NIEUWSTIJDINGEN.
jaren uit te stellen, terwijl door anderen de finantiele be
zwaren werden geopperd, werd besloten op voorstel van den
heer Graat, om met de firma Sarphati in onderhandeling
te treden tot het sluiten eener nieuwe overeenkomst ter ver
plaatsing van de mestbelt naar een door de gemeente aan te
wijzen terrein.
3). Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Dat de heer mr. Ch. Bosch Reitz gekozen is tot lid
van de Provinciale Staten en op 31 Mei a. s. eene herstem
ming moet plaats hebben voor een lid van den gemeenteraad.
b. Rekest van den heer B. H. Polak, die daarin te kennen
geeft, dat terwijl hij den 17 Mei jl. voor de eerste maal zijn stem
als kiezer uitbragt, het comité van stemopneming een zoo
diepen indruk op hem maakte, dat hij niet kan nalaten het
verzoek te uiten, dat die zitting ook eens in zijn etablissement
plaats hebbe (in Musis Sacrura).
De Voorzitter zegt dat voor de aanstaande zitting de plaats
reeds is aangewezen in de oproepingsbrieven, en dat hij de
lokalen van Tivolï voor dat doel ook meer geschikt aeht, dus
voorstelt op het verzoek afwijzend te beschikken.
Daartoe wordt met algemeene stemmen besloten.
c. Een verzoek van den Luitenant-Kolonel, Kommandant
van het gedeelte mariniers alhier, om 3 a 4 ra aal in de
week des avonds gebruik te mogen maken van de school aan
de Vischmarkt, tot het geven van onderwijs aan eenige ma
riniers, tot welk doel men voornemens is een burger onder
wijzer te engageren.
De Voorzitter licht dit verzoek nader toe en stelt voor de
gevraagde vergunning te verleenen. Daartoe wordt met alge
meene stemmen besloten.
d. Dat de benoeming van zetters voor de rijks belasting
voortaan door den Raad moet .plaats hebben.
e Dat voor de op te maken rekening van 1869 de goed
keuring gevraagd wordt tot af- en overschrijving van eenige
posten. Wordt na de lezing met algemeene stemmen verleend.
Thans niets meer aan de orde zijnde, geeft de Voorzitter
liet woord aan den heer Hidde Bok, ingevolge zijn verzoek
bij het lezen der notulen geuit.
De heer Iiidde Bok zegt, dat bij het lezen der notulen gewag
is gemaakt van het gemeenteverslagniet dat hij eeDÏ^e aan
merking heeft te maken op het stuk zelf, integendeel brengt
hij hulde aan deu Secretaris voor de uitmuntende redactie,
doch hij wenscht eenige inlichtingen en wel ten aanzien van
Hoofdstuk X (straten en wegen). Het onderhoud daarvan
vereischt een aanzienlijke somhij vraagt daarom of er geene
maatregelen zouden te nemen zyn, om het vervoer van zware
vrachten over de gemeente straten eenigzins te voorkomen,
en wel speciaal het transport van zware kanonnen, waarte
gen de klinkerwegen niet bestand zijn. Spreker geeft in be
denking, om de betrokken militaire autoriteit te verzoeken,
dat rijks goederen zoo veel mogelijk langs den rijksweg, den
zeedijk, worden vervoerd, die daarvan in het mist niet zou
te lijden hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat dit reeds vroeger is gedaan,
met ongunstig gevolg.
Op nadere aandrang van den heer Hidde Bok wordt besloten
het verzoek te herhaleD.
De heer Hidde Bok wijst ook op Hoofdstuk IX, waarin
voorkomt een beredeneerd verslag van de plaatsel. schoolcom
missie. Het is spreker opgevallen dat van de schoollokalen van de
heeren Blok en Dekker wordt gezegd, dat zij beneden het
middelmatige zijn. Spreker heeft daarop inzage gevraagd van
de verslagen van vorige jaren, en is hem gebleken, dat sedert
de twee laatste jaren daarin dezelfde bewoordingen voorkomen.
De onderteekening van die stukken, door den secretaris, den
heer A. van Voornveldt, is spreker een waarborg dat de in
houd overeenkomstig de waarheid is; hij vraagt daarom,
wat de reden kan zijndat die toestand bestendigd blijft,
en wijst op de belangrijke subsidie die aan die scholen wordt
verleend, inzonderheid aan die van den heer Blok, ten bedrage
van f2200.
De Voorzitter antwoordt, dat beneden het middelmatige
nog niet zegt dat die lokalen geheel ondoelmatig en af te keuren
zijn. Dat men echter thans met den heer Blok in onderhan
deling is om verbetering aan te brengendat ten aanzien van
het schoollokaal van den heer Dekker, dit nog minder nood
zakelijk is; dat de subsidie aan den heer Blok indertijd is
verleend, niet om aan het lokaal, maar in het onderwijzend
personeel verbetering te brengendat door den Schoolopzie
ner nog geene aanmerkingen zijn gemaakt.
De heer de Breuk apprecieert zeer de zorg van den heer
Hidde Bok, hij wenscht te vragen of er bij het D. B. ook
klagten zijn ingekomen van den Inspecteur of Schoolopziener, als
die er niet zijn zou spreker het wel voorbarig achten, om
- zich over den toestand van die lokalen bezorgd te maken.
De heer Hidde Bok repliceert, dat de schoolcommissie toch
een ligchaam is door den Raad benoemd, op wiens uitspraak
de Raad, zijns inziens, toch zijne aandacht behoort te vestigen,
vooral wanneer dezelfde klagt drie jaren achtereen wordt
herhaald.
De Voorzitter antwoordt den heer de Breuk, dat de Pro
vinciale Inspecteur aanmerkingen heeft gemaakt ten aanzien
van het schoollokaal van den heer Blok.
De heer Hidde Bok zegt ook gelezen te hebben in het ge
meente-verslag, van zandverstuivingen, eu vraagt of dat ook
van nadeelige gevolgen kan zijn.
De Voorzitter antwoordt dat dit een punt van overweging
uitmaakt bij het Provinciaal bestuur.
Niemand meer het woord verlangende wordt de vergadering
gesloten.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 28 Mei 1870.
Men deelt ons mede dat door het bestuur van Helders
Mannenkoor eene invitatie is gezonden aan het etat-major
van Zr. Ms. stoomschip ViceAdmiraal Koopman, aan de
onlangs op dien bodem gedecoreerden en aan diegenen der
bemanning die eene loffelijke vermelding ten deel vielen, ter
bijwoning van het op Dingsdag avond in het lokaal Tivoli
te geven concert.
Dingsdag avond 24 dezer hield het college Sine No-
mine alhier eene vergadering in het gewone lokaal. De te
rugkomst van den heer van Braam Houckgeest, oud-secre
taris van het college, werd feestelijk gevierd.
Gisteren avond ten ongeveer half elf ure, is alhier eene
ernstige en bloedige verwonding geschied op den persoon
van Theodorus Bruning, gepleegd door Pieter Tompot. De
verwonde is naar de woning zijner ouders gebragt en ver
bonden door den genees- en heelkundige H. Bitter.
Het bleek dat hij drie verwondingen had bekomen aan de
hals, aan de borst en aan de hand.
De dader is gearresteerd en na een verhoor te hebben on
dergaan bij deu commissaris van politie, op diens last naar
het huis van bewaring overgebragt.
De aanleidende oorzaak moet gezocht worden in het liarts-
togtelijk kaartspel, beide personen hielden zich daarmede
onledig in de herberg van H. C. Meijer, kregen eenig despuut,
die spoedig in een hoogloopende twist ontaarde, tot eindelijk
beide partijen goedvonden hunne argumenten verder op straat
met de vuist krachtig te ondersteunen.
Z. M. heeft de bronzen medaille en getuigschrift ver
leend aan den inlaudscheu matroos Radin, van de Djambiwe
gens de redding van den machinist 2e kl. B. L. C. Marchand,
ter reede van Sourabaija.
Dingsdag jl. zijn Zr. Ms. monitors Tijger en Heili-
gerlee van Rotterdam te Hellevoetsluis gearriveerd, om in
het drooge dok te worden geplaatst en de noodige jaarlijk-
sche herstellingen te ondergaan.
Men schrijft uit Rotterdam
De monitors Heiligerlee en de Tijgerwelke den wiuter
alhier in de westerhaven hebben doorgebragt zijn deze week
naar Hellevoetsluis vertrokken; op hun route langs Schiedam
namen zij ieder een transport van 90 zeemilitiens aan boord,
welke aldaar per spoortrein van den Helder waren aangeko
men. Met genoegen kunnen wij constateren dat officieren
en manschappen den aangenaamsten indruk achterlaten bij
allen welke deze oorlogsbodems hebben bezocht, door de
voorkomende wijze waarop al die inlichtingen gegeven werden,
welke zulk een bezoek dubbel aangenaam maken.
Z. M. heeft den ln luit.-ingenieur R. Sturms benoemd
tot kapitein.
Benoemd tot heemraden van het waterschap Eijerland
op Texel, J. van Wageningen Dz. en C. van Wageningen
tot hoogheemraad van het bestuur van den Hondsbossche en
Duinen tot Petten van wege het ambacht van West-Friesland,
genaamd de vier Noorder Coggen, C. Donker.
Z. M. heeft benoemd tut burgemeester van Hoogwoud,
den heer T. A. O. de Ridder.
In de Artih. Ct. komen onder het opschrift '/Nationale
Stoomvaart" twee artikelen voor van den heer M. H. Jansen.
//In 1854 lezen wij daar overtrof het stoomvaart-
verkeer van Nederland met Engeland dat van Hamburg en
Breinen en nog veel meer dat van Belgie met Engeland, doch
in 1868 komt Beïgie ons reeds nabij, en worden wij door
Hamburg en Bremen ver overtroffen." Uit een vergelijkend
overzigt der in Engeland in 1868 ingeklaarde stoomschepen
wordt het beschamend feit in het licht gesteld, dat, terwijl
de Duitschers 60 pCt. en de Beigen 25 pCt. van de toene
ming voor de nationale stoomschepen hadden verworven, in
Nederland in de 14 jaren tijd de Engelsche stoomschepen
99pC-t. van de vermeerdering hebben weggedragen, terwijl
bij ons de nationale tonnen inhoud gedurende dat tijdvak
bijna geen vermeerdering heeft ondergaan. //Dat wij door onze
naburen voorbij gestreefd worden, is aan de tekortkomingen
te dien opzigte van ons volk, van zijn vertegenwoordigers
eu van zijn regering toe te schrijven.
De nationale stoomvaart is een belangrijke bron van na-
tionalen arbeid en nationale bedrijvigheid. Als zoodanig
wordt hij door alle gouvernementen, behalve het onze, be
schouwd, en daarom overal, behalve bij ons, geldelijk on
dersteund.
Dingsdag jl. ving het provinciaal geregtshof te Am
sterdam aan met de behandeling der zoozeer gerucht makende
zaak tegen dr. E. S. Elders, van Haarlembeschuldigd van
het afgeven eener verklaring, waarbij valschelijk was gecer
tificeerd dat de heer mr. S. G. Wiersma in zoodanigen toe
stand van krankzinnigheid verkeerde, dat zijne voorloopige
opneming in bet gesticht te Meerenberg wenschelijk was.