HELDERSGHE COURANT. Jïieums* en Zaturdag <flDoertentie--6faÖ. 22 April. M 1034. Elfde Jaargang. 1871. ©jftrtëd gedeelte. Jliet-DffiriM gedeelte. Zitting van den Gemeenteraad, Verschijnt DINGSDAG- en VRIJ DAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00 Franco per post H n 1-25 Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Advebtentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. G IL T J E S. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder brengen ter kennis, dat de RAAD dezer gemeente heeft besloten, dat de KERMIS of JAARMARKT in deze gemeente, ter zake van de heerschende ziekte, in dit jaar GEEN PLAATS ZAL HEBBEN. Helder, den 19 April 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. op Dingsdag 18 April 1871. Voorzitter de heer Mr. K. J.C. Stakman Bosse, Burgemeester. Secretaris de heer L. Verhey. Tegenwoordig 14 leden. Afwezig de heeren Zur Mühlen en van Bruggen, wegens ongesteldheid. Eene vacature. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. 1). Benoeming van leden voor het stembureau. Voor de verkiezingen die dit jaar moeten plaatshebben, de tweede Dingsdag in de maand Mei voor de Provinciale Staten, de tweede Dingsdag in Junij voor de Tweede Kamer en de derde Dingsdag in Julij voor den Gemeenteraad, worden bij stemming tot leden van het stembureau benoemd de heeren Berghuijs en Groen en tot plaatsvervangers de heeren Hu- genholtz en Werendlijn Smit. 2). Annbieding van jaarlijksche verslagen 1870. Door den Voorzitter wordt namens het Dag. Bestuur aan den Raad aangeboden het verslag der gemeente over 1870 ook zijn ingekomenhet jaarverslag van de schoolcommissie over het lager onderwijsdat vaD de commissie van toe- zigt over het middelbaar onderwijsen door commissa rissen van het ziekenhuis is ingezonden het jaarverslag over die inrigting en de verantwoording der gemeente-apotheek. Op voorstel van den Voorzitter wordt goedgevonden, dat deze stukken bij de leden aan huis worden rondgezonden, 3). Finantiè'le regeling van het Weeshuis. Wordt gelezen een verzoek van heeren Regenten, tot het af- en overschrijven van eenige posten op de begrooting van 1870 en medegedeeld, dat de rekening over dat jaar, zal sluiten met een goed slot van ongeveer f1000.Zonder discussie wordt het verzoek met algemeene stemmen toegestaan. 4). Adres om toelage van het Artillerie-Vrijkorps. De Voorzitter deelt mede, dat het preadvies van B. en W. niet gunstig ïs. Bij stemming wordt met algemeene stemmen besloten het verzoek Diet toe te staan. 5). Verzoek om gebruik eener School tot Zondagsschool. De Voorzitter deelt mede, dat door den heer J. C. de Buisonjé verzocht wordt de gemeenteschool te Huisduinen, des Zondags namiddags te mogen gebruiken tot Zondagsschool. De Voorzitter voegt hierbij, het advies van den hoofdonder wijzer dier school, den heer Jekel, te hebben ingewonnen, die verklaart er .geene bezwaren tegen te hebben, ook bij B. en W. bestaan die niet. Bij stemming wordt met algemeene stemmen besloten het verzoek toe te staan. 6). Finantiele regeling Schutterij 1870. Het verzoek, tot af- en overschrijving van eenige posten op de begrooting van 1870, wordt met algemeene stemmen toegestaan. 7). Aangelegenheden van het Postkantoor De Voorzitter herinnert, dat in de vorige vergadering be sloten js, om op de toen ingekomen brief van den minister van Finantien te antwoorden, dat de gemeente genegen is het postkantoor tegen een billijken prijs aan het rijk af te staan. Daaraan is gevolg gegeven en den minister voorgesteld van beide zijden taxateurs te benoemen. Het antwoord van den minister daarop, luidtdat ZExe. van dat voorstel afziet, doch opgave verzoekt van de som waarvoor de gemeente genegen is bedoeld gebouw af te staan. De Voorzitter stelt den raad in kennis, dat op verzoek van B. en W. het gebouw en de daarachter gelegen grond, door de heeren N. J. Leijer en H. J. Janzen, is getaxeerd; en wel op de som van f4750.Spreker stelt voor het aan te bieden tegen de som van f3500. De beer de LaDge zegt, dat die taxatie hem niet meêvalt, hij had die hooger verwacht, zal er zich echter bij neer leggen, doch verklaart er zich tegen, om het beneden die taxatie aan te bieden. De Voorzitter antwoordt, dat er eenig verband bestaat tus- schen de gemeente en het postkantoor; dat van oudsher de ge meenten aan het rijk zijn te gemoet gekomen in de daarstelling van postkantoren; dat dit gebouw in der tijd door de ge meente is gebouwd, op voorwaarde, dat het door de post administratie in huur zou worden genomen; dat echter de huurprijs, na aftrek van onderhoudskosten, enz., aan de ge meente geen voordeel oplevert, eerder het tegendeel; wanneer dus dit perceel voor de som van f3500. - wordt afgestaan, volgens het oordeel van den Voorzitter, de gemeente billijk is, zonder juist schade te lijden. De heer de Breuk zegt, dat het gewoonte is, om bij taxatiën van vaste goederen het minimum te stellen, en verklaart het met den heer de Lange eens te zijn, om zich aan de taxatie te houden. De heeren Hugenholtz en Berghuijs zijn van hetzelfde ge voelen. Het voorstel van den Voorzitter wordt in omvraag gebragt en verworpen met 9 tegen 5 stemmen. Voor stemden de heeren van Kelckhoven, Boomsma, Maalsteed, Graat en de Voorzitter. Vooraf was bepaald, dat in dit geval aan den minister zou worden opgegeven den bij taxatie bepaalde som van f4750. 8). Beraadslaging al of niet houden der kermis. De Voorzitter zegt, een ieder zal wel erkennen dat niemand meer last heeft van de kermis dan ik, toch kan er niemand zijn die sterker tegen de afschaffing is. In ieder ander geval zou hij er tegen zijn om dat ideaal aan de menigte te ontnemen, thans echter, bij de ziekte toestand in vele plaatsen van ons vadex'land wordt bij ondanks zich zeiven gedrongen een voorstel aan den raad te doen, dat zeker aan velen in deze gemeente geen genoegen zal doen, het is om de kermis alhier in dit jaar niet te houden. De heer Berghuijs deelt mede, dat hij dezer dagen bij het bespreken van dit onderwerp hoorde aanvoeren, dat de af schaffing der kermis niet voldoende is tot het weren der ziekte, dat door pleiziertreinen ook vele vreemdelingen in de gemeente worden aangevoerd, die zich dikwijls aan excessen overgeven, hij wil dus wel in bedenking geven dat burgers, die onder de afschaffing der kermis lijden, welligt dit argument zullen aanvoeren. De Voorzitter repliceert hierop, dat, indien de raad de be voegdheid had daarover te beslissen, hij zeker het voorstel zou doen tot het niet doen loopen van pleiziertreinen. De heer de Breuk gelooft, dat het niet op den weg ligt van den raad, om met het gouvernement of met de spoorweg maatschappij te onderhandelen over het loopen van pleizier treinen maar wijst er op dat het ontegenzeggelijk waar is, dat vele lieden bij het niet houden der kermis groote schade zullen lijden en daar de ziekte op vele plaatsen tegenwoordig staande is, geeft spreker in overweging, om voor alsnog geen bepaalde beslissing te nemen, dit liever uittestellen tot de maand Junij. De Voorzitter zegt, dat daarin veel goeds ligt, doch is van meening het beter is thans eene beslissing te Demen, dan hebben die vreemdelingen, die voornemens waren naar bier te komen beter gelegenheid nog tijdig een ander heenkomen te zoeken. En, voegt spreker er bij, als er op dien tijd geen epidemie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 1