"nieuwstijdingen.
Geene bedenkingen bestaande, behoudens de zoo even ge
noemden, stelt de commissie van rapporteurs voorde goedkeu
ring van de begrooting.
Verder wordt in het rapport nog melding gemaakt, dat,
afgescheiden van de voor de bestrating uitgetrokken som,
enkele leden van oordeel waren, dat ingevolge vroeger ge
nomen besluiten, de Achter-Binnenhaven regt had op de vol-
tooijing van de aangevangen bestrating; terwijl andere leden
meenden, dat in de Nieuwstad grooter behoefte was aan be
strating dan aan de Achter-Binnenhaven dat de commissie
meent in de regeling van het Dag. Bestuur, met de Commissie
voor Gemeentewerken, te moeten berusten, erkennende dat aan
een deel der Achter-Binnenhaven reeds groote sommen voor
bestrating zijn besteed en dat in de straten in het Land
meerdere behoefte bestaat dan in de Nieuwstad. Dat ook
de commissie zich vereenigt met de begrootingen van het
Burg. Armbestuur, van het Algem. "Weeshuis en van de schut
terij, zoo als die door het Dag. Bestuur is voorgesteld; stelt
ook de goedkeuring daarvan voor.
De Voorzitter verzoekt den Secretaris de begrooting hoofd-
stuksgewijze aan de vergadering voor te lezen.
Nadat daaraan is voldaan, deelt de Voorzitter mede, dat
is ingekomen een verzoekschrift van een aantal bewoners der
Achter-Binnenhaven, en verzoekt den Secretaris daarvan le
zing te doen.
De Baad wordt daarin verzocht in ernstige overweging te
willen nemen, dat de Achter-Binnenhaven van de Watersteeg
tot den ingang van het Heldersche Kanaal nog niet bestraat
isdat zij vorige jaren, toen in de Vlaming- en Spoorstraten
eene bestrating dringend noodzakelijk was, hebben gezwegen,
doch daar die werken thans voltooid zijn, verzoeken zij dat
de modderpoel op het door hen aangewezen gedeelte der Achter-
Binnenhaven worde vervangen door bestrating.
De Voorzitter zegt dat de beslissing van het Dag. Bestuur
hier zeer moeijelijk is, dat wat anciënniteit aangaat, men aan
de Achter-Binnenhaven gelijk heeftdoch wat de behoefte aan
gaat, die in het Land dringender is; alwaar het meer volge
bouwd is, en de modderpoel grooter is dan aan de Achter-
Binnenhaven. Sprekers morele overtuiging is, en hij houdt
zich overtuigd dat ook van een ieder, die eene inspectie in loc
houdt, zal zijn dat het Land in deze de preoriteit heeft.
Mogt er echter van de uitgetrokken som van -f 10,700. nog
een gedeelte beschikbaar blijven, is hij niet ongenegen dat aan
de Achter-Binnenhaven te besteden.
De heer do Lange is van hetzelfde gevoelen.
De heeren Berghuijs en Hugenholtz van een tegenovergesteld.
De heer Graat zegt, de vraag moet zijn waar bestaat de
meeste behoefte. Spreker is er voor geene wijziging te bren
gen in de voorgenomen regeling.
De heer Janzen stemt in met den heer Graat, enzegt.dat
de gronden in de Nieuwstad verkocht zijn met het vooruit-
zigt op een spoedige bestrating en dat er nog niets gedaan is.
De heer Berghuijs zegt, dat aan het bedoelde gedeelte van de
Achter-Binnenh. ook nog niets gedaan isdat het zoo nabij het
basin-station van den spoorweg is gelegen, en dat nu het einde
van de bestrating, waarmede aan den Helder begonnen is,
niet worde afgewerkt, al te erg isdat hij op andere punten
van de gemeente meermalen vernieuwing der bestrating heeft
zien maken, waarbij hij dacht dat ze zeer goed uitgesteld had
kunnen worden en beter besteed had geweest aan de Ach
ter-Binnenhaven.
Do heer Jauzen voert aan, dat de weg op de zon ligt, een
goed afschot heeft en niet in dien ergerlijken toestand verkeert
als het Land en de Nieuwstad.
De Voorzitter brengt in omvraag, het voorstel van de com
missie van rapporteurs, om in de voorgedragen regeling te
berusten, waarbij erkend wordt dat aan bestrating van de
Achter-Binnenhaven niet die dadelijke behoefte bestaat.
Wordt aangenomen met 12 tegen 2 stemmen. Tegen stem
den de heeren Berghuijs en Hugenholtz.
Daarna wordt de begrooting met algemeene stemmen aan
genomen, ook die voor het Burg. Armbestuur en het Algemeen
Weeshuis; alsmede die voor de schutterij, zoo als ze door het
Dag. Bestuur is voorgedragen.
Voor de gemeente tot een bedrag van fl73,4l0.70§
het Burg. Armbest. 11,000.00
het Alg. Weeshuis 14,045.87
de Schutterij n 1,380.50
2). Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Dat op 10 dezer de kas en boeken van den gemeente
ontvanger zijn opgenomen en in orde zijn bevonden. In kas
f 48,213.58|-. Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Dat is ingekomen de rekening en verantwoording der
schutterij over 1869. Op voorstel van den Voorz. wordt be
sloten, die rekening aan de Secretarie voor de leden ter visie te
leggen, en ze te behandelen in de eerstvolgende vergadering.
c. Dat tot leden van het collegie van zetters door den
Commissaris des Konings, uit het door den Raad voorgedragen
dubbeltal benoemd zijn de de navolgende heeren D. de Lange,
W. J. Maalsteed, C. Berghuijs, C. Abbenes, mr. D. P. H.
Aberson en L. Jelgersma, met den Burgemeester der gemeente
tot Voorzitter. De leden hebben de benoeming aangenomen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
d. Dat is ingekomen een antwoord op het verzoek aan den
Minister van Binnenl. Zaken, om een gedeelte van de stort-
gronden in afstand te mogen bekomen, tot het verplaatsen
daarheen van de mestbelt. Op dat verzoek wordt afwijzend
beschikt, als moetende de stortgronden beschikbaar blijven tot
eventuele verbetering van het Noordh. Kanaal; dat echter
door den hoofd-ingenieur van den waterstaat in deze provincie
in bedenking wordt gegeven, dat door de gemeente een paar
groote bakken worde aangeschaft, om daarin de te verwijderen
stoffen te vervoeren, elders te verkoopen of buiten de haven
in zee te storten. Wordt voor kennisgeving aangenomen en
goedgevonden bij eene nadere behandeling dezer aangelegen
heid, het advies van den hoofd-ingenier in overweging te nemen.
e. Dat is ingekomen eene kennisgeving van het hoofdkïes-
district Alkmaar, dat de verkiezing van een lid voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal zal plaats hebben op Dingsdag
25 October, en zoo eene herstemming moet plaats hebben do
Dingsdag 8 November.
Dat in deze gemeente tenzelfden tijde zal plaats hebben de
verkiezing voor een lid van den Raad dezer gemeente. Tot
leden van het stembureau worden benoemd de heeren de Lange
en Groentot plaatsvervangers de heeren Maalsteed en
Berghuijs.
Dat is ingekomen een brief van mejufvrouw v. d. Burgh,
waarin zij te kennen geeft, voornemens te zijn, ora het te
verleenen onderwijs aan hare leerlingen eene meerdere uit
breiding te geven, door er aan toe te voegen eenige lessen
in de natuurkunde. Daar dit eene vermeerdering van
onderwijzend personeel zal vereischenworden natuurlijk
daardoor de uitgaveu grooter, en zou zij genoodzaakt zijn, of de
schoolgelden te verhoogen of van den Raad daarvoor eene
toelage te verzoeken. De keuze daarvan acht zij voor zich
zeer moeijelijk en wenschte daarom den Raad te doen beslissen.
Vindt echter geen van beiden ondersteuning, dan zal zij er
niet verder op aandringen.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. het zeer nuttig achten
dat ook de vrouwelijke leerlingen eenigzins meer uitgebreid
onderwijs ontvangen, endaar voor het lager onderwijs inde
gemeente zoo vele gelden ten koste worden gelegd, meent hij
de gevraagde toelage op f150.te mogen stellen.
De heer de Lange verklaart er zich tegen en zou het een
onbillijkheid achten, om die uitgaven te brengen ten laste
van al de ingezetenen, daar zij slechts komen ten bate van
een klein getal meer gegoede ingezetenen.
De heer Graat wijst den heer de Lange op de school van
den heer Blok, waarvan toch ook niet ieder een gebruik kan
maken, en zegt waar zoo veel voor de jongens wordt gedaan,
behoort men toch ook iets voor de meisjes te doen. Spreker
acht het wel degelijk in het belang van het algemeen dit
kleine offer te brengen.
De heer de Lange zegt, dat hij niet tegen de uitbreiding
van het onderwijs] is, maar hij verlangt, dat die standen, die
er van profiteren, ook uitsluitend de lasten zullen dragen.
De heeren Hugenholtz en Janzen verklaren zich voor het
voorstel.
De Voorzitter licht nader toe, dat het voornemen is het
bedoeld onderwijs niet in de school van mej. van den Burgh
zelve te geven, maar op een der lokalen van de industrie
school, alwaar de benoodigde instrumenten, enz. voorhanden zijn
Het voorstel wordt aangenomen met 14 tegen 1 stem die
van den heer de Lange.
Do Voorzitter vraagt of bij de leden iets bekend is omtrent
een verwacht wordenden brief van het bestuur van het Ar
tillerie-Vrijkorps, betrekking hebbende op den te houden
schietwedstrijd.
Geen der leden kan hierop inlichting geven, noch verlangt
een voorstel te doen.
Bij de gewone rondvraag zegt de heer de Breuk het woord
te, vragen, tot het doen van twee opmerkingen.
1. Dat tot eene proefneming van het nieuwe reglement op
den afslag van visch een termijn bepaald is van zes maanden,
die thans reeds verstreken is; wanneer er dus geene aanmer
kingen zijn, dringt Spreker aan op eene definitieve vaststelling,
daar de tijd van aanvoer van visch thans begint te nadereD.
De Voorzitter zegt, dat er eenige aanmerkingen bestaan
waarvan hij een volledig verslag heeft verzocht, doch nog niet
heeft ontvangen, hij zal er op aandringen.
2. Zegt de heer de Breuk B. en W. in bedenking te willen
geven, om de som, die zich in de gemeentekas bevindt, thans
weder bedragende ruim f48,000, rentegevend. te maken.
De Voorzitter zegt daar meermalen aan te hebben gedacht,
dat gedurende eenigen tijd te dezer plaatse dat idee met goe
den uitslag in practijk is gebragt, dat het ook in andere ge
meenten wordt gedaan en bij het Dag. Bestuur een punt vau
•overweging zal uitmaken.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 21 Oct. 1870.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger van het regt van
registratie voor geregtelijke en administratieve acten en van
de domeinen te Middelburg, den heer mr. L. J. Bouricius,
thans ontvanger der registratie en domeinen alhier.
De Centrale kiesvereeniging in het hoofddistrict Alk
maar, hield Woensdag 11. weder eene algemeene vergadering
te Schagen, tot verkiezing van een candidaat voor het lid
maatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
daar de heer Knoop gemeend heeft onder de bestaande om
standigheden, de candidatuur voor dit district niet te kunnen
aannemen. Na korte beraadslaging koos de vergadering met
algemeene stemmen tot candidaat jhr. mr. H. G. C. L. Janssens,
te 's Graven hage.
Zr Ms. sch roefstoomschip 4° klasse Dommelkomman-
dant de luitenant ter zee le klasse jhr. A. C. van Haeften,
is heden morgen van hier vertrokken naar W.est-Indie.
Zr. Ms. stoomfregat de Wassenaer is heden voor
middag van de reede in de haven gestoomd.