordt geregeld en bestuurd door den
eerw. priester Virginius Marchese, die vóór zijne intrede in
den geestelijken stand, verscheidene jaren de stenographie aan
het bureau van den Senaat van Turijn heeft uitgeoefend. Zijn
eerw. is belast met in deze kunst een uilgelezen getal van
jonge geestelijken te ouderrigten en te oefenen, genomen uit
de meer gevorderde studenten in de godgeleerdheid van de
verschillende seminariën en kerkelijke collegiën der uitland-
sche natiën, die zich te Rome bevinden. Deze keuze van
jongelingen uit verschillende landen werd aangeraden door de
velerlei uitspraak der Latijnsche taal bij verschillende natiën.
Yoor de Italiaansche taal, waaraan zich dc Spaansche en Por-
tugesche paren, voor zooverre de Latijnsche uitspraak betreft,
zijn 8 jonge geestelijken aangesteld, drie uit het Romeinsch
seminarie, drie uit het provinciaal Pius' seminarie, en twee
uit het Capranisch collegie4 Eransche seminaristen zijn voor
de Eransche taal bestemd7 voor de Engelsche, waarvan er
twee uit het Engelsch, twee uil het Tersch, een uit het Schotsch
en twee uit het Amerikaansch collegie. genomen zijn. Ein
delijk zijn er voor de üuitsche en Hongaars® talen 4
kweekelingen van het Duitsch-llongaarseh collegïë aangewe
zen. Het geheel levert een getal van 23 jongelieden op, ge-