HELDERSCHE COURANT. Jiieuras- en Zaturdag <ftDoertentie--6faÖ. 8 Januarij, M 899. Tiende Jaargang. 1870. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertentikn van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezendcn. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILT J ES. STUDIËN OVER HET ECUMENISCH CONCILIE te ROME. XIII. Uit al hetgeen wij tot heden in deze studiën bijeenver zamelden, met sprekende invoeriug van partijen, om zelfs den schijn te ontgaan, van door nadere omwerking onze eigene meening, zij het ook min of meer verborgen, te ontwikkelen alleen op het algemeene standpunt telkens ons en onzen lezers een vrijen blik veroorlovende uit dat alles, zeggen wij, moet het ongezocht gebleken zijn, dat de kwestie van het Ecumenisch Concilie werkelijk is eeue partijkwestie in de Katholieke kerk. De bisschoppen te Eulda (19 in getal) de twee anonieme priesters in Duitschland, Janus, dat is de abt dr Dollinger, pater Hyacintlie en, last not least, monseigneur Dupanloup, bisschop van Orleaus, en monseigneur Maret, (wiens boek op den index geplaatst is) allen vurige belijders van het katholicismusj zijn zij ons niet gebleken anders gezind te zijn, dan die partij welke de drijver mag genoemd worden van het concilie, de partij der jezuiten, zich openbarende in de Civilta CaUolica, in de Unïver, en ten onzent in de Tijd, Maas bode en andere Nederlandsche katholieke organen. Wij drukken op dat feit: dat er twisten zijn in de ka tholieke kerk. Het is is vele opzigten een opmerkelijk teeken des tijds, welks geheelen omvang wij niet wenschen* aan te toonen. Alleen geeft het andersgezinden regt. kennis te nemen van de argumenten en meê te spreken in dien strijd, zonder verdacht te worden dat dit geschiedt uit vijandschap tegen het katholicismus zelve. Immers zou uit die verdenking van zelve moeten voortvloeijen, dat ook bv. monseigneur Dupanloup vijandig gezind was tegen de kerk. Dit stand punt nu is van belang, nu het maar al te zeker blijkt, dat de drijvende partij onder de Nederlandsche katholieken, zich geheel aansluit bij de jezuitische denkbeelden, zooeven bedoeld, waardoor wij regt hebben, neen waardoor het pligt wordt voor allen, die spreken kunnen, om niet lijdelijk toeschouwer te zijn van dien strijd. In een brief van het hoofdbestuur der Evangelische Maat schappij aan pater Ilyacinthe, wordt zelfs het Episcopaat hier te lande een slaafsche volgeling genoemd van dat naar de alleenheerschappij strevende Farizeïsme. Maar wat sterker is, het bovenstaande bevestigende. Een lid van de Nederlandsche Tweede Kamer, de heer Hafi'mans (ook een katholiek) heeft in de zitting van 15 December 1869, het volgende verklaard omtrent zijne geloofs- genooten hier te lande: Als men dezen (den katholieken) dwingtom zich te ver klaren^ dan zal men tot in den laatsten hatholiek een ultra- montaan en een jezuit vinden. Bit is de toestand in Nederland Wat dunkt u zou het tijd worden of niet, om alles te onderzoeken, opdat men te gelegener tijd met kennis van zaken oordeelen moge, enhandelen. \s onverschilligheid, zoo vaak gelijk gesteld met ver draagzaamheid, hier niet oorzaak en gevolg van schrome lijke onkunde, eene onkunde, waarmede slechts zij voordeel behalen, die zelf alles onderzoeken en naar gelang van dat onderzoek hunne kansrekening maken. Als het waar is wat de heer Haffmans verklaard heeft, dan kan het niet lang meer duren of er moet een gewel dige botsing ontstaan dan moet degeheele Nederlandsche moderne maatschappij eerlaug den terugslag geven, op het meer en meer overmoedig streven eener partij, van welke het bekend is, dat zij leeraart //de paus boven alles koning vaderland nationa liteit zijn ijdele klanken." Zoodra de paus verklaart dat deze in eenigerlei opzigt met zijne belangen en inzigtcu in strijd handelen, dau moet or, in één woord, weldra strijd, religie- strijd ontstaan, tusschen de zonen van hetzelfde vaderland. overdrijving Zij, die wij ontmaskeren, of liever wier zelfontmaskering wij constateren, zullen de eerste zijn om dit uit te roepen. Maar wij vragen is er nog overdrijving denkbaar na die taal van mr. Hafi'mans. Maar wij vragen ook of de niet bijster nnauw gezette Hafi'mans zelf, zich niet aan overdrijving schuldig maakte. En daarop, kan Gode zij dank, bevestigend geantwoord worden, want ook Nederland bezit een groot getal zeer ge achte, zeer verlichte, zeer beschaafde katholieken, die vrijzinnig denken en handelen. Hoor hun antwoord op die oproerige taal van mr. Haff mans. Het is een katholiek die spreekt, een man allervvege geacht en geëerd, een nijvere industriëel uit Noordbrabant, mede lid van de tweede kamer, de heer Guljé. //De heer Haffmans zegt hij het woord rigtende tot de liberale katholieken, heeft gezegd //Gij moet ten slotte tot ons overkomen." Ik ben uit rooinschkatholieke ouders geboren, ik ben roomsch-katholiek opgevoed, maar ik zal aan die oproeping niet voldoen. Ik heb mijn vaderland te lief (hoort!Nederlanders! Redact.) dan dat ik het door godsdiensttwisten zou willen helpen ver nietigen of dat ik onrust zoude willen zaaijen onder de zonen van hetzelfde vaderland.'" Eenvoudige en verhevene woorden Bevestigen zij niet het door ons vooropgezette gevoelen? Maakten wij ons dan aan overdrijving schuldig in de. quali- ficatie der woorden van den Venloschen kantonregtér Hafi'mans? Eene andere vraag is het: of er niets, en wat er voor waarheid ligt in zijne woorden, met andere woorden: hoe het staat met de jezuiten hier te lande. De schrijver van een in der tijd te weinig gewaardeerd en te weinig bestudeerd werkje Nederlandsche Vredebond. Voorstel tot vestiging eener politieke partij-vereeniging met politieke geloofsbelijdenis. Utrecht, J. L. Beijers, IS68.), zegt ten dezen opzigte meer juist. //De katholieken vormden geene partij zoolang zij h la suite der Thorbecko-liberalen wandelden. Ten gevolge van afscheiding ten aanzien van huwelijken en gezellig verkeer en van een wantrouwen aan de katholieken jegens anders denkenden bijzonder eigen, heerscht onder hen een sterk gevoel van onderlinge verwantschap en maconnieke verbinding; maar op dien grondslag alleen maken zij bij ons nog geene partij uit. Het is daarentegen onmiskenbaar, dat de ultra montaansche geest, die in later jaren onder den katholieken clerus heerschende geworden is, ook onder de leeken een geduchten invloed heeft gekregen, en dat thans eene ultra montaansche partij bezig is zich te vormen of liever zich uit te breiden en te consolideren. Die partij heeft tot orgaan de Noordhollandsche Tijd, een blad dat de buiijenlandsche ultramontaansche bladen Journal de Bruxelles, Monde TJniversenz. in strekking, taktiek en toon op zijde streeft. Het is er nog ver af, dat de ultramontaansche partij bij ons reeds dezelfde organisatie en veerkracht zou hebben als in andere landen, als bijv. de clericale partij in Belgie." Maar al ware het zoo dat alle Nederlandsche katholieken, tot den laatsten man toe ultramontaan en jezuit waren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1