NIEUWSTIJDINGEN.
te worden. Ook in dit artikel willen wij daartoe eene kleine
bijdrage leveren.
Wij herinneren onzen lezers, dat onlangs door de Heraut
een anti-revolutionnair program is bekend gemaakt. Veel is
reeds daarover geschreven, doch wij zien er weinig heil in,
om het nogmaals in zijne bijzondere deelen te beschouwen.
Het program was, zoo als men het kan verwachten, en in één
opzigt gaf het ons genoegen, want het drukt vrij duidelijk uit,
wat die partij verlangt, en dat is eerlijk. Het zou wenschelijk
zijn, dat alle partijen dat deden. Het conservatieve Dagblad
scheen er echter niet hoog mede te loopenen geen wonder
Het program toch zegt in hoofdzaak «dat de anti-revolutio
nairen wel zamenwerking kunnen goedkeuren, doch behoudens
zelfstandigheid van rigting en ongedeeldheid van beginsel
»dat zij het nationale karakter van onze conservatieven en
katholijken niet inzien, en du9 niet verkiezen daarbij te worden
ingedeeld
«dat het conservatisme eigenlijk niets is dan hetgeen Thor-
becke evenzeer bedoelt
»dat zij ten opzigte van het onderwijs niet nogmaals met
een kluitje in het riet willen worden gestuurd
»dat men van conservatieve, katholieke en radicale zijde
eerst het oud comediespel moet ter zijde stellenenz.
Wie gevoelt niet, dat al die uitdrukkingen voor de con
servatieven even zoovele slagen waren, juist daarom te gevoe
liger omdat zij in de meeste opzigten verdiend waren. Daarom
mogt het Dagblad niet zwijgend, vooral over de gelijkheid der
bedoelingen van de conservatieven met die van Thorbecke,
en waarlijk wij moeten het erkennen, die pil was bitter. Het
moest zich dus verdedigen, en heeft het ook gedaan door het
groote verschil tusschen de conservatieve partij en den heer
Thorbecke op deze wijze aan te geven
»De eerste voert niet alleen in hare vlag, maar heeft ook
waarachtig ten doel handhaving van het monarchaal gezag
van Oranje, en behoud van Neêrlands heerschappij over Indië.
De liberale partij zegt, hetzelfde te willen, maar het is haar
wezenlijk doel niet. Het is eene leus, waarmeó de kiezers
worden bedrogen, maar de republiek is het doel."
Doch genoeg. Wat zegt gij van die verdediging, lezers
Gij dacht niet dat do liberalen zoo gniepig waren, en de
conservatieven daarentegen zoo eerlijk, zoo opregt, zoo lief
jegens den koning, zoo bezorgd voor het Indische geld, zoo
blank en rein als het goud, dat pas uit de smeltkroes
komt. En nog is het Dagblad zeer gematigd het had kunnen
zeggen, dat die liberalen niet enkel de republiek, maar zelfs
de commune willen wij mogen dus waarlijk nog wel dankbaar
zijn, dat het de liberalen niet geheel in al hunne naaktheid
heeft ten toon gesteldWelke middelen men toch al niet
gebruikt, als men in het naauw zit, of als men ons in de
kaarten heeft gekeken Men begint óf te schelden, óf men
vervalt van de eene inconsekweutie in de andere.-
Van het laatste een klein bewijs.
Wij hebben herhaaldelijk van die partij aanvallen gelezen
in dc Tweede Kamer op den heer Thorbecke, omdat deze niet
genegen was op elke vraag, van elk lid, over elk onderwerp
terstond zijne gedachten en plannen uittespreken, waardoor
natuurlijk de hoop verviel, om op een of meer zijner woorden
door eene soort van avocasserie aanmerkingen te kunnen
maken, en hem te bemoeijelijken. Hij achtte dit ook onnoodig,
omdat immers zijne rigting genoeg bekend was. Vooral het
Dagblad exploiteerde die weigering op allerlei wijzen, en leidde
daaruit insinuaties en gevolgtrekkingen af, die, naar ons oordeel,
moeijelijk overeentebrengen zijn met hetgeen men gewoon is,
in een fatsoenlijk blad te verwachten.
En wat lezen wij nu in datzelfde blad
«Willen de kiezers het gevoelen van kandidaten over be
paalde onderwerpen vragen, wij zien daarin niets ongeoorloofds.
Zulke verklaringen omtrent beginselen zijn van nieuwe kan
didaten te vragen voor altredende leden is dit niet nood
zakelijk. Hun parlementaire loopbaan is daar, om aan de
kiezers antwoord te geven op de vraag of zy hem vertrouwen
kunnen schenken, al dan niet.
Wij laten nu de lezers zelve oordeelen over de consekwentie
der conservatieven. Wij willen de bovenstaande woorden niet
tegenspreken integendeel, zij drukken geheel ons gevoelen uit.
Maar dat men dan ook niet telkens en herhaaldelijk een zoo
vervelend gekef doe hooren tegen den man die verstandig
genoeg is om noodelooze of listige vragen onbeantwoord te latAn.
Dat echter het Dagblad in de verdediging der conservatieven
tegen de beschuldiging der anti-revolutionairen, zich aan der
gelijke consekwentie schuldig maakt, vinden wij niet onna
tuurlijk. Teregt rekende het program de conservatieven, ka
tholieken en radicalen mede onder de partijen, die tot de min
derheid behooren. Zonder zamenwerking dus is er niets uit
te voeren. De Heraut wil liever geen zamenwerking, dan
beginselen op te offeren, Het Dagblad denkt daarover welligt
anders althans zijne geheele verdediging der conservatieven
is blijkbaar ingerigt, om nog altijd een achterdeurtje open te
houden. Tegen de liberalen, die eerloozen, komt het er minder
op aan van hen is geen voordeel te trekken, maar van de
anti-revolutionairen Wie weet Één gemeenschappelijk be
lang hebben zij reeds den strijd tegen de liberalen. Welligt
doet zich nog het een of ander op, dat al het andere verschil
op den achtergrond dringt; het is dus zaak, liever te trachten
het verschil van gevoelen weg te redeneren, dan de zamen
werking geheel onmogelijk te maken. Van daar die gematigde
toon, dien men ook tegenover de Tijd kan opmerken, verge
leken bij de hatelijkheid, waarin het vervalt, wanneer het
Handelsblad of de N. R. Courant moeten beantwoord worden.
Ééne zaak houden wij in tusschen voor zeker geen dier
partijen is afkeerig van zamenwerking, wanneer zij daardoor
haar doel kan bereiken. Maar daar allen het deel van den
leeuw zouden verlangen, zoo als zij wederkeerig maar al te
wel van elkander weten, zal een dergelijk verbond niet ge
makkelijk tot stand te brengen zijn. Onmogelijk is het echter
niet, en dat behooren de liberalen niet te vergeten.
Het antwoord van de Herauten de repliek van het Dagblad
maken de zaak nog curieuser. Misschien komen wij daarop
in een volgend artikel terug.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 23 Mei 1871.
De verschillende telegrammen hier Zaturdag namiddag
ontvangen, betreffende het verbranden bij het eiland Wight,
van het prachtige stoomschip Willem IIIhebben hier groote
sensatie veroorzaakt. Behalve enkele ingezetenen, die geldelijk
geinteresseerd zijn bij de Maatschappij Nederlanden vele
anderen, dio bij haar welvaren groot belang hebben, vindt
men hier vele familiën, die onder het aantal passagiers en
equipagie betrekkingen hebben. Alleen van de equipage, be
staande uit 83 koppen, zijn er 16 uit deze gemeente. In
het geheel bevonden zich omstreeks 300 personen aan boord.
Successivelijk kwamen er van sommige telegrammen aan,
den brand vermeldende en dat zij alles verloren hadden,
doch gered warenterwijl van anderen, die verzuimden iets
van zich te laten hooren, of er niet toe in de gelegenheid
zijn geweest, de familiën in de treurigste onzekerheid verkeer
den, die herhaaldelijk tot wanhopige tooneelen aanleiding gaf.
De berigten, dat alle opvarenden gered zijn, hebben zich
later gelukkig meer en meer bevestigd.
Niet alleen hier, maar door het geheele land, heeft de tij
ding van dit onheil een pijnlijken indruk veroorzaakt, vooral
in den Haag en aan de beurs te Amsterdam, daar vele
assuradeuren bij dit onheil betrokken zijn.
De boot is voor f800,000 en de 'lading voor f 1,400,000
verzekerd. Yan het gouvernement, dat zich niet bij anderen
assureert, bevond er zich aan boord f 200,000 aan specie en
voor f200,000 aan opium. De specie, die onderin het schip
is geladen, hoopt men nog te kunnen redden, doordien men
de romp der boot bij Spithead aan strand gezet en vol water
heeft doen loopen.
Voor de maatschappij Nederlandal wordt de geldelijke
waarde ten volle vergoed, is dit treurig begin een vreeselijke
slag. Moge ze haar in vele gevallen tot waarschuwing en
leering strekken Zonder twijfel zal bij volharding en ver
nieuwde zorgen der directie, deze ramp worden te boven geko
men en moge het vertrouwen, door dit ongeluk van haar
toedoen geheel onafhankelijk geenszins worden geschokt. Dit
is onze innige weusch.
Zr. Ms. stoomschip de Valk is heden morgen ten half
vijf ure van hier vertrokken naar Engeland zoo veel mo-
gelijk ter adsisteutie van het stoomschip Willem III en ter
afhaling van het koloniaal detachement.
Uit particuliere berigten nemen wy het volgende over
Yan het redden van goed kon geen sprake zijn, de tijd
daarvoor ontbrak, ook waren de sloepen reeds te veel met
menschen gevuld, om goederen, wat het ook zij, daarin nog
te kunnen bergen. Zij die niet op den loodskotter zich konden
redden, werden op een Eranschen schoener, die ook op het
gezigt van het vuur was aangekomen, opgenomen. Deze
geredden werden in den ochtend van Zaturdag 20 Mei over
genomen door het Engelsche stoomschip Scorpion en naar
Portsmouth gebragt, waar zij ongeveer 10 uur 1s morgens
aankwamen terwijl zij die op den loodskotter waren, aldaar
om 2 uur 's namiddags arriveerden. Bij natelling bleek toen,
dat allen waren gered maar niemand bezat iets anders als
wat hij op zijn lijf droeg. De ware oorzaak van dit ongeluk
weet men niet, maar algemeen gist men dat het broeijen van
de steenkolen (er was ongeveer 1000 ton aan boord!) den
brand heeft veroorzaakt.
Ten slotte zij nog gezegd, dat de kapitein vau de Willem III,
de heer Oort, zoo mede de andere officieren van dat schip,
zich tot het laatste oogenblik cordaat en bedaard hebben ge
houden, zoodat dit, gepaard aan de bedaardheid der passagiers,
veel tot redding van aller leven heeft bijgedragen. Het stoom
schip was al brandende Zaturdag middag gehaald in de haven
van Portsmouth, en brandde nog Zondag ochtend. Lading
ea, bagage kunnen dus als verloren worden beschouwd.
De verpachting der Wierwaarden in de Zuiderzee, op 16
dezer te Helder gehouden, heeft opgebragt f 30,014. per jaar.
Yan Wieringen schrijft men ons
Gedurende het jaar 1870 hebben in deze gemeente ge
middeld 250 kinderen de school bezocht, op eene bevolking
van 2100 zielen. De kosten daarvoor zijn:
Salaris aan 3 hoofdonderwijzersƒ2400.
Onderhond der school en onderwijzerswoningen 342.14
Sclioolbehoeften voor de leerlingen f 289.80
Kosten van vuur en licht83.10
Premie aan braudassurantiën49.88
ƒ3164.92
Van het Rijk ontvangt de gemeente
eene toelage vanƒ199.76
Aan schoolgeld wordt betaald 360.559.76
Komt ten laste der gemeentekas ƒ2605.16