NIEUWSTIJDINGEN.
Maar vreesselijk zou het zelfverwijt zijn voor regering en
burgers, indien het gevaar naakte en ons onvoorbereid vond,
hetgeen de hemel verhoede! Dat vooral wij, bewoners van
het noorderkwartier, die welligt meer dan anderen, bij eene
ongunstige wending der zaken, zouden te lijden hebben, ons
bereidwillig eenige opofferingen getroosten, om voor grootere
schade beveiligd te worden? Heet de krijgslieden, vooralten
platten lande welkom, die de regering ongetwijfeld nog zal
zenden, om de bedreigde punten te kunnen beschermen.. Gij zult
daardoor bewijzen, dat het u niet aan nationalen zin ontbreekt
en u vefdienstelijk) maken jegens ons gewest en het geheele va
derland
Helder, Nieuwediep, "Willemsoord, enz. 29 Julij 1870.
De kapitein van het gedeelte mariniers alhier F. G. A.
Chomel, is verplaatst van hier naar het gedeelte te Amsterdam
en wordt vervangen door den onlangs benoemden kapitein
D. C. W. Sutherland.
De kapitein Chomel heeft de laatste 16 jaren bijna on
afgebroken alhier in garnizoen doorgebragt. Gedurende welken
tijd hij door een opregt karakter en eene groote mate van
welwillendheid, jegens ieder die met hem in aanraking kwam,
zich een tal van vrienden, niet alleen onder zijne collega's
van de verschillende wapenen hier in garnizoen, maar ook
onder de burgerij heeft verworven, zoo als moeijelijk een
tweede voorbeeld is aantewijzen.
Velen zullen hem met leedwezen zien vertrekken, maar
allen zullen hem van harte toewenschen, dat het bem op zijn
loopbaan immer gelukkig en voorspoedig moge gaan; waar
dan ook Z. M. zijne diensten mogt behoeven.
Z. M. heeft benoemd tot adelborsten 1° klasse bij de
Koninklijke Nederlandsche Marine, de adelborsten 2e klasse
van het Kon. Inst. voor de Marine alhier: A. G. J. Kroef,
C. N. A. de Groot Stiffrij, J. M. Stcers, G. de Freinery,
H. Velthuijzen, J. D. baron van Wassenaer tot Catwijck,
J. C. Jeekel, A. W. F. C. van Woerden, J. G. Snethlage,
G. M. Titsingh, J. H. L. J. baron Sweerts de Landas Wy-
borgh, A. Voormolen, W. Römer, A. C. van der Sande La-
coste, jhr. H. M. Speelman, S. K. Sybrandi, J. G. Roosenburg,
3". Cardinaal. J. B. Dukkers, C. Pels Rijcken, C. Meyboora.
De minister van marine is benoemd tot grootkruis
der orde van de Eikenkroon.
Z. M. heeft ter zake van Ge krijgsverrigtingen in de
Passumah-landen in Mei tot Oct. 1866 en in Mei 1867,
alsnog benoemd tot ridders 49 klasse van de Militaire Wil
lemsorde, de oflic. van gezondheid 1° klasse A. Cochius en
die der 2° klasse H. D. Roskes, beiden -in Ned.-Indië.
Naar men mededeelt, bedraagt thans het totaal aantal
inteekenaren op den bijbel voor prinses Marie 12,800.
Naar men verneemt, heeft de Synode der Nederl.
Hervormde Kerk met 10 tegen 6 stemmen besloten de doop
formule niet verpligtend te maken.
In de berigten van de Kaap de Goede Hoop van 18
Juni] leest men o. a. het volgende:
Dr. J. Boomsma, een Nederlander van geboorte, is den
28 Mei te Clanwilliam, waar hij algemeen geacht was, over
leden.
Door kapitein Payne, van de Engelsche schoener Ava,
van Hartlepool met steenkolen naar Hamburg bestemd, en
tengevolge van het sluiten der havens op de Eems alhier
binnengekomen, zijn in de bogt van de Eems 9 Fransche
oorlogschepen gezien; gemelde gezagvoerder had moeten bij-
draaijen en, na de vlag getoond te hebben, de reis kun-
1 nen vervolgeu.
Aan de Rotterd. Ct. wordt uit's Hage geschreven:
//Noch Thorbecke, noch van Reenen, noch van Goltstein
zetelen op het Buitenhof, in het departement van Buitenl.
- Zaken; hetgeen daarom niet wil zeggen, dat er de plaats van
den minister niet open is. -Maar de heer Roest van Limburg
is althans titularis gebleven. De heer Roest heeft gezegd
en dit is geen farce, maar het is de waarheid dat hij
zich durft meten met zijne ambfgenooten en dat, zoo lang
deze aanblijven, hij volstrekt niet inziet, dat hij in hun mid
den misplaatst zou zijn. En de collega's lachten hartelijk
over deze geestigheid, die hare verdienste hoofdzakelijk aan
hare juistheid ontleent, en zij hebben niet verder aange
drongen op de vervanging van hun collega."
Voor bevoegden tot uitoefening der genees- en heel
kunst, bestaat gelegenheid om te dingen naar de betrekking
van officier van gezondheid der 2e klasse voor den dienst
der Nederl. bezittingen ter Kuste van Guinea. In de St.-
Courant van Maandag jl. zijn de voorwaarden vermeld.
Het doet ons genoegen te kunnen mededeelen, dat
onze landgenoote, de 34jarige Rachel van Lier, op het con
cours van het conservatoire te Parijs door de jury met een
parige stemmen den hoogsten prijs in het pianoforte-spel,
zijnde de médaille d' honneur, is waardig gekeurd. Van S0
mededingsters was zij de jongste.
Alle bladen nemen uit het Leidsche Dagblad de vol
gende woordeu over//Indien de verdraagzaamheid bij ons
eene volksdeugd is, dan handelen wij niet als Nederlauders,
zoo wii den Zigeuner verjagen, alleen omdat hij Zigeuner is."
't Is eene fraaije tirade, maar zeer onnadeukend nageschre
ven. Wat doen de Zigeuners zoo het Zigeuners zijn
in ons land? Het is een bedeltroep, die nog aanmatigend
genoeg is, om, als men hun centen geeft, zilver te eischen.
Die geheele stoet met beeren, naakte kinderen, havelooze
vrouwen en vuile mannen, is eene speculatie op de naive
hollandsche weldadigheid, die zich door al die vreemde vui
ligheid verschalken laat. Als de menschen zich ons land wilden
vestigen en werken wilden, dan zouden wij onregt hebben
hun de grenzen te wijzen; thans heeft de overheid groot
gelijk, dat zij dergelijke bezoekers hoe eer hoo beter verwijdert.
Nederland zoo schrijft men uit Berlijn aan de *Koln.
Ztg." deed oulangs het verzoek, dat een belangrijk kolen-
transport over land uit Pruisen, ten behoeve van de Nederl.
fabrieken, nog zou toegelaten worden. Het stelde tot waar
borg, dat de uitvoer van kolen uit Nederland zou verboden
worden. Aan dien wensch der Nederlandsche Regering gaf
de Pruisische gereedelijk gehoor. Intusschen vernam men te
Berlijn alras, dat in de Hollandsche havens kolen aan vreemde
schepen werden geleverdtevens gaf de Nederlandsche Re
gering aan de Pruisische kennis, dat het haar onmogelijk
was gebleken, de gedane belofte na te leven, daar er een
tractaat tusschen Frankrijk en Nederland bestaat, krachtens
hetwelk een verbod tot uitvoer van steenkolen niet geoor
loofd is. Van zijne zijde heeft Pruisen daarop den verderen
uitvoer van kolen naar Holland doen ophouden. Jammer,
dat die maatregel eenigzins te laat schijnt genomen te zijn.
Het is toch vrij zeker, dat Nederland than^ genoegzaam van
kolen voorzien is, om gedurende eenigen tijd de Fransche
oorlogstoomers daaraan te kunnen helpen.
Men berigt uit Rome dat de Fransche troepen last hebben
gekregen om het Pauselijk grondgebied te verlaten binnen
een zeer korten termijn.
Men verzekert dat de Fransche regering dat -besluit aan
het Pauselijk Gouvernement heeft medegedeeld en het grondt
op het feit dat Frankrijk op dit oogenblik al zijne troepen
beschikbaar wil hebben, daarbij voegende dat aan het Gou
vernement van den koning van Italië, overeenkomstig de
September-conventie, zal worden opgedragen Let Pauselijk
grondgebied' te doen eerbiedigen aan de Italiaansche grenzen.
Men schrijft uit Kopenhagen, 26 Julij
Het officieel orgaan maakt een decreet openbaar betreffende
de verpligtingen der kooplieden tegenover de oorlogvoerende
zeemagten, benevens de verordeningen, voortspruitende uit het
tractaat van 1856. Het slot van het decreet luidt aldus «aan
gezien Denemarken in den tegenwoordigen oorlog zijne neu
traliteit wen sekt te handhaven, zoo wordt den onderdanen
verboden, bij een der krijgsvoerende legers dienst te nemen,
of aan hunne oorlogschepen buiten de Deensche wateren loods-
diensten te bezorgen.
Aan de Parijsche bladen worden bijzonderheden mede
gedeeld, die zij krachtens de nieuwe wet op de pers niet mogen
publiceren, doch waaruit blijkt dat heden of morgen hoogst
belangrijke tijdingen van het oorlogstooneel zullen ontvangen
worden.
Men zegt, dat de Fransche regering de hulp geweigerd
heeftdie haar aangeboden was door de in Frankrijk uit
geweken Hanoveranen.
Te Nimes hebben ongeregeldheden plaats gehad. De
militairen werden aangevallen onder het .aanheffen van «niet
vaderlandslievende" kreten.
De blokkade van Hamburg, waarvan men verhaald
heeft, is nog niet tot stand gekomen. De schepen varen nog
vrij in en uit. Het escader van den schout bij nacht Dieu-
donné kruist echter tusschen Weser en Elbe en 90 van de
120 schepen, die bij Cuxhaven moeten zinken, aan den mond
der Elbe, wachten slechts de verschijning van het eerste
Fransche schip binnen bereik van den telescoop der vuurbaak,
om te verdwijnen.
Het gepantserde eskader van den Noord-Duitscben Bond
heeft zich te Willemshaven teruggetrokken. Gelijk men weet
is gemelde haven, welke nu twee jaren geleden werd ingewijd,
gelegen bij de baai van Jahde, in de nabijheid van den mond
van de Weser.
Op dit oogenblik zijn de Rijnprovinciën, Hessen, Nassau,
Hannover, Sleeswijk-Holstein, Pommeren en de provincie
Pruisen in staat van beleg verklaard.
Blijkens eene bekendmaking van het Pruisische mi
nisterie van marine, zijn alle zeemerken in de Jahde-golf,
aan de monden van de Elbe en de Weser en in de Kieler-
haven weggenomen, en is de laatstgenoemde haven gesloten.
De Franschen hebben bij Niederbronn een detachement
Pruisen, dat op verkenning uitgiDg, geslagen. Een Beijersch
officier werd gedood, twee werden gevangen genomen.
Het Paris-Journal meldt hieromtrent «Eene eerste ont
moeting heeft Maandag plaats gehad bij Niederbronn en Wis-
sembourgtusschen het 12e regiment jagers en een regiment
lansiersdie op de vlugt zyn geslagen, achterlatende drie
gedoode officieren, waaronder een van Engelsche afkomst,
een dozijn gevangenen en eenige paarden.
Het gevecht te Niederbronn wordt door de Figaro al
dus verhaald Een detachement Badensche troepen, dat een