HELDERSCHE COURANT.
12 Julij.
dtoicrïfnliC'fifnö.
Itieums- en
Woensdag
M 1057.
Elfde Jaargang.
1871.
50 Centen per kwartaal
en 65 Centen franco per post,
Wie zal het wezen?
De prijs der ADVÉBiËxïiEN van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag eu Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertenties i-ntezeuden.
Ingezonden stukkeu minstens één dag vroeger.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-ivOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 0.50
Franco per post g 0.65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
Uitgever S. G IL T J E S.
Dc prijs van dit blad is be-
||P§*gi' langrijk verminderd en thans
gesteld op
ten einde een ieder in de gelegenheid te
stellen het voor eigen rekening te kunnen
aanschaffen en niet meer, onderling het met
vier, vijf of meer personen te lezen.
Eerstdaags worden wij wederom aan de stembus geroepen,
om te beslissen over de personen, aan welke wij de belangen
onzer gemeente zullen toevertrouwen. Dat gedurig stemmen
moge geen genoegen, of uitspanning zijn, het is toch een regt,
waarop wij hoogen prijs stellen, en een pligt, waaraan geen
burger zich kan onttrekken, voor wien de belangen van de
plaats zijner inwoning nog eenige waarde hebben. Het is
waarlijk niet hetzelfde, welke leden in den raad eener gemeente
zitting hebben van hen toch is voor een groot deel niet alleen
het tegenwoordige, maar ook hare toekomst afhankelijk. Hoe
vaak wordt door dén verstandigen maatregel iets tot stand
gebragt, waarvan onze nakomelingen, zoowel als wij, de
vruchten zullen plukken Hoe menigmaal is daarentegen één
onberaden besluit de oorzaak van een stilstand, zoo niet ach
teruitgang, dien zelfs een jaren lange inspanning niet kan op
heffen Hoe dus burgers, die op den naam van regtschapen
aanspraak maken, daaromtrent onverschillig kunnen zijn, en
hunnen pligt óf geheel vex-zuimen, óf zich als blinde werktuigen
laten gebruiken, is naauwelijks te begrijpen.
Geen wonder dus, dat de vraag «wie zal bet wezen
of liever «wien zal ik stemmen bij menig kiezer op de lippen
komt. En waarlijk, die vraag is niet altijd gemakkelijk te
beantwoorden. Hebben zich de aftredende leden hun mandaat
waardig betoond, dan kunnen alleen zeer buitengewone om
standigheden twijfeling doen ontstaan maar is het omgekeerde
't geval Het is waar, geen lid van den gemeenteraad zal in
allen gevalle aller goedkeuring wegdragen; maar juist omdat
zoo iets onmogelijk is, behoeft die overweging op den kiezer geen
invloed uit te oefenen. Iets anders is het, wanneer een lid
heeft getoond, de belangen eener gemeente niet te ^begrijpen,
of die aan nevenbelangen te willen opofferen. Dan toch wordt
het eene gewetenszaak hem op nieuw te kiezen, en de vraag
ontstaat«Wie zal het wezen
Zijn er kenmerken, waarnaar men kan oordeelen, of een
persoon geschikt is, om als lid van den gemeenteraad opte-
treden? Wij gelooven daarop bevestigend te kunnen antwoorden.
Wel heeft iedere gemeente hare bijzondere behoeften, haar
eigen karakter. Onze gemeente is als zeeplaats natuurlijk van
een geheel anderen aard, dan een gemeente, die hoofdzakelijk,
of bijna uitsluitend, in den landbouw op het fabriekwezen,
hare middelen van bestaan vindt. Natuurlijk kan dat verschil
invloed uitoefenen op de vereischten van een raadslid maar
wij schrijven thans niet alléén voor onze gemeente, en dan
geiooven wij, dat er algemeene eigenschappen zijn, die ieder
lid van een gemeenteraad, waar dan ook, behoort te bezitten,
zal hij aan zijne roeping beantwoorden. Wij mogen niet ver
wachten, dat overal een even geschikt personeel te vinden is,
maar om dan toch in ieder geval de beste keuze te doen, dient
men op die eigenschappen de aandacht te vestigen. Wij laten
onaangeroerd al die hoedanigheden, welke elk fatsoenlijk man
behoort te bezitten en dan meenen wij van een raadslid in
het bijzonder te mogen verwachten, dat hij zij een man van
gezond verstand, van practische kennis, van eerlijken zin en
van overtuiging. Wij willen niet beweren, dat allen, die deze
attributen bezitten, daarom reeds geschikte leden van den ge
meenteraad zullen zijn wij stellen ze slechts als hoofdver-
eischten, die een goed raadslid niet mag ontberen, en waarop
in do eerste plaats de kiezers hunne aandacht behoorden te
vestigen. Doch geschiedt dat overal
De Independance schreef onlangs«In Nederland doet de
politieke overtuiging minder af dan de populariteit." Het oordeel
is streng, maar niet geheel onverdiend. Dit moge nu meer on-
middelijk van toepassing zijn op verkiezingen van kamerleden,
ook voor die van raadsleden is overtuiging vaak verre te zoeken
ook hier staat populariteit niet zelden op den voorgrond. Zoodra
nu deze voortvloeit uit de bekende degelijkheid van den kan
didaat, en bezit hij in de eerste plaats de bovengenoemde
eigenschappen, dan zal de keuze niet ligtelijk berouwen maar
wie zal de verschillende wijzen opnoemen, waardoor een kan
didaat zich soms stemmen verschaft, of hem die verschaft
worden In de eerste plaats mogen wij wel noemen het geld.
Vooral op het platte land heeft de rijke kandidaat reeds ter
stond veel vooruit. De kiezers, welke geldelijke verpligtingen
aan hem hebben, moeten een groote vastheid bezitten, omniet
hunne overtuiging op te offeren, vooral wanneer de kandidaat
zich soms niet schaamt, hun zijdelings een wenk of een soort
van bedreiging te geven. Andere kiezers, welke van den rijken
kandidaat eenige gunst verwachten, en opzijn invloed specu
leren, zijn evenmin veel te vertrouwen. Voegt hij daarbij den
takt, van ten gepasten tijde vriendelijk en voox-komend te
kunnen zijn, dan zal het vaak blijken, dat *geld vele tekort
komingen bedekt." Niet zelden is een gevoel van vriendschap
voor clen kandidaat voldoende, om de stem van den kiezer te
bepalen en hem al het andere te doen vergeten. Bloedver
wantschap speelt mede vaak een groote rol bij de vex-kiezingen.
En wie zal het getal bepalen der kiezers, die uit gemakzucht
slechts het voorbeeld van anderen volgen Dit vooral geeft
de handen ruim aan sommige ij veraars, die daarop speculeren,
om hun doel te bereiken.
Wij mogen niet vergeten, hoe vaak ook hierbij van het
woord godsdienst een zeer vex-keerd gebruik wordt gemaakt.
Wij zouden welligt dit punt niet hebben aangeroerd, zoo niet
eene advertentie in de Öchager Courant ons daarop had ge
wezen. Eenige R. K. kiezers in die gemeente bevelen twee
Katholieken kandidaten aan «omdat, naar de bevolking te oor
deelen de K. K. regt hebben op twee leden van hun geloof
in den raad.'' Wij lezen toevallig die advertentie in het
zelfde No., waarin de geachte Deken in die gemeente openlijk
verklaart zich te verheugen over de liefde en eendragt welke
8chagen bij het Piusfeest heeft aan den dag gelegd.
Dit toevallig zamentreffen stx-ekt ons ten bewijze, dat die
advertentie zeer zeker buiten zijne voorkennis is geplaatst
maar toch bedroeft zij ons. Wij hadden niet gedacht in die
aanzienlijke gemeente, die in de laatste jaren zoo magtig is
vooruitgegaan, nog kiezers te zullen ontmoeten, die, door on-
verdi'aagzaamheid verblind, zoo duidelijk doen blijken, hun
kiezerspiigt niet te begrijpen. Wij kennen die kandidaten
niet; wij weten ook niet of zij de attributen van een degelijk
raadslid bezittenmaar de reden waarom zij aanbevolen
worden, noemen wij ten hoogste afkeuriDgswaax-dig, omdat
zij niet op den voorgrond mag gesteld wordenwij noemen
ze een bewijs van ondankbaarheid, met het oog op de hou
ding der protestanten in die gemeente, gedurende de Pius-
ieesten, waarop wij met zoo veei genoegen hebben gewezen;
wij noemen ze een bewijs van liefdeloosheid, dewijl zij
verwijdering tusschen de burgers kan teweeg brengen wij
noemen ze eindelyk onvei'standig, omdat zij tengevolge zal
hebben, dat er nu waarschijnlijk niet één katholiek raads
lid zal worden benoemd, dewijl van de protestansche kiezers
bezwaarlijk kan worden verwacht, dat zij nu hunne stem op
een katholiek kandidaat zullen uitbx-engen. Wij kunnen
dus niet audex-s dan dergelijke handelwijze afkeuren. Men
stelle toch in ons vaderland bij maatschappelijke belangen
niet altijd de godsdienst- op den voorgrond. Vooral onzen
katholieken medeburgers moeten wij dat ten sterkste ontraden,
zoo zij niet diegenen willen ia de hand werken, die gaarne
het katholicisme in het ultramontamisme zouden zien opgaan.