HELDERSCHE COURANT. Jïieums- en Woensdag <flÖoertentie--6faÖ. 5 April. M 1029. Elfde Jaargang. 18T1. De Petitie der Katholieken. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00 Franco per post 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advertenties van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Diugsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens ée'n dag vroeger. Uitgever S. G IL T J E S. In de laatste tijden is nog al sprake geweest van eene pe titie van Nederlandsche katholieken aan Z. M. den Koning, dat het Hem mogt behagen te protesteren tegen de bezetting van Rome door de Italiaansche regering. Wij hebben tot he den over die petitie gezwegen, eigentlijk, omdat wij die ver- tooniDg weinig beteekenend vonden. De beschouwingen van de Tijd over die zaak verbieden ons echter langer te blijven zwijgen. Niet, omdat zij ons nu gewigtiger voorkomt dan vroeger, maar om, naar ons vermogen, te verhinderen, dat den ligtgeloovigen zand in de oogen worde geworpen. Wij hebben daarom besloten, de voortzetting onzer beschouwin gen over de bezoldiging der onderwijzers tot eene volgende gelegenheid te verdagen. Het is mogelijk, dat wij ons vergissen, maar wij moeten baast gelooven, dat er bij dat petitioneren eene nevenbedoe ling bestaat, want wij kunnen ons niet voorstellen, dat de onderteekenaars, voor zoo verre zij begrepen wat zij onder teekenden, in ernst verwachtten, dat aan het verzoek gevolg konde worden gegeven. Hoe! terwijl grootere rijken, zelfs katholieke, lijdelijk blijven, zal het kleine Nederland, dat juist in de onzijdigheid voor een groot deel zijne onafhankelijk heid gewaarborgd ziet, zijne stem verheffen tegen eene aan zienlijke, afgelegene mogendheid, die daarvan ongetwijfeld geen nota zal nemen Wat zou het baten En als het zoo weinig beteèkent, is het dan voor Nederland niet bepaald nadeelig Zijn prestige, het moge dan ten huidigen dage meer of minder gewigt in de schaal kunnen leggen, zou er zeker niet door toenemen. Maar waarom zou de Nederlandsche regering ook tot dien stap overgegaan Laat ons hooren, wat de Tijd zegt. De adressanten strijden voor het hoogste geestelijk belang van twee vijfde van 's honings onderdanen.''' Wij nemen de vrijheid op die twee vijfde nog al wat af- te dingen, want wij houden ons over tuigd, dat daaronder een groot aantal gevonden worden, die met ons de petitie sterk afkeuren wij zouden ten minste wel eens willen weten, hoe de Baron van Hugenpoth daarover denkt. Wij kennen er velen, die de noodzakelijkheid der wereldlijke magt zeer betwijfelen; het oordeel van Pater Hyacinth daarover is bekend, anderen oordeelen even als wij, dat een dergelijke stap den koning en de regering in een vrij moeijelijke positie zou brengen. Nog anderen die welligt, even als vele protestanten, de daad zelve der Italiaansche regering bezwaarlijk met het denkbeeld van regt kunnen overeenbrengen, kunnen toch niet inzien, dat het hoogste geestelijk belang der Nederlandsche Katholieken zou staan of vallen met de wereldlijke magt van den Paus. Ware dat toch werkelijk het geval, dan zou het Katholicisme op zeer zwakke gronden moeten staan. Voor zooverre wij het kunnen beoordeelen, wordt dit meer benadeeld door zulke overdreven stellingen, die ongetwijfeld van ultramontaanschen oorsprong zijn, dan door het bezetten van Rome door Victor Emanuel. Maar hoeveel blijft er nu van die twee vijfde overig? Het zou nu wel mogelijk zijn, dat wij verwezen werden naar het groote getal onderteekenaars, namelijk bijna 392,000. Maar men duide het ons niet ten kwade, dat wij aan die groote cijfers niet veel waarde hechten. Wij weten immers, hoe het in dergelijke zaken gaat. Om een juist oordeel te vellen, zou men moeten weten hoevelen geteekend hebben, omdat zij het hunnen priesters of voorgangers niet durfden weigeren hoevelen zich hebben laten overhalen door de drangreden «dat geen braaf Katholiek zich mag onttrekken of er soms hier of daar ook zedelijke dwang heeft plaats gehad; of vele onderteekenaars wel een regt begrip van de geheele zaak hadden, en nog andere omstandigheden, die van invloed kunnen zijn. Zonder dus nog aantenemeD, dat, gelijk wel eens meer gebeurt, wanneer jagt gemaakt wordt op een groot getal handteekeningen, de petitie misschien mede door vrouwen en kinderen is onderteekend, kunnen wij het genoemde getal toch volstrekt niet zoo gaaf aannemen. Gesteld echter, het getal ware juist, en vertegenwoordigde werkelijk een groot deel der Katholieke bevolking van Ne derland, dan zou het toch wat kras zijn, van de regering te verwachten, dat zij, ten believe van de minderheid der burgers, een stap zou doen, dien de meerderheid hoogst nadeelig zou achten. Of komt het gevoelen en de overtuiging der laatste niet in aanmerking, terwijl de eerste door middel eener petitie zoo openlijk hare wenscheu openbaart De Tijd moge be weren, dat het petitionnement niet alleen Boomsch-Katholiek maar in waarheid Nederlandsch-nationaal is, wij gelooven, dat niet alleen de protestanten, maar zelfs een groot aantal ka tholieken zelf, die groote woorden niet dan glimlagchend zullen lezen. Zulke taal is goed voor jongelieden of ligtge loovigen, maar de verstandigen in den lande zullen met ons zeggen, dat een dergelijke wensch der minderheid tamelijk onbescheiden is tegenover het groot aantal andersdenkenden. Wij kunnen ook met den besten wil geen verband vinden tusschen het behoud van vorst en vaderland, en het bezit van een wereldlijk gebied door den Paus. Christus bezat geen voet gronds, en konde geen steen van een woning zijn eigendom noemen wij begrijpen dus niet, dat zijn opvolger daaraan meerdere behoefte kan hebben. Het behoud van vorst en vaderland is bovendien iets zoo geheel anders, dat beiden be- zwaarlijk op eene lijn kunnen worden gesteld. Wij moeten dus wel veronderstellen, dat achter die groote woorden van de Tijd, die weinig beteekenend en daarbij vrij duister zijn, nog andere bedoelingen verborgen liggen. Dit zou men nu echter onopgemerkt kunnen laten voorbijgaan, wanneer men niet later de katholieken hoorde wijzen op het kiezen hunner vertegenwoordigers. Is het niet, of daardoor een hoekje van het kleed wordt opgeligt, dat het overige ver borgen houdt Hoe dit intusschen ook moge zijnwanneer de Tijd durft zeggen: »De dag zal kooiendat men ons katholieken de waar lijk nationale burgers van Nederland zal noemen dan gaat de onbeschaamdheid toch wel wat al te ver. Wij weten im mers dat de ultramontanen in Rome meer dan in Nederland hun vaderland zien wat zou dan toch de toekomst van Ne derland zijnindien de bovenstaande voorspelling vervuld wierde Maar ligt dan ook daarin niet opgesloten dat zij onmogelijk waarlijk nationale burgers van Nederland zijn kun nen? Wij wenschen dit volstrekt niet toe te passen op alle katholieken van Nederlandwant wij koesteren geenszins de vreesdat het ultramontanisme hier ooit den boventoon zal verkrijgen. Wij kennen er velen waarmede wij volgaarne in het gelid zouden staan wanneer het er op aan kwam ons vaderland te verdedigen tegen den vijand die onze vrij heid zou willen vernietigen maar wij protesteren tegen de bovenstaande beweringdaar zij een bewijs is van eene ver regaande arrogantie, en door de minachting, waarvan zij getuigt tegenover andersdenkenden openlijk behoort te wor den gesignaleerd opdat zoowel de eerlijke katholiek, die zijn vaderland lief heeftals de Protestant en Israëliet mogen in zien hoe gemakkelijk het is over de godsdienst te spreken zonder zelf ware godsdienst te bezitten. Wij zouden haast bitter worden, en dat wenschten wij te vermijden en aan de Tijd over te laten. Wij willen even wel den heeren van de Tijd in bedenking geven of zij zich niet een weinig schuldig maken aan iukonsekwentie. Zij ver kondigen luide dat zij getuigenis hebben afgelegd van waak zaamheid voor hetGode zij dank 1 thans nog vrije Nederland; dat zij eensgezind met millioenen voor de goede zaak willen strijden; en nog zoovele schoone woorden meer. Maar is daar mede overeen te brengen de trotsche aanmatigende toon die tegen andersdenkenden wordt gevoerd Getuigt die van liefde jegens den naasten welke toch een hoofdgebod isdat al thans door een godsdienstig dagblad in de eerste plaats dient te worden opgevolgd Hebben die heereD vergeten dat het zelfs de leus was van Augustinus «Liefde in alles En hoe handelde Christus Katholieke medeburgers! wij achten u hoog, en juist daar om hebben wij ons thans op een terrein begeven waarop wij ons liever Diet bewegen. Het zou ons echter leed doen, en wij zouden het een ramp voor ons vaderland noemen, in dien wij de taal van de lijd moesten beschouwen als de geest van het katholicisme in Nederland

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 1