ander college te dezer plaatse; welaan ongelukkigen en rampspoedigen zijn er immer te vinden; niet altijd behoeft men die te zoeken buiten deze gemeente; wij noemen slechts één voorbeeld: het onheil dat hier in het begin dezer week is voorgevallen. (Zie ons vorig nommer.) Men schrijft uit Harderwijk: Den 8 of 10 Febr, moet de 2e luit. der artillerie J. R. de Wollï, voor de dienst in West-Indië bestemd.de reis derwaarts uit het Nieuwediep aanvaarden per Juliusgezagvoerder L. Wijtsma; desgelijks de serg.-majoor H.F. Baumann, vergezeld van zijne echtgenoote. Met diep leedwezen heeft men voorzeker het onverwacht afsterven vernomen van den heer Frederik Willem Conrad, die op zijne terugreize uit Egypte, werwaarts hij zich ter bijwoning van de plegtige opening van het kanaal door de landengte van Suez had begeven, te München in bijna zeven tigjarigen ouderdom is overleden. Reeds onder Blanken is hij aan het Noordholl. kanaal werkzaam geweest; hij heeft medegewerkt tot den aanleg van het Zederikkanaalals ingenieur was hij belast met de uit voering der werken van den Holl. IJzeren Spoorweg tusschen Amsterdam en Rotterdamlater, na in 1858 tot deu rang van inspecteur te zijn opgeklommen, welke hij in 1866 met dien van hoofdinspecteur verwisselde, had hij een belangrijk aandeel in het ontwerpen van den waterweg van Rotterdam naar zee, en was lid van de commissie, die het plan heeft ontworpenonder zijne hoofdleiding eindelijk werd een aan vang gemaakt met de doorgraving van Holland op zijn Smalst. I-Iet vaderland verliest in Conrad een uitstekend burger, ^s lands dienst een trouw en bekwaam dienaar, zijne betrek kingen en talrijke vrienden iemand, die hun onvergetelijk zal zijn. De Minister van Binnenlandsche Zaken, in aanmer king nemende dat tot de benoeming van één of meer Rijks opzigters van den waterstaat 4ekl. moet worden overgegaan, brengt ter kennis van belanghebbenden 1°. Zij, die wenschen aangesteld te worden tot Rijks opzigter van den waterstaat 4e kl., op eene jaarlijksche bezoldiging van zeven honderd gulden, zullen zich aaneen vergelijkend onderzoek, door eene daartoe te benoemen commissie, moeten onderwerpen2°. Om tot dat onderzoek te kunnen worden toegelaten, moet men zich vóór of op den 1 April e. k. bij het departement van Binnenlandsche Zaken hebben aangemeld met een op zegel geschreven adres, bevattende naauwkeurige opgave van naam, voornaam en woonplaats. Bij het adres moeten worden over gelegd de in de Staatscourant van 2 Febr. vermeide bewijs stukken. Het onderzoek zal plaats hebben in de tweede helft van April e. k., en loopen over de bij de oproeping ver melde punten. Een der dagbladen verneemt, dat een wetsontwerp tot herziening der postwet gereed zou zijn, om onmiddelijk bij de bijeenkomst der Tweede Kamer te worden ingediend, en dat een uniform-port van vijf cents voor binnenlandsche brieven en meerdere faciliteit voor de verzending van druk werken daarvan o. a. grondbginselen uitmaken. Het tarieferen der dagbladen naar het gewigt moet echter niet daarin zijn opgenomen. Het cents porto blijft daarvoor behouden. De Minister van Marine heeft Woensdag jl. te's Gra- venhage ten gehoore ontvangen de heeren baron Alfred von Liebenstein en Gerolamo Cavanna, ingenieur van den water staat, te Genua, uitvinders van een werktuig, dat, in plaats van op de tot hiertoe bij de stoomwerktuigen gebruikelijke wijze, door een hydraulische kracht in beweging wordt ge- bragt en bestemd schijnt te zijn oin in de voortstuwiugswijze der schepen eene groote omwenteling te weeg te brengen. Niet alleen moeten deze werktuigen zeiven aanmerkelijk on kostbaarder zijn dan de tegeuwoordige stoomwerktuigen, maar vooral ook in het gebruik moeten zij, daar men geene steenkolen behoeft om ze in werking te brengen, groote be zuiniging opleveren. Op het belang dezer uitvinding, waarvoor genoemde heeren reeds in verschillende andere rijken gebre vetteerd zijn, zullen wij wel de aandacht niet behoeven te vestigen, daar toch, behalve de vermindering in uitgaven, nog andere gewigtige voordeelen er aan verbonden zijn; gelijk o. a. de groote scheepsruimte, tot hiertoe voor de berging van steenkolen vereischt, daartoe niet meer zal behoeven be schikbaar te blijven, terwijl het nut dezer inrigting vooral blijken zal in die streken, waar men zich niet aan de bron der steenkoolproductie bevindt, en waar nu voortaan ieder vaartuig toch zijne voortstuwende kracht, het water, steeds in den grootsten overvloed ter zijner beschikking zal hebben. Op groote reizen zal ook het aandoen van stations tot het innemen van steenkolen overbodig worden. Hierop komen ongeveer de mededeeliugen neder, welke men omtrent deze uitvinding heeft gedaan. Later hopen wij in de gelegenheid te ziju, nadere en misschien juistere bij zonderheden omtrent de zaak te vermelden. Naar men verder nog berigt, heeft de Minister van Marine raet de meeste belangstelling van de zaak kennis genomen, cn aan de uitvinders niet slechts van zijne ingenomenheid met hunne mededeelingen doen blijken, maar hun ook de toezegging gedaan van een groot schip tot hunne beschik king te zullen stellen, om daarop met hunne uitvinding de noodige proeyen te nemen. Is eene als zeilend verkochte lading als zoodanig te beschouwen, wanneer het schip, van de laatste ladingsplaats vertrokkensedert in het ijs is vastgevroren P Deze voor den groothandel belangrijke vraag werd Woens dag aan het provinciaal geregtshof van Zuidholland ter be antwoording voorgelegd, naar aanleiding van een reeds voor de arrondissements-regtbauk te Rotterdam in het vorige jaar gevoerd proces, waarbij bovengemelde vraag bevestigend is beantwoord en alzoo aan de firma J. J. M., te Rotterdam, ontzegd is haar eisch tot //ontbinding van den koop en ver koop, met schadevergoeding", tegen de firma D. J. aldaar, welke aan eerstgenoemde eene lading rogge als zeilende had verkocht, terwijl die lading, als zijnde sints het vertrek uit de laatste landingsplaats, in het ijs vast gevroren, niet ten verwachten tijde in Rotterdam is aangekomen. Eerstgenoemde firma nu, voor welke de adv. van Stipriaan Luïscius optrad, is bij het hof van deze uitspraak in hooger beroep gekomen. De adv. mr. Kappeyne van de Coppello trad voor den geint. op. 's Hofs beslissing, op 7 Maart a. s. be paald, deelen wij dan onzen lezers mede. Vijf der acht diakenen van de Hervormde gemeente te Gouda hebben hunne betrekking nedergelegd, daar zij zich niet met het onlangs opgemaakte twaalftal van predi kanten konden vereenigen. Men verneemtdat aan de scheepstimmerwerf van de maatschappij //de Toekomst" tot exploitatie van zeevissche- rijen te Maassluisouder directie van den heer A. E. Maas eene bestelling is ingekomen tot het bouwen van 10 vis- schersschepen voor Engelsche rekening naar eene opgegeven grootte maar waarop die verbeteringen zullen worden toe gepast welke het nieuw model Maaskotters ook in het oog der Engelsche visscherij als het meest doelmatig onderschei den. Aan den heer D. Dronkers is concessie verleend voor een duinwaterleiding op Walcheren, met beschikbaarstelling der aanwezige duinen. De constructie-winkel te Delft is naar men weet een der beste en oudste inrigtingen van dien aard. Een Engelschman, die dezer dagen de magazijnen en werkplaatsen bezocht, vroeg zijn gids, een neuswijs recruutje, naar het jaar der stichting. //Ja," hernam de ander, met een heel verwaande tronie, //den datum weet ik niet precies', maar zooveel is zeker, dat het zwaard, waarmee de Engel Adam en Eva uit het paradijs verjoeg, te Delft is vervaardigd." Men schrijft van de Wester-afdeeling van Borneo //Den lsten November is de openbare school ter hoofd plaats Pontianak de eerste in dit gewestgeopend". Dit eenvoudig berigt verwekt bij iederen vriend vau vooruitgang, waartoe het onderwijs een der heerlijkste middelen is, eene opregte blijdschap, Aan het Journal des Débats wordt uit Rome geschreven dat de leden van het concilie in al hunne gangen naauwkeu- rig bespied worden en in hun doen en laten ten eenenmale gebonden zijn. Eerst heeft men de groepen ontbonden, die zich vrijwillig naar hare nationaliteiten gevormd hadden ver volgens heeft men de afzonderlijke bijeenkomsten van prelaten die dezelfde beginselen hebben, zoo veel mogelijk beperkt. Thans is men nog verder gegaan en zijn de bisschoppen uit- genoodigd, geen andere bijeenkomsten te houden dan met twee of drie personen. Een beroemd Fransch prelaat had verschei dene kardinalen tot een diner genoodigd, waarvoor reeds alle toebereidselen genomen warenmaar hij zag zich genoopt de genoodigden af te zeggen. Uit Rome wordt aan de Liberte geschreven »Er zijn tegenwoordig hier 744 prelaten; 300 verklaarde voorstanders der onfeilbaarheid, 130 verklaarde vijanden daarvan, bijna 150 weifelaars, en even zooveel voorstanders van het dogma, onder voorwaarde van eenstemmigheid. Dit valt den paus en de jezuïten alles behalve mee. Maar ze rekenen op de wankelmoedigen, die zich door beloften of bedreigingen tot andere gedachten zullen laten brengen. En inderdaad zijn er alleen onder de Fransche Bisschoppen niet minder dan 40, die zich geschaamd hebben de beruchte petitie te ondertee kenen, omdat hun gezond verstand hun zegt, dat de onfeil baarheid, wel beschouwd, een even belagchelijk als schandelijk leerstuk is en die toch, zoo men hen een weinig dreigt, uit gehoorzaamheid hun overtuiging zullen verloochenen. Kardinaal Mathieu riep de oppositie ten zijnen huize bijeen, en weigert zelf zijn naam er onder te schrijven, nadat men hem er aan herinnerd had, »dat hij zijn woord verpand had." Waartoe? Dat zegt men niet. De meeste concilievaders ver- toonen een totaal gebrek aan moed en karakter. Vrees, aarzeling en zwakheid schijnen in de plaats getreden te zijn van den Heiligen Geest, die zich nog immer te vergeefs laat aanroepen. De heeren C. W. Garrison, Rufus Jugalls en Alfred Weed hebben bij de Amerik. regering eene aanvraag ingediend voor eene subsidie, ten behoeve van een stoombootvaart tusschen New-York en Europa. Zij verlangen slechts weinig geld, maar daarentegen schepen. Zij zeggen dat het Departement van Marine zes groote stoomschepen bezit, waarmede het Gou vernement niets weet aan te vangen. Deze zes schepen, die ieder 3000 ton meten, zijn uitmuntend geschikt voor het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2