HELDERSCHE GODRiNT.
Jtieuros-- en
Woensdag
<flDüertentie-6faö.
22 December.
M 894.
1869.
Negende Jaargang.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post n B 1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
Do prijs der Ad verten tien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertenticn intezcnden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT J ES.
In het nummer van 1 Januarij a. s. zal,
als naar gewoonte, weder een naamlijst
opgenomen worden van allen die hunnen
Nieuwjaarsgroet opentlijk wenschen uitte brengen aan
Eamilie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz.
Voor de plaatsing van iederen naam betaalt men 50
centen, ten voordeele der armen van de verschillende gods
dienstige gezindheden te dezer plaatse.
Ten spoedigste zal in dit blad rekening en verantwoor
ding der gelden worden gedaan. Drukloon en papier zullen
niet in rekening worden gebragt.
Exemplaren der courant, waarin de naamlijst voorkomt,
zullen te bekomen zijn a 5 centen, mits vóór het afdrukken
aan te vragen.
Men wordt beleefd verzocht vooral voor duidelijke opgaven
te willen zorgen, en zich vroegtijdig franco te adresseren
aan den uitgever
S. G 1 L T J E 9.
#fficicd ge&ceïtc.
POLITIE.
Dézer dagen op de publieke straat gevonden eene bonte
Dames KRAAG en eene Zilveren NAALDENKOKER. De
regtmatige eigenaressen kunnen zicb ter terugbekoming aan
melden ten Burele van den ondergeteekende.
De Commissaris van Politie
Helder, 21 Dec. 1869. A. C. BOONZAJER.
jpiet-offiricd gcöccïte.
STUDIËN OVER HET ECUMENISCH
CONCILIE te ROME.
XII.
Het Julij-nommer 1869 van de Gids bevat eene studie van
mr. J. A. Sillem, over Edgar Quinet, den bekenden Eran-
schen balling, beschouwd als geschiedschrijver en staatkundige.
De overeenkomst tusschen godsdienst en maatschappelijke
instellingen, zegt de schrijver, heeft Quinet uitvoerig nage
gaan, met betrekking tot het christendom. Ook in die
overeenkomst ligt de practische zijde van eene beschouwing
als de onze; daarom reeds zien wij ons genoopt een ge
deelte er van over te nemen. Maar buitendien is dat gedeelte
van zoo klare toepassing op ons onderwerphet concilieen
bevat het zooveel wetenswaardigheden, dat wij meenen zouden
aan onzen arbeid te kort te doen, zoo wij niet een goed
deel daaruit overschreven. Behalve de bevestiging van me
nige bijzonderheid, door ons reeds vroeger medegedeeld, wordt
er -de concilie-kwestie in een geheel eigen licht geplaatst te
genover het protestantismus en tegenover ons vaderland in
zijne historische ontwikkeling.
Wij leizen daar:
//Zoo lang de kerk en haar opperhoofd de uitdrukking
bleven van den geest des christendoms, zoo lang de mensch-
heid zich tot hen kon wenden als tot haar geweten, zoo
lang behielden zij ook de opperheerschappij in de christen
heid, zoo lang gold het anathema van den paus ook als
uitspraak van Gods geregt.
Alles onderwierp zich aan Rome, en het toppunt harer
magt bereikte Rome toen Hendrik I V door Gregorius VII
vernederd en weder opgebeurd werd. Maar op den duur
bleef het niet waar wat Gregorius van elk opperhoofd der
kerk zeide, quoü romanus pontifex ejjicitur omnino sanctus
dat de roomsche paus door zijne verheffing ten volle een
heilige wordt. Overal begon in vervolg van tijd de gees
telijkheid, op 't voorbeeld van Rome, eigen voordeel en genot
te zoeken het zout der aarde was zouteloos geworden.
En buiten de kerk verspreidde zich al meer en meer de geest yan
onderzoek, geholpen door betere hulpmiddelen, die de uitvin
ding der boekdrukkunst en de herleving der oudheid hem
aan de hand deden. Het oogenblik der hervorming was
daar, en Luther behoefde slechts zijn banvloek over den
paus uit te spreken, om geheele volken aan de kerk te ont
rukken.
Evenwel was het groote ligchaam, het zigtbare teeken van
Gods wil op aarde, zoo als het zich noemde, nog niet van
leven beroofd. De geweldige schok der hervorming, hoe
nadeelig ook voor de uitgebreidheid der roomsche heerschappij,
had ten minste dien weldadigen invloed, dat de kerk al hare
krachten verzamelde om den geduchten vijand te bestrijden.
Yan alle kanten bestookt, zocht zij ook van alle kanten hulp,
en dank zij der inquisitie, den jesuiten en het concilie van
Trente, bepaalden zich de vorderingen der hervorming onge
veer tot het gebied, dat deze bij haar eerste optreden ver
overd had.
Maar was nu na het midden der 16de eeuw in Europa
niets veranderd dan alleen het aantal volgelingen der room
sche kerk
Oneindig veel was er veranderd, ook in het staatkundige,
en geen wonder, want zoowel in de roomsche kerk als daar
buiten, was een niéuw dogma verrezen.
Sedert de opkomst der christelijke kerk, bragt de ge
woonte mede, dat bij voorkomende geschillen over ker
kelijke tucht of kerkelijke dogma's, de bisschoppen uit alle
deelen der christenheid bij elkaar kwamen, om te overwegen
en te beslissen. Aan die conciliën was van ouds de hoogste
magt in de kerk toegekend; zij hadden zelfs ■pausen afge
zet en zoo al sommige pausen die groote vergaderingen aan
zich onderworpen hielden, geschiedde dat alleen wanneer
mannen als Gregorius VII of Innoncentius IIT te Ro
me zetelden. Maar na de opkomst der hervorming in
Duitschland, ging Rome geheel anders te werk. Het concilie
van Trente, voor de overgroote meerderheid uit Italiaansche
bisschoppen bestaande, die onmiddelijk ouder 's pausen invloed
stonden, bovendien nog bewerkt door de nieuw gevormde
militie van den pauselijken Stoel, de jesuiten -het concilie
kende den paus eene onfeilbaarheid toe, die hij nooit te
voren bezeten had, en herschiep daardoor de kerk in de
meest absolute monarchie.
En wat zien wij nu vroeg of laat ia alle staten die Rome
trouw zijn gebleven? Eilips II, die zonder cortes, bijna
zonder raadslieden, uit het escuriaal de halve wereld bestuurt
Lodewijk XIY, met zijn //F etat, c'est moi" overal:
in Toscane, Napels, Oostenrijk, overal de staat door ko
ninklijke ordonnantiën bestuurd, even als de kerk door pau
selijke bullen. En deze toestand duurt voort, tot dat Erank-
rijk zich zoowel van liet koningschap als van de kerk losmaakt
Welk was daarentegen het dogma der hervorming?
Onafhankelijkheid van het individu verwerping van elke
menschelijke autoriteit vrijheid van onderzoek, alleen de
onfeilbaarheid van het boek, waarin Gods woord geschreven
stond. Wel was spoedig reeds na den aanvang der hervor
ming de heilige ijver, waarmede zij begonnen was, ontaard
in een vinnigen strijd tusschen de volgelingen der verschil
lende hervormers wel moest de toeschouwer, die deze ver
deeldheid bij de eene partij vergeleek met de eenheid en de
inspanning van krachten bij de andere, tot de gevolgtrekking
komen, dat het protestantisme een doodgeboren vrucht was