HEIDERSC COURANT. M 1050. 1871. Jlteums* en Zaturdag •ftöoerteiitie-fifaö. 8 April. Elfde Jaargang. Bekendmaking. jSiet-officicri gebeeïte. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt PINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs yoor .3 maanden. 1.00 I-rancQ per post; n u 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieyen franco. De prijs der Advebtentien van 1—4 regels is 60 CentcD; voor eiken regel meer 15 Genten. Vóór des Diugsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. G I J. T J E S. OPjfiriëd gebccftc. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder doen te weten, dat dopr den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 14 Maart 11., is vastgesteld de navolgende Verordening De RAAD der gemeente HELDER, Heeft besloten vast te stellen de volgende Verordening VERORDENING tot WERING en BETEUGELING van BESMETTELIJKTE ZIEKTEN. Art. 1. Tot de besmettelijke ziekten worden gerekend; Cholera, Typhu8 en Typheuse-Koortsen, kwaadaardige Keelontsteking, Roodvonk, Mazelen, Pokken en verder alle ziekten, welke als zoodanig door Burgemeester en Wethouders, op adviev van deq Geneeskundigen-Ambtenaar, tot wiens inspec tie de gemeente behoort, worden aangewezen. Art. 2. Het hoofd des huisgezins, waarin eene besmettelijke ziekte is uit gebroken, geeft daarvan kennis of doet daarvan dadelijk keunis geven ter Secretarie der gemeente, en is verpligt aan de huisdeur een bord of papier te hechten en, zoo noodig, te vernieuwen, waarop in leesbare letters, ter grootte van minstens twee centimeters, de naam der ziekte staat uitgedrukt. Art. 3. Bij verzuim of onwil om het teeken dat de besmette woning ken baar nloet maken, te plaatsen, oif wanneer het teeken zonder de daarvoor vereischte toestemming wordt weggenomen, neemt de Burgemeester maatre gelen om daarin te voorzien en doet, zoo noodig, een paal voor de woning plaatsen, waaraan het teeken der besmetting gehecht wordt. Art. 4. Het is verboden in de scholen in deze gemeente, leerlingen, on derwijzers, onderwijzeressen of hulppersoneel toe te laten zonder eene schrif telijke verklaring van den bevoegd erkend genees- of heelkundige, dat zij de koepokinenting ondergaan of de natuuriijke kinderziekte gehad hebben. Ge durende het tijdyak dat de leerlingen en bedoeld personeel de school bezoe ken, moeten even gemelde verklaringen in het schoolgebouw blijven berusten en aldaar aan de daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaren, op hunne vordering norden vertooud. Leerlingen, welke door hoofdzeer, schurft of eenige besmettelijke huidziekte zijn aangedaan, zullen tot aan hunne volkomene herstelliug van de scholen worden geweerd. Art, 5. Het is verboden uit een huis waarin zich eene besmettelijke ziekte heeft geopenbaard, kinderen naar eenige school te zenden of aldaar toetelaten. Be school wordt, wanneer het volgens verklaring van een geueeskundige wordt noodig geoordeeld, onmiddelijk geslo.ten zoodra in het huis waarin die school gehouden wordt, of waarmede zij in verbinding staat, zich eene be smettelijke ziekte heelt geopenbaard. De kinderen worden eerst dan weder ter schole toegelaten of de school geopend, wanneer, volgens verklaring van een geneeskundige, het gevaar voor besmetting is geweken. Onder scholen worden verstaan alle zoodanige verzamelingen van kinde ren, die onderwijs, opvoeding ol' bewaring ten doel hebben. Art. 6 De kleedingstukken, het beddengoed, enz., van lijders of overle denen aan eene besmettelijke ziekte, worden op last van burgemeester en Wethouders gedesinfecteerd en gereinigd, of des naods onteigend eu verbrand. Art. 7. Het lijk van eene aan besmettelijke ziekte overledene moet, wan neer de geneeskundige die den overledene geneeskundige hulp heeft verleend, zulks noodig oordeelt, dadelijk gekist en in de lijkkist met de door dien geneeskundige voor te schrijven middelen worden ontsmet. Bij weigering geschiedt dit op last van Burgemeester en Wethouders. Het lijk moot worden begraven in de kleederen waarin de overledene is gestorven. Daar, waar kerkelijk# voorschriften het kisten en hegraven in de kleede ren verbieden, moeten deze verbrand of begraven worden. Art. 8. Ingeval van besmettelijke ziekten kunnen Burgemeester en Wet houders, na ingewonnen advies of op voorstel van den geneeskundigen-amb tenaar, tot wiens inspectie de gemeente behoort, bij algemeenen maatregel van politie, "vroegere begraviugen dan die bij de wet van 10 April 1809, (Staatsblad No. 65), voorgeschreven, zelfs op buitengewone uren, bevelen. Art. 9. Ieder is verpligt de desinfectte-middelcn aan te wenden die door Burgemeester en Wethouders, in overleg met den geneeskundigen ambtenaar, tot wiens inspectie de gemeente behoort, worden aangewezen. Ieder is verpligt aan de politie alle verlangde inlichtingen omtrent de vereischte desinfectie te geven. Bij weigering, of wanneer de vereischte desinfectie onvoldoende geacht wordt, geschiedt zij op last van Burgemeester en Wethouders. Art. 10. Schippers van binnenvaartuigen, aan wier boord zich een of meer lijders met cholera, pokken of roodvonk bevinden, of het lijk van een aan deze ziekten overledene aanwezig is, zijn verpligt bij hunne aankomst inde gemeente, hiervan onverwijld kennis te doen geven aan het politie-burcau No. 1, aan de Binneuhaven. Art. 11. Geen der passagiers of der etpipage mogen zoodanig vaartuig verlaten en niemand mag zich aan boord van hetzelve begeven, dan na dat de toestand door een geneeskundige is onderzocht en de noodige desinfectien hebben plaats gehad. Art. 12. Binnenvaartuigen in de gemeente aanwezig, aan wier boord zich egne besmettelijk? ziekte, in artikel ,1 dezer verordening genoemd, openbaart, zullen eene door Burgemeester en Wethouders te bepalen afzonderlijke lig plaats hebben. Art. 13. Voor zoo verre de nakoming der voorschriften dezer verordening eisebt, dat zij, die met de uitvoering belast zijn of daartoe moeten mede werken, de woning der ingezetenen, huns ondanks, binnen treden, wordt hen daartoe bij deze de last gegeven met inachtneming van de voorschriften der wet van 31 Augustus 1853, (Staatsblad No. 83). Art. 14. Overtreding van de bepalingen van de artikelen 2, 3, 4 en 5 dezer verordening, wordt gestraft met eene geldboete van drie gulden, wan neer die blijkbaar uit verzuim voorkomt, bij onwil of verzet met eene geld boete van f25.en gevangenisstraf van drie dagen; overtreding van art. 10 met eene geldboete van f 10.en de overtreding van art. 11 met eene geldboete van drie gulden. Art. 15. Deze verordening treedt in werkiüg op den dag na bare afkon diging. Alsdan wordt ingetrokken de verordening bij heerschende besmette- lijke ziekten, die voor den algemeeuen gezondheidstoestand gevaarlijk kunnen geacht worden, vastgesteld deu 9 Mei 1865 en afgekondigd den 2 Junij 1865. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, 'volgens hun berigt van den 22 Maart 1871, No.29, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 1 April 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSË, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 7 April 1871. Tooneelvoorstellingen zijn hier steeds welkomdoch hoogst welkom zal voorzeker de voorstelling zijn, die op 12 April a. s. zal worden gegeven door het Eotterdamsch tooneel- gezelschap, onder directie van den heer Eduard Bamberg die in de op te voeren stukken de hoofdrol zal vervullen. Het talrijke publiek, dat zich dezen winter zoo herhaalde lijk bij de komieke scènes van den heer Judels amuseerde, zal het ongetwijfeld toejuichen, ook thans in de gelegenheid te zijn den heer Bamberg te zien optreden die als komiek de reputatie bezitvan immer de beschaafde vormen in acht te nemen. Daar hij zich in geruimen tijd te dezer plaatse niet heeft doen hoorenvertrouwen wij dat de opkomst zeer talrijk zal zijn. Een der zeeloodsen, genaamd E. Ean, is dezer dagen in de uitoefening van zijn gevaarlijk beroep, daarvan hèt offer geworden. In de Noordzee op een schip overgezet, om het hier binnen te loodsen, is hij door ongelukkige omstandig heden o.ver boord gevallen, zouder dat men in staat was hem voldoende hulp te verleenen. Hij laat een weduwe na met zes jeugdige kinderen. De minister van marine brengt ter kennis, dat er in dit jaar 18 jongelingen als adelborst 3® klasse voor den zee dienst (na behoorlijk afgelegd examen) op het kon. instituut voor de marine alhier kunnen worden aangenomen. De ad missie heeft plaats den 1 September a. s. De Slaats-Crt. van Woenssdag bevat nadere bijzonderheden. De minister van marine brengt voorloopig ter kennis van belanghebbenden, dat er in het 2® halfjaar 1872 een vergelijkend examen zal worden gehouden voor de plaatsing van twee adspirant-ingenxenrs bij de koninkl. ned. marine. De minister van Marine brengt ter kennis van belang hebbenden, dat op den ln September 1871, als kadet bij het corps mariniers, na behoorlijk afgelegd examen, kunnen worden geplaatst twee jongelingen. De vereischten om tot dat examen te kunnen worden toe gelaten benevens nadere bijzonderheden zijn opgenomen in de Staats-Courant van gisteren. Op den 5 dezer zijn van het instructie bataillon te Kampen vertrokken, 29 korporaals-titulair naar de verschillen de regimenten tegen de helft der maand zal eene oproeping van jongelingen plaats hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 1