NIEUWSTIJDINGEN^ Men zal zich herinneren, dat de Times? dezer dagen een particulieren brief van den heer Olivier, gerigt aan een vriend in Engeland, mededeelde. Thans bevat het blad een schrijven, dat de heer Thiers aan een vriend in Groot-Britannie zond. Thiers trekt daarin tegen eiken oorlog te velde, die geen gewettigde oorzaak heeft, en zegt dat indien het hem en zijne vrienden gelukt ware Olivier over te halen dépêches over te leggen, zoodat zij vier en twintig uren tijd gewonnen hadden, dan nu welligt de vrede nog behouden zou zijn ge worden. Zijne pogingen dus verklaart hij waren mis lukt, en than3 kon hij niet anders doen dan hopen, dat de oorlogskans zijn vaderland gunstig zou wezen, en dat de oorlog zoo weinig mogelijk nadeelige gevolgen voor de mensch- heid zou opleveren. Keizer Napoleon is te Metz met geestdrift ontvangen. Hij droeg, behalve het legioen van eer, Deensche, Zweedsche •en Oostenrijksche decoratien. De koning van Pruisen is Zondag namiddag ten 6J ure met zijn gevolg naar het leger vertrokken. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 2 Aug. 1870. Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, vergezeld van zijne adjudanten, den kapt. t/z J. O. H. Arntzenius en den kapt.-luit. ter zee jhr. N. H. Holmberg de Beckfelt, is gis teren morgen ten 11.15 uur alhier aangekomen en heeft gisteren en heden de in de haven, aan's rijkswerf en op de reede liggende oorlogschepen, alsmede 's rijks werf en verdere maritieme inrigtingen geïnspecteerd. Men zegt dat Z. K. H. morgen de vestingwerken zal inspecteren. Zaturdag avond ten half elf ure heeft hier het navol gende ernstig voorval plaats gehad. Achter in de buitenhaven, bij het fort Oostoever, eene af gelegene en eenzame plaats, ligt het casco van de vroegere oorlogsbrik de Heldin, dienstdoende tot berging van projectie len en buskruid. Het dek van dat vaartuig werd bewaakt door een schildwacht der mariniers, gewapend met een hartsvanger. Deze bespeurt de nadering van een vlet, met eenige personen bemand, die regt op de Heldin aanhouden en deze aanklampen. 'De schildwacht roept, ingevolge zijn consigne, driemaal #werda", doch ontvangt geen antwoord. Hij ziet inmiddels dat de mannen in de vlet zich gereed maken, om op de Heldin over te klimmen. Hij doet ten overvloede de waar schuwing, dat als men hem geen antwoord geeft en men voort durft gaan het vaartuig'te enteren, hij er op in zal hakken. Alweder te vergeefseen der voorste mannen steekt reeds het hoofd door een der geschutpoorten, de schildwacht houdt echter woord en steekt met force hand zijn hartsvanger zoo ver mogelijk in het ligchaam, waarschijnlijk in het hoofd, -van den vreemdeling, die daarop een ijsselijk gillend geluid doet hooren. De schildwacht grijpt direct naar den verwonde, om hem zoo mogelijk verder binnen boord te halen, dit mogt hem echter niet gelukken, hetzij het ligchaam te zwaar was of dat de andere mannen het weder in de vlet trokken, •om onmiddelijk de Heldin te verlaten en weg te roeijen voor zoo ver de schildwacht kou bespeuren, de achter-opening 'der haven uit en in de rigting naar Wieringen. De schildwacht geen menschelijk wezen overigens in den omtrek bespeurende, tracht door geschreeuw de aandacht van de naaste schildwacht, voor het wachthuis in het fort Üostoever, tot zich te trekken, dit mogt hem gelukken zoo dat spoedig eenige manschappen van daar komen opdagen. Men vond het dek van het schip op de aangewezen plaats met bloed bevlekt, ook de handen van den schildwacht en o. a. zijn harstvanger ter lengte van ongeveer drie palmen. Van de vlugtelingen was echter niets meer te bespeuren. -Dit raadselachtig voorval geeft hier aanleiding tot veler hande geruchten, doch «laar men, trots de meest active na sporingen, de daders tot nog toe niet op het spoor heeft kunnen komen, is het wel niet mogelijk om te kunnen beslissen met welke bedoelingen deze aanslag op dit kruidschip is geschied. Zondag avond, omstreeks 8 ure, barste hier een hevig <on weder los, vergezeld van hevige stortregen en harde wind vlagen. Het onweder hing zeer laag, zoodat het op ver schillende puuten in deze gemeente schade veroorzaakt heeft aan daken ais anderzins. Gelukkig waren de gevolgen niet van ernstigen aard. Z. M. heeft den officier van gezondheid 2e klasse bij •bij de zeemagt, H. L. Reeder, bevorderd tot officier van gezondheid le klasse. Bij koninklijk besluit zijn op pensioen gesteld de offi cieren van administratie der le klasse R. A. W. Jacobze en C. J. S. Court, de officier van administratie 2e kl.B. L. van Daalen Wetters; bevorderd tot officieren van administr. le kl. de officieren van administratie 2e kl. W. F. Gouwe, G. H. C. van Nuijs, W. H. F. Vogel, J. F. J. Mahieu, A. J. Looijer, C. C. M. Bervoets en A. L. Thierens; tot officieren van adminisiratie 2° klasse de officieren van administratie 3e klasse F. A. Frederiks, J. A. H. Huart en F. Bamberg; en benoemd tot officiereu van administratie 3e klasse de adjunct-administrateur J. L. Kroeze, D. J. van Oosterzee, H. C. D, van de VeD, M. C. Hazenberg, J. C. Kluit, B. Janse, P. Gallas, J. Vasseur en J. A. Sonnenberg: alsmede de in Indie dienende adjunct-administrateur A. de Leef na terugkomst hier te lande voldoend examen te hebben af gelegd op non-activiteit gesteld wegens voortdurende on gesteldheid de le luit. der artillerie W. H. B. Paravicini di Cape 1 li. Men schrijft ons van Texel het volgende: Even als het vorige jaar, zullen wij op ons eiland eene tentoonstelling van wege de Maatschappij van Landbouw hebben. De juiste dag en datum is echter nog niet bepaald. Is zij verleden jaar geslaagd, wij vermeenen dat zij ook dit jaar de verwachting niet zal teleur stellen, terwijl er, even als bij vele tentoonstellingen, eene verloting aan ver bonden zal worden. Wij mogen ons hier verheugen in de vestiging van eene afdeeling der Gustaaf-Adolf-Vereeniging. Daar deze in uwe gemeente nog niet aanwezig is, meenen wij u het voorbeeld uwer Texelsche buren te mogen aanbevelen. Zondag middag barstte over ons eiland een zwaar onwe der los, vergezeld van overvloedige regen, die ons zeer wel kom was, even als het onweder, daar het des voormiddags en daags 'te voren zeer drukkend was geweest. Des nachts heeft het onweder zich hernieuwd tot in den vroegen mor gen ten ruim drie ure, toen het; zich zeer ernstig voordeed, vooral op het oostelijk gedeelte van het eiland. Van ongelukken heeft men hier nog niets vernomen. Van Oude Schild schrijft menZaturdag jl. geraakte de stoom boot Minister ThorbecJcekomende van Engeland, geladen met stukgoederen en steenkolen, op den Schauserwaard aan den grond. De kapitein weigerde de aangeboden hulp, doch heeft later daarvan toch gedeeltelijk gebruik moeten maken. Zondag geraakte, na eenige uitlossing, met den vloed, de boot weder vrij. Men schrijft uit Alkmaar 29 Julii. Te Bergen wordt een terrein tot kampplaatts ingerigt. Wij zullen derhalve spoedig gedeeltelijk van de inkwartiering ontheven worden een zeer gewenschte verligting van die ingezetenen, wier huiselijke gelegenheden hen noodzaken de toegewezen man schappen uit te besteden, hetgeen hun op circa f 7. per man in de week komt te staan. Zij evenwel, die den militair onder eigen dak ontvangen, zijn over het algemeen zoo in genomen met hun loogeergasteu geworden de uitmuntende discipline en en de gewigtige tijdsomstandigheden werken daartoe mede dat zij met leede oogen hen zullen zien vertrekken, 'fc Is merkwaardig te zien, hoe de vooraf als overlastig gevreesde gasten door verreweg de meeste ingeze tenen als gezellige leden van het gezin worden behandeld. Bij koninklijk besluit is aan S. A. de Lange te Alk maar, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als majoor- kommandaut der dienstdoende schutterij te Alkmaar en ver vangen door H. P. K. Melen brink, -thans kapitein bij die schutterij. Z. M. de Koning-Groothertog heeft benoemd tot groot-officier van de orde der Eikenkroon den kolonel bij den generalen staf G. P. Booms. Beroepen tot predikant bij de Doopsgezinde gemeente te Barsingerhorn en Wieringerwaard, de heer S. G. Bunnerts, thans predikant te Pingjum en Witmarsum. Bij order is bepaald dat de militairen bij hun dage- lijJcsch tenue, voortaan ook den sabel zullen moeten dragen. Voor alle tot de garnizoenen behoorende officieren, is de vergunning ingetrokken om burgerkleeding te dragen. Naar men verneemt, heeft de gepensioneerde vice- admiraal G. Fabius zijne diensten aan Z. M. den Koniug aangeboden. Onder degenen, die zich ten dienste gesteld hebben van het Roode Kruis, vinden wij ook opgegeven mgr. Zwijsen, aartsbisschop van Utrecht, en den predikaut Scheltema te Dokkum. In eene vergadering van de 2e sectie der afdeeling 's Hage van het Metalen Kruis is met veel ijver een lijst geteekend door hen, die zich ook nu weer, evenals voor 40 jaar beschikbaar stellen voor den dienst van het Vaderland. Men leest in de Staatscourant: De minister van oorlog, Ontvangen hebbende het kabinetsreskript van den 28 Ju-lij, no. 24, waarbij hem is medegedeeld, dat het de wensch van Zijne Majesteit is, dat de onder-officieren, korporaals en manschappen, die bij het Oost-Indisch leger hebben gediend, en gedecoreerd zijn met de Militaire Willemsorde, wanneer zij in den graad, vroeger door hen bekleed, voor onbepaalden tijd in dienst wenschen te treden, dit bij voorkeur geschiede bij het regement Grenadiers en Jagers. Brengt voorschreven wensch des konings, bij deze, ter algemeene kennis. Bijna terstond na de uitnoodiging aan de Hollandsche oud-zouaveti, om weder hun dienst bij het pauselijk leger te hervatten, heeft de Tijd die oproeping terug genomen. Hoe weinig zij dan ook viel in den geest zijner lezers, blijkt uit Het Huisgezin, waarin de heeren Schilthuizen en van Dijk de oud-zouaven van Noord-Brabant oproepen, om zich voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2