NIEUWSTIJDINGEN.
standigheden en anstige zorgenniet den lust verlieze voor
zijne moegelijke taakin één woord zij vergeten op onver
antwoordelijke wijze dat de arbeider zijn loon waardig is.
Nog sterker valt dit in het oog wanneer wij zijn toestand
vergelijken met dien van anderen. Het is waarvergelij
kingen gaan vaak niet opwij bepalen ons daarom slechts
tot deze enkele: de leeraars der hoogere burgerscholen. Voor
zooverre van dezen meerdere bekwaamheden worden gevor
derd is het natuurlijk dat ook hunne bezoldiging hooger
zij. Maar zijn de vereischten werkelijk zooveel hooger? Wan
neer men zich tot enkele vakken kan bepalen is het toch
minder moeijelijk een hoogen trap van kennis te bereiken
dan bij zoovele. Voegen wij daarbij dat hunne taak maar
enkele uren daags vordert; dat hun stand hun meer gelegen
heid biedt hunne inkomsten te vermeerderen dat hun pen
sioen zooveel aanzienlijker isdat hunne werkzaamheden on
eindig minder afmattend zijndan behoeven wij het be
sluit waartoe wij komenniet nader te omschrijven. En
wiezouden wij ten slotte kunnen vragensticht voor de
maatschappij het meeste nut
Wij meeneu dus te hebben aangetoond dat de onderwijzers
der lagere schoolvoor zooverre zij niet tot de zoogenaamde
gelukkigen behooren nog niet ondervinden dat de arbeider
zijn loon waardig is. De schuld daarvan ligt voor een groot
deel bij de gemeentebesturen. Het kan niet worden ontkend,
dat de zaak zelve zeer te betreuren is. Maar is zij te ver
anderen Zijn er middelen, die wanverhouding op te heffen?
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 28 Maart 1871.
De militaire commissie, die in het begin dezer maand
naar Frankrijk is vertrokken, om de verdedigings en aanvals-
werken aldaar te bestuderen, is dezer dagen van daar terug
gekomen. De majoor Holtzschue .der genie, lid dier com
missie, is hier gisteren avond geretourneerd.
Het doel der reis is door de tegenwoordige toestand te
Parijs, zonder twijfel, voor een deel belemmerd geworden en
daardoor het vertrek welligt verhaast.
Gisteren morgen is van hier vertrokken met het fre
gatschip Niemue Waterweg II, een detachement koloniale
troepen bestemd naar Oost-Indië; alsmede met het barkschip
Surinameeen detachemeut bestemd voor West-Indië.
Vrijdag avond heeft ten raadhuize alhier de aanbesteding
plaats gehad van het bestraten .van de le en 2e Vroon-
straat, benevens van eenige dwars- en bijstraten in het zoo
genaamde Land, als ook het leggen van riolen en het dempen
van een sloot, enz. Er waren ingekomen 13 inschrijvings-
billetten, als van de heeren Gebrs. Klein f 15,810, Gebrs.
Korfl'f 15,700, P. Spruit f 15,476. Gebrs. Moorman f 15,225,
W. van der Wooning f 1-3,285, P. Verhey f13,180, H.J.
Janzen f12,185, J. van der Kamp te Leiden, f11,989,
B. Swets f11,887, P. Dekker fll,867, H. J. Hippens
f 11,479, A. Vos Hz. f10,819, J. van der Woude f 10,050.
De ingenieur 2e kl. bij de marine C, L. Loder, wordt,
met ingang van den ln April a. s., bevorderd tot ingenieur
der le klasse.
Naar aanleiding van 's koniugs besluit van den 28n
dezer, no. 20, wordt de kapt-luit. t/z. H. P. van Boneval
Paure, met den laatsten daaraanvolgende, eervol van het bevel
over Zr. Ms. transportschip met stoomvermogen Java ont
heven en op non-activiteit gesteld, en dat bevel met den ln
April a. s. opgedragen aan den kapt.-luit. t/z. G. II. Bakker.
De offic. van gez. le kl. W. Littel, en de offic. van
gez. 2e kl. C. J. van Stockum, gedetacheerd bij het hospitaal
der marine alhier, worden met den laatsten dezer op non
activiteit gesteld.
Met 42 tegen 13 stemmen heeft de Kamer aange
nomen het reeds sedert eenigen tijd aanhangige wetsontwerp
tot regeling van de bevordering, het ontslag, enz. der mi
litaire officieren bij de zeemagt.
Aan het slot der discussie over deze wet heeft de Kamer
eene zeer belangrijke beslissing genomen belangrijker, als
men op den algemeeuen aard in het daarbij betrokken be
ginsel let, dan de beslissing over de wet zelve.
Zij heeft namelijk aangenomen een amendement van den
heer van Eek, strekkende, om uit art. 22 der wet van 1851
te doen wegvallen de bepaling, dat een officier wegens het
aangaan van een huwelijk zonder 's konings toestemming, kan
ontslagen worden.
Ofschoon door de jonkheeren Storm en de Casembroot met
nadruk bestreden, werd dit amendement met 38 tegen 16
stemmen aangenomen, en onder de voorstemmers vindt men
ook invloedrijke conservatieve leden, als Heemskerk Azn.,
Bergman, 's Jacob, van Lijnden, van Voorthuysen, van Gol-
stein, van Kuyk, van Sijpesteyn en de Brauw.
Dat het beginsel van burgerlijke vrijheid tegenover aris
tocratische gezagsaanmatiging eene zóó schitterende over
winning behaalde, en dit wel met medewerking van vele
mannen, van wie toch niet gezegd kan worden dat zij radi
calen en roode revolutionairen zijn, mag als een gewigtig
teeken des tijds worden aangemerkt. Als men voorts er op
let, dat drie baronnen en drie jonkheeren voor dit demo
cratisch amendement hebben gestemd, dan blijkt hier op nieuw,
dat het Pruisische aristocratiseh-militaire begrip ouder onzen
adel geenszins bijval vindt, al waren dan ook de jonkers
Storm en Casembroot bij deze discussie echte Pruisische jonkers.
De discussie, die aan deze beslissing voorafging, was zeer
interessant. Vooral om de jammerklagten van den heer de
Casembroot. Er is nu al de klad in het marine-corps, want
zoons van bakkers en slagers kunnen officier worden wat
moet het dan worden, als dochters van bakkers en slagers
met officieren kunnen trouwen! Zóó jammerde hij. Wel,
antwoordde de heer van der Linden regt aardig, als toch de
bakkerszoons officieren kunnen worden, dan is het in den regel,
dat de bakkersdochters officiersvrouweu worden.
Maar de heer de Casembroot vond het al erg genoeg dat,
onder de omstandigheden waarin wij leven, iedereen officier
bij de marine kan worden de dames der officieren wilde hij
ten minste vrijwaren van alle aanraking met vrouwen uit den
burgerstand, dien hij zeer hoog acht, voegde hij er op het
laatst bij, zich waarschijnlijk toen herinnerende aan wie hij
zijn mandaat als lid der Kamer te danken heeft.
Het wetsontwerp tot uitbreiding der oefening van den
eersten ban der dienstdoende schutterij vindt bij de meer
derheid der Tweede Kamer geen bijval. Men achtte, in ver
band met de tijdsomstandigheden en met de door de rege
ring op het punt der defensie gedane mededeeliugen, het niet
noodig zulk een geldelijken last op den staat te leggen, de
gemeenten tot uitgaven te veprligten en de nijvere bevol
king der steden te belasten zonder evenredig resultaat, terwijl
men bovendien oordeelde dat de partiëele wijziging der wet
op de schutterijen, wat de voordragt toch inderdaad was,
naauwelijks met de grondwet zou zijn overeen te brengen.
Het exameu der onderofficieren voor den rang van
2e luit. der infanterie dat deze week onder praesidium van
luitenant-generaal Engelbregt te 's Ilage is aangevangen, zal
seriesgewijze in deze en in de volgende maand worden voort
gezet. Huim 60 aspiranten zullen aan dat exameu deelnemen.
Z. M. heeft benoemd tot directeur van het postkantoor
te Hoorn, den heer W. Borst Jzn., thans directeur van het
postkantoor te Purmerend.
Tot pastoor te Alkmaar is benoemd H. Bloem, kapel
laan te Botterdam.
Men schrijft ons van Terschelling, 26 Maart.
Donderdag 23 dezer is alhier in de buitengronden ge
strand het Nederl. schoenerschip Johannakapt. Talces, met
rijstmeel van Geestemunde naar Amsterdam bestemd; het
volk is gered met een visschersvaartuig van dit eiland.
Het schip zit reeds onder water. Slechts een klein gedeelte
der tuigagie en een paar balen rijstmeel zijn gered.
Men schrijft uit Wieringerwaard 23 Maart. Dat men
alhier niet achterlijk wil blijven, waar het op verbetering
van bestaande toestande toestanden aankomt, maar gaarne
partij trekt van wat door de ondervinding als doelmatig en
nuttig is aangewezen, kan uit meer dan eene zaak blijken.
Zoo heeft het polderbestuur onlangs besloten eene stoom
machine te plaatsen tot uitmaling van het polderwater, ter
vervanging van de bestaande windmolens. Daardoor wordt
een dubbel voordeel verkregen: vooreerst toch is meu dan
niet langer afhankelijk van wind en weder, maar kan het
overtollige water onmiddelijk worden verwijderd, en ten tweede
worden daardoor ongeveer 30 hectaren vruchtbaar land aan
gewonnen, omdat dan het boezemwater voor de molens over
bodig is en daarvan land wordt gemaakt.
"Van niet minder belang is het besluit van het polder
bestuur, dat de tienden in deze gemeente, waarvan het pol
derbestuur heffer is, voortaan niet langer bedoeven te worden
opgebragt. De bloei en vooruitgang van deze reeds zoo
welvarende streek, mogen door een en ander nog meer ver
zekerd worden.
In de afgeloopen week zijn te 's Gravenhage 49 sterf
gevallen aangegeven aan pokken, terwijl het getal der als
aangetast aangegeven bedroeg 1.19 bedroeg.
In het geheel zijn sedert den aanvang der epidemie over
leden 1181 van de aangegeven (of bekend geworden) 3816
lijders, dus 30.94 pCt. Tot de vorige week bedroegen die
cijfers 1132, 3693 en 30 66 pCt.
Volgens het Noorden worden te Amsterdam pogingen
gedaan om gelden te verzamelen voor de oprigting van een
groot Duitsch blad, dat onder voorgeven vaD handelsorgaan
te zijn, zou moeten dienen om Germanistische propaganda
te drijven.
Het spreekt wel van zelf, dat daarvoor hier te lande geen
cent te krijgen is.
-- Ten behoeve van het Noorden is van den 27n tot
den 29n Maart eene geldleening geopend ten kantore der
hh. Bruyn Zoon te Amsterdam.
De vrouw uit Utrecht, van wie wij onlangs melden
dat zij met den broeder van haren echtgenoot op heimelijke
wijze het echtelijke huis verliet, met achterlating van haren