^NIEUWSTIJDINGEN. rond voor de zaak uitkomen en dat kan nnttig zijn voor alle Nederlandsche burgers, en wel vooral voor onze katho lieke landgenooten. Wij kennen onder hen velen, die veel te verstandig en te vrijzinnig oordeelen, om zich door zulke ver gezochte beweringen te laten medeslepen maar juist door zulke plompe ongegronde beschuldigingen tegen het liberalisme te uiten, zal hun getal zeer zeker tot welzijn van Nederland eerder toenemen dan verminderen. Over de uitwerking van het thema »de revolutie is het liberalisme door het Dagbladwillen wij niet uitweiden. Wel is het curieus hoe dat blad de verschijnselen te Parijs weet voor te stellen en in overeenstemming te brengen met analoque verschijnselen in Nederland. Maar het doelde Stembuskomt daarbij zoo duidelijk voor den dagdat zelfs de mingeoefende lezer terstond begrijpt, wat de strekking is. Dat blad is gewoon tegenover zijne tegenstanders nog al eens het woord avocasserie te gebruiken maar zijne waarschuwin gen tegen de liberalen verdienen dien naam ten volle. Het zou dus een nutteloos en vervelend werk zijn daarvan meer te zeggen. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 25 April 1871. Gisteren avond had in het lokaal Tivoli alhier eene bijeenkomst plaats, een meer talrijk bezoek wel waardig. Door Helder's comité van het Roode Kruis werd de eerste algemeene jaarlijksche vergadering gehoudenvoor welke ge legenheid het comité zich van elders in staat had gesteld, tot het houden eeuer zeer merkwaardige tentoonstelling, van eene zooveel mogelijk volledige collectie materieel, zoo als in de Nederlandsche en andere ambulances van het Roode Kruis op de slagvelden van den Eransch-Pruisischen oorlog is gebezigd. Door den president werd bij de opening van de vergadering eene korte schets geleverd der wordings periode van Helder's comité en gewezen op de krachtige ondersteuning van ver schillende zijden en uit alle standen der maatschappij, waar over het bestuur zich gedurende het afgeloopen jaar heeft mogen verheugen. Daartoe uitgenoodigd door den president, geeft vervolgeus de secretaris een meer gedetailleerd verslag van de werkzaam heden, en doet mededeeling van zeer merkwaardige blijken van ondersteuning en medewerking, die het comité te dezer plaatse heeft mogen ondervinden; feiten die eene meer algetneene ver melding overwaardig zijn, en aan vele nog koude en onverschil lige (daarom niet ongevoelige) harten ten voorbeeld kunnen worden gesteld. Daartoe behooren niet alleen toezendiugen van levensmiddelen en ververschingen, van geld uit spaarpotten, opbrengst van voordragten, enz., maar ook inzonderheid de per soonlijke aanbieding tot verpleging en hulp door de leden van drie verschillende corporatien in deze gemeente, alsvan de Christelijke Meisjesvereenigingvan de Christelijke Jonge- lingsvereeniging en van de afdeeling Helder der vereenigiug H. Vincentius van Paulo. De leden der meisjes vereeniging hebben zich, onder de leiding van een deskundige, zelfs reeds geoefend in het leggen van verbanden en verleenen van andere hulp, die de gewonde krijgsman in de eerste oogenblikken behoeft. De lessen werden met ijver en belangstelling bijgewoond. De secretaris besloot zijn verslag of liever zijne keurige en boeijende rede, want dat was zij inderdaad, veel meer idan eene koude en dorre opsomming van feiten, zoo als men zich een verslag voorstelt met de vermelding en zaak kundige wederlegging van vele bedenkingen, die nog steeds worden opgeworpen, door hen die nog niet kunnen besluiten, om deze nuttige instelling met eene slechts geringe geldige ondersteuning te schragen. Jammer dat velen hunner hier niet tegenwoordig waren. Yervolgens stelde de president voor, om over te gaan tot het bezigtigen van het tentoongestelde materieel en verzocht een der leden van het bestuur, om de werking en het ge bruik, van die vele voorwerpen, voor de aanwezigen te ver- klaren en toe te lichten. Zoo immer dan was het hier de regte man op de regte plaats; het uitgenoodigd bestuurslid was als genees- en heel kundige mede werkzaam geweest in de Nederlandsche am bulance, op het slagveld; was dus met al die voorwerpen waarvan velen voor andere geneeskundigen nog geheel nieuw zijn aldaar bekend geworden en kon beter dan iemand anders het nut en de doelmatigheid aan de aanwezigen mede deel en. Yervolgens werd door den penningmeester rekening en verantwoording gedaan, waaruit bleek, dat behalve aan vele artikelen in natura, die aan het hoofdcomité direct waren opgezonden, er ontvangen was aan contributie en andere bijdragen de som van ruim f1200.na aftrek der uitga ven sloot de rekening met een batig slot van f 600.waarvan echter in de volgende maand f140.aan het hoofdcomité zou moeten worden overgemaakt'. Ten slotte werd door een ander bestuurslid, in eene indruk wekkende rede, hulde gebragt aan de nagedachtenis van den officier van gezondheid le kl. der marine L. E. Praeger, die van hier naar de ambulance- te Metz is vertrokken, om helaas niet te mogen wederkeeren. Eindelijk werd de vergadering door den president gesloten, na een woord van dank te hebben gebragt aan allen, die een aandeel in de werkzaamheden dezer vergadering op zich hadden genomen, en den wensch te hebben geuit, dat de aanwezigen die van het nut dezer instelling doordrongen zijn, ieder in zijn kring moge werkzaam zijn, om het goede doel bevorderlijk te zijn. Wij hebben nog verzuimd te vermelden, dat van de christe lijke meisjes- en ook van de jougens-vereeniging eenige leden de vergadering hebben bijgewoond. Welligt op invitatie. De afloop der gisteren ten overstaan van den Majoor- Kommandant der Genie in de 5® Stelling alhier gehouden aanbesteding der verschillende onderhoudswerken, is als volgt 1. Aardewerken; ingeschreven door de heeren Gebr. Moor man f2825., H. J. Rippens f2900., Gebr. Janzen f3000., A. Vos Rz. f3000.; en aangenomen door Gebr. Jauzen voor f2680. 2. Metsel- en timmerwerkeningeschreven door de heeren H. J. Rippens, f 3700.Gebr. Moorman f 3700.Gebr. Korfl' f 3900., A. Vos Rz. f 3900en aangenomen door H. J. Rip pens voor f3480. 3. Kazernegebouwen, enz.; ingeschreven door de heeren H. J. Rippens f3800., Gebr. Moorman f3800., Gebr. Korfl' f 3900.A. Vos Rz. f 4200.; en aaugenomen door H. J. Rip pens voor f 3460. De kapitein der artillerie Paravicini di Cappelli is te Hellevoetsluis gedetacheerd tot de ontvangst en plaatsing van eenige kanonnen, kaliber 23 c. m., waarmede die vesting zal gewapend worden. Z. M. heeft benoemd tot commissaris van politie te Zaandam, mr. L. C. E. Gasinjet, thans tijdelijk met de waar neming dier betrekking belast. In de Tweede Kamer heeft Zaturdag de aangekondigde interpellatie plaats gehad van den heer de Casembroot over de voornemens der regering, ter zake van de huwelijken van militaire officieren der marine. Hij deed den minister de volgende drie vragen: 1. Wordt de overtreding van het ko ninklijk besluit van 4 April 1853 met straf bedreigd en zoo ja, met welke straf? 2. Zoo die bedreiging niet bestaat, kan zij dan alsnog wettelijk in 't leven worden geroepen, en zoo ja, bestaat daartoe het voornemeu der regering 3. Mogten die vragen ontkennend worden beantwoord, welke zin moet dan gehecht worden aan de rede, door den minister van marine in de Eerste Kamer, den 4 April gehouden De min. antwoordde op del® vraag, dat een meer of min der strenge afkeuring het gevolg zou zijn van overtreding van het in stand blijvend kon. besluit; op de 2e, dat hij niet voor nemens is een voorstel te doen om een nieuwe strafbepaling in 't leven te roepen; op de 3e, dat den officier, die na de in voering der nieuwe wet bij het aangaan van een huwelijk het kou. besluit overtreedt, geen andere gevolgen wachten, dan ieder ander, die een administratief besluit overtreedt. Alleen bij huwelijken, die de waardigheid van den officiersrang aanranden, zou er oorake kunnen zijn van den overtreder voor een raad van eer te brengen. De heer v. Eek noemde de interpellatie prematuur, omdat de wet nog niet afgekondigd was. Spreker acht het handhaven van het kon. besluit van 1858, waarbij dat van 1853 vervangen is, in strijd met het besluit der kamer. De heeren de Casembroot en Nierstrasz betoogden het nut van beperkende bepalingen, vooral in 't belang van de waar digheid van den officiersstand en van de discipline. De laatste wenscht echter de geldelijke strorting te doen vervallen,-daar dit slechts een wassen neus is. Heeft men het geld niet, dan leent men het, dikwijls tegen hooge rente. De heer Heems kerk betoogde de noodzakelijkheid, dat uitgemaakt worde of een officier nu trouwen mag, ja dan neen, zonder 's konings toestemming. Spreker heeft voor het amendement v. Eek ge stemd, maar eerbiedigt 's ministers meening, ofschoon hij weet dat het tegenovergestelde gevoelen bij vele hoofdofficieren bestond. Had de minister echter de strafbepalingen niet willen zien opheffen dan had hij, na eenmaal het amendement te hebben ontraden, na aanneming daarvan, de wet moeten intrekken. Want nu zal of straffeloosheid bestaan, of wel aauleiding ge geven worden tot willekeurige achteruitzetting.De minister van oorlog verklaarde de strafbepaling voor de landmagt te willen behouden, zoo in 't belang van den karneraadschappe- lijken geest tusschen de officieren, als in 't belang van de discipline. Ook deze min. verklaarde zich echter bereid tot overleg met den min. van marine. De min. van marine zeide de wet niet ingetrokken te hebben, om de vele verbe teringen die zij bevatte.Wat de hoofdvraag van den heer Heemskerk Az. aangaat, antwoordde de min. dat de officier na het wegnpmen der strafbepaling trouwen kan met wie hij wil. Het blijft een vorm, om de vergunning te vragen. Al schaft men alle bepalingen af, en laat men den officier geheel vrij, dan nog blijft de positie van den officier tegenover de regering dezelfde, wanneer hij een minder wenschelijk huwelijk aangaat. Hij stelt zich dan alleen bloot aan eene iukwisitie naar het karakter zijner vrouw. Nadat de heer van der Linden nog had betoogd, dat de uitslag van het in te stellen onderzoek naar de aanstaande van een officier geheel van wil lekeurige opvattingen afhangt, dat het besluit van 1808 door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 2