NIEUWSTLFDING EM. ons daarbij op de Sckager Ct. zelve, die het vreemde woord nationaliteit aan bet hoofd van een artikel schrijft, waarin zij legen dat gebruik uitvaart. Men overdrijve toch nietindien de nationaliteit afhankelijk is van het gebruik van eenige vreemde woorden, dan ziet het er voor ons treurig uit. Wij verheugen ons intusschen, dat de Nederlanders van onze eeuw hunne voorouders der zeventiende eeuw in dat opzigt verre overtreffen; wij mogen die woorden nog gebruiken, waar wij er moeijelijk buiten kunnen. Wij zullen er niet, gelijk onze voorouders, jagt op maken en daardoor bespottelijk worden, ïn dat opzigt zijn wij dus, behoudens enkele uitzonderingen, vooruit gegaan, en dat maakt ons tamelijk gerust aangaande de invoering der «vreemde, barbaarschc namen van ons metriek stelsel, welke onze goede oud-holiandsche namen verdringen." Wat wordt hier met de oud-hollandsche namen bedoeld Laat ons kort nagaan, hoe het met die benamingen gegaan is. Vóór 1810 hadden vele steden en dorpen hun eigen maten en gewigten, waarvan de oorsprong, de verdeeling en de namen tamelijk onbekend waren. Men hoorde spreken van steekannen, pinten, engels, azen, schippond, lijspond, enz. In ïS2i werd het huidige stelsel van maten en gewigten, dat in Frankrijk reeds sedert 1800 in gebruik was, ook bij ons in gevoerd, met die wijziging dat men nederlandsche namen zou blijven gebruiken in plaats van de systematische, ten einde de natie daaraan beter te gewennen. En wat was het gevolg? In plaats van voor het pond 10 ons te nemen, gebruikte men 5 ons, omdat dit meer overeenkwam met het gewigt van het oude Amsterdamsche pond. Om dezelfde reden gebruikte men als el eene lengte van 7 palm en meer dergelijke misbruiken, die ten minste zeer geschikt waren, om de vroegere verwar ring nog in zekere mate te doen voortduren. Hadde men toen terstond besloten de systematische namen vóór te schrijven, dan zouden de andere nu reeds vergeten zijn. En wat nu de benamingen roede, palm, mud, schepel be treft, komt het ons voor, dat die vrij wat minder de waarde uitdrukken dan de systematische namen. Het is waar, deze zijn niet van nederlandschen oorsproDg; maar stellen wij ons voor, dat op de scholen reeds aan de kinderen de beteekonïs dier weinige woorden wordt onderwezen, dan zullen zij lang zamerhand ook in het dagelijksch leven spoedig huune vreemd heid verliezen, en dewijl de naam zelf de waarde aangeeft, oneindig gemakkelijker zijn dan onze hollandsche benamingen, die met de waarde niet in het minste verband staan. Wel zal het in de eerste tijden eenigzins moeijelijk zijn voor hen, welke die namen nimmer hoorden; maar hoe lang zal dat duren En hoe gemakkelijk zou die zwarigheid op te heffen zijD, wanneer in elke gemeente een deskundige, b. v. een onderwijzer, door het gemeentebestuur wierde uitgenoo- dïgd, om in enkele volks voordragten, toegankelijk voor allen, het stelsel op bevattelijken toon te verklaren! Of zou dat buiten de bemoeijingen liggen der heeren burgemeesters Üit eene der naburige gemeente althans is ons berigt, dat zich daartoe iemand kosteloos had aangeboden, maar dat zijne poging door den burgemeester werd verijdeld. Wanneer wij eindelijk nog hierbij voegen, dat de eenparig heid in de benamingen der maten en gewigten, vooral in onzen handel met het buitenland, bijzonder wenschelijk is, dan komt liet ons voor, dat eene zaak, die binnen korten tijd het wel begrepen belang van ons vaderland zal bevorderen, niet anti nationaal mag worden genoemd, omdat daarbij gebruik wordt gemaakt van eenige vreemde woorden. Wij zoeken de nati onaliteit in iets anders dan in zulke beuzelingen, zoo als wy later hopen aan te toonen, Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 1 Maart 1870. Op 25 Februarij 11. kwam alhier met averij binnen, het bomschip Lamberta Gerardavan Egmoud naar Londen bestemd, geladen met kaas. Uithoofde het schip in zee schade bekomen had en op de werf zou moeten nagezien worden, scheen de gelegenheid voor de bemanning gunstig genoeg, daar toch een deel van de lading iu zee was over boord geworpen, om nog eenige kaasjes aan den wal te brengen en te verkoopen. Zondag 11. althans was de politie druk in de weer, om ie onderzoeken, in hoeverre liet gerucht, dat er kazen ver kocht waren, waarheid bevatte, en werkelijk werd dien dag bij eenige opkoopers alhier, een aantal kazen door de politie in beslag genomen. Twee matrozen van het schip werden nog dienzell'den dag gearresteerd, terwijl zoowel «chipper als stuurman, en de overige ekivipage den volgenden dag in verzekerde bewaring werden gesteld. Zelfs schijnt een persoon, belast met het toezigt op de lading, beschuldigd te worden van medepligtigheid, en is almede naar de gevangenis overgebragt. In een huisje, voor een groot deel uit hout opge trokken, staande in de-Jonkerstraat en bewoond door Willems, ontstond gisteren avond ten half elf ure, terwijl de bewoners reeds ter ruste waren, brand, die zich een oogenblik vrij ernstig liet aanzien. Door eenige spoedig toegesnelde personen is het dak van het huisje gehaald en vervolgens den brand met eenige emmers water gebluscht, waarmede men dank zij de doel treffende maatregelen zeer spoedig gereed was. Inmiddels werden de brandklokken geluid door de ge- heele gemeente kort daarop vlogen in vliegende vaart de brandspuiten door de straten en zag men van alle kanten vxJe manschappen der schutterij te voorschijn komen, in groottenue, alsof zij ter parade werden opgeroepen. Gelukkig dat hun blijk van activiteit zich alleen hierbij heeft mogen blijven bepalen, daar de brand bij de aankomst der spuiten en schutters reeds gebluscht was. Onder de goede inrigtingen in deze gemeente, waarvan gezegd kan worden dat ze met vrucht arbeiden aan de be schaving en veredeling van het opkomend geslacht, verdient de zangschool KupJionia eene eervolle plaats. Werd voor ongeveer 7 jaren de oprigting dier school met ingenomenheid begroet, eerst thans kan men haar, naar de vruchten die zij afwerpt, met eenigen grond beoordeelen. Dat dit oordeel aller gunstigst is, is van te algemeene bekendheid dan dat wij het met veel woorden zouden -behoeven te bevestigen. Het laatst gehouden jaar-concert op jl. Vrijdag, heeft op nieuw bewezen dat de belangstelling in deze oefenschool der zangkunst zeer groot is. Hoe weinig deze nuttige inrigting onzen lof behoeft, mogen wij toch niet nalaten het goede te huldigen wanneer de publieke opinie zich zoo luide en gunstig verklaart. Het is dan als de tolk van die algemeene uiting, dat wij ons verpligt achten melding te maken van het feest dat Euphonia zoo roemrijk vierde. Beloofde het uitgebreide programma veel schoons en lie felijks de uitvoering heeft daaraan ten volle beantwoord. De 17 zangnummers werden met smaak voorgedragen en maakten op allen, die onderscheid maken tusschen jeugdigen en volwassenen een hoogst aangenamen, vaak verrukkenden indruk. Onder de kooren muntte vooral uit in liefelijkheid en harmonie het Koor der Kruissoldaten en het C'hoeur du Marclié (La Muette de Portici.) en onder de duo's en solo's Barcarolevan Pr. Kücken, Meerestillevan Reissiger eu V'óglein mein Bote, van Pr. Kücken. Eerstgenoemd duet werd gezongen door de beide zusters E. A. D. en Tr. Dalmeijer, waarbij vooral de flinke voordragt van de jongste met hare zeldzaam zuivere en reeds volle sopraan stem, aller bewondering opwekte. De jongejufvrouwen D. Graat, N. Thie, M. Thie, G. Dalmeijer, C. A. de Roever en de jongeh. J. Julianus en A. Bruin beloven insgelijks bij voortgaande studie, goede zangers te worden, ook hunne solo's en duo's werden allen zuiver en door sommige met smaak en gevoel ten gehoore gebragt. Waar zulke proeven van zang gegeven worden, blijkt wel de degelijkheid van het onderwijs. Met zelfvoldoening mogen dan ook de ouders der leerlingen neer zien op de gunstige resultaten die dit onderwijs voor hunne lievelingen oplevert. De prachtige uitvoering van dit concert, waarvan gezegd mag worden dat niet een enkel nommer mislukt is, spore den onderwijzer, den heer Kuijk, aan om met ijver voorttegaan op zijn ingeslagen weg en trots alle bezwaren aan eene der gelijke roeping eigen, niet te vertragen in het opsporen en doen ontluiken van zoo menig verborgen talent, dat bij ge brek aan onderwijs en leiding, ongemerkt verloren gaat. De menschlievende poging van het uit onderofficieren der infanterie zameugestelde tooneelgezelschap, ter onder steuning der weduwe van den onlangs op de kust alhier verongelukte W. Dekker, mag als volkomen wel geslaagd beschouwd worden, voor zoo verre dit mogelijk is bij eene zeer laag gestelde entree van slechts 25 cents. Trouwens de zaal van Tivoli was vol, was meer dan vol; waaraan dit toe te schrijven, aan de lust tot weldoen of aan de belangstelling in het zoo gunstig bekende spel van het op tredend personeel? Wij durven niet geheel en al ten voor- deele van het eerste beslissen. Echter dat kunnen wij ver zekeren, uit hoevele verschillende elementen het publiek was zamengesteld, er tijdens de uitvoering de meest mogelijke stilte en de grootste aandacht heerschte. Des te luidruchtiger waren de wel verdiende toejuichingen aan het einde van iedere acte en niet het minst aan het slot der geheele voor stelling, welk applaus door de in het nastukje optredende vier heeren op eene aller gepaste wijze werd beantwoord. De netto opbrengst zal p. m. f 70 bedragen. Z. M. raderstoomschip de Valkonder bevel van den kapt. luit. ter zee N. M. J. Kroef, is, blijkens een bij 'het Departement van Marine ontvangen telegramlaatst van Cagliari den 25n dezer te Palerino aangekomen. Tot waterschout te Amsterdam is door Z. M. benoemd de heer mr. P. de Klopper, aan wien toestemming is verleend om tevens de betrekking van hoofd-commissaris van politie te Amsterdam te blijven bekleeden. Door Z. M. is benoemd tot directeur van het post kantoor te Bommel, de heer W. Juta, thans directeur van het postkantoor te Zaandam. Volgens particulier berigt van de Kaap de Goede-Hoop dd. 21 Januarij, was Zr. Ms. transportschip Java op dien dag behouden aldaar ten anker gekomen. Men had met veel stormweder te kampen gehad. Zeerampen bad men niet te betreurenalleen was een matroos 3e klasse over boord ge slagen, doch deze, een voortreffelijk zwemmer, had onvermoeid het schip nagezwommen, tot er een sloep was gestreken, die hem behouden opnam. Ook was een bootsmans-leerling uit het wand in zee gevallen, maar deze was door den luit. t/z. Marinkelle, die geen oogenblik aarzelde in zee te springen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2