NIEUWSTIJDINGEN.
zij voor het volk nadeelig zou werken dan omdat zij in
strijd is met het belang hunner partij. Van daar die hoog
dravende woorden van het schenden van koninklijke regten
en nationale belangen. Van daar eindelijk de zijdelingsche
beschuldigingalsof de voorstanders beiden zoeken te vernie
tigen. Wij behoeven slechts te wijzen op den huidigen oor
log, om een groot gedeelte van hunne beweringen krachteloos
te maken. Ook deze is immers begonnen zonder de vrije
beschikking over 's lands gelden? Of zal men beweren, dat
hij dringend gevorderd werd in het belang des lands? Vraag
het den fransehen vraag het den pruisisclien burger slechts.
Wanneer het mogelijk ware, dat plotseling de vrede gesloten
wierdewij houden ons overtuigddat de soldaten die nu
elkander zoeken te dooden elkander zouden omhelzenen
wat zouden de vorsten doen En zulk een oorlog noemt men
Eationaal
Wij komen dus tot het besluit, dat het eerste middel, na
melijk den vorsten een deel hunner magt te ontnemen niet
tot het doel zal leiden dewijl het thans zeer zeker ontijdig
zou zijn en strijdig met het regt, waarop de vorst niet min
der aanspraak heeft dan de burger. Op het tweede middel
hopen wij nader terug te komen.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 28 Oct. 1870.
Bij de heden te Alkmaar plaats gehad hebbende opening
der stembriefjes ter verkiezing voor een lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, is de uitslag als volgtuitgebragt
2018 geldige stemmen, waarvan 1083 op den heer jhr. mr.
C. van Eoreest en 914 op den heer jhr. mr. H. G. C. L.
Janssens; zoodat gekozen is de heer Jhr. Mr. G. van
EOREEST.
De uitslag van de verkiezing voor een lid van den
Gemeenteraad alhier, hebben wij Woensdag jl. reeds bij af
zonderlijke briefjes aan onze abonnés binnen deze gemeente
bekend gemaakt. Eene herstemming moet plaats hebbeu
tusschen de heeren W. C. M. van Bruggen die 80 en Ch.
van Veen die 32 stemmen hebben bekomen.
Woensdag morgen kwam hier uit zee terug Zr. Ms.
stoomschip Dommelkommandant van Ilaeften. Genoemde
bodem heeft in de Noordzee veel stormweder doorgestaan en,
naar wij vernemen, aan de groote mast en de voorsteven
meer of min belangrijke averij bekomen, terwijl door het
zware werken, het bovendek zeer lek was geworden. Men
was de Engelsche kust nabij geweest.
Gisteren is bij de directie der marine alhier aanbesteed
de uitvoering der werken voor het onderhoud der dok-, sluis-
en andere waterwerken van het maritieme etablissemeut
Willemsoord, gedurende het jaar 1871. Er waren ingekomen
8 inschrijvingsbilletenals, van de heeren: Gebrs. Klein,
voor f12,850; Gebrs. Korff, f12,800; W. van der Woning,
f12,777 J. van der Woude, f 12,750; Gebrs. Moorman,
f12,400; A. Vos Rzn.f11,900; P. Spruit, f11,870
Gebrs. Janzen, f 10,134.
De minister van Marine brengt ter kennis van belang
hebbenden dat de quarantaine-maatregelen ook zullen worden
toegepast op de schepen, die uit de havens der Zwarte Zee
in eene Nederlatidsche haven binnenvallen, naardien gebleken
is dat de cholera te Odessa, Taganrog en Charkow heerscht.
Door de Commissie voor het afnemen der examens in
Nederlandsch Oost-Indie, is de acte van hoofdonderwijzer
toegekend aan den heer A. Bommel, hulponderwijzer te
Banjermassin, eiland Borneo.
Z. M. heeft herbenoemd als burgemeester van Texel
den heer C. Loman als burgemeester van Broek op
Langedijk J. van Bommel, secretaris aldaar.
Men schrijft ons van Texel
Maandag jl. is op het strand achter den Hoorn aange
spoeld een lijk, gekleed met grijze broek, zwart lakens buisje,
wit katoenen hemd en een paar oude laarzen, alles zonder
merken. Het lijk was in verren staat van ontbinding en
zonder hoofd.
Men schrijft ons van Terschelling, 26 Oct.
De Amerikaansche bark Kolgaonlangs zonder equipage
hier binnen gebragt, is heden door de duiker-stoomboot
Antagonist naar zee gesleept, ter opvolging zijner bestem
ming naar Hamburg. Behalve den kapitein en stuurman,
bestond de geheele equigage uit jeugdige zeelieden van hier.
Men schrijft uit Vlissingen 27 October: Heden werd
hier, onder bevel van een Eransch marine-officier, binnenge-
bragt de prijsgemaakte Noordduitsche schoeuer Elise.
Tn het officiepl gedeelte van de Nieuwe Noord-Hollander
leest men het volgende
*De burgemeester van Alkmaar verklaart '/voor onwaarheid"
het berigt, voorkomende in de AIJcm. Cl. van 23 Oct. jl.
en geteekend door W. van der Kaay," aangezien door den
oudergeteekende geen last aan den commissaris van politie
te Alkmaar is gegeven, om den gemeente-aanplakker te ver
bieden, billetten betrekkelijk eene aanbeveling van jhr. mr.
H. G. C. L. Janssens tot lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, in dezelfde Courant boven dat berigt geplaatst
op de gebruikelijke wijze aan te plakken.
Dergelijke last zou in strijd zijn met art. 3, 2e lid der
instructie van den Stads-aanplakker (Geraeeuteblad van Alk
maar No. 68, van 1869), welke verordening den heer W.
van der Kaay, als lid van den gemeenteraad, in zijn bezit heeft.
//Alkmaar, 25 Oct. 1870.
r/De Burgemeester voornoemd
//A, Maclaine Pont."
Men schrijft uit Amsterdam 25 October
Als een tegenhanger van hetgeen te Alkmaar met betrekking
tot het aanplakken van verkiezingsbilletten geschiedde, kan
van hier worden medegedeeld, dat aan den sladsaanplakker
onlangs officieel is kennis gegeven van het wijzigen der be
palingen van zijn admissiehet voorschrift dat hij alles wat
niet publieke veilingen en dergelijke onschuldige aankondi
gingen betrof, vooraf moest onderwerpen aan het oordeel van
den hoofdcommissaris van politie, is opgeheven op dit gebied
heerscht dus nu in de hoofdstad de meest gewenschte vrij
gevigheid. Eenige stappen door den uitgever van het weekblad
Asmodee genomen, moeten niet zonder invloed zijn gebleven
op de gedragslijn van het dagelijksch bestuur.
Door wijlen mejufvrouw Cornelia Egberta van IJsseldiik,
onlangs te Amsterdam overleden, zijn de volgende aanzienlijke
legaten gemaakt, als: f 12,000, inschrijving 2£ pet. aan de
N Hervormde diaconie daar ter stede, en sommen van gelijk
bedrag aan de diaconien der zelfde gemeente te Hilversum en
te 's Gravenhage.
Zooals bij vele strafzaken het geval is, was ook de
volgende, die Dingsdag jl. voor de regtbank te Rotterdam
behandeld werd, het gevolg van misbruik van sterken drank.
Een bakkersknecht was gedurende vijf jaar in dienst bij
een bakker aldaar, tegen een loon van f 6.80 "s weeks, en
een brood per dag. Op zekeren dag wordt hij, zooals dage
lijks geschiedde, met brood en pasgeld uitgezonden, te zamen
tot een bedrag van f 33.44J, doch zijn baas wacht te ver
geefs op zijne terugkomst: door verleiding en den sterken
drank, tot grootere verteringen aangezet dan hij kon bestrijden,
wist hij zich niet meer te redden en had hij met een ka
meraad de vlugt genomen naar Hellevoetsluis, van waar hij
zich alleen met de stoomboot naar Londen begaf.
Na aldaar twaalf weken vertoefd te hebben, verhuurde hij
zich, door nood gedrongen als kok op een schip, en werd te
Sunderland ontslagen, daar hij door een val in het ruim ge
kwetst was geworden.
Daarna was hij naar Stockholm gegaan, vanwaar hij door
middel van den consul naar Copenhagen en vervolgens uaar
Amsterdam was gebragt, en zich toen vrijwillig in handen
der politie te Rotterdam had gesteld. Tegen den bekl. die groot
berouw scheen te hebben over het gebeurde, werd eene cel
lulaire gevangenisstraf van twee maanden en eeue boete van
f 12.50 gerequireerd.
In het Handelsblad leest men
„De geruchten, in de laatste dagen verspreid betrekkelijk een voorval, dat
in de diergaarde van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap alhier, en wel
met een der belangrijkste dieren heeft plaats gevonden, nopen ons de toe
dracht der zaak zoo volledig mogelijk mede te deelen
„Het is bekend, dat het Genootschap telken jare kosteloos den toegang
ontsluit voor weezen en ouden van dagen, door de liefdadigheid verpleegd.
Zaturdag 8 October was, op de aanvrage van heeren regenten, aan een klein
getal weezen der Christelijk Gereformeerde gemeente, ouder toezicht van drie
geleiders, toegang verleend. Vier of vijf der weezen kwamen in het verblijf
der nijlpaarden, waarin niemand aanwezig was buiten den oppasser, die al
dadelijk aan de weezen moest verbieden de dieren noten toe te werpen, waar
mede hun bezoek aanving. Weinige oogenblikkcn daarna vernam hij een
eigenaardig gekraak en bemerkte dat het vrouwelijke dier vrij dikke stukken
glas tusschen de zware kiezen verbrijzelde. Het gelukte hem slechts een stuk,
de hals van een blaauwachtig gekleurde ilesch, uit den muil te grijpeu de
jongens waren onder dit bedrijf verdwenen. Onmiddelijk door den oppasser
vervolgd, ontkenden zij de dieren iets te hebben toegeworpen.
„Teu gevolge der ernstige aanklacht, bij heeren regenten ingediend, is het
echter gelukt den schuldige tot bekentenis te brengen. De Ilesch was uit
het matrozcühospitaal te Londen herkomstig en door een anderen jongen,
met geestrijk vocht gevuld, medegebragt.
„Het is verder gebleken, dat een der jongens gewaarschuwd had, dat het
worpen der Ilesch in den muil van het dier doodclijko gevolgen kon hebben
Juist het laatste feit bewijst, helaasdat de daad niet aan onbedachtzaam
heid kan worden toegeschreven, maar in deze slechts aan boosaardig opzet
te deuken valt.
„Sedert het treurige voorval worden de uitwerpselen der Nijlpaarden naauw-
keurig onderzocht, ten gevolge waarvan reeds een aantal fragmenten van de
Ilesch zijn ternggevondeu intusschen wordt nagenoeg nog vermist, zoodat
de vrees blijft bestaan dat het zoo belangrijke dier op eene jammerlijke wijze
kau verloreu gaan ofschoon tot heden geen sporen van lijden zijn te bespeuren.
„Doch, hoe ook de alloop zij, diep betreurenswaardig mag het heeten, dat
een afschuwelijk misdrijf als dit, geheel nieuw in de geschiedenis van het
Genootschap, werd bedreven door een devgeuen, voor wie vrijgevig de gele-
gendheid wordt geopend, om zich in du wondercu der schepping te verlus
tigen en met dankbaarheid, liefde en eerbied te aanschouwen wat met zooveel
moeite, zoovele kosten ter verspreiding van nuttige kennis en wetenschap
werd bijeengebragt.
„Moge het voorval aan vele de overtuiging schenken, dat tot de vorming
van nutige burgers grondig onderrigt, vrijziunige opvoeding met strenge tucht
hand aan liaud moeten gaan."
Bestuurderen van het Genootschap voornoemd
F. C. ZILLESEN, President.
E. W. CRAMERUS, Secretaris.
Wij zijn het geheel eens met de onderteekenaars. Het
voorval werpt een zeer eigenaardig licht op de voortreffelijk-
Jieid der beginselen, die men op de christelijke scholen aan
de jeugdige leerlingen weet iu te prenten.