HELDERSGHE
COURANT.
JUeums- en
Zaturdag
<flÖoertentte--6faD.
15 Januarij.
M 901.
1870.
Tiende Jaargang.
Vcrsehijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post n n u1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Adveiitektien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelievo
men de Advcrtenticn intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT J ES.
OjJjftriM gcbl'dtc.
KENNISGEVING.
11TIO IAIEJII tITIE,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
Gezien art. 26 der Wet van den 19 Augustus 1S61 (Staatsblad No 72);
Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat het inscbrijvings-register en
de daarbij behooreDde alphabetische naamlijst, betrekkelijk de jongelingen
die zich binnen deze gemeente in 1869 hebben doen inschrijven voor de lig-
ting der Nationale Militie van 1870, op de Secretarie der gemeente voor
elk ter lezing is nedergelegd, vau heden tot den 21 Januarij a. s., vau des
morgens negen tot des namiddags een ure, en dat tegen register eu lijst
binnen genoemden tijd bezwaren kunnen worden ingebragt bij den Commissaris
des Konings in deze provincie, door middel van een bij den Burgemeester in
te leveren, door de uoodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, op onge
zegeld papier en onderteekend door hem, die ze inbrengt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 12 Januarij 1870. L. VERHEY, Secretaris.
KIEZERSLIJSTEN.
De VOORZITTER vau den RAAD der gemeente HELDER
Gelet hebbende op het bepaalde bij art. 7 der Wet van 4 Juüj 1830
(Staatsblad No. 37), betrekkelijk het opmaken der LIJSTEN, aanwijzende
de persouen, die tot het kiezen vau leden van de Tweede Kamer, van de
Provinciale Staten en vau den Gemeenteraad bevoegd zijn.
Noodigt de inwoners der gemeente uit, om, zoo zij elders in de directe
belastingen zijn aaugeslagen, daarvan vóór den 15 Februarij aanstaande te
doen blijken.
Helder. De Voorzitter voornoemd,
den 12 Januarij 1870. STAKMAN BOSSE.
BELASTING OP DE HONDEN.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt ter kennis van de
Ingezetenen, dat in bet begin der volgende maand Februarij de beschrijving
zal worden gedaan van de in de gemeente aanwezige HONDEN, voor de
belasting van het loopende jaar, bij welke beschrijving ieder verpligt is aau
de daarmede belaste Ambtenaren de noodige opgaven en inlichtingen te geven.
Ieder belastingschuldige, die "overgeslagen mogt zijn, is gehouden vóór of
op den laatsten dag der volgende maand ten kantore van den Gemeente
ontvanger schriftelijk aangifte te doen.
De belasting bedraagt voor een losloopende bond f3.— en voor een die
.vast ligt f l.
Losloopende honden moeten een balsband dragen, voorzien van den naam
des eigenaars.
Van ontduiking of overtreding dezer belasting wordt proces-verbaal opge
maakt en voor de Arrondissements-Regtbank te Alkmaar vervolgd.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 12 Januarij 1S70. STAKMAN BOSSE.
Hict-offiriëct piKcïix.
STUDIËN OVER HET ECUMENISCH
CONCILIE te ROME.
xv.
Slot.
Tot de taktiek van deze partij en van die dagbladpers
behoort, oin al wie onder hare geloofsgenooten, niet eenstem
mig met haar denkt en handelt, ook in zuiver wereldsche
zaken, te beschuldigen, van gebrek aan katholieken zin, ja
van gebrek aau christenzin.
En toch, hoe is eenstemmigheid denkbaar, waar kwestiën op
rijzen zoo geschikt om de gemoederen in beweging te brengen,
als: het concilienieuwe leerstukken (les geloojsfundamenteels
verandering der kerkoorlogsverklaring aan de wereld builen
de kerk.
Hoe is eenstemmigheid denkbaar bij de leeken, waar zoo
vele hoog geplaatste personen, als bisschoppen en aartsbisschop
pen, het voorbeeld geven van meeningsverschil daaroverja
van openbaren strijd, met dat wapen des geestes, de pen
waardoor deze strijd publiek eigendom geworden is.
Door deze verdachtmaking worden evenwel nog zeer vele
eenvoudigen des geestes vervormd tot slaafsche volgelingen,
want welke katholiek wil niet gaarne als goed katholiek en
christen geacht worden.
Hierop is evenwel eens, door een der meest verlichte en
der meest geachte katholieken een waardig antwoord gegeven.
Het was tijdens de laatste verkiezingen in Noordbrabant. Er
was natuurlijk sprake van twee personen, beide katholieken,
beide zeer achtingswaardige personen. Insinuerende werd ge
vraagd is deze niet beter katholiek dan gene En het be
schamende antwoord luidde//Ik matig mij niet aan om over
de meerdere of mindere katholiciteit van den een1 of den anderen
te oordeelen. Ik laat het oordeel over aan Hem, die zich dat
heeft voorbehouden en zal mij wel wachten, het onchristelijk
voorbeeld te volgen van hen, clie hunne gsloofsgenooten, welke
in staatkundige aangelegenheden niet denken, spreken of
stemmen als zij, voor minder goede en waarachtige katho
lieken aan de kaak stellenal is het, dat zij zelf soms de
grootste vijanden van het katholicismus, ja godlochenaars en
menschen van een bekend onzedelijk gedrag (ik behoef geen
namen te noemen, zij staan een ieder helder voor den geest)
-als mannen durven aanbevelen, die de regten en belangen der
katholieken het best zullen verdedigen."
Zoo een waarachtig katholicismus heeft, naar mijn inzien,
veel van het waarachtig van Constantijn Huijgens:
Waerachtigh is het; maar
Dat is wat min als waer," 1)
Waarlijk er is geen geringe mate van kerkelijken hoog
moed voor noodig, om te verklaren dat mannen als monsgr.
Dupanloup, Maret, pater Hyacinthe, de Moutalembert, de abt
Dollinger, zoovele Duitsche bisschoppen, minder goede ka
tholieken zijn, omdat zij het niet eens zijn met de partij
die nu te Rome weer het hoogste woord voert. En toch, ik ver
zeker u, menige ziekelijk-godsdienstige ij veraar, zal vol zelf
behagen, uit de hoogte op hen nederzien, en als de farizeër
van de tinne des tempels, uitroepen"Heer ik dank Udat
ik niet ben als deze? Men herinnere zich slechts hoeveel
laster en venijn reeds door de ultramontanen werd uitgebragt
over pater Hyacinthe, vau wien de Tijd den leugen verteld
heeft, dat hij met den bekenden Barnum in Amerika rondreisde.
Zoo is het ook met het concilie, zoo is het met de meer
of min ijverige waarneming van kerkelijke verrigtingen, zoo
ook is het zelfs met de' verkiezingen en andere bedrijven des
dagelijkschen levens.
Dit monopoliseren der ware godsdienst is hetzelfde wat in
Nederland de conservatieve partij doet omtrent de liefde tot
liet Huis van Oranje. Alleen de conservatieven beminnen dat
Huis, beweren zij, waaraan alle Nederlanders zich zooveel
verpligt rekenen en met hetwelk zij door zooveel banden
van lief en leed, ja bovenal van leed, 3) verbonden zijn. Het
Nederlandsche volk heeft evenwel reeds meermalen getoond,
genoeg onderscheidings-vermogen te bezitten, om op het geroep
van //maskers af!" een der goede zaak alleen dienstige be
slissing te nemen. En om terug re keeren wij hebben
gegronde hoop, om ook van de Nederlandsche katholieken
1). Woorden uit den openhaar gemaakten brief over de verkiezing in liet
district Breda (30 Mei 1869) van P. J. Verduijn lid van Gcd. Staten in
Noordbrabant. Dc lieer Verduijn is katholiek, zijne familie cene aloude zeer
bekende en zeer geachte katholieke familie, die onder bare leden zelfs gees
telijken telt. Gesproken in den stormwind der verkiezingen, gaan dergelijke
woorden alras te loor enwordeu door al het gedruiseh alsdan slechts hal
verstaan. Na alloop van den strijd kan men ze meer onpartijdig, minder
bevoordeeld overwegen. Behalve dat zij voor ous doel zoo uitnemend to
stade komen, was ons de gelegenheid welkom er hier nogmaals eeu plaatsje
aan te geven. Zij verdienden dat teu volle.
2). Geen hand, O Vorst, die sterker bindtDan zaamgevoelde smart.
(De Nederlandsche Maagd de hand reikende aan Koning Willem
III, op eenc plaat, uitgegeven tijdens den laatsten watersnood.)