HELDERSC COURANT. 3iteutös= en <flÖoertentie--6faö. 9 Julij. Zaturdag M 951. Tiende Jaargang. ©jfictccï geöcciti:. «Qiet-ojfitiM rjcöeelte. De Onfeilbaarheids-Kwestie. 1870. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1*25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertentien van 14 rebels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILTJES. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder brengen ter openbare kennisdat de rekening der inkomsten en uitgaven van de gemeenteover bet dienstjaar 1869 aan den Raad is aangeboden en van heden af voor een ieder ter lezing op de secretarie der gemeente nedergelegd en in afschrifttegen betaling der kostenalgemeen ver krijgbaar is gesteld. Helder den 7 Julij 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd STAKMAN BOSSE Burgemeester L. VERHEY Secretaris. Vaststelling der 273sle Staatsloterij. Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter openbare kennisdat bij resolutie van Z. Exc. den Mi nister van Financien van den 2 Junij 11., no. 17 krachtens de daartoe door den Koning verleende magtïgingis vast gesteld de 273ste STAATSLOTERIJ, bestaande uit 20,000 LOTEN10,000 PRIJZEN en 2 PREMIENovereenkom stig het plan aan die resolutie gehecht. Beide stukken ge plaatst in de Staats Courant, zijn voor belanghebbenden aan de Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd. Helder, 4 Julij 1870. Het Gemeentebestuur voornoemd, STAKMAN BOSSE L. VERHEY Secretaris. Is het niet eenïgzins zonderling, de onfeilbaarheid des pausen in onze eeuw uls eene kwestie te hooren stellen, die moet opgelost worden Het komt ons bij die zaak telkens voor dat, zoodra de onfeilbaarheid eene kwestie mag worden ge noemd, men bet als bewezen mag beschouwen, dat zij niet bestaat. Hoe kan eene zaak van zooveel gewigt na zoovele eeuwen, dat de pausen hebben bestaan, nog aan twijfel onder hevig zijn? Christus sprak: Wie van u overtuigt mij van zonden Is de paus onfeilbaardan mag ook bij die vraag gerustelijk doenkan hij dat niet, dan is bij ook niet onfeil baar en de gebeele zaak is niet kwestieus meer. Doch stellen wij de zaak in navolging van de geheele we reld als kwestie, dan ontstaat de vraagwie moet ze oplossen Het concilie? Maar dat bestaat immers uit feilbare men- schen, hoe zullen zij over de onfeilbaarheid kunnen beslissen Alleen de paus zelf zou een oordeel kunnen uitspreken, altijd indien hij onfeilbaar is, maar juist in die onfeilbaarheid ligt immers de kwestie zelve? Het is zeer mogelijk, dat onze wijze van beschouwing niet algemeen gedeeld wordt, maar toch houden wij ze voor logisch, zoo lang wij niet van het tegen deel overtuigd worden. In de redevoeringen, welke in het concilie door sommige bisschoppen werden uitgesproken, worden wij in onze denkwijze meer versterkt dan verzwakt. Laat ons zien. Wij herhalen het echter: wij spreken ook nu weder noch als katholiek, noch als protestant, maar enkel als denkend mensch. Eeoige weken geleden sprak de bisschop van Poitiers, om de onfeilbaarheid te bewijzen, ongeveer het volgende: De paus moet onfeilbaar zijn omdat Petrus met het hoofd naar be neden gekruisigd is. Toen droeg het hoofd den geheelen last van het ligchaam. Zoo draagt de paus, als het hoofd, de ge heele kerk; nu is natuurlijk onfeilbaar hij, die draagt, niet hij die gedragen wordt, dehalve is de paus onfeilbaar." Zou die redenaar aan zijne eigene woorden geloof hebben geslagen Het valt moeijelijk bij het hooren van dergelijke taal ernstig te blijventoch schijnt die door Italianen en Spanjaarden zeer te zijn toegejuicht. Een Siciliaansch bisschop verhaalde, dat Petrus op Sicilië christenen aantrof, welke zijne onfeilbaarheid vreemd vonden. Zij zonden daarom eene deputatie aan Maria. Deze antwoordde tegenwoordig te zijn geweest, toen haar zoon aan Petrus dat voorregt verleende. Sedert hebben de Sicilianen dat geloof bewaard. Wanneer nu de onfeilbaarheid op dergelijke gronden moet steunen, dan zouden wij bijna medelijdend de schouders op halen. Wij willen intusschen gaarne aannemen, dat anderen meer gezonde taai spraken om het leerstuk ingang te ver schaffen. Toch hebben wij het zeer vreemd gevonden, dat ook in deze zaak door de voorstanders gebruik werd gemaakt van die hulpmiddelen, waarvan men zich in groote vergade ringen meermalen bedient, om zijn doel te bereiken. Wij willen slechts één voorbeeld noemen. De voorzitters hebben vastgesteld, dat niemand anders dan op zijn beurt het woord mag voeren, en als hij dien dag verhinderd wordt, zijn regt om te spreken geheel zal verbeurd hebben. Toen Msgr. Pitraeen ijverig voorstander der on feilbaarheid, spreken moest, gevoelde hij zich ongesteld. De zitting werd uitgesteld, en ofschoon het nog zeer vroeg was, liet men de bisschoppen naar huis gaan. Naar ons oordeel benadeelen de voorstanders door zulke partydige handelingen hunne eigene zaak. Men moet er immers uit afleiden, dat zij zelven niet zeer zeker van hunne zaak zijn, wanneer zij tot zulke middelen hunne toevlugt nemen, en open lijk eenige vrees aan den dag leggen voor de taai der tegen standers. Dit verwondert ons echter minder, wanneer wij lezen, dat de kardinaal Guidi, die den luisterrijken zetel te Bologne heeft laten varen, om den paus getrouw te blijven, in overleg met de 15 bisschoppen der Dominicaner orde, waartoe hij behoort, krachtig tegen het onfeilbaarheids-leerstuk heeft gesproken. Ware hij een vreemd kardinaal geweest, van welken men eenige meerdere onafhankelijkheid verwacht, dan zou de invloed zeker minder sterk zijn geweest, maar wie had zoo iets van een Romein verwacht Er is echter nog meer dat de voorstanders noopt tot alle mogelijke middelen hunne toevlugt te nemen. In de oor spronkelijke omschrijving van het leerstuk zijn, ten gevolge van verschillende aanmerkingen, verscheidene wijzigingen ge- bragt. Wij zien hetzelfde gebeuren in onze Tweede Kamer en daar verwondert het ons niet, dat de wijzigingen soms zoo menigvuldig zijn dat de oorspronkelijke tekst naauwelijks meer te erkennen is. De ministers echter fcijn alles behalve onfeilbaar, maar wanneer het concept van het leerstuk der onfeilbaarheid reeds zoo feilbaar is, dan wordt het toch vrij moeyelijk de zaak zelve aan te nemen. Het aannemen dient toch met overtuiging gepaard te gaan, zal het waardeheb- ben. Of zou ook in deze zaak eene meerderheid van stem men voldoende zijn. Dit brengt ons tot de bewering van sommige bisschoppen, dat de concilie met den paus aan het hoofd, als ligchaam, onfeilbaar is in zijne besluiten. Wij kunnen aannemen, dat eene zaak, welke in eene vereeniging van eerlijke, bekwame, deskundige mannen met algemeene stemmen wordt aangeno men, bezwaarlijk kan worden betwijfeld. Het wordt anders, zoodra een aanzienlijke minderheid daartegen hare stem ver heft, want indien dwaling mogelijk is dan kan de kleine meerderheid even goed dwalen als de minderheiddeze kan dan wellïgt gedwongen worden te zwijgen, overtuigd kan zij niet zijn. Het wordt nog anders, wanneer gebruik is gemaakt geworden van de hulpmiddelen, waarvan wy vroeger spra ken, om stemmen te verwerven. Passen wij dit nu toe op het concilie dan kan, naar ons oordeel, het concilie als lig chaam bezwaarlijk onfeilbaar worden genoemd. Toch gelooven wij dat de voorstanders zullen zegepralen indien althans het aannemen van het leerstuk door de meer derheid eeu zegepraal heeten mag. Wie toch zijn althans voor een goed deelde grootste voorstanders Het zijn de Ultramontanen en Jezuiten. Van beide mag men naar hun ne doorgaande handelingen te oordeelen verwachten dat zij geene middelen onbeproefd zullen laten, om hun doel'te be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1