HELDERSCHE GODRANT.
Woensdag
flilnerlenlic-fifni).
26 Julij.
Jfieums- en
Jtë 1061.
Elfde Jaargang.
1871.
O^ffxciëel gedeelte.
Bekendmaking.
Bekendmaking.
JAARL1JKSCBE 0EFE\IXGE.\ MET DE BRANDSPUITEN.
jQict-offictëcï gedeelte.
Gezag of vrijheid?
Verschijnt DINGSDAG- eu VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 0.50
Franco per post n 0.65
Men abouuecrt zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advektentien van 1—4 regels is.60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Adverteutiën intezeuden.
Ingezonden stukkeu minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILTJES.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen
ter keunis van belanghebbenden, dat op gisteren door hen voorloopig vast
gesteld en gedurende de eerstvolgende veertien werkdagen, op de gewone
kantooruren, voor een ieder ter Secretarie der gemeente ter lezing 13 neder-
gelegd het EERSTE SUPPLETOIR KOHIER voor den HOOFDELIJKEN
OMSLAG, voor het dienstjaar 1S71, en dat binnen dien tijd de aangeslagenen
tegen den aanslag bij den Raad bezwaren knnnen inbrengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Helder. STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 22 Julij 1871. L. VERHEY, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen
ter openbare kennis, dat de lijst bevattende de uamen der inwoners, die voor
het verleenen van inkwartiering en onderhoud in aanmerking komen, is
herzien en gedurende de eerstvolgende 14 werkdagen, op de gewone kantoor
uren, op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 22 Julij 1871. L. VERHEY, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt ter kennis van de
belanghebbenden, dat de JAARLIJKSCHE OEFENINGEN MET DE BRAND
SPUITEN der gemeente zijn bepaald als volgt:
Met de spuiten No. 1, No. 2, No. 4, No. 5 e?i No. 6
op Woensdag den 26 Julij aanstaandedes namiddags ten
half zeven ureop het Molenpleinen met spuit No. 3,
op Donderdag den 27 Julij e. k. des namiddags ten
zeven ure te Huisduinen.
Ter voorkoming van het toepassen van geldboete, worden de personen, die
voor het houden dezer oefeningen zijn opgeroepen, aangemaand, om aan die
oproeping stipt te voldoen.
Helder, Do Burgemeester voornoemd,
den 22 Julij 1871 STAKMAN BOSSE.
De stand der partijen in Nederland heeft in den laatsten tijd
vrij wat verandering ondergaan. De conservatieve partij heeft
ongetwijfeld zware verliezen geleden, niet enkel door den voor
haar zoo hoogst ongunstigen uitslag der verkiezingen, maar
meer nog door de overtuiging, dat zij met haar toenemend
verval van krachten geheel alleen staat. De Katholieken, hetzij
uit wantrouwen, hetzij omdat beider belangen uiteen liepen,
hebben aan hare liefelijke woorden geen gehoor willen ver
leenen, maar zijn hun eigen weg gegaan. De anti-revoluti-
onnairen hebben bijna opentlijk de toegestoken hand afgewezen,
gedachtig aan hetgeen vroeger was gebeurd. Laatstgenoemden
mogen den hun nog overgebleven invloed bijna geheel hebben
verloren zij mogen gevallen zijn niemand zal het ontkennen,
dat zij, dank hunnen loijalen aanvoerder eervol zijn gevallen.
De katholieken partij heeft ongetwijfeld meer gewonnen dan
verloren. Als men echter de taal hoort, die de Ultramontanen
voeren tegen al wat liberaal heet, en dus ook tegen de libe
rale katholieken als men daarbij in aanmerking neemt, dat,
in weerwil van den invloed, dien zij op de meerderheid der
katholieken uitoefenen, in de roomsche kiesdistricten een zoo
groot aantal stemmen op liberale katholieken is uitgebragt
dan zien wij daarin een duidelijk bewijs Van hetgeen wij
reeds herhaalde malen hebben beweerd dat in de katholieke
kerk twee fractiën tegenover elkander staan, namelijk de li
beralen en de ultramontanen, en dat het getal der eersten in
de laatste tijden zeer is toegenomen. Of dat getal echter zal
blijven toenemen, dan of de laatsten door hunne dwangmid
delen zullen zegepralen en de éenheid zullen herstellen, ten
koste der vrijheid van denken, die zich tegenwoordig zoo al
gemeen baan zoekt te maken, dat moge de tijd leeren.
Geene partij heeft intusschen grooter overwinning behaald
dan de liberale. De uitslag der stemmiDg heeft haar natuurlijk
versterkt, maar oneindig meer is hare kracht toegenomen door
hare meer zuivere positie tegenover de anti-liberalen. Niemand
kan het ODtkennen, dat de partijen duidelijker dan ooit zijn
afgebakend. Hebben de anti-revolutionnairen in hun program
openlijk hun stelsel blootgelegd hebben de ultramontanen in
de parkzaal luide verkondigd, wat hun streven isde con
servatieven hebbeö bewezen, dat hun stelsel, voor zooverre
zij er een hebben, niet meer is van den tegenwoordigen tijd
het is verouderd, krachteloos geworden. Ziedaar juist, wat
het liberalisme nog meer heeft versterkt dan de uitslag der
verkiezingen. Het is gebleken, dat het meer dan een der
andere partijen den geest des tijds vertegenwoordigt, en waar
dit bet geval is, behoeft men zich minder ongerust te maken
En toch zijn wij niet in alle opzigten gerust.
Wij hoorden in de laatste tijden wel eens beweren, dat
alle partijen zich zouden oplossen in twee hoofdrigtingen de
voorstanders van het gezag, en die der vrijheid. Onmogelijk
is het zeker niet, maar is het wenschelijk Wij hebben de
moed niet, de laatste vraag onvoorwaardelyk in een beves
tigenden zin te beantwoorden.
Wonderlijk wordt er soms met beide woorden omgesprongen,
en dat is juist de reden, dat zij nu bijna lijnregt tegenover
elkander schijnen te staan, terwijl wij ze gaarne naast elkander
zouden plaatsen, en wel zoo digt mogelijk. Blijkbaar hangt
hier dus alles af van den zin, dien men aan beide woorden
hecht. Naar het ons voorkomt wordt het woord gezag dooi
de tegenstanders wel eens als eensluidend beschouwd met
dwang, terwijl van de andere zijde het woord vrijheid vaak
op eene lijn wordt gesteld met losbandigheid. Beide opvattingen
zijn verkeerd. Waar het gezag in dwang overgaat, mag het
niet langer dien naam dragen men noeme het dan met zijn
waren naam, en verfoeije het. In dat geval kan het ook niet
anders dan lijnregt staan tegenover de voorstanders der vrijheid.
Maar dat dezen dan ook zorgen, dat hunne vrijheid niet buiten
de perken ga, zoo zij niet de beschuldiging willen verdienen,
dat de vrijheid van den een, ondragelijke dwang voor den
ander worde. Wij zien dus, dat alles afhangt van de betee-
kenis, die men met de woorden verbindt.
Maar kunnen zij te zamen gaan Wij meenen, ja. Wanneer
in het maatschappelijke alleen de wet en in het godsdienstige
alleen de waarheid gezag uitoefent, achten wij het niet on
bestaanbaar met die vrijheid, waarop allen aanspraak hebben;
en eene vrijheid, die slechts door eenigen genoten kan worden,
heeft evenmin regt van bestaan als dwang.
Wanneer wij nu eens rondzien, boe soms het gezag wordt
uitgeoefend, en hoe tegenwoordig door velen de vrijheid wordt
gewenscht, dan begrijpen wij ligtelijk, dat men de partijen
begint te verdoelen in voorstanders van het gezag, en in voor
standers van de vrijheid. Wij begrijpen het, maar of het wen
schelijk is, weten wij niet, tenzij ook hier uit het kwade het
goede voortkome. Wij willen beginnen met een blik te slaan
op de eersten, en dan denken wij terstond aan die fractie der
katholieken, die bekend staat onder den naam van ultra
montanen.
Het katholicisme heeft het gezag tot grondslag, doch dit
wordt door het ultramontanisme tot dwang opgevoerd. Daarin
ligt de oorsprong der twee fractiën van liberale-katholieken
en ultramontanen, en tevens de reden, waarom wij de eersten
volgaarne als onze medeburgers beschouwen, doch de laatsten
als vreemdelingen, met welke eene eerlijke medewerking on
mogelijk is. De ultramontanen toch komen er in de Parkzaal
bijna openlijk voor uit, dat zij niets meer nog minder be
doelen, dan het protestantisme te vernietigen. De heer Nuijens
moge nu het verslag van de Tijd aangaande het aldaar ge
sprokene vergelijken bij het liebigs-extract tegenover een beaf-
stuk, die vergelijking werkt zeker meer op het zintuig van den
smaak, dan op de overtuiging; zij bewijst welligt dat Nuijens
voorzigtiger zou gesproken hebben, maar zij weerspreekt vol
strekt niet, dat het daar gesprokene bij de aanwezigen alge-