HELDERSCHE COURANT.
Jlieutos- en
Woensdag
<flÖoerletitie--6fnD.
5 Julij.
M 1055.
Elfde Jaargang.
1871.
50 Centen per kwartaal
en 65 Centen franco per post,
Nog een woord aan de zich
noemende
y>Eenige Katholieke Nederlanders.'1''
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 0.50
Franco per post n 0.65
Men abonneert zich bij allo Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advertejjtien* van 1—4 rebels is 60
Centen; voor clkcn regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertcntien intozenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT JE S.
De prijs van dit blad is be
langrijk verminderd en thans
gesteld op:
ten einde een ieder in de gelegenheid te
stellen het voor eigen rekening te kunnen
aanschaffen en niet meer, zoo als meestal ge
schiedde, het onderling met vier, vijf of meer
personen te lezen.
In de Held. en Nieuived. Ct. hebben wy wederom van de
bovengenoemden een ingezonden stuk gevonden, in antwoord
op ons artikel van 28 Junij, waarop wij ons verpligt achten
terug te komen, wij doen dit met eenigen weerzinvooreerst
om dat ons laatste artikel van 1 Julij over de verdraagzaamheid
zeer zeker door die heeren nog niet gelezen was, anders zouden
zij stellig een anderen toon hebben aangeslagen zij zouden
dan, wanneer zij ten minste wildenhebben ingezien, dat onze
verdraagzaamheid op eigen hand zeker voor de maatschappij
nuttiger zou werken, dan hunne vinnige taal. Nog om een
andere reden doen wij het met weerzin. Die heeren hebben
goedgevonden de behandelde zaak bijna geheel overtebrengen
op godsdienstig terrein, terwijl wij ons genoegzaam uitsluitend
op politiek en maatschappelijk terrein hebben bewogen. Van
daarjuist dien bitteren toon want het is een treurige waarheid,
dat godsdienstgeschillen bij velen daartoe schijnen te moeten
leiden. Wij willen hen daarom op dat gebied zoo min mogelijk
volgen, en zullen trachten even kalm als in onze vorige ar
tikelen, maar ook even rondborstig, voor onze overtuiging uit
te komen. Die heeren mogen ons nu den naam geven van
spitsvondig criticuswij willen daarover niet met hen twisten,
omdat het ons geheel onverschillig is. Dat wij de waarheid,
die soms wel eens kwetsend kan zijn, hebben gezegd, bewijst
de gevoeligheid, welke in het ingezonden stuk heerscht. Daarom
juist willen wij op die enkele punten nederkomen, waar dit
bepaald wordt tegengesproken, niet om eene spitsvondige critiek
te oefenen, maar omdat het hier eene zaak betreft, die voor
ons vaderland van het grootst gewigt mag worden genoemd.
Evenmin om de inzenders te overtuigen, hetgeen nu wel on
mogelijk zal zijn, maar om onze onbevangen lezers in staat te
stellen zeiven te oordeelen,
Wy hebben tot heden een scherp onderscheid gesteld tusschen
vrome Katholieken en Ultramontanen. Die onderscheiding noemen
de inzenders onbestaanbaar. Dat nu, voor hendie onderschei
ding niet bestaat, is zeer mogelijk, ofschoon het ons eenigzins
teleursteltmaar dat ze daarom onbestaanbaar is, daartoe be
hoeven wij een meer grondige redenering dan die der inzenders.
Verder zeggen zij ndat het aantal ware vrome katholieken,
die het ultramontanisme, en dus hei katholicisme afkeuren, laat
sfraan bestrijden, slechts in onze verbeelding bestaat." De on
derstreepte woorden zijn niet van ons, en konden niet van ons
zyn, omdat wij die twee van elkander hebben onderscheiden
zij zijn er door de inzenders zeer behendig tusschen gevoegd,
wij willen naar de redenen liever niet raden. Overigens is
hunne bewering wel slim, maar toch niet zeer slim. Gesteld
toch, wij noemden er eenigen van die velen op, dan zouden
de inzenders immers terstond antwoorden »dat zy dan geene
ware vrome katholieken meer zijn." Wie weet welken naam zij
dan zouden ontvangen Wij laten den inzenders dus de vrijheid
daarvan te zeggen, wat zij willen. Wij kennen die velen in
hoogere en lagere standen, zoowel beschaafden als ongelet-
terden dat is voor ons voldoende.
De redenering over de ultramontanen Ï3 eenigzins zonderling,
en bewijst bijzonder weinig. De schrijvers beginnen met ons
welwillend mode te deelen, om onze onkunde te gemoet te
komen dat TJltra Montes beteekentaan den anderen kant der
bergen der Alpen". Wij willen hen wel bedanken voor huDne
verduidelijkingdat wij ze echter niet noodig haddenmoge
blijken uit ons laatste artikel over de verdraagzaamheid, waar
wij zeiden »dat ook de Spaansche godsdienstvervolgingen niet
van Nederlandschen oorsprong waren, maar van over de
bergen tot ons zijn gekomen. Wij zouden er nog kunnen bij
voegen, hetgeen misschien den inzenders minder bekend is, dat
de naam ultramontanen staat tegenover dien van Gallicanen in
Frankrijk, waaronder verstaan worden de meer verlichte ka
tholieken, zoo als de aartsbisschop Harboy en anderen.
Verder wordt gezegd: "dat daar Rome ligt, waar de Paus,
het hoofd der katholieke kerk zetelt". Ook dat was ons bekend.
En nu wordt daaruit het gevolg getrokken: »dat ultramon-
taan hetzelfde is als roomsch, wat voor elk hetzelfde klinkt
als katholiek." Ziet, dit nu wisten we niet, we begrijpen
het nietwe gelooven het niet, we wenschen het in de verste
verte niet. Wij willen echter onze redenen niet achterhouden.
Niet zelden i3 het ons gebleken, dat de naam ultramontaan
door vele katholieken als een soort van scheldwoord wordt
beschouwd, bijna zoo als het woord radikaal voor de libe
ralen. Wanneer men echter innig overtuigd is de attributen
niet te bezitten, die daarbij worden gedacht, stoort men zich
niet daaraan toch hoort men het liever niet. En nu verklaren
die zoogenaamde katholieke Nederlanders, dat het als het
ware een eere naam is, althans van gelijke beteekenis als
het woord katholiek. Blijkbaar bestaat er dus in dat opzigt
onder de katholieken een groot verschil van opvattingmaar
de inzenders gelieven dan ook te begrijpen, dat wij hunne
verklaring, gekleed in een zeer weinig uitlokkend gewaad,
niet maar zoo gaaf kunnen aannemenja, wij willen het
maar ronduit verklaren, zij heeft voor ons zeer weinig waarde.
Wij herhalen het, ze bewijst enkel, hoe zij daarover oordeelen,
en in hoeverre zij niet zouden schromen zich tot de ultra
montanen te rekenen. Wij gelooven het dus niet, maar wij
wenschen het ook in de verste verte niet.
Reeds het woord ultramontaan drukt iets oxnederlandsch
uit, dat ons tegenstaatwij zouden dat echter kuDnen ter
zijde stellen, want de woorden geven niet altijd den juisten
zin te kennen. Als wij nu echter onzeoogen en ons verstand
niet sluiten voor hetgeen in den regel met dien naam gepaard
gaat, dan wordt onze afkeer oneindig versterkt. Dat de
jesuiten ook tot de ultramontanen kunnen worden gerekend, zal
niemand tegensprekenwij willen daarom nog niet gezegd
hebben, dat alle ultramontanen jesuiten zijn, maar waar zijn
de grenzen Reeds vroeger hebben wij aangetoond, dat vol
gens de geschriften van laatstgenoemden, onkuischheid, on
eerlijkheid, zelfs moord in sommige gevallen als niet onge
oorloofd werden beschouwdmoet zoo iets ons niet met hui
vering vervullen, wanneer wij ons zeiven vragen, wat er van
de maatschappij zou wordeu, indien zulke beginselen iDgang
vonden
Dat onder vele ultramontanen(wij zeggen niet onder de
katholiekenzoo als de Held. en Nieuwed. Ct.) het stelsel
heerscht: «Eerst de kerk, dan nog eeDS de kerk, dan de
priester, en eindelijk de staat", is ook overbekend. Welk
vertrouwen kan men op zulke burgers stellen Wanneer wij
nu uit Rome zelf lezen, "dat de commune-mannen voor
Frankrijk minder gevaarlijk zijn dan het liberalisme," welken
indruk moet dit maken op de vele liberalen in Nederland
Wanneer wij de nuttigheidsleer een echt uitvloeisel van de
leer der jesuiten: »het doel heiligt de middelen", door hen
zien huldigen, zou men dan niet tot nadenken worden gebragt
WanDeer wij in de Parkzaal het program hooren toejuichen
«dat niet alle godsdiensten gelijke aanspraak op vrijheid
hebben dat niet ieder vrijheid van denken heeftdat alleen
de onfeilbare paus, zoowel in den staat als op het gebied
der godsdienst de waarheid bezit, enz.", moet men zich dan