"nieuwstijdingen. evenveel geest des ondersclieids te verwachten. De kwestien hunner kerk in het openbaar te bespreken, wij herhalen het, kan, nu zij zoo luide door eigen geloofsgenooten worden besproken, evenmin meer gelden als eene daad van vijandig heid aan de kerk, aan de geloofsbelijdenis, aan hunne godsdien stige begrippen. Neen een onderzoek als waarmede ook wij ons thans bezig houden, moethooger worden opgevat en verdient de dankbare belangstelling van alle vrije katholieke mannen. Wij hebben reeds in een vorig opstel aangetoond, hoe moeijelijk het den strijders in die kerk valt, om te strijden, zonder zich aan het gevaar van uitsluiting en verbanning (ex communicatie) bloot te geven. Daarom moet de dagbladpers alle dergelijke pogingen bespreken en onderzoeken, opdat de openbare meening mede oordeele, welk mede-oordeel van stel- iigen en heilrijken invloed zal zijn op het lot van dien strijd. En het gewigt hiervan moge blijken uit de verbolgenheid, waar mede die godsdienst-monopoliserende partij zich nu uitlaat, over de vrije stemmen die er bij voorbaat reeds opgaan over de kwestiën op het concilie te behandelen. Men had zoo gaarne alle gerucht vermeden. Van daar ook in strijd met alle vorige conciliën, den weinigen tijd ter voor bereiding. Vroeger werd een concilie jaren vooraf aangekon digd,nu slechts weinige maanden. Toch blijkt die korte tijd nog te lang te zijn geweest. Van daar ook de bedoeling om het concilie van korten duur te doen zijn; men had een weinig haast, zooveel haast, dat men over het hoofdonderwerp de persoonlijke onfeilbaarheid des pausen (om tijd te winnen liefst maar geen discussie begeerde, en liet doorschemeren dat dit dogma bij acclamatie, dat is bij handgeklap, moest worden aangenomen. Daartegen nu gaat een krachtig, een veelbeteekenend verzet op. En zoo komt het concilie in een nieuw licht, dat de oorspron kelijke voorstellers van hetzelve, zeker niet verwacht en nog minder begeerd hebben. Het wapen dus waarmede zij de geheele moderne zamenleving (ook de vrije drukpers) wilde treffen, blijkt zich nu juist tegen "hen zelve te keeren. Zou de vrije pers dan niet dubbel in hare rol zijn, door te spreken Een Spaansch boekje, van den priester don Emma- nuël Bandera (Aug. 1868), uitgegeven onder kerkelijke goed keuring en honderd bladzijden groot, heeft tot titel: Waarom gezwegen terwijl zoovelen legen els aanstaande kerkvergadering spreken Wij citeren alleen dezen titel, ten bewijze met hoeveel regt wij gewagen van //zoovelen" die zicli verzetten. Aan die //velen" aan Dupanlonp, aan pater Hyacinthe, de Montalembert, monsgr. Maret in één woord, aan de liberale katholieken zij al onze aandacht gewijd, en onze pogin gen om hen te helpen in het omhoog houden der vrijheidsvaan. Daartoe is dubbele reden, uit overweging dat de Neders landsche katholieken slechts gevoed worden door eene jezuï tische ultramontaansche dagbladpers, die alles eenzijdig voor stelt, en nog niet als in Frankrijk en elders, een eigen on afhankelijk orgaan bezitten. Nog eens. Een strijder in de Roomsche kerk moet buk ken en buigen, tenzij hij niet terugdeinze voor al geheele uit sluiting. O, in die kerk wordt uit vrees daarvoor, zooveel ge leden. Waar wii 'dus dien strijd opmerken, daar moeten wij die vrijheidshelden ondersteunen met alle middelen in onze magt. Of Rome dan nog eene reden te meer zal hebben om de vrije drukpers te wraken, dat zal het land, waar de drukpers is uitgevonden, weinig kunnen schelen. ïïadde men dit altijd goed overwogen, men zou ook van protestansche en nog minder van liberale zijde, niet zoo hevig hebben uitgevaren tegen den jeugdigen katholiek die met een welbekend strooibillet, ja eene onvoorzigtigheid beging, maar tevens de zaak heeft genoemd hij haren waren naam. Hadde men dit grootere belang niet aan een oneindig kleiner ten offer willen brengendan zou er van een ver bond der orthodoxe protestanten met haren aartsvijand, de ultramontanen, geen sprake kunnen zijn en wel moet de positie der zijnen benard zijn geweestom dit den seherp- zinnigen Groen van Prinsterer zoo telkens over het hoofd te hebben doen zien. Hadde men dit altijd wel overwogen dan zoude de Tweede Kamer der Staten-Generaalzij het ook op raad van een groot staatsman, niet het stilzwijgen bewaard hebben, op een adres tegen de verkiezing van een harer leden, den heer Luijben, welk adres in ieder geval dit feit aan het licht bragt dat de van ultramontaansche denkbeelden doortrokken gees telijkheid in Noordbrabant, op drieste en onbetamelijke wijze, baren grooten invloed heefs misbruikt om deze verkiezing te bevorderen. De kwestie quoad juroin deed al zeer weinig af tegenover die quoad faetum. Heeft men dat niet overwogen, dan gelooven wij een goed werk te doen, door hierop te wijzen, en heeft men het wel overwogen, dan weigert onze pen huilgedrag naar waarde te noemen. Wilt ge een voorbeeld hoe de jezuitische partij hier te lande werkt. Welnu, het is een feit dat de administratie der N. Hollerdamsche Cl. op zekere plaatsen van Noordbrabant nie mand kan vinden, die tegen belooning de courant aldaar wil verkoopen, noch bij de stations der spoorwegen, noch in de gemeenten het is een feit dat iemand van harentwege daarheen gezonden en de courant colporterende, aldra geen kosthuis meer Icon vinden. En wij weten feiten te noemen, die ons volle regt geven, om te verklaren, dat waren de namen der kiezers van den niet clericaleu candidaat allen opeutlijk bekend, dezegroote moeite zouden ondervinden in het huren van knechten en dienstmeiden, want dit is de bij voorkeur verbreid wordende meening: in de wo?iing derzulken heerscht en woont de Antichrist Zoo is dan de slotsom van onze Studiën over het Ecume- nisch Concilie: ondersteunt met woord en daad de liberale katholieken Zij leven Wij hebben gezegd. Eclogakius. Ter voldoening aan het verzoek van velen houdt de uitge ver in ernstige overweging, om de Studiën over het Ecume- nisch Concilie, in eene afzonderlijke brochure uit te geven. Zij zullen vóór die uitgave, door den schrijver aanzienlijk worden uitgebreid, en vermeerderd met aanteekeningen. De inmiddels verwachte aanvragen om exemplaren (tegen zeer lagen prijs) zullen op het besluit tot'deze uitgave van beslissendeu invloed zijn. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 14 Jan. 1870. Naar men verneemt, zullen met 1 Mei a. s. de directeur, kommandant der marine, de havenmeester, en de inspecteur van het loodswezen alhier, op pensioen worden gesteld. Ter bezuiniging zouden de beide laatstgenoemde betrekkingen niet meer door hoofd-officieren der marine worden vervuld. De 2e luit. der artillerie jonkh. E. M. van Beijma vroeger gedetacheerd bij de artillerie-, stapel-, en constructie magazijnen te Delft, is bij de 12e compagnie, alhier in gar nizoen teruggekeerd; terwijl de 2e luit. der artillerie J. M. K. Bisdom, onlangs tot officier benoemd, mede bij dezelfde com pagnie is ingedeeld. De 2e luit. der Infanterie H. W". Mortjë, onlangs tot officier benoemd, is ingedeeld bij de le compagnie van het 3e bataillon van het 7e regement infanterie, alhier in garnizoen. Bij beschikking van den Minister van Finantiën van 7 dezer, is de toelating als leerling voor de telegraphie van den heer C. W. van Breda, met ingang van 15 dezer op zijn verzoek ingetrokken. De heer van Breda dienstdoende op 's rijks telegraaf kantoor alhier zal worden vervangen door den heer P. van Hoolwex-ff. Gisteren namiddag zijn alhier voor dit saizoen de eerste 2 vischsloepen binnengeloopen, komende van de kabeljaauw- visscherij. Zij hebben te zamen aangebragt 200 levende en 250 do.ode kabeljaauwenvoorts 1800 schelvisschen, 16 lengen en 2 heilbotten. Bij afslag heeft de levende kabeljaauw op- gebragt van de eerste schuit f4.90 en van de tweede schuit f5.85 per stuk, de doode f2.15 en fl.90. Thans liggen in de haven alhier ter lossing, twee Rus sische stoomschepen de Corniloff en de Nachinoff\ nog nim mer zag men in deze haven handelsschepen van eene zoo groote afmeting; men verzekert ons dat een dier vaartuigen 280 voeten lang is en 1670 Eng. ton meet, bij eene stoomkracht van 250 p.k., de diepgang is slechts ongeveer 60 decimeters (palmen) doordien reeds de helft der lading in Engeland is gelost. De nog in hebbende lading bestaat in 20974 hectol. lijnzaad, 700 balen katoen en 190 vaten talk, waarvan alleen het lijnzaad alhier, en het overige in Engeland gelost zal worden. Er zijn naar wij vernemen veertig dergelijke stoom booten in de vaarttoebehoorende aan dezelfde reederij te Odessa. Het inwendige dezer schepen beantwoordt geheel aan den uitwendigen vorm. De kerk is eene prachtige zaal in Gotische bouwordede vloer is met veel kleurig marmer sierlijk in gelegd ook is dit het geval in de hutten die zeer comforta bel zijn ingerigt. De schepen zijn een bezoek overwaardig, terwijl wij de verzekering kunnen geven, dat ieder belang stellend bezoeker met de meeste welwillendheid niet alleen maar zelfs met voorkomendheid wordt toegelaten. In de gemeente Texel zijn in het jaar 1869 geboren 118 mannel. en 112 vrouwel., totaal 230 personen waaronder 4 tweelingen overleden 56 mannel. en 63 vrouwel., totaal 119; levenloos aangegeven 3 mannel. en 5 vrouwel. Vertrok ken uit de gemeente 78 mannel. en 84 vrouwel., totaal 162. Ingekomen in de gemeente 33 mannel. en 48 vrouwe!., totaal 81. Gesloten huwelijken 56. Bevolking op 31 Dec. 1869 3102 mannel. en 3091 vrouwel., totaal 6193, verdeeld: Ned. herv. 3815, evaDg. luthers 11, doopsgezind 1102, remonstrant 3, christelijk afgescheid. 75, roomsch catholiek 1169, israëlieten 18. In de gemeente Enkhuizen zijn in het jaar 1869 ge boren 164 kinderen, waarvan 96 mannel. en 68 vrouwel. Levenloos aangegeven 9 kinderen. Overleden 118 personen waarvan 64 ongehuwd, 28 gehuwden, 9 weduwnaars en 17 weduwen. In de gemeente gekomen 174 personen. De ge meente verlaten 239. Gesloten huwelijken 50. Kapitein Gerard Jan Luder van Wildervank die met zijn schoener Persa den 11. September II. in de Noordzee de bemanning gered heeft van de Engelsche brik Panny heeft van de Engelsche regering een kostbaren kijker ten geschenke gekregen. Uit 's Hage schrijft men, dat mr. M. II. Godefroï zijn ontslag genomen heeft als lid der Tweede Kamer voor het hoofdkiesdistrict Amsterdam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2