HELDERSCHE COURANT. Jiteums* en Woensdag <flDoertentte--6faD. 3 Augustus. M 958. Tiende Jaargang. 1870. Brand te Bodegraven. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 .Franco per post 1.25 Men abonneert zich. bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertentien van 14 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentien intczenden. Ingezonden stukken minstens eén dag vroeger. Uitgever S. GILT J ES. Sedert de laatste opgave is bij de ondergeteekenden nog ontvangen "Van L. V. f2.50; N. N. 2 coupons elk f 3.96, zamen f7.92; H. f2.50; v. A. f5.00; en voor den geneesheer Spruit, van R. A. f5.00; totaal f 116.95. Namens de Hoofdcommissie worden de edele gevers har telijk dank gezegd, en medegedeeld dat thans, ook door hunne bijdragen, genoegzaam in den nood door den brand veroor zaakt, is voorzien. Helder, 1 Augustus 1870. VAN VEEN VAN DER MEULEN. POLITIEK OIERZ1GT VII DES DAG. De berigten van het tooneel des oorlogs zijn nog dagelijks zeer onbelangrijk en weinig overeenstemmend. Van Pruisische zijde wordt getelegrafeerd dat Zaturdag jl. de Franschen Saarbrücken hebbeD aangevallen en niettegenstaande hun overmagt door de Pruisen dapper zijn teruggeslagen. De Franschen spreken daarentegen van eene officiële depeche uit het hoofdkwartier van Zaturdag jl., 's middags 1 uur, als zouden de troepen nog niet voorwaarts zijn gerukt en dat alle daaromtrent loopende geruchten valsch zijn. Dat echter de Fransche officiële berigten weinig betrouw baar zijn, leert ons het Fransche blad de Figarosprekende over het verbod om nieuws van het oorlogstooneel te ver melden, leest men in genoemd blad het volgende; *Iets dergelijks is in de tijden van het persoonlijk gezag nooit gezien; wij mogten het land dienen in Italië en in de Krim, doch op dit oogenblik mag de zoogenaamde vrije dag bladpers de overwinningen van het Fransche leger niet be schrijven. Daarom verklaren wij, in het vervolg niet meer over den oorlog te zullen spreken, en juist te handelen, alsof wij geen leger aan de grenzen hadden. Wij roepen hiertoe de medewerking in van al onze mede-journalisten, en laten de mededeelingen en beschrijving der overwinningen over aan het Journal Officiel, van hetwelk wij bij voorbaat verzekeren, dat het publiek niet de helft gelooft van hetgeen het zegt. Men zou toch even goed aan den directeur van de opera kunnen verzoeken, zelf een verslag in te zenden van het nieuwe stuk, dat hij opvoert. Indien men de Moniteur van weleer had willen gelooven, zouden de terugtogt uit Rusland, de nederlaag bij Leipzig en Waterloo nooit bekend zijn ge worden." Ook het Paris-Journal vereenigt zich hiermede. Van eene andere zijde wordt echter thans weder berigt dat men op dit punt een weinig meer toegevender is geworden. Men is te Parijs niet geheel zonder bezorgdheid over de houding van Engeland. Men verneemt, dat er te Chattam reeds 25000 man gereed zijn om dadelijk ingescheept te worden. Ieder begrijpt, dat de diplomatieke onderhandelingen, die in de laatste dagen aan het licht gekomen zijn, de onzijdigheid van Europa een geheel ander karakter kunnen doen aannemen. Het is niet onopgemerkt gebleven, dat prins Gortschakoffzoo lang in Duitschland gebleven is, Oostenrijk wapent zich, het verkeer van koopmansgoederen op den spoorweg tusschen Weenen en Warschau is gestaakt. Men vleit zich echter nog altijd, dat Oostenrijk nimmer tegen Frankrijk partij zal trekken. »Door het ontwerp-tractaat van de Times," zoo leest men in de Volles Zlg., wzijn eindelijk de wereld de oogen open ge gaan over de eigenlijke drijfveeren tot den oorlog, door Frank rijk onder de leugenachtigste voorwendsels begonnen. Iedereen is het duidelijk geworden dat het de keizer der Franschen weer is, die, als eertijds de stamvader zijner dynastie, het evenwigt van Europa wilde veranderen om onder voorwendsel dat het door Pruisen was bedreigd, de opperheerschappij van het Fransche keizerrijk in Europa te vestigen. Wij rekenen het dan ook volstrekt niet graaf Bismarck tot een bijzonder groote verdienste aan, dat hij, zooals het Engelsche blad me dedeelt, de op Luxemburg en België gerïgte veroveringsplannen van den Franschen keizer eenvoudig heeft teruggewezen, want het zou van de zijde van een Duitschen en Pruisischen staatsman de kortzigtigste politiek zijn geweest wanneer hij aan de sirenenzangen van den derden Napoleon het oor had geleend. De verachting van het Duitsche volk en de regtvaardige haat en vijandschap der Engelsche regering waren zijn deel geweest. De stelling van den Oostenrijkschen minister Schwarzcn- berg: «Men moet Pruisen eerst vernederen en dan vernie tigen," zou door Frankrijk, dat nadat het zijn doel had be reikt, gemakkelijk voorwendsels zou hebben kunnen vinden het zedelijk verzwakt Pruisen in een oorlog te wikkelen, met goed gevolg kunnen worden toegepast. Door het openbaar maken der Fransche veroveringsplannen zijn thans echter de magten, die met meer of minder opregtheid hebben besloten vooreerst eene onzijdige houding aan te nemen, gewaarschuwd en in 't bijzonder Engeland zal niet alleen aan zijne onzijdigheid een strengere en voor Duitschland gunstiger uitlegging moeten geven dan tot nog toe, maar ook een waakzaam oog houden op Belgie, Luxemburg en Zwitserland, opdat de onzijdigheid dier staten door Frankrijk in geen enkel opzigt worde geschonden. Wij zijn overtuigd, dat het onmiddelijk gevolg der jongste ont dekkingen, zal zijn eene interpellatie in het parlement, die ten strengste gispt, dat de regering nog steeds toelaat, dat onder den mantel van Engelands onzijdigheid op zulk een reusach tige schaal wapenen en steenkolen door Engelsche schepen aan Frankrijk worden toegevoerd." Naar uit Florence aan de Weener Presse geschreven wordt, zouden tusschen de Engelsche, Oostenrijksche en Italiaansche kabinetten onderhandelingen gaande zijn, ten doel hebbende om een soort vredes- of neutraliteits-verbond te vormen, en met vereenigde krachten al het mogelijke aan ta wenden tot Iocalisering van den oorlog. De drie magten zouden zich verbonden hebben, aandachtige doch geheel onpartijdige toe schouwers te blijven, en, vooral ook, de eerste gelegenheid aan te grijpen om bemiddelend tusschen de strijdenden te treden. Volgens eene correspondentie uit Pai'ijs aan de Indc'pendancc Beige wordt aan den keizer der Franschen het voornemen toegeschreven, om, indien hij overwinnaar mogt zijn in den oorlog, op zijn oud denkbeeld terug te komen en een groot Europeesch Congres voor te stellen, ten einde in de toekomst den oorlog onmogelijk te maken door invoering van eene groote internationale arbitrage. Na hetgeen de Neue Freie Presse heeft gemeld omtrent een of- en defensief verbond tusschen Frankrijk en Italië, vindt men thans in dat blad, onder dagteekening van 28 Julij, een telegram uit Florenceluidende»De alliantie tusschen Italië en Frankrijk is een feit. Ingeval Frankrijk eene nederlaag lijdt, zal Italië het met 150,000 man bijstaan. Frankrijk heeft voor de uitrusting van die manschappen 100 millioen gewaarborgd. Italië belast zich met de bescherming van Rome. Men ziet eene mïnisterieële verandering te gomoet, waarbij Cialdini aan het hoofd van het kabinet zal worden geplaatst. Waarschijnlijk zal de Kamer spoedig ontbonden worden." De Timès zegt, dat er altijd een middel is om twee groote mogendheden, die vijandig tegenover elkander staan, te verzoenen, door namelijk een onschuldige en hulpelooze derde op te offeren en ofschoon dit nu vooreerst wel niet het geval zijn zal, is het desniettemin goed, dat de regering den raad van een man van ondervinding als lord Russell volgt en zich wapent om's lands neutraliteit te handhaven. Dat beide oorlogvoerende partijen zich beklagen, dat de ander meer bevoorregt wordt, is natuurlijk en bewijst, dat wij werkelijk neutraal zijn. Plet laatste zegt de Telegraph ook. Het blad wil, dat Engeland gewapend zij om ook de neu traliteit van Denemarken, Belgie en Nederland te verdedigen De Daily News zegt, dat het goed is, dat beide oorlog voerende partijen duidelijk weten, welke houding Engeland aanneemt, opdat zij niet uit onbekendheid daarmede Enge lands tusschenkomst onvermijdelijk maken. Ook de Post wil, dat men wete, dat Engeland niet blindelings de theorie van non-interventie huldigt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1