NIEUWSTE) DIN GEN. "huid, het vet, de ingewanden, de vochten, het bloed, het speeksel, allen planten de besmetting over. Zelfs honden, katten, vogelen hebben ze vaak overgebragt van het ééne dorp naar het andere, van één beestenstal naar een naburïgen. Koeijen of ossen, die zei ven niet vatbaar zijn, kunnen ze toch aan andere me- dedeelen. Daarom zijn de jaarmarkten, en de handel der veehandelaars zoo gevaarlijk in streken, waar de runderpest heerscht. Zij, die geroepen zijn, de stallen te bezoeken kunnen niet te naauwkeurig zorgen, dat zij niet door hunne kleederen de kiemen der besmetting overbrengen. Die snelle voortplan ting vindt haren oorsprong in de fijnheid en vlugtigheïd dier kiemen, die zich hechten aan alle ligchamendie mïddelijk of onmiddelijk met de zieke beesten in aanraking komen. Het tuig, het voeder, de ruif, de stalmuren, de mest alles kan ze bevorderen. De dampkringslucht voert de besmetting op vrij grooten afstand. Aangetaste dieren kunnen ze in het voor bijgaan mededeelen aan nabij zijnde runderen, zelfs aan hen, die een geruïmen tijd later denzelfden weg volgen. Russische veeartsen hebben opgemerkt, dat de kiem der ziekte, zelfs bij felle koude, 32 dagen in de stallen achterblijft. In het begin der 18e eeuw woedde de runderpest in ver schillende lauden van Europa, doch vooral in Italië. Twee beroemde geneesheeren hebben ze uitvoerig beschreven. De een, JRamazzini% noemde ze runderpokken, doch de ander, Lan- cisirunderpest De laatste beschouwde als kenteekens een groote onrustigheid, gevolgd door eene droevige stemming, tanden knarsen, rilling, een overvloedige loozing door de neus gaten, een moeijelijke pijnlijke ademhaling, bedorven lucht, •gebrek aan eetlust, blaasjes in den mond, hevige loop en groote zwakheid, Inwendig vond hij zweren in den slokdarm, een zieke lever, koudvuur in de ingewanden, en de derde maag gevuld met droog voedsel. Overtuigd, dat de ziekte alleen •door besmetting wordt voortgebragt, werden de jaarmarkten geschorst, de zieke runderen streng afgezonderd de toegang werd verboden aan allen, die besmette landstreken bewoonden -de paardenkoopers mogten hunnen handel niet voortzetten men verbood het verkoopen der versche huiden en schreef voor, dat de lijken der beesten in diepe kuilen moesten begraven worden in plaats van die in den Tiber te werpen. Men ge lastte, de runderen aftemaken, zoodra zij eenige blijken der ziekte vertoonden, en trachtte de ontvolking van den veestapel op alle mogelijke wijzen te verhoeden, door het invoeren van gezonde runderen, die eerst aan eene quarantaine onderworpen waren, en door het slagten van kalveren te verbieden. Waren de voorschriften van Lancisi gevolgd, vele millioenen zouden aan westelijk Europa bespaard zijn gebleven. De oorlogen hebben bijna altijd de runderpest ten gevolge gehad door den invoer van vee uit vreemde landen, vooral •van de Donau streken, doch de handel plant ze voort van het eene rijk naar het andere. Zoo breidde zich de runderpest van 1711 uit van Italië naar Sardinië, Piemont, Zwitserland, Tyrol, Duitschland, Belgie en Holland. Yan het laatste, dat 200,000 stuks vee verloor, bragt de handel ze over naar En geland in 1713 de Engelschen echter, gebruik makende van de ondervinding van elders, wisten zich vrij spoedig daarvan te bevrijden. Vijf en twintig jaren later heerschte de runderpest nog veel heviger door geheel Europadeze is bekend onder den naam van jpest van 1740. Zij had haar oorsprong in de steppen van Rusland, werd in Boheme ingebragt, en breidde zich van daar uit over geheel Europa. Dit Holland werd zij wederom door kalveren overgebragt in Engeland, of, naar men zegt, door een looijer, die in het geheim uit de provincie Zeeland versche huiden had doen komen. Zoo kan ëén mensch, om een on wettig voordeel te bejagen, den veestapel van een geheel rijk verwoesten. In tien a 12 jaren verloor Engeland ongeveer 3 millioen stuks vee. Vooral in Frankrijk werden allerlei middelen beproefd, doch alles te vergeefs afzondering en ontsmetting hadden nog de meeste uitwerking, doch afmaking was het eenige middel om de plaag te doen ophouden. Hoe ligtelijk de mensch bij dergelijke rampen tot bijgeloof •vervalt, kan blijken -uit een herderlijken brief van den Aarts bisschop van Toulouse, waarin onder anderen deze woorden voorkomen «Sommigen wier vee aangetast is verwaar- loozen alle voorbehoedmiddelenen vergeten dat de Voor zienigheid slechts hen helptdie door arbeid en vlijt zich zeiven helpen; anderen zoeken hulp in processiën of pelgrims- togten die hen de zorg voor hun gezin en hun gewonen ar beid doen verzuimen en dubbel ongelukkig maken." In 1865 werd de runderpest wederom uit Holland naar Londen overgebragt. Eenige koeijen uit Holland bleven te Londen onverkochten na drie dagen in de nabijheid dier stad te hebben vertoefd terug gebragt in de weilanden van Rotterdam. Van Londen breidde zij zich uit door al de graaf schappen van Engelanden van Rotterdam door geheel Ne derland. Door strenge maatregelen wist echter België daar van genoegzaam geheel bevrijd te blijven. Door kleine op offeringen wist men daar een onberekenbare schade te ont gaan evenzeer als in Frankrijk. De jaren 1870 en 1871 kunnen in laatstgenoemd rijk echter ten volle worden ver geleken met 1712, 1745, 1775 en 1815, hetwelk toegeschre ven wordt aan den invoer van vee tot onderhoud der tal rijke pruisische legersterwijl de huidige toestand van dat ongelukkige rijk tot heden verhinderd heeftkrachtige mid delen ter bestrijding aan te wenden. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 20 Junij 1871. De heer A. B. Weber, hulponderwijzer alhier, verdient open tl ij ke hulde en erkentelijkheid voor zijne steeds immer en thans weder op nieuw betoonde bereidwilligheid, waarmede hij steeds gereed staat om de hem geschonken talenten dienst baar te maken tot ondersteuning en tegemoetkoming van hulpbehoevenden Onlangs aangezocht tot het houden eener volksvoordragt, tegen matig entree, ten voordeele eener weduwe met zes on verzorgde kinderen, die haren man dezer dagen bad verloren aan de pokziekte, betoonde hij zich daartoe weder volgaarne bereid en heeft Zondag avond jl. daaraan uitvoering gegeven. Het doet ons genoegen ter wille van de weduwe en ter wille van de zelfvoldoening van deu heer Weber, dat het succes allergunstigst mag genoemd worden. (Men zie rubriek ad- vertentiën.) Bij besluit van 18 Junij, heeft de Koniug goedge vonden, den Minister van Oorlog, den kolonel der infanterie A. Engelvaart, te benoemen tot generaal-majoor. Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van Was- senaeronder bevel van den kapitein ter zee R. L. de Haes, is, volgens een bij het Departement van marine ontvangen telegram, den 15n dezer te Batavia aangekomen. Aan boord was alles wel. Z. M. heeft goedgevonden de kapt.-luits.t/z P. Kooing, op zijn daartoe gedaan verzoek, wegens ongeschiktheid voor de militaire dienst, ter zake van in en door de dienst ont stane ligchaamsgebreken, en C. A. L. H. baron van Heeckeren en II. E. Bunnik, wegens langdurige dienst, met den 1 Julij a. s. op pensioen te stellen, onder toekenning van een jaar- lijksch pensioen van vijftien honderd gulden (f 1500.aan den kapt.-luits. t/z. P. KoniDg en C. A. L. H. baron van Heeckeren, en van veertien honderd gulden (f1400.aan deu kapt. luit. t/z. H. E. Bunnik. Voorts worden bij bovengeuoemd besluit met ingang van evengemelden datum bevorderdtot kapt.-luit. t/z. de luit. t/z, le kl. jhr. N. A. Holmberg de Beckfelt, F. H. P. van Alphen, W. Sluyterman van Loo en G. P. Servatius en tot luit. t/z. le kl., de luits t/z. 2e kl. J. C. Joekes, D. J. Weys, C. A. le Bron de Vexela en J. M. Berends. De luitenants ter zee der 2de klasse C. A. Le Bron de Vexela, W. J. H. de Kanter en B. T. W. van Hasselt, laatst behoort hebbende tot eskader in Oost-Indie zijn op non-activiteit gesteld. De heer mr. C. Foclc, in de districten te Amsterdam en Haarlem gekozen, heeft voor Amsterdam geopteerd. Zoo dat in Haarlem eene nieuwe verkiezing moet plaats hebben^ Zaturdag werden te Amsterdam in het O. Z. Heeren Logement de werktuigen verkocht der kort aldaar bestaande Amsterdamsche Zakken-fabriek, welke bij haar aprigtiBg. duizenden guldens heeft gekost. De meest ingenieuse ma- chienes, met stoom gedreven, door welke de kruideniers-zakken gesneden, gevouwen en geplakt worden uitgeworpen, en wel 40 per minuut, zijn voor een appel en een ei verkocht. Onder velerlei andere oorzaken, welke het wortelschieten dezer industrie in den weg stonden, behoort ook dit bedroevende feit, dat de zakken nog altijd goedkooper gemaakt worden met de hand in fabrieken, waar men kinderea gebruikt, en wel schoolkinderen, die s1 ochtends vroeg en in de speeluren daaraan arbeiden. Arme kleinen, is 't niet goed dat er ook in uw belang een enquête is ingesteld naar de fabriekskin deren? Als die enquête voor het minst tot praktische resul taten en verbetering voert! Men schrijft ons van Leeuwarden Bij de maatschappij van landbouw en veeteelt hier ter plaatse, is er ernstige sprake van om eenige verandering te brengen in de wijze waarop de boterhandel op de openbare markt wordt gedreven. Men wil het loven en bieden af schaffen en in plaats daarvan, de boter aan de markt publiek opveilen per vat. Men stelt zich voor, beteren prijs naar kwa liteit te maken, waarvan het gevolg zou zijn, dat men zich meer op het produceren van beste kwaliteit zou toeleggen. Er is eene commissie benoemd, om een concept te ont werpen tot oprigting van eene vereeniging, onder de bena ming van Boterbonddie zich de invoering van het genoemd idee ten doel stelt. In landbouwkundige tijdschriften wordt de vierkante vorm der kazen aanbevolen boven de ronde. De kaas ver- eischt, wanneer zij den vorm van een dobbelsteen heeft, min der ruimte bij het inpakken, droogt gemakkelijk en blijft op den duur beter. Van de 45 jongelingen, die zich bij het instructie bataljon te kampen hebben aangemeld, zijn 36 aangenomen. Men vindt in de Hoarl. CL onder de advertenties de volgende belijdenis" ik verklaar het katholicisme te houden voor waarheid; verzoek ieder om het ernstig te onderzoeken en herroep elk woord, dat ik tegen de leer der kerk heb geuit. E. A. Hartsen. De Roomsch kath. ingezetenen van Maasland vierden hun feest op eene eigenaardige, schoone wijze. Er waren gelden bijeengebracht om alle behocftigen rijkelijk te bedenken. Hoofdzakelijk bestonden de giften in brood. Ruim 400 halve kilo's heerlijk krentenbrood werden uit gedeeld. Men vroeg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 2