verzoek eene poging tot bemiddeling zal uitgaan. Intusschen ■wordt van andere zijde berigt, dat de Franschen nog van geen vrede willen hooren. In Duitschland wil men echter nog minder vrede. Ieder Duitscher, die als slagtoffer van dezen oorlog valt, doet de haat en den afkeer tegen Napolen toenemen, en niet voordat hij van den troon gestooten is, zeggen de Duitschers, kan men aan vrede denken. In Frankrijk vindt hij in de ure des gevaars slechts zeer weinig aanhangers, en maarschalk Bazaine heeft in Mexico met den ongelukkigen Maximiliaan getoond, dat hij zich voor geen keizer opoffert. Men spreekt van vredesonderhandelingen, zegt een Duitsch correspondent, »ik geloof er niet aan, en ik hoop het ook niet. Zouden er daarom 2UOO Duitschers gevallen zijn bij Saar- brücken, om een onbeduidenden vrede te sluiten Na veertien dagen zouden de Parijzenaars weder even sterk bluffen, en beweren, dat wij niet verder durfden trekken. De Morning Post zegt dat er thans geen uitzigt bestaat op gunstige gevolgen van pogingen om den vrede te herstellen. De Times raadt den Pruisen alle plannen tot anexatie van den Elzas af, aangezien dat een permanente hinderpaal voor den vrede zou zijn. Het blad schat de eventuele schade vergoeding op 40,000,1)00 pd st. Het Journal de Bruxelles deelt een brief mede van den paus aan den koning van Pruisen van den 22n Julij, waarin Pius IX zijn bemiddeling aanbiedt tot herstelling van den vrede. De paus zegt daar in, dat hij ook geschreven heeft aan den keizer. Het blad deelt tevens het antwoord mede van den koning van Pruisen dato 30 Julij. Z. M. schrijft daarin dat zijn be- geerte niet geweest is den oorlog te provoceren, dat hij bereid is te hooren naar het woord van den paus, het zwaard in de schede te steken,indien de onafhankelijkheid blijft bewaard, indien de paus zekerheid kan aanbieden, dat de schikkingen in waarheid vredelievend zijn en waarborgen geven tegen een herhaling van deu aanval op den vrede en de rust van Europa. De "Indépendance Beige" behelst een brief uit Rome van 11 dezer. Daaraan wordt het volgende ontleend: Alzoo zijn de Fransche troepen uit den Kerkelijken Staat vertrokken. Den 6 dezer is de generaal Dumont te Civita Vecchia aan boord gegaan, om naar zijn vaderland terug te keeren; en hiermede is geëindigd de ongelukkige expeditie van 1867, die zooveel verbittering in Italië heeft opgewekt. De balans dezer expeditie kan gemakkelijk opgemaakt worden Door een ellendig wapenfeit, dat enkel gestrekt heeft om do proef te nemen met de chassepots, heeft men eene bevriende natie van zich vervreemd, zich den haat der Romeinen op ■den hals gehaald, en het vertrouwen niet verworven van de pausselijke regering. De gebeurtenissen zullen doen zien, dat de val van het wereldlijk gezag des pausen door deze expeditie enkel ver traagd is geworden. De correspondent van de "Indépendance" schrijft, dat de hooge en lage geestelijkheid te Rome wedijverd in vurige wenschen en gebeden dat de overwinning toch maar aan de zijde van Pruisen moge zijn. De paus en de geestelijkheid zien daarin nog hun eenige heil en er is eene zeer intieme betrekking ontstaan tusschen den Pruisischen minister en het Romeinschen hof. Pater Hyaointe heeft een brief gerigt aan den maire van Parijs, waarin hij verzoekt hem de plaats aan te wijzen waar hij aan de versterking der stad kan arbeiden. Zijn geestelijke stand verbiedt hem de wapenen te voeren, daarom wil hij op deze wijze medewerken tot verdediging van zijn vaderland. Aan de "Daily News" wordt omtrent de stemming der "bevolking te Parijs het navolgende gemeld: «Het volk wordt steeds vijandiger gezind jegens den keizer. In de café's, op de spoorwegen, in één woord, overal hoort men openlijk zeg gen er gebeure wat er wil, maar de keizer kan zich niet meer in Parijs laten zien. Zij noemen hem een »imbécile" en zijne generaals "kruipende hovelingen." Ten bewijze dat de Fransche keizer en de keizerin zei ven reeds aan hunne onttrooning denken, deelt men het vol gende mede Van verschillende zijden verhaalde men, dat de keizer door een welbekend administratie-kantoor te Amster dam certificaten van Nederlandsche Werkelijke Schuld voor zich heeft laten vervaardigen a 2| pCt., waarvan de half jarige coupons f 2500 vertegenwoordigenelk stuk is dus nominaal f2UU,ü00 waard. Zulke groote stukken zijn ge makkelijk mede te nemen. Men verzekert, dat er voortdurend te Calais een stoom schip gereed ligt. om keizerin Eugenie naar Engeland over te brengen. Calais is in staat van beleg verklaard. In zijn nummer van Zaturdag jl. maakte de Times ge bruik van het bloedbad, dat in Frankrijk aangerigt wordt, om zeer ernstig de Engelsche aristocratie op de vingers te tikken over hun hartstogtelijk grouse shooting (jagt op kor hoenders). Het blad maakt eene vergelijking tusschen den 12 Augustus aan den Rijn, en de razenij voor grouse shooting in Engeland en zegt: "terwijl er iets edels is in het schouw spel van twee natiën, die elkander ter dood brengen, de een om een aanval te beantwoorden, de andere om een vijandig leger van haar grondgebied te verdrijven, is het pijnlijk eene gelieele aristocratie overgegeven te zien aan het schieten op korhoenders, met eene devotie en zelfopoffering, die in zeer vele gevallen tot het verzuimen van staatspligten aanleiding geeft.". De Pall Mali verdedigt de aristocratie in zooverre, dat zij het niet alleen is, maar het getal jagers door een aantal kooplieden en beursmannen wordt vermeerdert. In onze dagen, waarin helaas zooveel van het kanon gesproken en voor de oplossing van politieke vraagstukken zooveel van het kanon verwacht wordt, is de geschiedenis van een kanon, dat men het oudste van Europa noemen mag, niet onbelangrijk. Den 1 Julij 1827 had een visscher van Calais zijne netten in een oostelijke rigting van die stad op een zandbank, Dar- tingue genaamd, uitgeworpen, toen hij bij het inhalen een on- gewonen wederstand ontwaarde, die hem een miraculeuse vischvangst deed vermoeden. Met veel inspanning gelukte het hem den buit magtig te worden, die uit een zware met zand en schelpen bedekte ijzermassa bestond. Toen het door lang durig verblijf in de zee verkregene omhulsel weggenomen was, werd die massa voor een kanon herkend, welks zonderlingen vorm van hooge oudheid getuigde, 't Was een onregelmatige cilinder van 3 voet en 8 duim lengte, aan welks uiteinde zich een ijzeren staaf met handvatsel bevond van 1 voet en 8 duimen, om het stuk te ajusteren. In het midden van het kanon was een soort ring, om het op het affuit te kunnen plaatsen. Bij de geschutkamer was een opening waarin zich, door een ijzeren spie gestut, een pijp of buis bevond van 7 duim lengte en 2| duim diameter, welke gedemonteerd en met de hand geladen kon worden, 't Zonderlingste van allen was dat het kanon nog geladen was met een ons kruit en een looden kogel van een duim diameter, die vier ons woog. Het kruit had natuurlijk zijn kracht verloren, maar vorm en kleur behouden, omdat de buis waarin 't zich bevond, door middel van een eiken wigge hermetisch gesloten was. Dit kanon, hoogstwaarschijnlijk uit den tijd van Hendrik "V en na den slag van Azincourt 1415) door een zijner gestrande schepen verloren, werd, nadat het Artillerie-Museum te Parijs den vinder te vergeefs daarvoor een aanbod van 400 francs had gedaan, door een Engelsch edelman met Britsche vrijge vigheid voor de som van 1200 francs gekocht en strekt thans zijne verzameling van antieke wapenen ten sieraad. OOSS1LQGSISËKIGTE11. Het is weder gebleken dat men de Fransche berigten niet onvoorwaardelijk kan aannemen. Uit de verschillende berigten van wederzijde is echter op te maken dat de Fransche bij de laatste gevechten beter hebben stand gehouden, waardoor het somwijlen moeijelijk was te beslissen wie de overwinning behaalde; men schrijft het daaraan toe, dat de legerafdeerlingen beter werden aangevoerd. Ontegenzeggelijk is tevens dat wanneer men den stand der beide legers op de kaart nagaat, de Pruisen reeds voorwaarts gaan in de rigting naar Parijs en niet teruggeslagen zijn. Het is te voorzien dat zij te Chalons een hevigen tegenstand zullen ontmoeten. Wij laten hier eenige berigten volgen Verdun 17 Augustus. Een telegram uit Briey meldtdat de veldslag nog altijd voortduurt naar den kant van Mars Latour. De slag schijnt gunstig voor ons te loopen. Men brengt te Briey een groot aantal Fransche en Pi-uissische gewonden. Van een anderen kant meldt men dat een corps van on geveer 1200 man artillerie en kavallerie op een bergvlakte tusschen Briey en St. Jean staat. Dit corps zendt troepjes verkenners uit, die tot in Briey gekomen zijn. Geloofwaar dige reizigers uit Mars Latour spreken van een belangrijk gevecht gistermet het gros van het leger der Pruisen volgehouden die tot den Moezel terugdreven en door de ka- vallerie der garde hevig vervolgd zijn. Een gerucht wil, dat de Fransche generaals Bataille en Frossard gewond zijn. Parijs, 18 Augustus. Een officieele depêche van Bazaine van Woensdag 17 Aug. luidt als volgt "Gister heb ik gedurende den geheelen dag slag geleverd tusschen Doucourt en Vionville. De vijand is teruggeslagen. Wij hebben den nacht in de overwonnen positiën doorgebragt. Ik heb eenige uren rust doen houden, om onze munitie geheel te kompleteeren. Wij hadden tegenover ons prins Frederik Karei en generaal Steinmetz. Officieel. Uit Metz wordt van 17 Augustus gemeld, dat er een ernstig gevecht bij Gravelotte heeft plaats gehad. Wij bleven overwinnaar, maar onze verliezen zijn groot. Berlijn 18 Augustus. Officieel berigt uit Pont-a-Mousson van Woensdag 17 Au gustus 's avonds 7 u. 10 m. Luitenant-generaal von Alvensleben is Dingsdag met het 3e. armeecorps ten westen van Metz laEgs de vijandelijke aftogts- linie naar Verdun opgerukt. Hij heeft een bloedig gevecht geleverd aan de Fransche divisiën Decaen LadmiraultFrossardCanrobert en de keizerlijke garde. Achtereenvolgens door afdeelingen van het 8e. en 9e. leger corps onder het opperbevel van prins Frederik Kareiver sterkt werd de vijand in weerwil van zijn overmagt na een hevigen kamp van 12 uren naar Metz teruggedi'even. Alle wapenen hebben aan beide zijden groote verliezen geleden. Van onzen kant zijn de generaals v. Döring en v. Wedel gevallen en v. Rauch en v. Grüter gewond. De koning begroette beden de troepen op het slagveld, dat zij als over winnaars bezet hielden. Een particuliere brief uit Metzte Parijs ontvangen berigt het volgende feit "Gedurende het gevecht van Zondag had maarschalk Bazaine onderscheidene batterijen mitrailleuses door een bataillon ge maskeerd. Toen vier regimenten van de Pruisische Konink lijke garde aanrukten, werden de batterijen ontbloot en twee regimenten zouden vernietigd zijn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2