Let wel! FRIESCH HANDSCHRIFT, Afloop veiling Onroerende Goederen ADVERTENTIES De lieer cn Mevrouw van Akenvan den Pauvert Doclor HELLEMA Wordt verlangd EEN BAKKERSKNECHT De heer Tobin, van het koninkl. polyt. instituut te Londen, is na een verblijf van zeven maanden op de diamantvelden aan de Kaap, en een geologisch onderzoek van de gansche streek, er van overtuigd, dat de verslagen tot hiertoe naar Engeland verzonden, in stede van overdreven te zijn, geheel en al de waarde zoowel als het belang dezer groote ontdekking, geringer hebben voorgesteld dan zij werkelijk zijn. Hij schijnt de Zuid- Afrikaansche diamantvelden, als de belangrijkste ontdekking van deze eeuw te achten. De uitgaaf van het Diamond-Newshet blad van de dia mantvelden, wordt geregeld voortgezet. De berigten vandaar blyven netterdaad zeer gunstig luiden. Men meldt, dat een diamant van 175 karaten gevonden is. Over het algemeen zijn in de laatste weken weder veel diamanten aan het licht gebragt. Er bestaat een tweehoofdige adelaar, de Pruisische er bestaat thans ook een tweehoofdige nachtegaal, tweeling zusters, die even als de Siameesche tweelingbroeders, aan el kander gewassen zijn en te Londen, in St. James Hall optreden- als zangeressen en danseressen. Het is als't ware één mensch, met twee hoofden, vier armen en vier voeten. Het zijn kin deren van Mulatten zij werden in 1851 geboren en hebben thans alzoo den ouderdom van 20 jaar bereikt. De eene zuster is iets grooter dan de andere. De ademhalings-, gevoels- en voedingswerktuigen zijn kennelijk zelfstandig, maar de bloeds omloop en het ruggemerg moeten met elkander in verbinding staan. Rhumatische pijn van de een, voelt ook de ander daarentegen denken beiden zelfstandigde stemmiddelen en vele andere werktuigen staan met elkander in geen gemeenschap. De kakebeenen staan scheef. De voortbeweging geschiedt even als bij den gewonen mensch zoo ook het dansen. De nei gingen en begeerten van beide ligchamen houden gelijken tred, niettegenstaande ieder hoofd met verschillende personen af zonderlijke gesprekken kan voeren. Zoo ook antwoordt het eene hoofd soms vrijwillig op de vragen die aan het andere hoofd worden gedaan, zoodat de conversatie den indruk maakt .alsof zij met twee meisjes wordt gevoerd. Dat monster draagt duetten voor waarby de eene kop sopraan en de andere altstem zingtHet begeeft zich van Engeland naar Duitschland en zal van daar ook een bezoek aan Nederland brengen. g;mu'5tmöen. De Redactie onderschrijft niet altijd de gevoelens der inzenders. in het bezit van den Heer C. Over de Linden te Helder. WEDERLEGGING der bedenkingen van den heer G. C olm jon tegen de echtheid. De Heer G. Colmjon heeft in de Leeuwarder Courant een aan mij ge- richten brief doen afdrukken, zonder daarbij te vermelden, dat ik daarop hem schriftelijk geantwoord heb. Dus ben ik wel geuoodzaakt den inhoud van mijn antwoord op dezelfde wijze aan het publiek mede te decleu. Ik zal trachten dit zoo beknopt mogelijk te doen, zonder mij met alle beuze lingen op te houden. „Talrijke plaatsen, schrijft de Heer C., zijn woord voor woord in heden- daagsch Hollandsch of Friesch over te schrijven, zonder dat men eeuige om zetting behoeft te maken, om eeu behoorlijkeu stijl te hebben." Dit had hij van het geheele boek kuuuen zeggen om de eenvoudige reden, dat de ver schillende schrijvers zich in de gewone spreektaal uitdrukken, die zoo na tuurlijk is, dat meu die zelfde zaken bezwaarlijk anders zeggen of schrijven kan. Tusschen dezen verhaleuden stijl, eu den dorren stijl vau wetten, con tracten eu testamenten, waarin alles bestaat, wat wij tot nu toe in de 0.- Friesche taal bezaten, is geeue vergelijking geldig. Maar geheel op dezelfde wijze zal een Griek in ouze dagen de taal van Herodotus in zijne tegen woordige spraak kunnen overbrengen, zonder aan de woordvoeging of pcrio- denbouw iets te vcraudercu, al zijn daar drie en twintig eeuwen tusschen verloopen. Eveuzoo is het met sommige woorden en uitdrukkingen, waarop de Heer C. vervolgens aanmerking maakt. Die woorden en uitdrukkingen of zegswijzen bestaan nog en zijn nog iu gebruik; maar dat bewijst niet dat zij voorlang, voor eeuwen niet bestonden en gebezigd werden. Het is niet mogelijk van cenig woord den tijd van zijn ontstaan aan te wijzen, tenzij namen van za ken, die zelve van later tijd en oorsprong zijn. De woorden en uitdrukkingen, waaruit eene taal bestaat, zijn toch wel even oud als de taal zelve. Als er bl. 3 staat: „tha thene Magy that anda nös kryg," dan zal men toch niet beweren, dat er eens een tijd was, waarin de meuschen geene neuzen hadden of geene gewaarwordingen in den neus kregen, enz. enz., bl. 16 en elders „falikant ut kuma." Dat woord falikant komt in de oudste Friesche en Hollandsche stukkon, die er bestaan, reeds voor, en wel als zelfst. naam woord, zonder orgelisten falikant of als bijwoord: falikant uitkomen, daar nevens staat als bijvoegclijk naamwoordmislikande b. v. „en mislikande dünte fon en diar," eene wanstaltige gedaante van een dier, d. i. eene ge daante die weinig of niet gelijkt op het voorwerp. Dit mislikande vindt men ook verkort tot mislik, (Oude Friesche wetten, Leeuwarden 1782, bl. 6), 't geen wij nog wel bezigen in de uitdrukkingen, dat is eene mislijke zaak, dat ziet er mislijlc uit. Even als nu mislikande, zamengesteld is uit mis en likande, zoo zal ook het b. v. naamwoord falikandewaarvan falikant ont leend is) bestaan uit fa eu likandefa in het Deensch faa (weinig) komt in het Handschrift bl. 189 voor als fe, „men jvdwil ik jo vppen lek wysa that fê bêtre sy," maar thans wil ik u op eeu gebrek wijzen, dat weinig beter is, bl. 3-19. Net krekt lik. Net betcekent hier geen niet, 't welk in het HS. altijd navt is en onderscheiden van nawet nietsmaar „net lik" en „krekt lik" betcekent beide volkomen gelijk en „uet krekt lik" is eene door verdubbeling versterkte uitdrukking. In andere opmerkingen vergeet de Heer C. dat het HS. niet in hetzelfde dialckt geschreven is als de O. F. wetten deze verlootten de taal tusschen het Vlie en de Lauwers dat de taal tusschen het Vlie en de Kinnem. Van daar kornt het gebruik van nêi, naar, tegenover to, van lik as tegenover lik sa. Vandaar komt het ook dat in het HS. woorden aangetroffen worden, die men nergens terug vindt dan iu Noordholland, b. v. hémisdégum, heems- dagen, voor onlangs nol in de beteekenis van eene kleine ronde terp. Dit nol is verwant met nul, welke benaming ontleend is aan de ronde gedaante van het cijfer. Het woord nul heeft niets uit te staan met het Latijnsche nullus. Trouwens het geheele boek, geschreven voor de komst van. de Romeinen in ons land, wijst geene sporen aan van bekendheid met de Latijnsche taal. Wel bevat het Latijn vele woorden van Midden Europeschc oorsprong, welke dus met woorden iu germaansche talen overeenkomst hebben, zooats schola eu skole, altare en alt ar, tunica en tohnekke en anderen to-hnekka is een vrouwenkleed, dat om den hals sluit en tot den nek reikt maar ook dikwijls bedriegt hier de schijn zoo staat restja en de rest iu geeue betrekking tot restare. Dit restja is rasten, berusten de voorraad, die in het pakhuis berust, is daar nog aanwezig; eu „hwat thêr jeta rest fon vs alde séduin, beteekent wat er nog aanwezig is van onze oude zeden. Daar door beteekent ook het zelfstandig naamwoord rest eene nog aanwezige hoeveel heid. Evenmin heeft jast verwandschap met justus, regtvaardig. Het bijwoord just beteekent eigenlijk terzelfder tijd, „just wêre 't jolfcrste," „terzelfder tijd was het jolleest." Iu diens zin is just verwant met jvA dat een tegen- woordigen tijd aanduidt. Hierbij moet ik den Heer C. nog doen opmerken, dat het b. v. n.woord justus geen part. pass. is van een werkwoord jugere, 't gene reeds wegens den vorm onmogelijk is, maar bovendien met de be teekenis niet strookt. Het werkwoord jugere of jugire, dal bij Festas en bij Varro voorkomt, beteekent het krjschen van eeu roofvogel, inzonderheid eeu wouw of kiekendief, zoodat justus op jugire past als een tang op eeu varken. De Heer Colmjon meent eene opzettelijke verknoeijing te zien in de woor den amering cn salthatha. Die woorden ziju volkomen goed. Amering iu later tijd verbasterd tot amcry werd niet meer verstaan, en daarom heelt men er eene afleiding voor verzonnen. Het woord amering is te vinden bij Kiliaan en beteekeut vonk. In een amering wil zeggen, binnen het korte oogenblik, dat eene vonk duurt. Salthatha altijd geschreven salth-dtha is zamengesteld uit salth, verkort voor sellath, gekocht, cn dtha makkers, strijdmakkers, en beteekent dus ge kochte (of gehuurde) strijders, huur-troepen. Het vvordt nooit van de Frie se n gebruikt de Friesche krijgslieden worden steeds wérar laudverdedigers genoemd. Alleen de vreemde vooral Asiatisclio Koningen hebbeD salth-altha huurlingen in dienst. Lvnsgakte is eene schrijffout, ontstaan door het kleiDe verschil tusschen' den vorm vau de letters n en ng. Lvvgsgakte is de natuurlijke naam voor eene ziekte, waaraan het vee bloot gestaan heeft, zoolang als het longen heeft gehad. Daarom is het eeu dwaas beweren, dat de longziekte vóór 1693 niet bestaau heeft, omdat men dan eerst eeu bepaald berigt daarvan in Hessen vindt. Al is dit laatste waar, dan is het nog geen bewijs, dat niet vele oudere berigten zijn verloren geraakt, en dat er niet ontelbaar vele dingen gebeurd zijn, waarvan geen berigt tot ons gekomen is. Te stellen dat alles waarvan wij geen berigt hebben, ook nooit gebeurd is, moet wel de grootste ongerijmdheid genoemd worden. Bovendien komt het gebrek aan eeu bepaald berigt mede voort uit de gewooute der oude Kroniekschrijvers, die bij alle besmettelijke en doodelijke ziekten, zoo bij meuschen als bij vee altijd onbepaald spreken vau eeue pest. Tntusschefi houd ik iu dit geval de beschrijving van een veeziekte bij Silius Italicus XIV, 5S26L2, voor een bepaald berigt, omdat daarin de longen als voorname zetel van het kwaad voorkomen. Dat nu die beschrijving uit een geneeskundig oogpnnt beschouwt onnaauwkeurig en verword schijnt, komt daarvan daan, dat Silius Iialicns geen geneeskundige was, maar eeu dichter. Een groot gewigt legt de Heer C. op het skriffïll, dat in het bock meer malen voorkomt, en dat hij verkiest gelijk te stellen met ons linnen papier. Doch hij weet niet, dat met de uitvinding van dit laatste bedoeld wordt de vervaardiging van papier uit linnen lompen. Iloo nu dat skrifjilt er uit zag eu op welke wijze het vervaardigd werd, weten wij niet. Alleen wordt er berigt, dat men daartoe linnent of als surrogaat pompablédar bezigde. Doch wat is nu linnent? Op bl. 95 lezen wij „hira hemeth is liuuent, hira to- hnekka wol, that liju selva spon üudwevade" Daaruit blijkt, dat met linnent bedoeld wordt, wat wij vlas noemen. Nu is zeker een vilt uit vlas zamen- gestampt eene zeer grove en ruwe stof, en al was zij digt en effen genoeg om er met eeu penseel op le kunnen schrijven, toch met papier niet te ver gelijken. Zeer juist wordt daarom dit onderscheid ook in acht genomen, door Hiddo ocra Linda die in 1256 het afschrift gemaakt heeft op wrlandiskpampger, en daarbij niet het inheemsche woord skrifjilt, maar het uitheemschc papier bezigt. Skrijjilt en papier is dus geenszins hetzelfde. Een ding staat ouloochcnbaar vast, dat het H.S. geschreven is op eene papier soort, die in de 13e eeuw nog iu Spanje vervaardigd werd, en na dien tijd niet meer voorkomt. Slechts eeu enkel stukje van zulk papier als monster zal men misschien in de verzameling van een of ander oudheidkuudige uog vin den, maar auders kan iemaud de weergade daarvan aanwijzen. Een gelijk soortig papier treft men aan in do Keizerlijke Bibliotheek te Petersburg in de oudste Chiuesclie documenten. Dit vernam ik van den Heer B. Lasonder, predikant te Acquoij, die een geruimen tijd te Petersburg Vertoefd en de Keizerlijke bibliotheek bezocht heeft, en bij mij aan buis het Handschrift ziendeterstond de gelijksoortigheid van dit Arabische katoen-papier met het Chinesche herkende. Verder verwijs ik den lezer omtrent deze geheele zaak naar mijn verslag daarover bij l.et Friesche Genootschap uitgebragtwant de laatste beden king van deu Heer Colmjon iu het postscriptum geuit, dat het Geschrift vervaardigd zoude zijn na den jare 1853, is te bespottelijk om er op te antwoorden, eu beleedigend voor den eigenaar. Dr. J. G. OTTEMA. iMiMLiJkii ST4NÜ tm mmm HELDER. Van 15 22 September 1871. ONDERTROUWD W. G. Wolbers, boekhouder, wonende te Haarlem en J. N. Kwist. J. E. Mentzel, sergeant bij het 7de reg. Infanterie cn J. C. Lecndertsen. GEHUWD J. Kaak en C. Selk. BEVALLEN T. Mets geb. Dekker, Z. A. J. Groen geb. Swerver, D. G. Spigt geb. de Lange, Z. C. J. Staalman geb. Vosseveld, Z. A. W. Spelman geb. Peterson, D. A. de Jong geb. Duïnkcr,Z.E. de Vos geb. vau Dijk, D. M. van Gelderen geb. Otter, Z. A. W. Wil denberg geb. van Tongerloo, D. A. de Vries geb. van Straten, Z. C. Beets geil. de Vries Robbé, 1 Z. en 1 D. G. Caron geb. de Haak, D. A. Visser geb. Quak, Z. G. Hillenius geb. Jonker, D. OVERLEDEN M. Alberts geb. Godiju,29 jaren. H. Schraa 31 jaren. K. van der Waal, 18 dagen. C. van Dijk geb. Smit, 56 jaren. A. Verhoeven, 14 maanden. MAKKTBERIGTEN. ROTTERDAM, 25 Sept. Meekrap. De vraagprijzen van vorige gewassen waren iets lager dan de vo rige week; de orders waren klein, zoodat slechts enkele vaten koopers vonden. Van het nieuwe gewas kwamen meerdere partijtjes voor van wat betere qualiteit, doch werd slechts weinig verkocht. Racijn werd weinig aangeboden, tot f20 was te koop,- voor een paar goede partijtjes werd f 18 geboden. Ter aardappelenmarkt vau heden waren de prijzen als volgt: Duinzand f5, Zeeuwscho Jammen f3.75 a 4, Geldersche ronde Wolkammers f2.90, dito lange f 4.50. Met redelijken aanvoer. ALKMAAR, 23 Sept. Heden zijn ter markt alhier aangevoerd: 9 Paarden f 35 tot 175, 15 Koeijen f 70 a 180, 4 nuchtere Kalveren f 16.a 22.408 Schapen f 12. a 42,'Lammeren f-.a12 Geiten f4 8. kleine Bokjes f-. a -.152 magere Varkens f§ a 26, 340 Biggen f 3.a 7.Boter per kop van 0.65 kilo f0.75 a 0.85. 25 Sept. Aangevoerd 70 Koeijen f180 a 220, 84 vette Kalveren f35 a 105, 827 Schapen f 18 a 36, 69 vette Varkens 42 a 60 c. per kilo. HOORN, 23 Sept. -heet. Tarwe f-.5 heet. Rogge f7 a 8, 46 heet. Garat f 6 a 7.25, 48 heet. Haver f4a 5, 9 heet. witte Erwten f 10.heet. groeDe Erwten f a 37 heet. graauwe Erwten f 15 6.75, heet. vale Erwten f 9.50 a 14, 64 heet. Bruine Boonen f 14 a 14.50, - heet. Paardenbooncn f -, 38 Paarden f 60 a 190, 600 Schapen f 16.50 a 32,15 Kalveren flla 18, 35 Varkens f 10 a 16, 9 Zeugen f 28 a 50, 375 Biggen f 3 a 7.50, 125 Kippen f0.50 a 1.50, 3900 Kipeijeren f 3.50 a 3-.60 per 100 st. 2000 kop Boter f 0.70 a 0,80 per kop, 300 heet, aardappelen f3.40 a 3.60, 95 Appelen f2 a f4, 300 heet. Peren f 2.75 a 5 per heet., 23600 kilo Bazelnooten f 12.50 a 15 de 100 Kilo. PORT-ELISABETH, 15 Aug. Wol. Door do 1 a 1^ d. hoogere berigten uit Londen, werd de markt alhier veel vaster. De aanvoer was niet zoo groot als men verwacht had, ofschoon er meer aankwam dan de vorige veertien dagen. De vraag was zeer geanimeerd, en al hetgeen aangeboden werd vond grif koopers tot hoogere prijzen in TIVOLI, op 25 Sept. 1871, ten overstaan van den Notaris B. WERENDLIJN SMIT gehouden Perceel 1. Een "Woonhuis, Pakhuis, Loots en Erf, aan de Koopvaarders-Binnenhaven, kooper de heer P. van Vliet, voor f8600. 2. Een Huis, Erf en Tuin, in de Middenstraat, kooper de heer P. Smit, voor f1200. 3. Een Woonhuis met Erf en Bouwland, in de Turf- steeg; kooper de heer P. van Vliet, voor f1440. n 4. Twee Woningen onder één dak met Erf, achter perceel sub 3; kopper de heer A. Govers, voor f410.— o 5. Een houten Gebouw, ingerigt tot drie Woningen, met Erf in de Nieuwstad kooper de heer A. Veen, voor f580. 6. Een perceel Weiland in den Helderschen Polder kooper de heer P. van Vliet, voor f2500. STAAT van BRIEVEN, geadresseerd aan Onbeken den, gedurende de 2e helft van Augustus. G. v. d. Mey, voor S. Neuteboom, (2 stuks), Regens, F. W. Bach, J. Sijmons, J. de Jong Jr., te Amsterdam; K. Niereen, ArnhemM. J. de Goeije, 's Gravenhage Muller, HellevoetsluisA. de Goede, Koedijk; J. O. van Wijngaarden, Nieuwediep; wed. Dollemeijer, Rotterdam F. Olij, Utrecht; wed. D. H. van Radecke, te Zwolle. De Directeur van het Postkantoor, HERWEI J ER. Zaturdag 30 dezer vertrekt van hier de West-Indische mail, per laatste trein. betuigen hunnen hartelïjken dank voor de vele bewijzen van deelneming bij het overlijden van hun Vader en Behuwd- Vader ontvangeu. den Helder26 September 1871. 14 van de Hoofdgracht VERIIT1§D naar de LOODSGRACIIT, tegenover het Molenplein, in het huisvoor dezen bewoond door den Heer BARON VAN GEEN. De DIRECTIE der BRANDWAAR- Pi|fF^ G-MAATSCHAPP1 J NEDERLANJ), te Amsterdam gevestigd, vraagt voor de ge meente den Helder en omstreken een geschikt AGENT, om voor haar werkzaam te zijn. Reflecteerenden worden verzocht zich met franco brieven te adresseeren aan het Kantoor der Maatschappij. Bij beschikking der Arrondisseinents-Regthank ÉfSv te Alkmaarvau den 22 September 1871, is het accoord, aangeboden door W. J. HIDDE BOK, Commissionnair te Heldergehomologeerd en alzoo voor alle schuldeischers verbindend verklaard. COHEN STUART. Mr. J. P. KRAAKMAN. bij L. DUDIJ, Langestraat te Helder. Een fatsoenlijk JONG MENSCH zoekt gelegenheid ter INWONING met of zonder HLOST, onverschillig in welk gedeelte dezer Gemeente. Een VRIJE KAMER zou hij prefereren, doch is geen vereischte. Adres franco, letter C.met opgave van kosten bij den Uitgever van dit blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 3