het hunue hebben bijgebragt om de werkverschaffing te maken tot eene flinke zaak. De vorige week had te Enkhuizen eene bijeenkomst plaats om te beslissen of het 3e eeuwfeest van den dag, waar op die stad de zijde van Prins Willem van Oranje koos, op 21 Mei 1872 zou worden herdacht. Op deze vergadering, die door ongeveer 100 personen uit alle klassen werd bij gewoond, werd tot de feestviering besloten en eene kommissie benoemd, die de voorbereidende maatregelen op zich zou nemen. De Gemeenteraad heeft reeds eene som van f 500. tot dit doel toegestaan. De burgemeester van Woubrugge heeft aan den min. van binnenl. zaken eu van fin. en aan den komm. des konings van Z. Holland in overweging gegeven, bij een wet of kon. besluit, inenting van rundvee tegen de longziekte verpligtend te maken, deze gratis of van rijkswege te doen plaats hebben, een kopgeld van alle runderen te heffen en ingeënt rund vee, toch de longziekte krijgende, van rijkswege tegen schade vergoeding te doen afmaken Een vreeselijk ongeluk, zoo schrijft men uit Groningen, heeft Dingsdag nacht jl. eene geachte familie aldaar getroffen. Eene 26jarige dame, namelijk werd door de haren dien morgen verbrand op haar bed gevonden. Het nachtlicht schijnt de gordijnen van het ledikant enz. in brand gestoken te hebben, en zoo aanleiding te hebben gegeven ook tot den dood der ongelukkige dame, die zich alleen op de kamer bevond en blijkbaar niet in staat is geweest, alarm te maken. Men schrijft uit Groningen, 31 Oct. Zaturdag 11. begaven twee mannen, I. O. en H. B., zich des namiddags van Ulrum naar Vierhuizen. Zij wilden aan de oevers der Lauwerzee naar bot visschen. 't Was koud en des avonds kwam er eensklaps een dikke mist op. Bij zulk weder is het, als men eenigzins ver van den vasten wal ver wijderd is, moeijelijk het regte pad te vinden. Te vergeefs werd op de terugkomst der visschers gewacht. Des morgens werden er boden uitgezonden. Deze vonden de kleederen der mannen, welke zij hadden uitgetrokken en voor andere ver wisseld, om, als zij gedaan werk hadden, zich te kunnen verschoonen. De vermisten ontdekten zij echter niet. Toen het ongeval bekend werd, stelden verscheiden personen, die ook met de bot- of prikgaten wel bekend zijn, alle middelen in het werk, om te weten te komen wat er van de onge- lukkigen geworden was. Ook die pogingen zijn met geen gunstig gevolg bekroond. Men vond in een der gaten een prik en op het strand voetstappen. Uit die voetstappen bleek, dat beide mannen van elkander zijn afgeraakt en een ver schillende rigting hebben geuomen. Ver konden die voet stappen niet gevolgd worden. De kabbeling vau het water had ze reeds grootendeels uifcgewischt. Hoogst waarschijnlijk hebben beide personen hun graf in het water gevouden. Dingsdag nacht hebben twee personen zich door middel van inklimming schuldig gemaakt aan diefstal van een niet geringe partij stoelen uit een der tenten in het Haagsche Bosch. Daar zij waarschijnlijk geen raad wisten, wat zij met hunnen gemaakten buit moesten doen, vervoerden zij de stoelen naar den Scheveningschen weg en hebben zij die nedergezet voor eene aldaar in aanbouw zijnde villa. Daar zij, naar het schijnt, niet genoeg hadden aan hunnen eersten buit, hebben zij zich daar door inklimming wederom aan diefstal schuldig gemaakt, en wel van verschillende gereed schappen, toebehoorende aan de werklieden, die bij dag aan deze villa werken. Woensdag ochtend moeten zij de gereed schappen te gelde hebben gemaakt. Een der daders is reeds in handen van de politie, daar hij door zijn kameraad, die in het bezit was vau de gelden, door den buit verkregen, op eene slimme wijze was verlaten. Denkende dat zijn ka meraad zich zou bevinden bij eene water- en vuurvrouw in het Lamgroen, begaf hij zich naar die vrouw; maar omdat hij zijn kameraad niet vond, sloeg hij den boel kort en klein en bekwam de vrouw nog eenige slagen rnet een pan op 't hoofd, tengevolge waarvan zij ongesteld is; op deze wijze is deze dader in handen der politie geraakt. In de vorige week werd, op het midden van den dag, een brutale diefstal gepleegd, ten huize van den karremun Troost te Rijssen. De dieven, die zich door middel van in braak toegang hebben verschaft tot de keuken, hebben eene daar staande kast opengebroken. In die kast bevond zich eeu zak met geld, waaruit zij .20 rijksdaalders hebben mede genomen eu het overige onaangeroerd gelaten. Niettegen staande alle nasporingen, is het der politie niet mogen ge lukken, de daders vooralsnog op het spoor te komen. De Gebrs. IC., veehandelaars te Kuinre, kochten dit jaar een koe voor f140. welke dezer dagen op de markt te Amsterdam door hen verkocht werd voor f825. De jonkman van 27 jarenvdie te Amsterdam meteen oude dochter van zeventig zomers in het huwelijk is. getreden is een ex-Pauselijk zouaaf, die na jaren achtereen bij een nicht van zijn toekomstige gade in dienst te zijn geweest, het zwaard aangordde, om voor de theocratische regering, als het moest, te strijden. Hij keerde terug met een lin kerhand waaraan slechts drie vingers waren, maar had het verlies zijner twee andere vingers ruimschoots vergoed door een reliquie die hij voor zijn gewezen meesteresse had me- degebragt. Neen, zegt de tante, geef mij de reliquie, eu ik maak u gelukkig. Ik schenk u mijn vermogen, natuurlijk na mijn dood, maar daar het successie-regt zeer hoog zal zijn, wanneer ik u mijn geheelen rijkdom nalaat, is het maar het beste dat wij trouwen. Zoo gezegd zoo gedaan. Het paar is gehuwd. Als zij nu maar geen kinderen krijgen want dan is de edele bedoeling van de lieve jufvrouw in het water gevallen. Aan het mail-overzigt van het «Batav.' Handelsblad" ontleenen wij het volgende De stoomboot Prins van Oranje was gedurende de laatste dagen het onderwerp van vele gesprekken, en niet het minst naar aanleiding van de gestrenge wijze, waarop de bepalingen van het cognossement door de agenten werden uitgevoerd. Geen goederen konden in ontvangst worden genomen, vóór dat het cognossement door de ontvangers was afgeteekend, geheel in strijd met de handels-usance dezer plaats, waar het afteekenen van cognossementen volkomen als louter vormelijk wordt beschouwd en die teekening dikwijls eerst plaats hoeft, wanneer het schip reeds van hier is weggezeild. Voor zoover bekend is, heeft deze wijze van doen nooit aanleiding gegeven tot moeijelijkheden. Ook Ned. Ind. Stoomvaartmaatschappij handelde steeds zoo. De handelshuizen hier hebben gewoonlijk een mandoor aan den Boom, die voor de lossing der aange- bragte goederen uit de praauw zorgt en ze in de taxatieloods doet opslaan, zoodat men weet, waar ze te vinden zijn. De goederen uit den Pr. v.Oranje zijn door de agenten in de pakhui zen aan den Boom gelost, en op dezen oogenblik zijn er kooplie den, die hunne goederen nog niet hebben ontvaDgen. Tegen deze handelwijze der maatschappij «Nederland" is de handel in ver zet gekomen. Ook als vaartuig werd de Pr. v. Oraüje besproken, beoordeeld en veroordeeld. Naar onze meening vergeet men hierbij wel eens, dat een schip geen logement is, en de En- gelsche en Fransche mailbooten, vooral voor reizigers 2e kl., ook geen paradijzen zijn. Hetgeen gebrekkig is, kan worden verbeterd, en wij twijfelen er niet aan, of dit zal geschieden. Men spreekt van een nieuw werktuig, tevens hakmes, bajonet, zaag, braadpan en hoofdkussen, dat eerlang bij de iufanterie van het Iüdische leger in gebruik zou komen. Door het in Engeland afschaffen van den verkoop van officiers-plaatsen is de aanstelling en bevordering van offi cieren der landmagt thaDS bij Koninklijk besluit geregeld. Daarin wordt o. a. bepaald dat tot onderluitenant kan worden bestemd iedereen die met goed gevolg beeft deelgenomen aan een vergelijkend examen, waarvan bet programma ter zijner tijd zal worden openbaar gemaakt, verder studenten die enkele bepaalde examina's aan de universiteiten met succes hebben afgelegd, benevens de «Queens and Indian Cadets" en de zoo genaamde «Pages of bonour," die zich eveneens aan een af zonderlijk daartoe uit te schrijven examen zullen moeten on derwerpen, en ten laatste onderofficieren, die door den opper bevelhebber tot promotie worden aanbevolen, doch altijd on der voorbehoud, dat ook zij op de hun voorgelegde vragen Daar eisch antwoorden. De opklimming vau ouderluitenant tot luitenant zal niet mogelijk zijn zonder dat de kandidaat een jaar lang geregeld den dienst bij een der regimenten zal hebben waargenomen, en dan nog na behoorlijk afgelegd examen. Officieren met den rang van onderluitenant, die niet in drie jaren tijds gereed zijn om zich aan het examen tot promotie te onderwerpen, zullen uit den dienst wordeD ontslagen even als zij, die blijken geven van niet geheel in bet bezit te zijn van de vereisebte kennis. Maandagmorgen beeft te Antwerpen een werktuigmaker, van der Struyff, die bezig was van zijn vrouw te scheiden, deze, welke reeds bij haar broeder in huis was gegaan, ge smeekt zich weder met hem te verzoeneD, en toen de vrouw dit wegens bet vroeger gedrag van baar man bleef weigeren, drie schoten met een revolver op baar gelost en een vierde schot haar, toen zij vlugtte achternagezonden. Al die schoten mïsteu. Op den broeder der vrouw, die toeschoot, loste de on gelukkige een vijfde schot, dat ook miste. Na een korte wor steling, gedurende welke de vrouw gelegenheid vond het huis te verlaten, wist de broeder ook vrij te komen en de politie te halen. De bedrijver van deze herhaalde pogingen tot moord had zich uit eigen beweging ondertusschen reed3 naar het po- litiebureel begeven, waar hij pas een uur was, of zijn drift ging in een zenuwtoeval over, waarin bij het leven liet. Een rekenmeester heeft een zonderlinge berekening ge maakt. Uitgaande van de stelling, dat de oorlog eene slag- terij is, heeft hij onderzocht, op hoeveel het menschenvleesch te staan komt. De mensch weegt op den leeftijd, waarop hij het best is, om in den oorlog geslagt te worden, gemiddeld 70 kilogram. Nu heeft de oorlog van 1870/71 ongeveer 500,000 menschen- levens gekost en 10 miljard francs, hetgeen per man 30,000 en per kilogram 2S5 fr. is. Ziedaar dus de naaste prijs van het menschenvleesch, geslagt in den oorlog. Daartegenover berekent hij, dat het bestaan van den mensch S000 fr. kost, berekend tot op 21jarigen leeftijd, tegen 1 franc per dag; en dit vertegenwoordigt eene waarde van llü fr. per kilogram. De «inkoopsprijs," om 't zoo eens te noemen, van bet menschenvleesch, is dus 175 fr. minder dan die van den verkoop. •Maar wijl er geen nut wordt getrokken van de aan het «product" besteedde kosten, moeten deze 110 francs bij den prijs van het geslagte vleesch worden gevoegd zoodat een kilogram dan op 395 francs kan worden berekend, waaraan niemand iets heeft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 2