ELDSRSCHE COURANT. Jïieums* en Woensdag ilf)uer(entic-f)fnf). 23 November. Tiende Jaargang. Diplomatie en Christendom. M 990. 1870. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GIL T J E S. <Ö>jftriëd gebrelte. POLITIE. Dezer dagen op de publieke straat gevonden de navolgende voorwerpen, al3 Een Gouden OORBELLETJE, een RO ZENKRANS, een CHEMISET en een paar MANCHETTEN en een BEDLAKEN. De regtmatige eigenaars kunnen die goe deren ten burele van den ondergeteekende terug bekomen. De Commissaris van Politie Helder, 21Nov. 1870. A. C. BOONZAJER. jgiEt-nficiëcl gcöcelte. Het zou ons weinig bevreemden, dat sommige onzer lezers met een glimlach de bovenstaande woorden naast elkander zien staan. Maar waarom dan toch? Heeft de diplomatie met hét christendom niets te doen Behooren beiden niet gepaard te gaan Kunnen zij niet vereenigd werken Sluit het eene het andere buiten? Zijn zij in strijd met elkander? Ziedaar eenïge vragendie wij met weinig inspanning zouden kunnen vermeerderen, en die ons toeschijnen wel der moeite waardig te zijn, opzettelijk onze aandacht bezig te houden. Door diplomatie verstaan wij hier de regeringen der volken, vooral met het oog op de betrekkingen, die tusschen hen be staan. Het doet dus weinig af, of een koning of keizer aan het hoofd staat, dan of de regering republikeinsch iselk volk heeft zijne naburen, waarmede het betrekkingen aan knoopt van verschillenden aard en de diplomatie heeft tot roeping, die in het onderling belang te regelen en te bevor deren. Die taak is soms verre van gemakkelijk, maar natuur lijk hoogst gewigtig, dewijl de stoffelijke belangen van dui zenden, zoo niet millioenen daarmede in het naauwst verband staan. Bedenkeü wij daarbij, dat niet alle volken onder de zelfde wetten' levendat niet bij allen dezelfde begrippen van regt en pligt heerschendat het eigenbelang overal een mag- tigen invloed uitoefentdat de denkbeelden van eer ook nog al uiteenloopend zijndan wordt het duidelijk, dat de diplomatie vrij wat voor hare rekening heeft, en dat het vol strekt niet hetzelfde is, hoe zij hare taak vervult. En heeft het christendom daarmede niets te maken Wij wenschen dit woord thans in een ruimen zin te be schouwen en dan behoeven wij geene uitvoerige omschrijving. Wij denken hier niet aan bijzondere stellingen of vormen, maar enkel aan dat verheven beginsel, dat menschenliefde, eerlijkheid en waarheid, als zijne voornaamste attributen be schouwd dat onbestaanbaar is met alles wat gemeen en laag is dat het hart van den mensch geheel behoort te vervullen en al zijne daden te besturén. Indien zin beschouwd, kan het zelfs worden gevonden bij hen, die zich niet aan de christelijke gemeente aansluiten, bij den Israëliet en den Mahomedaan zoowel als bij den Protestant en den Katholiek. Wij wen schen dus dat woord thans in dien ruimen zin op te vatten, en dan herhalen wij de vraag hebben diplomatie en christen dom niets met elkander te maken? Wanneer wij uitgaan van de bovenstaande omschrijvingen, dan kunnen wij niet anders zeggen, dan dat beide zaken in het naauwste verband met elkander behooren te staan dat de eerste zonder de laatste hare roeping moeijelijk kan vervullen, en dat beiden te zamen alleen in staat zijn, het geluk der volken, dat toch beider doel behoort te zijn, te vestigen. Doch wat leert ons de ondervinding Wij willen de geschiedenis niet opslaan, maar alleen op en kele verschijnselen van den dag wijzen, en dan komt die on gelukkige oorlog ons al weder dadelijk voor den geest. De onzijdigheid van België is door degroote mogendheden gewaarborgd. De Belgische regering heeft niets gedaan, waar door zij zich dien waarborg onwaardig heeft gemaakt. En wat hebben wij zien gebeuren Een dier mogendheden heeft reeds geruimen tijd alle mogelijke middelen in het werk ge steld, om zich van dat gewest meester te maken. De plannen werden in het geheim gesmeed, terwijl men uiterlijk in woorden en daden de grootste welwillendheid betoonde, om zijn slagt offer in slaap te wiegen. Wat is dit anders dan huichelarij? Maar kunnen dan de diplomaten tevens huichelaars en chris tenen zijn Welligt is dit echter aan de Fransche ligtzïnnigheid, die bijna spreekwoordelijk is geworden, voor een groot deel toe te schrijven. Laat ons zien. Bismarck kent de gesmeede plannen en keurt ze niet af; integendeel, hij doet er zijn voordeel mede, zooveel hem mo gelijk is. Zoodra het echter de belangen van zijn rijk kan bevorderen maakt hij de geheime plannen openbaar, en neemt daarbij den schijn aan van eene onschuld, waaraan niemand het minste geloof hecht. Maar kan dan een diplomaat tegelijk verrader en christen zijn Bij eene zoo godsdienstige rege ring als die van Pruisen, die zelfs eene godsdienstoefening wil houden, alvorens Parijs plat te schieten, kan niet aan ligtzinnigheid gedacht worden. Het volk, dat zich als uit verkoren beschouwt, waarvoor de God der Heerscharen strijdt, mag niet ligtzinnig worden genoemd. Eene andere vraag is het echter, of wij hier aan huichelarij of dweeperij moeten denken aan christendom echter stellig niet. De Franschen worden intusschen zwaar gestraft voor de plannen van hunnen keizer en zijne handlangers, en niet on verdiend, maar toch is het een eenigzins vreemd verschijnsel, dat de regering van Pruisen het werktuig is, om de straf toe te passen. Dit zou ons bijna doen gelooven, dat zij werkelijk onschuldig was, want een koning bij de gratie Gods kan toch bezwaarlijk aan de Fransche regering eene straf toedienen voor misdaden, waaraan hij zelf medepligtig zou zijn. In dat geval zou die titel de grootste aanmatiging der wereld zijn, of is iets dergelijks, dat anders ieder Christen verfoeit, den diplo maten veroorloofd Wanneer wij intusschen het oog vestigen op de houding der andere mogendheden, dan vinden wij bij hen even weinig christelijks als bij de twee genoemde. Rusland konde, naar allen schijn, reeds lang aan het moorden en branden een einde hebben gemaakt. Die regering doet echter geheel iets anders zij maakt van de schoone gelegenheid gebruik, om een vroeger gesloten tractaat te verbreken, ten einde de handen vrij te hebben, om hare plannen uittevoeren, en haar eigen belangen te bevorderen. Of daardoor nu eenige duizenden meer of minder het leven verliezen, wat gaat dat de diplomatie aan? Zulke kleingeestige overwegingen laat zij van het christen dom over. Rusland echter is niet het land, waar men het christendom het eerst zoekt. Met Engeland is dat iets geheel anders. Daar behoeft men slechts een enkelen Zondag door te brengen en men is overtuigddatalthans naar het uiterlijke, de voor schriften van het christendom hoog in waarde worden gehou den. De winkels, de plaatsen van uitspanning, zijn gesloten, maar de kerken ontvangende menigte, en wie weet. hoevele gebeden daar opstijgen voor de ongelukkige slagtoffers van dien oorlog. Het bevreemdt dan ook niet, dat de Engelsche diplomatie eindelijk heeft besloten een wapenstilstand voor te stellen. Wij zeggen eindelijkWel hadden wij het vroeger gewenscht, maar als het voorstel eens niet aangenomen werd, welk eene wonde zou dan aan het eergevoel van die regering zijn toegebragtDie wonde zou immers veel pijnlijker zijn geweest dan die der slagtoffers van kruid en lood. Boven dien zou het welligt stoffelijke schade hebben ten gevolge ge had en dat kan toch niet door eenige menschenlevens wor den opgewogen. Dat zouden al weder van die bekrompen christelijke gevoelens zijn. Engeland heeft dan een wapenstilstand voorgesteld. De Fransche voorloopige regering ontvangt het voorstel met blijd schap de Pruisische verklaart zich evenzeer bereid om te on derhandelen ied'èr verwacht elk oogenblik het berigt te ver nemen dat hij gesloten is. En wat kan men ook anders denken nu de laatstgenoemde blijken geeft de vroeger zoo hoog gestelde eischen te willen verzachten Toch wordt de wapenstilstand niet gesloten. Eene kleinig heid verhinderde het. De Franschen achtten het billijk dat zij gedurende die 25 dagen den zich te Parijs bevindenden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1