HELDERSCBE COURANT. 13 -April. 31feuins= en Woensdag <flÖöertenüe--6faÖ. Tiende Jaargang. IVog iets over de Kleine Pers. NIEUWSTIJDINGEN. M 926. 1870. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post n n 1-25 Men abonucert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertektikn van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Adverteutiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILT J ES. Onlangs hebben wij de kleine pers in bescherming geno men tegen zeker schrijver uit Hoorndie niet alleen met min achting op haar nederzag, maar ze zelfs schadelijk durfde noe men. Wij hebben toen naar onze overtuiging en naar ons vermogen bewezen, dat zij integendeel groote waarde bezit en in haren kring oneindig veel nut sticht, indien zij hare roeping verstaat en daaraan beantwoordt. Met genoegen mogten wij ontwaren, dat onze Schager zuster aangaande die roeping vrij eenstemmig met ons is, zoodat wij het wagen haar als bondgenoot te beschouwen. In haar nommer van 31 Maart lezen wij als bladvulling, dat onze Commissaris van Politie in eene //waarschuwing" betrekkelijk een vreemd koopman, op den keper beschouwd, het tegenovergestelde zegt van hetgeen hij bedoelde, zoodat eigenlijk aan ieder de raad wordt gegeven, zich door dien vreem den bedrieger te laten opligten. Die opmerking getuigt wel van een scherpen blik. Het is werkelijk waarheid, dat die zin daarin kan (zegge kan) gevonden worden, en terwijl onder 100 lezers waarschijnlijk niet één op dat denkbeeld zal gekomen zijn, geeft de schrij ver in de Schager Courant door die opmerking een duidelijk bewijs van scherpzinnigheid en vaderlijke zorg voor het lezend publiek. Immers juist door elkander op taal, stijl en inklee ding opmerkzaam te maken, bevordert men de volmaking der kleine pers, en tevens het algemeen belang. Gesteld toch, de Schager Ct. hadde het publiek niet op hare snedige wijze tegen de waarschuwing gewaarschuwd. Onze Commissaris van Politie is algemeen bekend als een degelijk, achtenswaardig man. Hij vervult zijne, in onze ge meente vooral, hoogst moeijelijke betrekking op eene wijze, die hem regt geeft op het algemeen vertrouwen. De raad van zulk een man oefent grooten invloed uit. Wanneer nu deze of gene de gemelde opvatting tot de zijne maakt, en natuurlijk te laat berouw gevoelde, na bedrogen te zijn ge worden dan zou hij daarvan stellig de schuld geven aan den Commissaris van Politie. Wie weet, of die ambtenaar daardoor niet het algemeen vertrouwen zoude verliezen en verhinderd worden zoo nuttig werkzaam te zijn, als nu het geval is Hoe zou hij zich verantwoorden tegenover zijne superieuren, wanneer hij de menschen op den dwaalweg voerde P Die noodlottige gevolgen worden nu in eens voor gekomen door de schrandere opmerking der Schager Ct. Wij weten niet, of de heer Commissaris dat blad leest; daarom brengen wij den uitgever of redakteur daarvoor onzen dank toe. Men zegge niet, dat men toch bijna krankzinnig zou moeten zijn, om de waarschuwing in dien zin op te nemen en op te volgen. Zijn dan alle menschen wijs En behoort het niet tot de pligten der pers alle lezers naar vermogen vóór te lichten Al zoude door de bedoelde bladvulling slechts één lezer van bedrog worden gevrijwaard, dan reeds maakt zich de schrijver verdienstelijk. Wij althans hebben met ge noegen die scherpzinnige opmerking gelezen, dewijl zij bewijst, dat de redaktie hare roeping tegenover het publiek begrijpt: een hoofdvereischte in den dagbladschrijver. Toch is ons reeds gebleken dat velen het in dit opzigt niet met ons eens zijn, vooral na het lezen van het volgende nommer dier courant. Wij vinden daarin een artikel over de krititiek (of den kritiek, want de schrijver beschouwt het woord dan eens als mannelijk, dan weder als vrouwelijk, dat misschien een gevolg is van de zoogenaamde nieuwere spel ling). Op dat artikel werd onze aandacht gevestigd door iemand, die ous wees op de vele taalfouten, het gebrek aan lees- teekens, de verwardheid van stijl en het verschil in geest en strekking met de aangehaalde bladvulling. Het is mogelijk dat hij gelijk heeft; wij houden niet van taalzifterijdie even weiuig nut doet als een zekere soort van kritiek. Wel heeft ons dat artikel bevreemd, want wij kunnen maar niet be grijpen, hoe het verdwaald is geraakt in een landbouwblad, waarin wij zoo vaak degelijke artikelen plagten te ontmoeten eene vergelijking echter komt hier naar ons oordeel niet te pas. Al bezit dat artikel al die opgesomde gebreken, dan nog zal het geen kwaad stichten; het is en blijft in alle opzigten onschuldig, terwijl eene verkeerde opvatting van den zin der waarschuwing onberekenbare gevolgen konde hebben. Zij kan na zich slepen den val van huisgezinnen, wier vaders of moeders zich op raad van den heer Commissaris van Poli tie hadden laten afzetten, het ongeluk van vrouwen en kinderen, nadeel voor den handel, doordien het bedrog zou worden bevorderd, en wat niet al meer gevolgen, die ons doen huiveren. Wat overigens het verschil in geest en strekking betreft, dat is slechts schijnbaar. Het artikei zegt: //liet welzijn van het menschelijk geslacht moet het hoogste doel zijn, waar naar wij streven." Daarmede is toch de bladvulling niet in strijdmen kan toch het welzijn der menschen niet beter bevorderen dan door hun vóór te lichten, de meeste men schen vernielen hun geluk door onkunde, en deze is het juist, die de opmerker tracht uit te roeijen. Verder zegt het artikel: //de kritiek moet worden beperkt door de eischen van het gezond verstand en de zedelijkheid." Welnu, hoe zal men de zedelijkheid beter bevorderen, dan door het kwaad te bestrijden, zoo als de opmerker werkelijk doet Over die eischen van het gezond verstand.- zullen wij maar zwijgen, omdat wij niet regt weten, of de Schager Ct. van het gezond verstand zijner lezers wel een groot denkbeeld heeft. Alles te zamen genomen, komen wij tot het besluit, dat de Schager Ct. door hare bladvulling aan het publiek een wezenlijke dienst heeft bewezen, en tevens aan den heer Commissaris van Politie, wien zij welligt groot naberouw heeft bespaard. Overigens komt haar lof toe voor de kiesche wijze, waarop zij die taak heeft vervuld. De bladvulling eindigt met //Ergo raadt hij (de Comm.) een ieder aan zich te laten opligten," Dc zin schijnt geëindigd, doch sluit met een komma, dat ons de vrijheid laat, een slot daaraan toe te voegen, naar wij meenen dat het behoort te zijn; b. v.: //ofschoon ieder begrijpt, dat dit onmogelijk de bedoeling van den Commissaris kan zijn, zoodat onze bladvulling eene onschuldige aardigheid is." Of: //ofschoon waarschijnlijk wel niemand dwaas genoeg zal zijn een welgemeenden raad zóó op te vatten, zoodat onze bladvulling enkel onze scherpzinnigheid bewijst." Of welligt nog iets anders, doch liet kan de verdienste van den schrijver niet verminderen. Wij hopen dat hij zal voortgaan met dezelfde scherpzinnigheid op de kleine bladen te letten, en hen op misslagen oplettend te maken; welligt gaat het dan nog eens met de kleine pers, even als inc.t de haringvisscherij, die ook eens van kleine tot groote visscherij is gepromoveerd. Wij althans blijven ons aanbevelen. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 8 April 1870. Gisteren avoud hield het collegie Sine Nomine alhier, eene vergadering in het gewone lokaal. Er werd een nieuw bestuur benoemd. Herkozen zijn: de heer van Geen, als pre-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1