ELDERSC COURANT. Jïieums- en Woensdag <flÖoertentie--öfaD. 4 Januarij. NATIONALE mum M 1005. Elfde Jaargang. 1871. €>finccï gcbccïte. Tweede Kennisgeving. JSict-nfficiccl gcöccïtc. Het verleden is de spiegel der toekomst. Verschijut DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertektien van 14 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelievo men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILTJES. Onder de Nieuwjaarsgroet, voorkomende in ons noramer van 1 Januarij jl., zijn geplaatst 214 namen, daarvoor is ontvangen f 108. gaat af voor 214 exempl. a 5 Ct. f 10.70 verdere onkosten 5.30 16.— f 92.— Het aantal bedeeld wordende armen bedraagt 368, zoodat ieder tot zijn aandeel zal bekomen 25 Centen, die bij de eerstvolgende bedeeling extra zullen worden uitgereikt, door bemiddeling van de verschillende armbesturen in deze ge meente, waaraan de gelden zijn afgedragen, als volgt: Hervormd u 120 n 30. Roomsch Cath. 65 16.25 Oud-R. Cath. u 16 4.— Israëlitisch 15 3.75 Chr. Ger. n 9 2.25 H Doopsgezind n 7 1.75 6 n 1.50 V JJ Evang. Lutb. 3 w 0.75 ƒ92.— OPROEPING TER INSCHRIJVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER gezien de artt. 15 tot 20 der Wet betrekkelijk de Nationale Militie, van den 19 Augustus 1861 (Staatsbl. no.72), breDgen de navolgende wetsbepalingen ter kennis van de inge zetenen Dat alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januarij 1871 hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, verpligt zijn zich ter inschrijving voor de Militie aan te geven tus- schen den 1 en 31 Januarij aanstaande. Zij die zich na den 31 Januarij, doch voor den 31 December 1871 ter inschrijving aanmelden, worden alsnog ingeschreven, doch verbeuren eene boete van f25. tot f100. En dat zij, die eerst na het intre den van hun 19 jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20e jaar, ingezetenen worden, eveneens tot die aangifte verpligt zijn, zoodra zij de hoedanigheid van ingezeten verkrijgen. Dat voor ingezeten wordt gehouden 1. Hij wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is, volgens de wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad no. 44), luidende artikel 3 dier wet aldus „Gevestigd of ingezeteneu zijn, die .binnen het Rijk in Europa beb- „beu gewoond „a. Gedurende de drie laatste jaren. „b. Gedurende achttien maanden na aan het bestuur hunner woou- plaats het voornemen tot vestiging te hebben verklaard. „Nederlanders zijn: gevestigd of ingezetenen, die gedurende de laatste „achttien maanden hunne woonplaats biiinen het 'Rijk in Europa heb- „ben gehad. „Nederlanders, die ter zake van 's Lands dienst in een vreemd laud „wonen, worden voortdurcud als ingezetenen beschouwd. „De bepalingen vau ingezetenschap, in bijzondere wetten voorko- mende, gelden alleen voor zooveel betreft de onderwerpen in die „wetten behandeld." 2. Hij, die geent ouders of voogden hebbende, op 1 Januarij 1871 gedurende de laatste achttien maanden in Nederland verblijf zal heb ben gehouden. 3. Hij, van wiens ouders de langst levende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf houdt. Dat voor ingezeten niet gehouden wordt de vreemdeling, behoorende tot een staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstpligtighcid het beginsel van wederkecrigheid is aangenomen. Dat voor de Militie niet wordt ingeschreven 1 De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon vau een ingezeten, die geen Nederlander is 2. De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten. 8. De zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks Overzeesche bezittingen of koloniën woont. Dat de inschrijving behoort te geschieden 1. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze over- ledeu, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2. Vau een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar hij woont 3. Van hem, die geen vader, moeder ol voogd heeft, of door dezen is achtergelatenof w iens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de ge- meeute waar hij woont 4. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake vau 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heoft En wordeu diensvoïgens bij deze opgeroepen alle mannelijke ingezetenen dezer gemeeute, die in den jare 1S70 den 18jarigen leeftyd hebben bereikt, nog zullen bereiken, en mitsdien degenen, die geboren in den jare 1852, op den eersten Januarij 1871 hun 19de jaar zijn ingetveden, om zich ter inschrijving voor de Militie, bij hen, Burgemeester en Wethouders, aan te geven in bet Raadhuis der gemeente, op den 2den of een der volgende dagen van de maand Jannarij des morgens tusschen 9 en 12 ure zulleude zij, die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch voor het volbrengen van hun 20ste, ingezeten worden, en dus mede verpligt zijn zoodra zij die hoedanigheid verkrijgen, zich ter inschrijving voor de Militie aan te geven, de aangifte kunnen doen ter plaatse cn uur hierboven omschreven. Burgemeester en Wethouders verwittigen verder de inge- tenen: Dat, welke aanspraak op vrijstelling van dienst iemand ook zoude vermeenen te hebben, de aangifte ter zijner inschrijving niettemin behoort te geschieden, terwijl bij ongesteldheid, afwezigheid, of ontstentenis, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van aangifte gehouden is. Dat, ter voorkoming van onaangenaamheden, welke voor de ingeschrevenen volgen moeten uit eeue verkeerde spelling van naam of uit eene onjuiste opgave vau deu dag der geboorte, de belanghebbenden moeten medebrengen een Extract uit liuu geboorte-acte, hetwelk kosteloos kan worden verkregen. Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestralt volgens de Wet. Helder, 27 December 1870. Burgemeester en Wethouders voorn., STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERI1EY, Secretaris. Met dat motto eindigdeD wij het jaar 1869 om een nieuw jaar in te treden. Heeft het jaar 1870 die spreuk bewaar heid, of omverre gestooten Wanneer wij dat motto letterlijk moesten opvatten dan zou het niet kunnen worden gezegd waarheid te bevatten en dat zou ook zeker niet wenschelijk zijD. Wij wijzen slechts op de laatstelijk plaats gehad hebbende verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer. In bet vorige jaar werd de heer Knoop, de caDdidaat der liberalen, met eene aanzienlijke meer derheid tot lid verkozen tegenover den heer van Foreest, den candidaat der conservatieven; en in hét laatst verloopen jaar zien wij het tegenovergestelde plaats hebben, dat name lijk de heer van Foreest weder in de gelegenheid wordt ge steld zijne plaats te hernemen. Zou hier het verleden de spiegel der toekomst zijn Verder is de groote meerder heid der Kamer liberaal, en het liberale ministerie wordt door diezelfde Kamer bemoeilijkt, terwijl tot heden de be kwaamste liberale voorgangers evenmin den moed of den in vloed schijnen te hebben een ander ministerie zamen te stellen, als de conservatieven, voor zoo verre zij daartoe werden aan gezocht. Is in dat opzigt bet verledeD de spiegel der toe komst Het is waarlijk niet te hopen. Wij leven in de eeuw van verlichting en vooruitgang op elk gebied. De ei- schen der wetenschap, der godsdienst, der staatkunde worden getoest cn op allerlei wijzen beoordeeld, ten einde te vinden wat eigenlijk den naam van proefhoudend dragen mag. Dit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 1