NIEUWS TIJ DIN G E N. binding besloten had, //voor de gelteele wereld zoo on verwacht was. 9°. dat vele bisschoppen met die vorsten, hunne wenschen en inzigten bekend maakten. 10°. dat de ontbinding niet was eene daad van overijling, maar van lang nadenken en onderzoeken, eerst in het vijfde jaar van zijn pontificaat. Wij lezen in de //kerkgeschiedenis van dr. Kurtz, dat deze paus het volgende jaar 11a de afkondiging dezer breve, stier/ met alle teekenen van vergiftiging'.'' //Hoe digter bij Rome, hoe slechter christenen is een oud gezegde onder onze katholieke landgenooten, en de familiën der Nederlandsche zouaven betuigen om strijd, dat dit door hunne terugkeerende zonen, maar al te zeer wordt bevestigd. Den invloed van de ongeloovige en prolestantsche wereld op de Nederlandsche katholieken, die volgens mr. Haffmans n uiterst katholiek zijn en dit nog in den lateren tijd op schitterende wijze hebben getoonddie invloed erkent de geestdriftvolle afgevaardigde zelf (altijd in de vermaarde zit ting van 15 Dec. jl.) door uit te roepen: //ivij zijnwat gij ons gemaakt hebt Wat er dus goeds en voortreffelijks is, in onze katho lieke landgenooten, (niet beter en voortreffelijker evenwel dan alle andere Nederlandsche staatsburgers), dat behoeft men niet te danken aan het katholicismus zelf, nog veel minder aan het ultramontanismus of de meer en meer wortel schie tende jezuitische denkbeelden onder de katholieken. Wij rele veren dit, omdat dit wel eens eene van de vele preteutien kon zijn, van de katholieke dagbladpers, van welke niet anders te verklaren valt, dan dat zij zich voortdurend onderscheidt door scheldwoorden jegens andersgezinden, door miskenning der beteekenis van bestaande toestanden, zoowel als van episoden uit de geschiedenis des vaderlands, niet minder als uit die van andere volken, in eene taal die somwijlen oprui- jend mag heeten (bij voorbeeld de brief van dr. Nuyens aan de kiezers te Boxmeer), te meer doemwaardig als misbruikende de goedgeloovigheid harer veelal minder geletterde en harer trouwens slechts weinige lezers: weinige, blijkens hunne eigene herhaalde klagten. Neen, aan de vrijzinnige Nederlandsche staatsregeling, aan de nergens krachtiger heerschende begrippen van verdraag zaamheid, aan de alle theoriën doodende eeuwige boom des levens, de feitenwaar wij ons allen wel bij bevinden aan deze alleen komt de eer toe, dat katholieken, protes tanten en israëlieten in ons vaderland zooveel goeds te zameu kunnen genieten. Wij doen hier niet tekort aan al wat heilrijksook uit het katolicismus voortvloeit. Gaarne ruimen wij, ten bewijze van het tegendeel, nog een plaatsje in aan de woorden van pater Hyacinthe, in zijn brief aan den generaal der Barre- voeter Karmelieten, te Rome, waar hij zegt //Het is inijue innige overtuiging, dat indien Krank rijk in 't bijzonder en de Romaansche natiën in het algemeen zijn prijs gegeven aan maatschappelijke, zedelijke en godsdienstige regeringloosheid, de voornaamste oorzaak niet in het katho licisme zelf ligt, maar in de wijze waarop het katholicisme sints eeuigen tijd wordt opgevat en toegepast." 1). Het feit is oud. In het bloeitijdperk des pausdoras, de middeleeuwon, getuigt Luitprandus, bisschop van Cremoua, van de Romeinen het volgende „Dit volk is zoo snood, schoon altoos moedig, dat men, om een trouw loos, oneerlijk, en met alle schenddaden bezoedelden mensch aan te duiden, enkel den naam van Romein bezigde. (Oude en Hedendaagsche alge- mcene wereldlijke geschiedenis van den heer Abt Millot, 5e dl. bladz. 226). Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 11 Jan. 1870. Uit een bij ons ingekomen officiële lijst van de diep gang der schepen, die van 16 Nov. tot 21 Dec. 1869 door het Schulpetigat alhier zijn binnengekomen, blijkt, dat de Bato> kapt. H. Kramer, de meeste diepgang had, nl. 66 decimeter (palmen) en is binnengekomen, terwijl de waterstand 0.38 meter onder volzee, het weder nat en mistig en de zee eenig- zins golvend was. Hieruit blijkt, wanneer men de 38 cen timeter (duimen) onder volzee bij de 66 decimeter (palmen) trekt, een schip van 70 decimeter (palmen) diepgang, onge hinderd het ISchulpengat passeren kan. Vrijdag jl.eenige oogenblikken na het afdrukken van ons vorig nommer, ontvingen wij van Texel het berigt, dat de bemanning van de Engelsche bark, die op de Razende Bol was vergaan, aldaar met de scheepsboot was aangekomen. Die schipbreukelingen mogen met regt spreken van eene won derdadige redding. Men verzoekt ons een woord tot onze lezers te rigten van opwekking en aanbeveling ter bijwoning van de leziDg van den heer dr. J. C. Zaalberg. Zou dat noodig zijn lezers Neen, het zou immers eene miskenning zijn van dezeergroote symphatie die de heer Zaalberg te dezer plaatse bij zijne vo rige voordragten heeft opgewekt. Eene enkele verwijzing naar de hierachter voorkomende advertentie rekenen wij zelfs overbodig. De naam van den spreker en het hoogst belang rijk onderwerp daar vermeld, bezitten magnetische kracht ge noeg, om he.t oog van den onverschilligste tot zich te trekken en nog veel meer van de voorstanders van het vrije onder zoek, van den zelfdenkenden mensch, die zich hoe langs hoe meer van den slaafschen leiband zoekt los te maken en de zoodanigen rekenen wij er zeer velen onder onze lezers. Concordia l denk er eens bij na lezershet woord wordt zoo ligt uitgesproken maar het zegt veelzeer veel, het is eene mooije spreuk, stemt gij daar in toe lezers? Op! dan en helpt ons om de belangen van Concordia" krachtig te bevor deren. Gij begrijpt ons Zoo nietwelnuBekend toch is het dat na de opheffing van een vroeger harmonie-muziek gezelschap alhiertelkens een stem opging, om in deze volkrijke gemeente weder een dergelijk gezelschap op te rigten. Die wensch is vervuld, er is een muziekgezelschap opgerigtonder den naam van Concordiade leden bestaan uit dilettanten, die bun tijd niet alleen opofferen, maar boven dien nog een kleine contributie betalen. Eenige heeren uit deze gemeente hebben zich belangrijke opofferingen getroost tot aankoop van een meer dan volledig stel kostbare instru menten. Maar wij mogen van hen niet alles vorderen kleine uitgaven voor muziek, enz. keeren, zoo niet dagelijks, dan toch gedurig terug; om die te dekken, heeft Concordia de gelegen heid opengesteld aan het publiek, om zich aan bedoeld gezel schap als contribuëerend lid te verbinden, die contributie is zeer matig gesteld. Het is daarop dat wij u willen wijzen, gij allen die met ons erkend dat een dergelijk gezelschap, vooral door bet des zomers geven van openbare concerten, die, gij herinnert het u, gepasseerde zomer zoo talrijk op het stationsterrein werden bijgewoond, zonder twijfel zeer veel kan bijdragen tot bevordering en opwekking van de lust onder het publiek naar meer beschaafde uitspanningen, dan die tot nog toe voor de minder met tijdelijke goederen be deelde ingezetenen bestaat. Allen die met ons hiermede instemmen, zullen toch wel iets willen doen, om het goede doel te bevorderen; voor hen die de contributie te hoog is, wordt de gelegenheid gesteld tegen eene al zeer billijk (wij vermeenen 50 cents) gestelde entrée, een concert van dit gezelschap, in bet lokaal Tivoli, te kunnen bijwonen. Bij het genot van harmonie-concert kunt gij tevens de zelfvoldoening genieten aan een prijzenswaardig doel te hebben medegewerkt. Wij hopen dat de zaal van Tivoli Zondag a. s. al de belangstellende niet zal kunnen bevatten. Het programma luidt als volgt»Vrijkorps-Marsch," »Re- dowa," »Bolero," "Ouverture la belle Helène," «Reizebilder- wals," »Carolina-Galop," »Haagsche Scherpschutters-marsd!," »Solo Cornet h piston." De heer Victor Driessens en zijne dochter, een aller liefste actrice, hebben bier gisteren avond weder zeer veel succes behaald. De opvoering bestond uit het tooneelspel Frou-Frou, waarin ons door genoemde acteur en actrice op meesterlijke wijze het onnadenkend en daardoor dikwijls ligt— zinnig, maar toch goedhartig karakter van de Fransehe Datie werd geschetst. Tijd en ruimte ontbreekt ons om eene uitvoe rige analyse te geven, het stuk lokt er anders wel toe uit; het is niet wat men noemt een echt Franseh spectakel-stuk schoone lessen van levenswijsheid zijn er in menigte uit te trekken de hoofdmoraal is, dat de grondslag van het huwe lijk moet zijn: wederzijdsche liefde; zonder dat kan het tot schomelijkste onheilen, tot verwoesting van beider levensgeluk aanleiding geven; hetgeen ons bier aanschouwelijk, en toch niet, zoo als men dat in Fransehe stukken gewoon is, in al te overdreven scènes, werd voorgesteld. Wij moeten eindigen, maar brengen nog voox-af onze hulde, na den directeur en zijne dochter te hebben genoemd, aan mejufvrouw Marie Vers traeten, haar natuurlijk en waardig spel heeft ons zeer getx*offen, zij heeft hare rol vervuld op eene wijze of die expresselijk vóórhaar karakter is geschreven. Ook het spel van den heer Dësirë Corijn was meesterlijk, de wijze waarop hij de voor te stellen gemoedstoestanden wist weder te geven, waren onverbeterlijk, wij zouden bijna durven zeggen, den heer Corijn nog nimmer zoo goed in zijn rol te hebben gezien. Ook het overige per soneel, ieder op zijn plaats, heeft het zijne er toe bijgedragen om de bezoekers een avond aangenaam, en voor velen welligt niet nutteloos, bezig te houden. Naar men verneemt, is de dag van verti-ek van Zr. Ms. schroefstoomschip het Lookommandant de kapt.-luit. ter zee D. Bowier, bestemd naar de Kust van Guinea, voorloopig bepaald op 20 dezer maand. De Staats-Courant behelst tijdingen van de Kust van Guinea van den 19n November. Blijkens het slot van het rapport van den stations-com mandant waren de gekwetsten, bestaande uit den matroos der 2de kl. M. Kelder, de matrozen der 3de kl. P. L. Bishoff, A. Schemen, M. A. Ronge, de marinier der 3e kl. C. Bran- denbui'g (die drie geschoten wonden bekwam), de Afrikaanscbe korporaal P. Koning en de gepens. Afrikaansch soldaat Koffie Tautjë allen aan de beterhand. Het is toch zondei'ling inderdaad, dat een aantal men- schen maar niet kunnen overtuigd woi-den, dat er verdeeling van den arbeid moet zijn. Zoo b. v. vordei-en sommigen nog altijd van de school den arbeid, dien zij van de kerk moesten vragen. Zij willen, dat de schoolmeester dogmen of gods dienstige leei'stellingen onderwijze, terwyl zij dat van den godsdienstleeraar of' geestelijken herder moesten vragen. Is het niet even alsof men bij den bakker vleesch wilde koopen, omdat de bakker voedsel levert en vleesch ook voedsel is? Maar zoo gaat het, men zoekt menigwerf het geneesmiddel, waar het niet te vinden is, en weigert te gaan, waar men het geven moet. Men schrijft uit Velsen 8 Januarij Gelukkig heeft de vorst slechts kort geduurd. Het zou er anders met de polderlui hier weer deerlijk hebben uitgezien. Men zegt, dat verscheidene personen in den laatsten tijd zich

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2