zich ter hoogte van het Wittower Posthuis teruggetrokken.
De vijandelijke schepen zonden haar nog eenige kogels achterna,
die niet troffen.
Uit Lubeck wordt van 18 dezer aan deKoln. Zeitung
getelegrafeerd, dat de blokkade ook voor de Duitsche Oost
zeehavens den 15n dezer is ingetreden.
Men berigt dat door den Keizer prins Napoleon naar Flo
rence en Benedetti Daar Londen zijn afgevaardigd om de be
middeling van Italië en Engeland in te roepen.
Uit Londen wordt gemeld, dat Engeland, Rusland en
Italië tusschenbeide willen komen, als Parijs bedreigd wordt.
Daarbij wordt ook op Oostenrijks medewerking gerekend.
Hoe weinig de Duitsche regering met een vrede ingenomen
is, die Frankrijks magt niet grondig fnuiken zou, kan men o. a.
uit artikelen van officiële en officiëuse Berlijnsche bladen zien,
en die zeer de aandacht verdienen.
»De diplomaten vliegen reeds heen en weêr," zegt de
Köln. Ztg., »en indien we geen onbepaald vertrouwen stelden
in de onwrikbaarheid des konings en van graaf v. Bismarck,
dan zou ons de vrees bekruipen, dat de diplomaten weór
mogten bederven wat de soldaten goed gemaakt hebben.
Duitschland heeft waarlijk den oorlog niet gezocht en zoekt
thans niets dan den vrede, maar een vrede die duurzaam ver
zekerd is, zulk een vrede, waarin de Europesche staten en
beurzen zich er niet meer bezorgd over behoeven te maken,
in welke stemming de bewoners der Tuileriën of de bevolking
van Parijs 's morgens uit bed zijn gestaptDe rol, die Frank
rijk sedert lang in Europa gespeeld heeft, zal en moet thans
een einde nemen; wat in de jaren 181315 door Europa
nagestreefd, doch niet bereikt werd, moet thans bereikt worden.
Doch er kan van vredesonderhandelingen geen sprake zijn,
zoolang de vijand niet volkomen geslagen, voor hij niet ook
in zijn eigen oogen is overwonnen door een magt, welke èn
door de regtvaardigheid harer zaak èn door haar zedelijk ge
halte sterker is dan hij, zoo lang hij zijn tot nu geleden neder
lagen aan toevallige omstandigheden toeschrijft, die spoedig
de zaken een keer zouden doen nemen. Elke vrede met hem
ware een wapenstilstand, en een onder den schijnschoonen
naam van vrede" vermomde wapenstilstand kan en zal Duitsch
land niet sluiten. De geheele Duitsche legerorganisatie, de
onmetelijke offers van een Duitschen volksoorlog staan dit
niet toe
«Eerst als de Franschen door den stroom zullen zijn
overmand of wèl wanneer de golven hen voor goed zullen
hebben verzwolgen, eerst dhn zal 't oogenblik voor de onzij-
digen gekomen zijn om eene vreedzame interventie te beproe
ven Tot op dit oogenblik kan niets met vrucht geschieden
Zdó laat zich de Morning-Post uit.
Hetzelfde blad zegt, dat de Fransche keizerlijke prins, noch
prins Achille Murat, noch graaf Benedetti te Londen geweest
zijn. Het vindt daarin aanleiding om te waarschuwen tegen
zoovele gewaagde berigten, die men in de wereld zendt.
Onder het opschrift »de eerste voorwaarde voor den vrede"
levert la France eene beschouwing, waarin o. a. wordt gezegd
«Elke stap, die het Pruisische leger op pnzen bodem doet,
verwijdert in plaats van het naderbij te brengen, het tijdstip
waarop het woord onderhandeling kan worden uitgesproken,
want hij verzwaart de taak om uit te wisschen, hij vergroot
de lijst van de ellende die gewroken moet worden."
De Times vergist zich, wanneer hij zijne vrienden te Ber
lijn aanraadt Frankrijk niet meer te verbitteren door tot Parijs
door te dringen. Van den dag af. waarop zij onze grenzen
hebben overschreden is er niet één Faanschman dien naam
waardig, die zich niet in 't hart getroffen gevoeltniet één
die niet in zijn binnenste gezworen heeft elk denkbeeld van
overeenkomst te verwerpen, zoolang nog één der overweldigers
den heiligen bodem des vaderlands betreedt.
La France oppert het denkbeeld dat de kamer op plegtige
wijze het nationale gevoel vertolke door de volgende verklaring
»Het Wetgevend Lïgchaam verklaart dat het geene over
eenkomsten of tractaten zal bekrachtigen, die zouden kunnen
gesloten worden zoolang de vijandelijke legers zich op Fransch
grondgebied zullen bevinden."
»Die verklaring moet een einde maken aan alle insinatiën
en alle zoogenaamd welwillendheden die bijna een beleediging
worden voor Frankrijk."
- Over de benoeming van Pruisische gouverneurs voor den
Elzas en Lotharingen, schrijft de half-officiële Constitutionel
het volgende: De heer von Bismarck zal vroeg oflaatleeren
dat men de Fransche natie niet als kleine Duitsche staten
haar eigendom ontneemt en dat de heer von Bismarck, zijn
neef tot gouverneur van eene Fransche provincie benoemende,
zich in eene onderneming wikkelt, bij welke hij niet alleen
Frankrijk, maar geheel Europa tegen zich zal vinden.
Zelfs de Timesvroeger de dienstvaardige echo van de plan
nen van den heer von Bismarck, komt thans op tegen de
begeerlijkheden van Pruisen, die het beschouwt als eene schen
ding van de beginselen der nationale souvereiniteit en als
»onvereeDÏgbaar met het behoud van een duurzamen vrede."
Wij voor ons zouden willen weten welke Europesche mogend
heid van de allernaatste toekomst verzekerd zou zijn, indien
Frankrijk er in bewilligde den vrede te sluiten tot den prijs
der afscheuring.
Naar aanleiding van den Napoleonsdag (15 Aug.) zegt
de Koln. Ztg. Op dezen dag was Parijs gewoon zich in zijn
feestelijken dos te vertoon en op dezen dag weergalmde alom
het gebulder der vreugdeschoten en hoorde men allerwege den
luiden kreet van »vive 1' Empereur Thans geen illuminatie,
geen vreugdevuur. Yol angst en siddering luistert Frankrijk
naar den donder van het geschut, hetwelk de overwinningen
verkondigt van het duitsche leger, en nergens hoort inen den
kreet van vroeger herhalen. De Bonapartische dynastie na
dert haar einde en thans voor goed, om zich nimmer weer te
verheffen. Maar noch Duitschland, noch het Daar vrede reik
halzend aardrijk wordt gebaat door eene vei-andering van
regerende geslachten, als niet tevens in Frankrijk dat beginsel
van grenzelooze zelfverheffing, van het nationaal Chauvinisme,
hetwelk niet dulden kan dat andere natiën gelijke regten be
zitten als die, welke Frankrijk voor zich eischt, wordt ver
nietigd. De naam des heerschers doet niets ter zake. Of de
monarch in Frankrijk den naam draagt van Napoleon I of
Lodewijk XIV, dien het volk »den groote" noemt, omdat hij
volop voedsel verschafte aan de booze hartstogten des volks,
dit heeft voor andere natiën volstrekt geen belang. Op Duitsch
land rust niet de taak om Napoleon van den troon te stooten,
maar wel om dien nationalen eigenwaan, welke de bakermat
is van het Bonapartische Caesarismus, en waaruit dit zijn
wasdom Leeft verkregen, voor altoos te fnuiken. De oplossing
der quaestie ligt hierinFrankrijk moet leeren dat er een
volkenregt bestaat, en dat het niet geoorloofd is ongestraft
de maatschappij, die behoefte heeft aan rust en vrede, voort
durend in angst en spanning te houden. Frankrijk moet
worden gedemoedigd en daardoor tot ootmoed worden gestemd.
Berlijn 21 Aug. De Staatsanzeiger zegtBehalve de
inbreuk op de conventie van Genève gemaakthebben de
Franschen op 18 dezer na onze overwinning ook op een door
ons afgezonden parlementair geschoteD die in het belang der
menschelijkheid mededeelingen omtrent gesneuvelde Franschen
wilde doen. Zijn trompetter is gedood.
Het «Journal Offieiel" bevat het keizerlijk besluit be
treffende de uitgifte der leening, waarvan het bedrag op 750
millioen franc, is vastgesteld, De koers van uitgifte is op
fr. 60.60 bepaaldde rente zal beginnen te loopen van den
1 Aug, e. k.
Betreffende de reis van den keizer van Verdun naar
Chalons, leest men het volgende: De keizer kwam aan het
stations-gebouw te Verdun, bijna zonder geleide. Daar ver
langde hij een trein. Sire, zeide de chef, ik heb hier slechts
een waggon dèrde klasse. Ik zal er mij mede vergenoegen,
gaf de keizer ten antwoord. Hij wilde niet dat men de bank
met een der rijtuigkussens zou bedekken, maar vroeg een
glas wijn. De stationschef spoelde het glas omdat hij bij
zijn ontbijt had gebruikten bood den keizer dat aan. De
keizerlijke prins was zeer vermoeid en wenschte zich het gelaat
en de handen te wasschen. De chef kon hem niets anders
dan hetzelfde glas met water gevuld, en een zakdoek geven.
De keizer en de prins schenen over deze buitensporige een
voudigheid niet eenmaal verwonderd. Men zond een machine
vooruit om den gang van den trein tot aan Mourmelon te
verzekeren.
Naauwelijks was de keizer weg, of een der officieren van
zijn huis kwam aan het station. Twee treinen komman
deerde hij, voor mijne lieden, mijne rijtuigen en mijne paarden.
En voor mij zeiven een waggon eerste klasse. Mijnheer, zeide
de stationschef droogjes, zoo even heeft de keizer een waggon
derde klasse voor lief genomen gij begrijpt dat ik u dus
niets beters kan aanbieden dan een goederenwagen. Ed zoo
kwam in den morgen van 17 Augustus, vóór het aanbreken
van den dagde keizer met zijn gevolg in het kamp van
Chalons.
3|ngE3onbcn.
Nederlanders!
Landgenooten Op en om de slagvelden in Frankrijk liggen
duizende onverzorgde slagtoffers van den strijd. Te vergeefs
smachten velen, zeer velen naar lafenis, naar geneeskundige
hulp. De ellende is door de opeenvolgende bloedige slagen
ten top gestegen. In donkere o vervulde vertrekken opcenge-
tast, zien zij smeekend uit naar geneeskundigen en zieken
verplegers. Op veie punten bestaat gebrek aan artsen, aan
levensmiddelen, aan laafmiddelen, aan verbandmiddelen, ja
zelfs aan heelkundige instrumenten. Het hart beeft en bloedt
bij het besef van zooveel ongelenigde smart en lijden.
Landgenooten Staaft uw ouden gevestigden roem van wel
dadigheid, Geeft overvloedig de blijken, dat de gelijkenis van
den barmhartigen Samaritaau niet te vergeefs voor u geschreven
en bewaard gebleven is. Die gelijkenis werd verpersoonlijkt
door 't Roode Kruiszij die zich onder den vaan van deze
instelling van liefde, weldadigheid en vrede scharen, vragen
niet naar landaard, geloofsbelijdenis of huidkleur alle lijders
zijn hunne broeders. Om aan die edele roeping der broeder
liefde te kunnen voldoen, is algemeene medewerking noodzake
lijk, dringend noodzakelijk. Daarom zet het oprigten van
plaatselijke comité's voortlaat de opgerigte comité's met
kracht en snelheid handelen. Geneesheeren die kunt, geeft
uwe kennis op die plaatsen ten beste waar zoo duldeloos veel
geleden wordt, snelt daarheen als reddende engelen Vrouwen
en mannen van Nederland, die de uwen kuDt verlaten, gaat
heen om te verplegen, om te beoefenen het groote liefdewerk
Die niet vertrekken kunnen, roep ik toegeeft, geeft over
vloedig geld, linnen, katoen, pluksel, watten, flanel, onder
goed, laafmiddelen in bussen en flesschen, vergeet geen in
strumenten indien die in uw bezit of verkrijgbaar zijn.
Landgenooten! handelt snel en met volharding; ieder uur
vertraging is vermeerdering van naamloos lijden. Lenigt dat
en de zegeningen van stervenden en gewonden zullen zich
voegen bij de voldoening van uw pligt volbragt en de men
schelijkheid eene schrede voorwaarts geleid te hebben.
H. SLOT.
Inspecteur van de Geneesk. diëtist der Zeemag4.
s Gravenhage20 Augustus 1870.