NIEUWSTIJD ING EN. dat men niet enkel het geweer leert gebruiken men moet ook geleerd hebben op zijn tijd soldaat te zijn, zich zeiven te kunnen behelpen, de gemakken des levens te ontberen en stipt te gehoorzamen, waarvan in tijden van gevaar alles afhangt. Dat alles leert men als men in de gelederen wordt opgeno men, als men in de gelederen dient. De regering schijnt ook in te zien, dat dit het leger meer populair en geacht zou maken, en wij twijfelen er geen oogenblik aan. Die een der gelijke taak vernederend acht, moet wel een zonderling begrip van de eer hebben. "Wij gelooven dat wij aldus gezond redeneeren, en opper vlakkig schijnt ook de regering zoo te oordeelen. Maar Da at ons hooren, wat zij verder in hare memorie van toe lichting zegt. »Ten einde bij het opheffen der bevoegdheid tot vervanging de bezwaren te verminderen, aan de persoonlijke dienst ver bonden, -ware voor de lotelingen de gelegenheid open te stellen, om hunnen dienstpligt te vervullen op eene wijze e'n meer doeltreffend, én aangenamer tevens." De daaruit voortvioeijende bepalingen komen hierop neder 1. dat de lotelingen, welke hunne eigen kleeding desverkie- zende van fijner laken, met de onderofficiers kwartier muts) be kostigen, en voor eigen woning en voeding zorgen, mogen kiezen, bij welk corps en in welke garnizoensplaats zij wen- schen geplaatst te worden; 2. dat zij een bijzondere opleiding zullen genieten van de compagnies-kommandanten; 3. dat zij van corvées en werkbeurten vrij zijn, en slechts zooveel wachtbeurten zullen verrigten, als noodig is, om de diénst ■behoorlijk te leeren4. dat zij na zes maauden (zoogenaamde) dienst zelfs onder-officier kunnen worden, enz. Wij hebben een en ander maar met enkele woorden aangestipt, als voor ons doel voldoende. Maar nu vragen wij in gemoedeheet dat nu in de gele deren te worden opgenomenin de gelederen te dienen, of is het slechts soldaatje spelen Wij schromen niet als ons gevoelen uit te spreken, dat door deze bepalingen aan de meer gegoeden een nog veel stuitender, grievender voorregt wordt geschonken, dan de plaatsvervanging te weeg bragt, en dat de schoone voorstellingen van de regering in de memorie, daardoor geheel tot nul worden gereduceerd, De regering wil de nummerverwisseling afschaffen, omdat zij enkel ten bate der meer gegoeden komt, terwijl zij bij deze bepalingen het verschil tusschen de meer- en ?/üwf7ergegoeden ten top voert. Wij willen ons tot een paar opmerkingen bepalen. Dat zij, die voor eigen kleeding, woning en voeding kun nen zorgen, en dus den lande niets kosten, de plaats en het corps mogen kiezen, zou billijk genoemd kunnen worden, maar waarom hun de kinderachtige onderscheiding van fijner laken en do onder-officierspet toegestaan Betere soldaten zullen zij er voorzeker niet door worden, en als de kleeding zóó slecht is, dat men zich dan althans in de eerste plaats de kosten getrooste allen doelmatiger te kleeden. Nu 13 het niet anders dan een uithangbord, waarop iederen dag, ieder uur kan gelezen worden: nik heb meer geld dan gij." Moet dat de krijgsdienst populair maken Dat zij van corvées en werkbeurten zijn vrijgesteld, isgroo- tendeels te verschoonen, daar deze veelal voortvloeijen uit het genot van woning cn voeding, welke zij voor zich zeiven be kostigen maar die weinige wachtbeurten kunnen ligtelijk aanleiding geven tot een al te klein getal, waardoor de bepa ling minstens gevaarlijk is. Misschien vergissen wij ons, maar wij zouden in tijd van gevaar meer vertrouwen stellen in een soldaat die gewoon is geworden op zijn tijd de wacht te be trekken, en 's nachts op de planken te slapen, dan in hem, die dat genoegen maar enkele malen heelt genoten. Zal dat dc gehalte der militie verbeteren Nog onbillijker vinden wij de bepalingen aangaande de op leiding en do bevordering. Aan de bemiddelden wordt nu, behalve fijner kleeding te mogen dragen, nog het voorregt verleend door officieren onderwezen te worden. Door hunne vrijstelling van andere verpligte werkzaamheden, hebben zij tijd voor eigen studie. Het korporaals- en onderofficiers- examen is zoo bijzonder moeijelijk voor hen dus niet, terwijl aan andere knappe jongelingen, die misschien vrij wat beter soldaten zijn, en veel meer aanleg hebben, elke gelegenheid tot bevordering wordt onthouden, althans moeijelijk gemaakt. Kn die aldus gevormde onderofficieren zullen welligt later officieren worden, althans bij de schutterij. Maar moet de militie dan een miniatuur-kadettenkorps worden. Zal dat het kader verbeteren Doch genoeg om aantetoonendat de bepalingen aan gaande de vervulling van persoonlijke dienstpligt geenszins doeltrejjfend zijn wij kunnen ons niet voorstellen, dat wij op deze wijze flinke soldaten zullen verkrijgen, en nog veel min der, dat de krijgsdienst daardoor populair zal worden. Aan genamer, misschien wel; maar dan ook enkel voor de bevoor- regten en zoodra de regering zelve daartoe medewerkt, moet de onbillijkheid on verin ijdelijk den afkeer van de krijgsdienst doen toenemen, dien de regering zelve zegt te willen weg nemen. Wij geven dus in bedenking, of de woorden in de gelederen op te nemen cn te dienen door een en ander niet geheel krachteloos worden gemaakt. Passen wij deze wet eens voor een oogenblik toe op de eene of andere gemeente. Onder de lotelingen bevinden zich A. de zoon van een gegoed ambtenaar, B. de zoon van een rijk landman, C. de zoon van een weinig bemiddeld burger en D. de zoon van een werkman. Allen hebben te zamen als vrienden op school gegaan, waar het verschil van stand doorgaans niet in aanmerking komt. De mogelijkheid bestaat dat allen moeten in dienst treden. De beide eersten maken van de gunstige bepalingen gebruikde beide laatsten zijn daartoe niet in staat. Nu worden allen in dezelfde gelederen opgenomen en zullen daarin dienen; maar de eersten genieten al de genoemde voorregten de beide laatsten geene. Do eersten kunnen, welligt zelfs spoedig, bevorderd worden, de laatsten zeker hoogst moeijelijk, enz. Zal dat nu de militie populair doen worden Gesteld daarentegen, volgens de nog bestaande wetdat de zoon van den werkman vrijloot, en voor een der eersten als nummerverwisselaar in dienst treedt. Zou dan de terug zetting van den derden niet veel minder grievend zijn dan thans, nu hij de meer gegoeden dagelijks in hunne fijnere kleeding vóór zich ziet, en een aantal diensten moet verrigten, waarvan de eersten vrijgesteld zijn, terwijl dezen nog bo vendien de beste uitzigten op bevordering daarbij genieten Doch genoeg. Wij hebben rondborstig ons gevoelen gezegd, omdat de zaak ons ter harte gaat, als van het hoogste be lang voor het vaderland. Mogt de regering eindelijk eens be sluiten de loting geheel af te schaffen en algemeenen dienst pligt invoeren, wij zouden haar niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Wij achten het, vooral i?i den tegenwoordigen tijd, voor eene regering minder voorzigtïg aan het bezit van tijdelijke middelen nog buitengewone voorregten te verbinden. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 15 December 1871. Ter inzameling van gelden, voor een te Brielle op te rigten monument, heeft zich Dingsdag avond jl., in deze gemeente eene sub-commissie geconstitueerd, bestaande uit de heeren mr, K. J. C. Stakman Bosse, president, Jochems, secretaris, J. J. A. Bedloo de Bronovo, penningmeester, 11. Boomsma, A. C. Boouzajer en mr. Ch. Bosch Beitz. Dingsdag avond jl. zijn in eene vergadering van het kiescollegie der Hervormde gemeente gekozen, tot ouderlingen de heeren J. Breebaart en P. A. C. Ilugenholtz; tot diakenen de heeren A. Bels, J. Oortgijzen en P. Verhey. Z. M. heeft goedgevonden 1°. den offic. van gez. le kl. bij de zeemagt P. W. I. Meijer, ter zake van 50jarigen ouderdom, met den 16 Januarij a.s. op pensioen te stellen onder toekenning van een jaarlijksch pensioen van f 1063 en 2°. den offic. van gez. 2e kl. bij de zeemagt C. Noorde wier, met ingang van gelijke dagteekeuiüg, te bevorderen tot offic. van gez. 1° klasse. De luitenant ter zee 2e kl. L. A. Dittlof Tjassens, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-ïndie en van daar den Ssten dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op uon-activiteit gesteld. De adelborst der lste kl. H. van der Sande, behoorende tot de rol van Zr.Ms. fregat met stoomverinogen Admiraal van Wassenaar, wordt met den 15en dezer op non-activiteit gesteld, en met den 16eu daaraanvolgende vervangen door den adelb. der l6te klasse B. Brutel de la Bivière. Door den minister van Marine is met ingang van 1 Jan. 1872 eervol ontslag, onder genot van pensioen, verleend aan den heer C. G.Langeveld, machin. le kl. bij de Ned. Marine. Met ingang van den 1 Jan. a.s. zijn ten kantore van den Bijks telegraaf alhier geplaatst, de heeren H. L. Ber kenhof!' en J. W. Overbosch, telegrafisten 3de klasse, thans werkzaam te Amsterdam. Van goederhand vernemen wij, dat de opbrengst van het concert, den 9ft December door 4 heeren dilettanten in Musis Sacrum gegeven, na aftrek der kosten, eene som van f 35.bedraagt. Naar men ons mededeelt zal de Burgerkring Harmonie op Zondag 24 December a. s. eene volksvoorstelling geven in het lokaal Tivoli. Dingsdag avond is, tengevolge Vati dikke mist, op de Zuiderhaaks gestrand de Eng. brik Caroline, kapt. Duncan, geladen met steenkolen, van Newchstle naar hier bestemd. De equipage heeft zich met de scheepsboot gered en is dienzelfden avond in de haven alhier aangekomen. De miliciens van de ligting 1871 der verschillende korp sen infanterie en vesting-artillerie, die door lotsbeslissiug 10 maanden onder de wapenen moesten blijven, zullen twee maan den vroeger en wel op 1 Jan. a. s. in het genot van on bepaald verlof worden gesteld. Op de lijst van aanbeveling, door de Begtbank te Alkmaar dezer dagen opgemaakt, ter voorziening in de bestaande va cature van kautonregter aldaar, zijn geplaatst de heeren: 1°. mr. W. van der Kaaij, regter in de regtbank aldaar; 2°. mr. M. A. Kluppel, griffier bij het kantongeregt aldaar, en 3°. mr. O. L. G. P. Aberson, kantonregter te Nieuwer Arastel. De dronkenschap heeft te Sliedrecht weer een gruwel daad doen bedrijven en een menschenleven gekost. Een op passend huisvader werd, bij een twist over een nietigheid, door twee bekende jongelieden met steenen geworpen, waar door hij eene wonde aan het hoofd bekwam. Den 2üsten dag na het voorval is hij overleden, volgens verklaring van den arts tengevolge van die wond. Wie van de aanvallers den verslagene geraakt heeft, is nog onbekend. Verleden week is er een lijkschouwing gehouden en een der vermoe delijke daders gevankelijk naar Gorinchem gevoerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 2