HELDERSCHE COURANT. Jlieums* en Woensdag <ftÖoertentte--6faÖ. 4 Mei. M 952. Tiende Jaargang. 1870. ©jfiricd gedeelte. jfttct-officiccl gedeelte. De Steenovens. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1-25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertestien van 14 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve mcn.dc Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILT J ES. POLITIE. Ten burele van den ondergeteekende zijn de navolgende gevonden voorwerpen gedeponeerd, alseen Gouden DOP van eene FLACON, een ZAKDOEK en eene MEDAILLE voor Krijgsvcrrigtingen. A. C. BOONZAJER, Helder, 3 Mei 1870. Commissaris vaji Politie. i. Een van de onderwerpen van den dag is voorzeker het lot der fabriekskinderen, waarvan het gewigt nog wordt verhoogd door de kwestie der leerpligtigbeid, waarmede het in zeer naauw verband staat. Het geldt hier niets meer noch minder dan de vraag of er middelen bestaan te belettendat het be lang van de kinderen wordt opgeofferd aan het stoffelijk be lang der ouders. Dat dit hier en elders plaats heeft in meer deren of minderen graad, is niet te betwijfelen, en evenmin dat het algemeen wordt afgekeurd, zelfs door hen, die er zich aan schuldig maken, doch zich regtvaardigen door staande te houden, dat het niet te verhinderen is. Men moet toch leven zeggen zij, en om te leven moet men te eten hebben. Wel valt er somtijds veel op die bewering af te dingen, maar toch is zij niet altijd weg te cijferen. In 1863 benoemde de regering eene commissie van onder zoek naar den toestand der fabriekskinderen in Nederland, welke nu eindelijk verslag heeft uitgebragt. Z'\) heeft zich dus waarlijk niet gehaast, Reeds vóór dien tijd bestond er te Leiden eene vereeniging die het lot der fabriekskinderen behartigde, doch van wier werking ons weinig bekend is. In de laatste tijden wordt meer dan ooit over de zaak gespro ken en geschreven. De circulaire van den heer Cremer is algemeen bekend. En tot welk besluit is men eindelijk gekomen Natuurlijk is men in de overtuiging versterkt, dat de zaak voorziening vordert, maar het hoe? is nog verre van beant woord. En geen wonder De fabrieken verschillen zoo on eindig, dat betgeen op de eene van toepassing is, en ook wel ligt zeer nuttig zou werken, in eene andere geheel onuitvoer baar zou zijn. Bovendien bestaat aangaande de keuze van bet middel een zoo oneindig groot verschil van gevoelen, dat wij nog niet kunnen inzien, hoe de regering in staat zou zijD, eene wet tot stand te brengen die de misbruiken geheel zou kunnen doen ophouden. Bovendien woont het kwaad niet enkel in de fabrieken men vindt het ook in de huisgezinnen, vooral bij den boe renstand. EeDe wet zou ook daarin moeten voorzien. Hoe wenschelijk een en ander nu ook moge zijn, dat het tevens niet minder moeijelijk is, zal niemand ontkennen. Waar moet echter de oorzaak worden gezocht Ziedaar de eerste vraag. De fabriekant moge nu zijn voordeel vinden in het gebruik van kinderen voor een gering loon, tot het verrigten van werkzaamheden, die hem oneindig meer zouden kosten, wanneer zij door volwassenen wierden verrigt; toch gelooven wij, dat hij zeer weinig in zijn eigen belang zou handelen, indien hij hunne krachten ten koste van hun lig- chamelijken welstand exploiteerde. Wij meenen het er voor te moeten houden, dat de schuld meer bij de ouders moet worden gezocht, hoe vreemd dit ook oppervlakkig moge schijnen. Wel hoort men hen beweren, dat het hun leed doet, hunne kinderen reeds zoo vroegtijdig, vele uren daags, zoo niet *s nachts te laten werken, hen van de school te houden, hun alle levensgenot te ontzeggen, en wat niet al meer. Maar als men in hunne huisgezinnen treedt en hunne leefwijze ga deslaat, dan komt men bij sommigen tot de overtuiging, dat die kinderen welligt geen grooter vijanden hebben dan hunne eigene ouders. Wij zijn niet voornemens den lezer in verschillende groote fabrieken binnen te leiden; dat is reeds door velen gedaan en wij bezitten daarvan uitvoerige beschrijvingen in overvloed. Om het bovenstaande nader op te helderen, willen wij ons bepalen tot de zoogenaamde steenovens, eensdeels omdat zij in vele opzigten van andere fabrieken afwijken en bovendien omdat zij in dit gedeelte van ons vaderland over het algemeen minder bekend zijn. Waar de grond daartoe geschikt is, kan in de nabijheid eener rivier een steenoven worden opgerigt. De grootte is zeer verschillend, doch de wijze van steenen te vervaardigen is nagenoeg dezelfde. Wel wordt in den laatsten tijd de werktuigkunde ook daarop toegepast, doch wij bedoelen hier meer bepaaldelijk de vervaardiging door middel der handen. De eerste bezigheid is het uitsteken der aarde. Dat ge- geschiedt door de zoogenaamde aard/aakerswaarna de kar- reman die aarde op een vlak terrein brengt bij den vormer. Deze staat voor een tafel, ontvangt van den opsteker een bal toebereide aarde, werpt dien in den vorm en strijkt hem glad, waarna een der drie bijstaande kinderen den vorm op den grond ledigt en dien weder terugbrengt. Een goed vor mer maakt minstens 8000, en hard werkende soms 12000 steenen daags, beginnende des morgens ten drie ure, zoodat de drie kinderen elk 4000 steenen daags wegdragenneder- leggen en telkens dravende terugkeeren. Wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat zulke kinderen doorgaans beneden 8 jaren oud zijn, dan gevoelt men met hen ongetwijfeld diep medelijden. Toch kunnen zelfs kinderen van 4 of 5 jaren reeds gebruikt worden als opsnijdershetgeen ook wel niet door volwassenen zou kunnen verrigt wordendewijl zij voor die taak met bloote voeten zich tusschen de vrij digt bij elkander liggende rijen steenen moeten bewegen. De laatst genoemden verdienen dan 15 ct. daags; de afdragers 30 ct. en de vormer fl.80. Tot de verdere behandeling der steenen worden oudere kinderen gebruikt, wier loon 40 a 60 ets. bedraagt. Indien de steenen genoegzaam gedroogd zijn om in den oven te worden gebragt, komen de werkzaamheden meer voor reke ning der volwassenen. Wij zullen die echter niet nader om schrijven als niet regtstreeks tot ons onderwerp behoorende. Alleen stippen wij aan, dat het loon van de aardwerkers, die zeer zeker de zwaarste en ongezondste taak te verrigten heb ben, slechts 70 of 80 cents bedraagt en dat de andere werklie den, als: turj dragers, stokers, uitkruijers, enz., zelfs bijhard werken toch niet meer dan een matig loon verdienen. Nemen wij hierbij verder in aanmerking, dat men het getal geheele dagwerken per jaar niet hooger kan stellen dan 150 en dat der halve doorgaans nog lager, dewijl strenge vorst en overstroomingen vaak den arbeid geheel verhinderen, dan is waarlijk het lot dier werklieden niet te benijdente meer daar het niet zeldzaam is, dat de vruchtbaarheid der huwe lijken in een omgekeerde reden staat tot de verdiensten der ouders. Dat zij dus ook hunne kinderen aan het werk stel len, verwondert ons niet; wij durven het zelfs niet berispelijk noemen, want het gezin moet toch huisvesting en voeding hebben, zal het blijven leven. Het is echter de vraag, of de kinderen ten koste van hunne ligchamelijke en zedelijke vor ming worden geëxploiteerd; in dat geval kan er niets tot verschooning worden ingebragt. Laat ons zien. De werkzaamheden vangen, ook voor de kinderen, reeds aan des morgens ten 3 ure en duren doorgaans tot des avonds 6 of 7 ure, behoudens eenige verpozing. De kinderen zijn natuurlijk afgemat, gebruiken hun avondbrood en vallen in slaap, om den volgenden morgen op nieuw te beginnnn. In dien dit bij voortduring plaats had zou men gerustelijk kun nen zeggen, dat zij naar ziel en ligchaam werden opgeofferd; maar ofschoon wij met het lot dier kinderen diep medelijden hebben, moeten wij toch niet onbillijk genoeg zijn, om voorbij te zien wat het dragelijk maakt. Meer dan de helft des jaars zijn zij van dien arbeid vrij. en kuDnen de school bezoeken. Bovendien genieten zij een groot voorregt boven de fabrieks kinderen der steden, dewijl zij zich voortdurend bewegen in de vrije lucht. Men heeft ons dan ook meermalen verzekerd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1