HELDERSCHE COURANT.
Jïïeuros- en
Woensdag
<flÖoertentie--6faD.
6 Maart.
M 1120.
Twaalfde Jaargang.
1872.
Uitgever S. GILT JE S.
Wat onze buren zeggen.
iii.
Verschijnt D1NGSDAG- en VRIJ DAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 0.50
Franco per post 0.65
Men abouneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs der Advebtentien van 14 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertenticn intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
»Een vriend, die mij mijn feilen toont," enz. Dat versje
is ons nog uit de kinderjaren bekend; maar hoe zou het zijn,
als men voor het woord vriend eens vijand las De feilen
zullen dan wel niet minder feilen blijven, en daarom is het
werkelijk niet kwaad, er ook een paar vijanden op na te houden.
Zij zien doorgaans scherper dan onze vrienden, en geen ver
keerde teêrhartigheid belet hen te spreken. Dat geeft dan
zulk een heerlijke aanleiding om zichzelven te toetsen, en, o
dat kan soms zoo nuttig zijn. Het is niet onmogelijk, dat die
vijand soms juist aan hetzelfde euvel mank gaatdat maakt
dan de zaak wel eenigzins grappig, maar zij verliest er toch
hare waarde niet door het is immers in de eerste plaats de
vraag, of hij de waarheid zegtwie ze zegt is van onderge
schikt belang.
Iets dergelyks kwam bij ons op, toen wij in de vroeger
genoemde Militarische Blatter lazen, dat »de Nederlandsche
soldaten dolle alcohol gebruikers zijn, beroofd van redelijke en
verstandelijke vermogens, en alleen in kleur verschillende v/ 1
de Turko's en Spahis," en verder, dat »zy mannen zijn,
wachtwoord slechts brandewijn is, en dus de jeugdige soldaat
verkeert in een atmosfeer van oude jenever drinkers."
Waarlijk een mooije schilderingMaar vergeten wij niet,
dat zij op effect moet werken, en wel op verren afstand
(b. v. van Eerlijn naar 's Hage), zoodat zij wel wat overeen
komt met de geschilderde coulisses op het tooneel, die, van
nabij gezien, vaak razend grof zijn. Toch is er iets, dat het
effect eenigzins bederft. De Mit. Blatter worden uitgegeven
te Berlijnen schijnen in verband te staan met het Dep. van
Oorlog aldaar. Als nu werkelijk de Nederlandsche soldaten
zulke nietelingen zijn, aan sterken drank verslaafd, en over
eenkomende met de beruchte Turko's (waarvan het blad in-
tusschen geen enkel bewys geeft, en ook niet kan geven), van
waar dan die soort van ongerustheid, die toch schijnt te hebben
bestaan? Wat zouden toch, in 's Hemels naam, een handvol
uitgeputte jeneverdrinkers een inval doen in het magtige
Pruisen, met zijne talrijke matige en vrome soldaten 1 Het
denkbeeld is ai te zot, en wij houden het er voor, dat de
schrijver zelf welligt een glimlach niet heeft kunnen weerhouden.
Dus de Tendenz l Juist maar waar zoo duidelijk een bij
zonder doei doorschemert gaat het effekt verloren.
Wij willen daarover niet verder woorden verspillen, ook
willen wij niet toegeven aan de bij ons opkomende vragen
of de Duitschers, die in Nederland hun brood vinden, algemeen
zulke voorbeelden van matigheid zijn Of de massa's bier,
die in Duitschland worden verslonden, niet ook eenige over
eenkomst met de Turko's kunnen teweegbrengen Of onder
de talrijke menigte, die Berlijn tot een der meest zedelooze
steden van de wereld maken, niet een aantal brandewijn-
drinkers zullen gevonden worden En nog meer van dien
aard zouden wij kunnen vragen maar zoo als wij gezegd
hebben, dat alles mogen de Pruisen met hun eigen geweien
uitmaken het is voor ons alleen de gewigtige vraag, of, en
in hoeverre de vreemdeling het regt heeft, ons zulke grofheden
toetevoegen, en of wij ons die hebben waardig gemaakt
Dat in het bewuste stuk een vreeselijke overdrijving heersebt,
behoeven wij waarlijk niet aantetoonen maar dat in Neder
land de alcohol in alle standen nog een groote rol speelt, is
ongelukkig maar al te waar. Wie zal de huisgezinnen tellen,
die door den sterken drank te gronde worden gerigt, de kin
deren, wier opvoeding daardoor verwaarloosd wordt, de jon
gelingen, wier gezondheid en krachten door hem ondermijnd
zijn geworden Vooral bij den militairen stand heerscht het
misbruik in booge mate, doch voorzeker niet uitsluitend wij
mogen de koffijkuizen der steden, of de herbergen der dorpen
bezoeken, bij Da dagelijks zal men hier en daar opgewonden
mannen of jongelingen ontmoeten, die ten bewijze strekken,
dat het gebruik niet alleen, maar zelfs het misbruik in Ne
derland nog altijd bestaat. Vooral op kermissen, jaarmarkten
of feesten kan men naauwelijks verschijnen, zonder dergelijke
wezens te ontmoeten, die ons met walging vervullen. Neen,
wij huiveren niet het met ronde woorden uittespreken in
Nederland wordt veelzeer veel sterke drank gebruikten dat
vervult ons met schaamte en met vrees voor de toekomst.
Met schaamteomdat wij niet onbepaald en vrijmoedig tegen den
vreemdeling kunnen zeggen gij lastert ons I Wanneer wij b. v.
lezen, dat het in het woelige, opgewonden Italië, zelfs bij de
luidruchtigste feesten eene zeldzaamheid is, een dronken man
te ontmoeten, en wij denken dan aan hetgeen alleen onze ker
missen doorgaans opleveren, dan kan het toch wel niet anders
of wij moeten het misbruik ten diepste betreuren. En niet
minder met vrees voor de toekomstwant hoe kunnen wij bij
zulke ingewortelde gebreken verwachten, dat een gezond, sterk
geslacht zal opgroeijen, wanneer reeds de jeugd op dien ver
keerden weg wordt gebragt en medegesleept Hoe kunnen
wy hoop voeden, dat armoede, gebrek en zedeloosheid op den
duur met vrucht zullen kunnen worden bestreden, waar de
kracht van geest en ligchaam voortdurend wordt ondermijnd
En eindelijk, staat het niet te duchten, dat onze vrijheid en
onafhankelijkheid in gevaar zullen geraken, en de overdreven
schildering der Mil. Blatter eens waarheid mogt worden
Voorzeker, nóg is dit geenszins het geval, maar staat het niet
te vreezen, indien er niet bij tijds maatregelen worden genomen
Poch bestaan er gepaste maatregelen Natuurlijk kan de
dronkenschap niet bij decreet worden afgeschaft, noch de ma
tigheid bij de wet worden voorgeschreven. Of echter daarom
het misbruik niet op andere wijzen kan worden tegengegaan
ziet, dat kunnen wij niet aannemen, als wij den blik vestigen
op hetgeen in Engeland, Amerika en andere landen geschiedt
maar wat wordt in Nederland gedaan
Het ligt echter thans niet op onzen weg die middelen te
bespreken, en daarover te oordeelen. Wij hebben moeten be
kennen, dat, wanneer de vreemdeling in zijne verbittering ons
volk beschimpt als verslaafd aan den sterken drank, hy on
getwijfeld de zaak zeer overdrijft, maar tevens, dat de Ne
derlanders zeiven daartoe aanleiding geven. Die bekentenis
is voorzeker bedroevend, maar dat zij dan ook ons volk op-
wekke, om met mannenmoed en vereende kracht den vijand
te bestrijden, die aan ons volksgeluk knaagt.
Wij gelooven dus niet te veel gezegd te hebben, toen wij
beweerden, dat het soms nuttig kan zijn te luisteren naar het
geen onze buren zeggen. De Mil. Bldtter hebben ons bewezen,
hoe dwaas wij zouden handelen wanneer wij zorgeloos voort
leefden zonder ie letten op sommige teekenen des tijds. Zij
hebben ons verder herinnerd, het moge dan ook met de grootste
bitterheid zijn geschied, aan een gebrek, dat in ons vaderland
nog maar al te zeer heerscht, en de noodlottigste gevolgen
kan na zich slepen. Mogen die beide lessen niet voor oris
verloren zijn gegaan, dan willen wij hun gaarne den hatelijken
toon en de schrikkelijke overdrijving vergeven, waardoor zij
ons juist des te beter in staat stellen over hunne bedoelingen
te oordeelen.
Nog ten slotte eene opmerking.
Wanneer een magtige buurman zulk eene stem doet hooren,
mag men toch wel verwachten, dat alle Nederlanders gretig
elke gelegenheid zullen aangrypen, om eendragtigen nationalen
zin in ons vaderland aan te kweeken maar geschiedt dat
Als van zeiven brengt dit ons nogmaals op de Aprilsfeesten.
Hoe bijzonder geschikt zou deze gelegenheid zijn, om naar
buiten te toonen, dat in weerwil van verschil van denkbeelden
in ondergeschikte dingen, waar het onze nationaliteit, onze
onafhankelijkheid betreft, alle Nederlanders, zonder onder
scheid, zich weten te vereenigen. Doch wij zien juist het
tegenovergestelde, en dat moet elk waar vaderlander bedroeven.
Begrijpen die tegenstanders dan niet, dat, iDgeval de regering
van Pruisen eens werkelijk eenparig dacht met de Mil. blatter
(dat wij niet kunnen beslissen, maar waarvoor wij slecht3
hebben willen waarschuwen) hunne houding juist de booze
plannen in de hand zou werken Toch kan dat hunne be
doeling onmogelijk zijn, maar waarom dan spijkers gezocht op
laag water Als de Mil. Blatter bun daarvoor de oogen mogten
openen, dan zou de schrijver van het schimpschrift werkelyk
onzen dank verdienen.