NIEUWSTIJDINGEN.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 5 April 1870.
In ons vorig nommer vermelden wij dat de Industrie
school, eene zeer gunstig werkende inrigting, die haar aan
zijn te danken heeft aan het Departement Helder der Maat
schappij *tot Nut van 't Algemeen." hare winter-cursus had
gesloten. In die zelfde dagen sloot ook eene andere van
het Departement Helder uitgaande en niet minder nuttig
werkende instelling, hare wiuter-werkzaamheden, wij bedoelen
de Leesbibliotheek. Er werd weder een zeer ruim gebruik
gemaakt van de vrijgevigheid van het Departement, om goede
lectuur kosteloos verkrijgbaar te stellen voor den minder
gegoede. Daar echter de middelen van het Departement be
perkt zijn, en alzoo slechts ten deele aan de 's jaarlijks toe
nemende behoefte tot verdere uitbreiding dezer bibliotheek
kan worden voldaan, nemen wij bij deze gelegenheid de
vrijheid deze instelling aan onze lezers bijzonder aan te bevelen.
Het is geene geldelijke ondersteuning die wij vragen, maar
slechts uitgelezen boekwerken. Hoe menig uitgelezen
werk, dat voor den eigenaar geene waarde meer heeft,
komt met den schoonmaaktijd onwillekeurig in handen:
kunt gij er afstand van doen, wees dan zoo goed en laat
het een der directeuren van de bibliotheek weten en zij zullen
het zeer gaarne laten afhalen; terwijl wij u de verzekering
kunnen geven dat er een nuttig en dankbaar gebruik van
gemaakt zal worden.
Ook rest ons nog aangaande het Departement Helder der
Maatschappij //tot Nut van 't Algemeen" te vermelden, dat
Vrijdag jl. ook de reeks der wintervergaderingen werden ge
sloten. Achtereenvolgens traden op de heeren D. Dekker, A.
van Voornveld en G. E. Bron, die de aanwezigen een genoe-
gelijken avond verschaftenterwijl de sluitingrede door den
voorzitter, in zeer gepaste bewoordingen werd uitgesproken, er
tevens op wijzende, dat hoewel vele departementen in dezen
winter de hulp van elders hebben moeten inroepen, niet weinig
ten koste van de departementskassen, men hier steeds de leuze
toegedaan is: //Help u zeiven."
De afgcloopen wintervergaderingen werden drukker bezocht
dan dit wel in de laatste jaren het geval was. Ongetwijfeld is
dit daaraan te danken, dat gedurende dit saizoen een tal van
begaafde sprekers den catheder betraden en hunne gaven
hebben willen dienstbaar maken tot meerderen bloei van het
Departement Helder.
Ds. C. J. van Vledder heeft jl. Zondag vau zijne ge
meente te Huisduinen afscheid genomen, naar aauleiding van
Deuteronomium XXX 19.
Zondag jl. is op de zuidwal opgevischt en alhier aan-
gebragt het lijk van den vletterman W. Dekker, die in den
morgen van 1 Eebruarij in het marsdiep noodlottig is om
gekomen. Gisteren heeft de ter aarde bestelling plaats gehad.
Met 30 April a. s. wordt de kapitein ter zee T. R-
Toe Water, op zijn verzoek, ontheven van het bevel over
Zr. Ms. fregat met stoom vermogen Admiraal van Wassenaer
en zal met 1 Mei a. s. het bevel over dien bodera worden
opgedragen aan den kapitein ter zee E. L. Geerling, thans
equipagiemeester bij de directie der marine alhier.
Tevens wordt gemelde kapiteiu ter zee F. R. Toe Water,
op zijn verzoek, ter zake van langdurige dienst, met 1 Mei
a. s. op pensioen gesteld, ten bedrage van f1800.'sjaars.
Volgens een bij het Departement van Marine ontvan
gen mededeeling, is Zr. Ms. schroefstoomschip de Amstel, on
der bevel vau den luit. ter zee der le klasse K. C. Bunnik,
den 21 Eebruarij jl. van de kust van Guinea vertrokken,
met bestemming naar Nederland.
Volgens een bij dat Dep. ontvangen telegram is Zr. Ms.
raderstoomschip de Valk, onder bevel van den kapitein-luit.
t/z N. M. J. Kroef, den 2 dezer van Barcelona naar Marseille
vertrokken en den volgenden dag aldaar aangekomen.
Bij koninklijk besluit van 2 April is benoemd tot
broeder der orde van den Nederlandschen Leeuw, de heer
Teuuis Mets, kapitein der stoomboot Ada van Hollajid.
Benoemd tot le machinist bij de gouvernements
marine in Oost-Indie, de 2e machinist J. P. Graat.
Z. M. heeft aan den heer P. II. Bruyn, op verzoek eervol
ontslag verleend als schoolopziener in het elfde schooldistrict
der provinvie Noordhollaud, en aldaar benoemd den heer mr.
J. Domela Nieuwenhuis, te Amsterdam.
Z. M. heeft toegekend aan E. Ilardy, kapitein van het
barkschip Anaïs, de zilveren medaille, ingesteld bij besluit
van 22 September 1855 en een loffelijk getuigschrift, en
aan E. Séguineai, ln stuurman, L. Lehuic, J. Cadier, J. M.
Derideau, P. E. Bihoret en R. Quelard, matrozen, behoorende
tot de bemanning van hetzelfde schip, eene geldelijke be
looning benevens een loffelijk getuigschrift, wegens de mensch-
lievende hulp door hen verleend aan het Nederl. galjoot
schip Unionen de redding van een deel der bemanning bij
het verongelukken van dat schip in de golf van Biscaye
op 17 Januarij jl.
Naar men verneemt hebben zich 107 personen aange
meld om te worden toegelaten tot het te houden vergelijkend
examen voor de betrekking van opzigter van den waterstaat.
Naar men verneemt zal de Tweede Kamer na behande
ling van de wijziging der Armenwet, en van nog eenige
kleine ontwerpen, op reces scheiden tot het begin van Mei.
Uit Delft wordt van 2 April gemeld
Gisteren namiddag omstreeks li uur, had alhier in een
der werkplaatsen van 's Rijks magazijnen aan de paardenmarkt
eene ontploffing plaats bij de bereiding van aauvuursels.
Gelukkig beeft dit ongeval geen ernstige gevolgen gehad.
Alleen heeft een werkman eenige brandwonden aan het aan-
gezigt bekomen en zijn eenige ruiten gesprongeu. Een begin
van brand, die ontstond, werd dadelijk gebluscht, zonder dat
de reeds van het magazijn aangerukte spuiten behoefden water
te geven. De ontsteltenis in de omliggende nog al digt be
woonde buurten was intusschen groot, zoodat vele vrouweu
en kinderen de vlugt namen.
Volgens de dezer dagen bij de regering ingekomen
berigten, is het zuiderstrand van Vlieland, dat reeds vroeger
verontrustend afnam, thans dermate aangetast, dat onver
wijlde krachtige voorziening dringend gevorderd wordt. Wan
neer binnen korten tijd de werken niet met kracht worden
aaugevaugen, laat het zich aanzien dat het onmogelijk zal
zijn, die nog in dit jaar te regter tijde, overeenkomstig de
behoefte tot stand te brengen. Daarom heeft de regering
een wetsontwerp ingediend, strekkende om f 166,600 voor
die werken beschikbaar te stellen. Dit wetsontwerp is thans
nog aanhangig gemaakt (en bereids in de afdeelingen der
Tweede Kamer onderzocht) omdat het der regering bij on
derzoek is gebleken, dat, wanneer niet vóór het najaar de
noodige werken zijn uitgevoerd, de toestand zoodanig zou
kunnen verergeren, dat daarvan zoowel voor het eiland als
voor de kust vau Friesland, waarvan het de voormuur vormt,
allerverderfelijkste gevolgen te wachten zijn, waarvan de re
gering niet de verantwoordelijkheid op zich mag nemen, en
waaruit veel aanzienlijker uitgaven tot behoud of herstel
zouden kunnen voortvloeijen, dan op dit oogenblik vereischt
worden.
Men schrijft uit Arnhem 1 April
De justitie heeft zich gister naar Wageningen begeven,
ten einde aldaar een onderzoek in loco in te stellen naar
een belangrijken diefstal van effecten, ten nadeele van den
heer A. F. Simons aldaar gepleegd.
Men verneemt, dat de vermoedelijke dader (een jong mensch,
die in hetzelfde huis als de bestolene woonde) zich reeds
uit de voeten heeft gemaakt, en vermoedelijk naar buitens
lands voortvlugtig is.
De Arrondissements-regtbank te Arnhem heeft uitspraak
gedaan in de zaak van T. F. Hiensch, c. s., beschuldigd
van diefstal van ca. f 30,000 aan effecten, en overwogen
dat, hoewel de houding der beklaagden, hunne herhaalde
leugenachtige verklaringen en het minder waarschijnlijke hun
ner opgave omtrent de schenking, gewigtige bezwaren tegen
hen hadden doen verrijzen, deze niet voldoende waren om
het wettig en overtuigend bewijs hunner schuld te leveren,
mitsdien de beklaagden, overeenkomstig de conclusie van het
O. M., vrijgesproken en de onmiddelijke invrijheidstelling
van den eersten beklaagde gelast.
Te Deventer werd dezer dagen bij den heer K. de
dienstmeid vermisttoen men bij haar bed kwam, vond men
daarin een hond met drie jongen, maar de meid niet. Deze
laatste had namelijk dien nacht vreemde geluiden in haar
bed gehoord, was in haar doodsangst opgestaan, had heimelijk
het huis verlaten en zich naar hare mede te Deventer wonende
moeder begeven. Toen men haar hare dwaze vrees onder
het oog bragt, zeide zij //Ik zal 't oe maor zeggen meneer
Kris van hiernaost hef mie lang zegt dat 't hier niet pluus wazze."
Bijkans zoo bekend als de Vliegende Hollander is het
Makkummer suikerschip, 't welk strandde op de Friesche kust,
't geen ten gevolge had, dat te Makkum de kruidenier zijn
nering zag verloopen, daar ieder plotseling geen behoefte aan
suiker meer scheen te hebben. Tot bij de geachtste inge
zetenen wa3 overvloed van suiker. Doch, zooals zich denken
laat, die suikertijd duurde niet lang. Toen sprak men van
geregtelijk onderzoek, en van de ingezetenen van Makkum
waren er slechts weinigen, die rustig den loop der zaken
konden afwachten. Zoo o. a. de brave X., die, toen ook hij
opgeroepen werd om te getuigen, verklaarde //den Heer te
danken, dat hij hem bewaard had van in de zonde te ver
vallen als in een strik." Zijn knecht was echter tegen strikken
en strikvragen minder bestand. Want den volgenden dag,
toen een der andere ondervraagden erkeude, dat het open
maken 'der knassers met een mes lastig genoeg was geweest,
viel de knecht op eens uit: //Wat een slimmert. Mijn
baas en ik, wij zaagden ze door Ondertusschen ver
neemt men, dat er geen verder gevolg gegeven zal worden
aan de vervolging van het Makkummer vergrijp tegen de
strandvonderij.
In Friesland legde zich zeker Suurbier er op toe de
boeren te misleiden. Hij kocht een groot aantal koeijen,