zachtende omstandigheden. Na re- en dupliek werd de uit spraak op Dingsdag 80 Jan. e. k. bepaald. Daar het korps koninkl. scherpschutters te 's Hage in een staat van achteruitgang verkeerde, is aan eene commissie opgedragen de middelen te zoeken om. het korps tot nieuwen bloei te brengen. Deze commissie heeft in een rapport de meening ontwikkeld, dat geheele vrijheid, teugelloosheid zou men mogen zeggen, in een op militaire wijze georganiseerd korps, niet wenschelijk, niet bestaanbaar is dat er dus eenige discipline, eenige dwang moet zijn, geput uit wettelijke en verbindende voorschriftenen dat dit niet wel mogelijk is op eenige andere wijze te bereiken dan door aansluiting der scherpschutters bij de schutterijen, zonder daarom feitelijk als schutters aangemerkt te kunnen wordenimmers met behoud van eigen kommandant, uniform, oefeningsterrein enz. Dit plan is in beginsel aangenomen. Eergisteren namiddag had de korenmolenaar D. v. d. B., te IJselmonde, het oDgeluk tusschen het kamrad te geraken. Hij is er dood uitgehaald. Zaturdag jl. is, ten huize van den heer M. te Apel doorn, in verzekerde bewaring genomen en naar het huis van bewaring overgebragt, zekere S., naar men verneemt, beschuldigd van opligterij en het uitgeven van valsche wissels. Deze persoon, die eerst sedert korten tijd daar woonde, had zich, door het vertellen van onderscheiden omstandigheden, die hij zeide ondervonden te hebben, niet alleen toegang weten te verschaffen bij vele notabele ingezetenen dier gemeente, maar zelfs de algemeen bekende deelneming bij Z. M. den koning weten op te wekken, waardoor hij in staat werd ge steld in zijn onderhoud te voorzien. Later bleek het, dat alles bedrog en onwaarheid was en men te doen had met iemand, die reeds meermalen in hauden der justitie was ge weest, en die slechts zoo handelde om zijne vroegere levens wijze te verbergen. Een ieder zij dus gewaarschuwd, om niet te vertrouwen, op personen, die men niet genoegzaam kent. Woensdag namiddag bevond zich een persnon in eene tapperij in de Spaarnwouderstraat te Haarlem; de kasteleines verliet voor een oogenblik de gelagkamer; hiervan maakte de bezoeker gebruik om met eene schaar de geldlade van de toonbank open te breken, en zich van het daarin aan wezige geld meester te maken, de vrouw schijnt hem echter onder dat werk overvallen te hebben, pakte hem bij zijn kraag en hield hem trots allen weerstand zoo lang vast, tot dat zij den dief in de handen van den door anderen ge roepen politie-agent kou overleveren. De prijs, door het Eransche gouvernement, in 1866 uitgeloofd, voor de nuttige toepassing van den galvanischen stroom, ten bedrage van 50,000 francs, is niet toegekend. Er waren slechts weinige inzenders, die er naar doDgen,doch de geleerden, die met de uitspraak belast waren, hebben geen der toepassingen den prijs waardig gekeurd. De vraag is op nieuw gedaan en de termijn van beant woording bepaald op 29 Nov. 1876. Met het gieten van bronzen geschut voor de Duitsche artillerie heeft men zooveel spoed gemaakt, dat men thans reeds in staat zou zijn te velde te trekken met een genoeg zaam aantal bronzen achterladers. Das Kaiserreich ist der Friede Te Londen is weder een afgrijsselijke moord gepleegd* Een ingenieur Whiteleij nl. heeft zijn vrouw, van wie hij sedert 2 jaar gescheiden leefde, in hare woning opgezocht en daar eerst haar twintigjarigen zoon eu daarna haar met een zakmes doodelijk verwondde moordenaar is gevat. Dingsdag a. s. zal de doodstraf voltrokken worden aan den vroegeren predikant Watson, die zijn vrouw vermoordde. De ongelukkige man wordt streng bewaakthij brengt zijn tijd door met het lezen van godsdienstige boeken. Vrijdag is door zijn advokaat voor hem gratie gevraagd. Den 22 Januarij is er een brand te Elorence, in een der armste, meest uit houten huizen bestaande buurten voor de porta Croce uitgebarsten, die weldra twee wijken in de asch legde. Ongeveer 2 300 huizen zijn verbrand en 6 ÈL S00 huisgezinnen zonder dak. Van verlies van menschen- levens heeft men nog niets gehoord. Het gemeentebestuur wedijvert met de particulieren, om hulp te verleenen. Eene karnavals-vereeniging schonk dadelijk 1000 francs. Te Crefeld heeft zich eene waschvrouwen-vereeniging gevormd, die Dingsdag j.1. haar eerste vergadering hield. Daar werd gesproken over eene eventuëele werkstaking. Eischen werden geformuleerd, waarvan de voornaamsten waren geen opgewarmde koffij 's morgens en een glas Beiersch bier 's avonds. Een der aanwezigen ried der vergaderden aan niet toe te geven, maar pal te staan tegenover de mevrouwen van Crefeld, met de volharding, welke der Duitsche wasch- vrouw betaamt. Van lieverlede wordt de veiling der goederen, tot de civiele lijst des Eranschen keizers behoord hebbende, voort gezet. De vorige week was de beurt aan 40,000 flesschen fijne wijnen. De Temps vraagt, bij de mededeeling, hoe het mogelijk is, dat de helden der Commune twee maanden in de nabijheid van zooveel volle fiessclien hebben kunnen door brengen, zonder ze ledig te drinken De regering moet eens een onderzoek instellen, gaat het blad op bijtenden toon voort, mogelijk vindt zij nog gelegenheid een edel Commune man voor de bewaring van zulk een schat te decoreren De schandalen van hot krankzinnigengesticht van Evere (Belgie), die dezer dagen aan het licht zijn gekomen, worden door alle bladen besproken. Zij zijn van den ergerlijkaten aard. Sedert langen tijd vermoedde men dat 'tin dit gesticht niet toeging zoo als 't behoorde. Verleden jaar toen dé heer Cornesse minister van Justitie was werd de directeur van dat etablissement wegens gepleegde mishandelingen veroordeeld en de justitie drong er op aan, dat het zou gesloten worden. De minister gaf hieraan echter geen gevolg. Intus3chen heeft de heer Delantsheere, die thans aan het hoofd staat van het departement van Justitie, zich aan de zaak laten gelegen liggen. Ofschoon men in het gesticht er op bedacht was om de au toriteit om de tuin te leiden, mogt dit niet gelukken. Op zekeren dag trad de procureur des konings het gesticht binnen. Hij sprak een der krankzinnigen aan, die hem mededeelde in het gesticht twee menschen te hebben vermoord. De dame, die de procureur begeleide, zeide hierop glimlagchend, dat 't een manie van dien krankzinnige was dergelijke zaken te vertellen. De patiënt was hiermede evenwel niet tevreden, en verklaarde, dat als de procureur zekerheid wilde hebben, hij slechts Jérome moest ondervragen. »Jérome waar ia Jérome?'' vroeg de magistraat, waarop de dame verklaarde, dat deze reeds lang het gesticht verlaten had. De procureur liet zich echter geen rad voor de oogen draaijen, en met luider stemme riep hij in den gang: «Jérome!" De persoon in quaestie gaf onmiddelijk antwoord en daarna werden vreeselijke geheimen onthuld. Zoo vernam men, dat twee krankzinnigen, die zich zonder opzigt in een vertrek bevonden, door een derde waren geworgd. De lijken waren in stilte ter aarde besteld. Een Italiaan van goede familie, die voor zijn verzorging betaalde, was aan handen en voeten gebonden in een kelder geworpen. Het vertrek was niet verwarmd en dientengevolge zijn den ongelukkigen de voeten afgevroren. De directeur besloot dit geval maar te verzwijgen. Erloopen zelfs geruchten dat men den zinnelooze voor dood zou hebben verklaard en dat er een lijkdienst voor hem zou zijn gehouden. Om deze en dergelijke schandalen mogelijk te maken was na tuurlijk de medepligtigheid van den dokter noodzakelijk. Het geheele gesticht is thans ontruimd. De mannen zijn naar Froidmont en de vrouwen naar Saint-Trond overgebragt. De vreugde van de krankzinnigen, toen 't hun medegedeeld werd, dat zij het gesticht Evere zouden verlaten, was onbeschrijfelijk. Dezer dagen heeft in Marseille een vreeselijke misdaad plaats gehad op den persoon van een Tuneesch handelaar, den heer Grego. Dit jonge mensch, naauwelijks dertig jaren oud, vertegen woordigde te Marseille het huis Samama van Tunis. Hij droeg steeds aanzienlijke sommen bij zich en op den dag der misdaad moest hij ook eene aanzienlijke som betalen. Des Dingsdagg avonds had men hem nog op de beur» gezien. In de beide volgende dagen zag men hem niet wederkeeren. Zijne vrienden, ongerust over zijne afwezigheid, telegrafeerden naar Tunis om aan het huis Samama de afwezigheid van zijn ver tegenwoordiger te melden. Onmiddelijk werd geantwoord, dat de heer Grego, zoowel bij de Bank als persoonlijk, voldoende sommen had om aan al zijne verpligtingen te voldoen. De autoriteiten werden gewaarschuwd en door haar werd een onderzoek ingesteld. Men begon met naauwkeurig de door den heer Grego bewoonde kamers in een huis in de straat Montgrand te onderzoeken. Men zag zijne boeken na, opende de kas en constateerde het verdwijnen eener som van 60,000 francs, gedeeltelijk in goud en gedeeltelijk in bankbilletten. Wat was er echter van den Tuneser geworden Had hij vrijwillig de stad verlaten of was hij het slagtoffer geworden van een valstrik Men maakte allerlei gissingen, toen een visscher een soort van valies aan de Kust ontdekte. Hij haastte zich van die vondst kennis te geven aan de politie, die een verschrikkelijk schouwspel onder de oogen kreeg. In het valie3 vond men een afgesneden hoofd, afgezaagde beenen, verbrijzelde armen en stukken bloedend vleesch. On middelijk werd de heer Lombrose, vriend van den overledene, geroepen, die het hoofd van zijn vriend herkende. Het on derzoek der ingewanden deed zien, dat de overledene vermoord werd eenige oogenblikken na het middagmaal te hebben gebruikt. Men zegt, dat zware vermoedens rusten op eene onzedelijke vrouw, die men gearresteerd heeft. Na het plegen der mis daad moet men zich naar de woning van het slagtoffer hebben begeven om de 60,000 francs te ontvreemden, waarvan de verdwijning geconstateerd was. Uit Chicago werd aan de New York Times kort na kersttijd geschreven; //Indien gij de menigte geschenken ge zien hadt, zoudt gij er niet uit opmaken, dat Chicago zoo veel had geleden. Alle winkels, die weeldeartikelen verkoopen, hebben buitengewone goede zaken gemaakt. Het is goed, dat zij, die in andere plaatsen hun best doen om voor eene, zoo zij meenen, lijdende bevolking geld bijeen te brengen, weten, dat Chicago volkomen in staat is, zich zelve te helpen. Van de bevolking hebben 235,000 niets door de brand ge leden. Onze handel levert waarschijnlijk meer op dan eenige stad, behalve Nieuw-York, naar evenredigheid der bevolking, en wij kunnen, als particulieren of als stad, ons zeiven zeer- goed redden. De 235,000 inwoners, die niet door den brand geleden hebben, hebben geen cent meer belasting voor de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 2