HELDERSCHE COURANT. Jiieutos- en <ftDoertentie--6faÖ. Woensdag 18 Januarij. M 1007. Elfde Jaargang. 1871 Belasting op de Honden. Kiezerslijsten. Opmerkingen. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Adyerteïitien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Adverteuticn intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILT J ES. €>fjririëeï oebeeïte. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt ter kennis van dc Ingezetenen, dat in het begin der volgende maand Februarij de beschrijving zal worden gedaan van de inde gemeente aanwezige HONDEN, voor de belasting van het loopendc jaar, bij welke beschrijving ieder verpligt is aan de daarmede belaste ambtenaren de noodige opgaven en inlichtiugen te geven. Ieder belastingschuldige, die overgeslagen mogt zijn, is gehouden vóór of op den laatsten dag der volgende maand ten kantore van den Gemeente- Ontvauger schriftelijk aangifte te doen. De belasting bedraagt voor een losloopenden hond f 3.en voor een die vast ligt fl. Losloopende honden moeten een halsband dragen, voorzien van den naam des eigenaars. Van ontduiking of overtreding dezer belasting wordt procesverbaal opge maakt en voor de Arrondissements-Regtbank te Alkmaar vervolgd. Helder, den De Burgemeester voornoemd, 10 Januarij 1871. STAKMAN BOSSE. Do VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER Gelet hebbende op het bepaalde bij art. 7 der Wet van 4 Julij 1830 (Staatsblad No. 37), betrekkelijk het opmaken der LIJSTEN, aauwijzende de personen, die tot het kiezen van leden van de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijn. Noodigt de inwoners der gemeente uit, om, zoo zij elders in de directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15 Februarij aanstaande to doen blijken. Helder, den De Voorzitter voornoemd, 10 Januarij 1871. STAKMAN BOSSE. POLITIE. Dezer dagen gevonden een CAHIERmet Muzijk voor Fluit en Piano. De regtmatige eigenaar kan het terug be komen ten bnrele van den ondergeteekende. Helder, 17 Januarij 1871. A. C. BOONZAJEE, Commissaris van Politie. J5iet-offiriËri gcbrclte. Het is aandoenlijk te lezen, met welk eene teedere bezorgd heid in de laatste jaren de groote mogendheden hebben ge tracht het EUHOPEESCH EVENWIG-T te bewaren. Het is ook in zich zelf een verheven idéé, want het doel kan niet anders zijn, dan den magtige te beletten den zwakke te over- heerschenmet andere woorden; de vrijheid van dezen te beschermen tegen den overmoed van genen. Het is maar jammer, dat hetgeen wij werkelijk zien plaats hebben, zonne klaar bewijst, dat alles Diets is dan eene ledige phrasedie men van tijd tot tijd gebruikt, om de ligtgeloovigen zand in de oogen te werpen, en waaraan de regeringen slechts dan eenige waarde hechten, wanneer zij zeiven niet in de gelegen heid zijn, zich door het tegenovergestelde te bevoordeelen. Zoodra het hun eenige opoffering kost het stelsel te handha ven ten behoeve van een zwakkeren buurman, hoort men het woord naauwelijks meer noemen, of het wordt op eene andere wijze toegepast. Gesteld de regering van het rijk A. wenscht een zeker gewest van zijn buurman te annexerenwaardoor het zeer in magt zou toenemen. B. verzet zich daartegen, tenzij hem tot behoud vau het evenwigt de gelegenheid worde geschonken ook het een of ander gewest aan zijn rijk te ver binden. Zoo wordt het evenwigt behouden tusschen A. en B., ten koste van den zwakkeren buurman. Maar laten de overige regeringen dat dan toe? C. is welligt niet gereed, om van zijne magt gebruik te maken, en berust bij het Jait accompli. (Waarvan Laurillard teregt zegt »Dat het hoogere en lagere dieven By toeneming zal gaan gerieven.") D. zou zijn eigen rijk schade berokkenen, zijnen handel en zijne nijverheid benadeelen, door zich in die kwestie te mengen, en volgt het stelsel van non-interventiezóó rekbaar, dat het in bijna alle gevallen naar verkiezing kan worden toegepast. E. speelt in het geheim met A. onder één hoed. F. is alléén niet magtig genoeg zich tegen A. en B. te verzetten, en zoo blijft ailes alleen bij woorden geen daden. A. en B. krijgen hun zin, en de zwakkere buurman mag welligt nog blijde zijn, dat hij slechts één gewest verliest. Men had immers alles kunnen nemen Geen wonder, dat men tegenwoordig van het Europeesch evenwigt niet kan spreken, zonder om zijne onnoozelheid uit- gelagchen te worden. Wij leven wel in een tijd van Verbonden. Wij hebben sedert eenigen tijd een Schoolverbond,waarvan de nuttige werking hier en daar misschien wel zal blijken, waardoor, Daar wij hopen, de regering zich zal aangespoord gevoeleD, geen lijdelijk toeschouwer te blijven. Er bestaat een Inter-nationale bond voor den werkman, die, voor zooverre ons bekend is, alleen in Engeland tot nog toe goede vruchten afwerpt. Men wil een A/gemeenen Vredebond oprigten. Een liefelijke droom Wij vreezen dat er nooit veel meer uit zal Voortvlocijenhet denkbeeld echter zou alle toejuiching verdiénen, indien het slechts uitvoerbaar was. Misschien ware het voor den Vre deboDd wenschelijk in de eerste plaats steun te zoeken bij den Noord-Duitschen Bond, want daardoor zou hij zeer in kracht toenemen. Wij hebben echter met vreugde de vereenigingen begroet van het Roode Kruis en van het lilaauwe Kruis, en wenschen beiden van ganscher harte een gunstig resultaat toe. Doch wij bekennen gaarne niet in staat te zijn alle Ver bonden, die reeds bestaan of opgerigt worden, op te noemen en het dient ook tot niets. Wij wenschten alleen op te mer ken, dat juist in dezen verboxds-tijd de reeds bestaande ver bonden op de onbeschaamdste wijze worden geschonden. Dat geeft veel stof tot nadenken, en schokt niet weinig ons ver trouwen in de meeste dier vereenigingen. Het doet ons den ken aan eenige staatkundige verbonden, die wel eens in ons vaderland hebben bestaan, bv. tusschen de katholieken en anti revolutionairen, of tusschen de anti-revolutionairen en conser vatieven, die enkel dienden om een bepaald doel te bereiken waarna zij in duigen vielen, zoo niet in feilen tegenstand overgingen. Toch willen wij het oprigten van verbonden niet bepaald afkeureD, wanneer de partijen onderling eerlijk spel spelen, en geene nevenbedoelingen koesteren. Jammer, dat het zoo moeijelijk is zich daarvan te overtuigen. Er is intusschen één Verbond, dat wij van ganscher harte zouden toejuichen, omdat het onderling belang der deelnemers voor een groot deel de duurzaamheid zou waarborgen, name lijk: een Noord-Westelijk Staten-Verboxd tusschen En geland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Belgie en Nederland. Wanneer het denkbeeld van een Europeesch evenwigt nog eenige waarde heeft, ook voor Engeland, dan zou juist dat verbond de sterkste steun daarvan uitmaken. Dat het even wigt thans verbroken is, kan niet tegengesproken worden evenmin als dat de kleinere staten de gevolgen daarvan het meest te vreezen hebben. Doch Engeland niet minder, dat ÏU de onzijdigheid of vriendschap van Belgie en Nederland een groot deel zijner veiligheid bezit. Indien echter een der gelijk innig verbond tot stand konde gebragt worden, waar door zoowel de Oost- als de Noordzee zouden kunnen worden afgesloten, dan zou van de landzijde weinig te duchten zijn. Toch durven wij ons nog niet vleijen, dat verbond te zien verrijzen. Het stelsel van afzondering, bijna zouden wij zeg gen, van koele onverschilligheid en eigenbaat, dat Engeland in de laatste tijden beeft gehuldigd, doet ons vreezen, in dat rijk geene medewerking te vinden. Of dat echter een vol doende reden is, het niet te beproeven, betwijfelen wijhet zou althans nog altijd de vraag zijn, of Engeland door de regeringen der genoemde rijken niet van het belang der zaak

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 1