NIEUWSTIJDINGEN.
Brielscke Feesten.
gemeen wasnog nimmer heeft onze gemeente zooveel licht
verspreiden de verscheidenheid daarin aangebragt, was in
derdaad boeijend en getuigde bij verreweg het grootste gedeelte
van zeer fijnen smaak. Wij onthouden ons van bijzondere
vermeldingen, omreden wijja welligt met de gasfabriek of
de Marine-Club of met het Electrisch en Drummonds kalklicht,
aangebragt bij den kapt. der Infanterie Santhagens, zouden
kunnen beginnen, maar waarlijk, wij weten niet waar te zul
len eindigen. De versieringen en verlichtingen die inderdaad
vermelding verdienen, waren geen uitzondering, maar regel.
De Commissie, die in zoo korten tijd dat feest heeft
weten te organiseren en allen die daartoe zoo bereidwillig
hebben medegewerkt, inzonderheid de decorateurs van de ver
schillende feestwagens, verdienen allen lof en dank der in
gezetenen.
Heden neemt Helders schooljeugd deel aan het nationale
feest. De onderwijzers der openbare scholen houden heden
met de toekomstige burgers van Nederland optogten door
de gemeente; sommige te paard, allen netjes versierd en met
banieren voorzien; bij school- en gemeente-autoriteiten au
bades brengende.
Wij wenschen dat die jeugd, thans Neêrlands hoop,
in de toekomst hare trots moge uitmaken.
Wie zou het hun niet gunnen, dat zij zich in de roem
hunner voorvaderen, eens naar hartelust verheugden.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 2 April 1872.
Z. M. heeft aan den eervol ontslagen hoofd-ingenieur
der marine A. J. H. Beelo, toegekend een wachtgeld van f 1700
's jaars.
Z. M. heeft herbenoemd als burgemeester van Wieringen
den heer P. Maats jr.
Z. M. de Koning zal zich op Maandag 8 April naar
naar de hoofdstad begeven, om aldaar zijn jaarlijksch bezoek te
brengen.
Te Oude Schild op Texel is en betrekking van hulp
onderwijzer vacant. Jaarwedde f350.
Men adressere zich voor 8 April a. s.
Men schrijft uit Alkmaar, 29 Maart.
Naar men ons mededeelt, zou Zondag 11. Ie Bassingerhorn,
na afloop van de werkzaamheden der Rederijkerskamer daar
ter plaatse, zekere G. B.die ongeveer ten half 2 ure huiswaars
keerde, door de gebroeders P. onverhoeds zijn aangevallen en
zouden hein met een scherp werktuig ernstige wonden zijn
toegebragt.
De kommandant van Zr. Ms. oorlogschip Curagao, jhr.
M. W. Bowier, ter reede van Sydney, ontving op 4 Aug. 11.
van een Hollandseh inwoner te Sydney, het volgend schrijven
Hoog Édel Gestrenge Heer
Vernomen hebbende dat Jan Fre-derik Willem Schutte,
matroos le kl. aan boord Zr. Ms. stoomschip Curagaoin
den ouderdom van 20 jaren op 28 Juli] is overleden en een
manschap was die zich de goedkeuring van u en uwe offi
cieren had waardig gemaakt en tevens vernomen hebbende
dat hij een behoeftige moeder achterlaat, die hij gedeeltelijk
van zijne gage ondersteunde, neem ik de vrijheid u te ver
zoeken, die ongelukkige vrouw, uit naam van '/een Hollander
te Sydney, die het lofwaardig gedrag van haren overleden zoon
op prijs stelt," een kleine ondersteuning van 10 pd. st. (120.
i welke som ik hier insluit, te doen geworden.
Naar wij vernemen, is van de kust van Guinea het berigt
ontvangen dat de groote meerderheid der El mineezei), ziende
dat Koning ICabbena Edjo geheel en al het werktuig was van
de Ashantijnsche bende, die onder bevel van Atjimpan zich in
Elmina genesteld had, en vreezende dat het deze alleen te doen
was om te plunderen, den Koning afgezet en den heer Eminsang
tot het opperhoofd heeft benoemd. De Ashantijnen zijn toen
naar een verwijderde plaats teruggezonden, terwijl hun wijders
de gelegenheid is gegeven om naar hun land terug te keeren.
Naar aanleiding van dit gebeurde bestond er alsnu reden
om te verwachten dat de overgave zonder eenige ongercgeld-
v heden zou afloopen, te meer daar de nieuwe Neger-Regeriug
vast besloten was geen verzet te plegen of te gedoogen.
De weleerwaarde heer S. Berenstein, opperrabbijn der
Nederlandsche Israëlitische gemeente te 's Gravenhage, heeft
Zaturdag jl. bij de ochtendgodsdienstoefening in zijn gemeente
een toespraak gehouden, waarin hij eerst in een vergelijking
trad over de bevrijding van de Israëlieten uit het hagchelijk
gevaar, waarin zij onder den Perzischen monarch hadden ver
keerd, en de Nederlanders, nu drie eeuwen geleden. Ver
volgens heeft ZijnWelEerwaarde het gewigt van de bevrijding
van Nederland, ook voor zijn geloofsgenooten, in het licht
gesteld, die daardoor hier te lande een gastvrij onthaal vonden
en de dierbare gewetensvrijheid, waarom zij in andere landen
waren vervolgd en die hadden moeten verlaten. De geeste
lijke wekte de Israëlieten op tot dankbare herinnering hiervan
en tot trouw en liefde jegens Vaderland en Vorst.
"Wanneer zal 1 April een merkwaardige dag blijven
in onze geschiedenis P vraagt de Amersj. CL Zij noemt tal
rijke weldaden op, waarin ons vaderland zich mag verheugen;
maar toch, zegt zij, knaagt er iets aan het volksleven, toch
is er iets dat een schaduw werpt over de vrolijke-schilderij,
die wij ophingen. Dat is, helaas de kerkelijke oneenigheid.
In de kerk dient hier ieder God naar de inspraak van zijn
hart, en daar buiten twisten broeders, zonen en dochteren
van hetzelfde vaderland over de godsdienst, wier hoofdgebod
liefde is.
Dat veroorzaakt wantrouwen, dht geeft verwijdering, d&t
bederft het huisselijk en maatschappelijk leven, dkt grijpt
zelfs storend in de gansche Staatsmachine en belemmert haar
geregelden gang. Zie, dat moest anders wezen dat moet
anders worden Hij, die alles schiep, laat Zijn zon vrolijk
en koesterend opgaan over alle kinderen der menschen, over
laadt dagelijks goeden en minder goeden met weldaden, en
die gezegenden twisten met elkander en de een plaatst zich
dreigend tusschen zijn broeder en God.
Daarom uit het blad den wensch, dat de eerste April aan
't Nederlandsche volk ook schenke meer verdraagzaamheid, als
de beste feestgave, die de blijde dag kan aanbieden. Mogten
alle Nederlanders, vrolijk en dankbaar gestemd, sedert 1 April
aan zich zeiven de belofte doen//ik wil niet meer twisten
met mijn broeder over dingen die niet van deze aarde zijn
ik wil hem op kerkelijk gebied nergens vijandig tegentreden
ik wil met hem de vrijheid genieten onder dezelfde wetten
en zoo, met allen, door eendragt zamenwerken tot waarachig
heil van ons dierbaar vaderland", mogten alle Nederlanders
dat beloven en zóó handelen, dan zal 1 April 1872 in onze
geschiedenis blijven een merkwaardige, een gezegende dag.
Het naauw van Galais in het Eugelsche kanaal wordt
sedert korten tijd door electrisch licht verlicht. Daardoor is
het gevaar van aanvaren voor 200,0Ü0 vaartuigen, welke
deze zeeëngte gemiddeld 's jaarlijks passeren, aanmerkelijk ver
minderd. Die lichten gaan uit van de kaap Gris-Nez en
van de kapen van Dungeness en South-Poreland in Engeland.
Even als ten vorigen jare heeft de keizer van Duïtsch-
land ook thans weder al de beambten en manschappen der
brandweer van Berlijn aan zich doen voorstellen, en daarbij
speciaal diegenen hartelijk toegesproken, die zich in het laatste
jaar bijzonder onderscheiden hadden.
Die ontmoeting had plaats in tegenwoordigheid van de
keizerin aan bedoelde personen werden tevens kostbare ge
schenken uitgereikt.
Dit voorbeeld van een keizer verdiént ook elders alle na
volging die Duïtsche gewoonte mag wel worden geannexeerd.
Particuliere Correspondentie.
Gij hebt mij eenige mededeelingen gevraagd omtrent het op
den klassieken bodem van Briel'le gevierde feest, ter SOOjarige
herinnering zijner inname door de Watergeuzen.
Gij hebt daarmede zeker niet hedoeld, dat ik in een his-
torischen terugblik u de feiten, die wij herdenken, in het
geheugen terugroepe. Mogten er nog Nederlanders zijn, die
deze feiten niet kennen of ze niet in onzen huidigen feest-
zin weten te waardeeren hunne plaats is niet binnen, maar
buiten onze grenzen. En het buitenland ligt buiten ons bestek,
en buiten onze pretentie, hoezeer wij de overtuiging, neen,
de zekerheid hebben, dat de borst van duizenden in het bui
tenland warm klopt bij het schouwspel onzer feestviering
een feest, dat geen enkel volk buiten ons kan vieren. Geen
enkel volk toch bezit eene historie, die verhalen kan van
300jaren vrijheid.
Gij hebt met uw verzoek zeker evenmin bedoeld, dat ik
het feestprogramma voor u afschrijve, wetende dat hoe noodig
zulk een programma ook zij, het u nooit een zuiver denk
beeld vermag te geven van liet feest zelve. Een feestprogram
is de houten handwijzer aan den weg, die wel de rigting,
maar niet de schoonheden van den weg vermeldt.
Neen, gij die mij kent, verwacht iets anders. En hoe uwe
verwachting ook zijn moge, stel u tevreden met wat ik geef
nprenez moy tel queje suijzoo als hot devies der Eloijs luidt.
En uwe lezers zijn mogelijk even vriendelijk als gij, zij en ik,
wij zijn oude bekenden.
Ik sprak zoo aanstonds van de naburen, die ons zien feest
vieren. Bovenaan staan de Belgen. Gent melde zich aldra
aan, vergaarde bijdragen, zond een sub-commissie. Brussel
en Antwerpen volgden. Wat wonder Één met ons in wor
ding, zweeft boven de later blijvende scheiding de gemeen
schap van taal en van aspiratiën.
Bij veel verschil toch, veel punten van aanraking en over
eenkomst, terwijl deze juist door dat verschil te treffender
illustratie bijzet aan bet feest, waarin alles, wat de ziele doet
trillen, wordt in beweging gebragt.
Hoor den Belg, Frans de Cort, zijn vaderland bezingen:
Ons land is van de schoonste niet,
Er is geen enkel meer,
Geen berg die in de wolken schiet,
Geen woudbandieten heir,
Het is er vochtig, 't is er koud,
Men lijdt er veel van koorts;
Maar ieder burger zwaait er stout
Het zwaard des vrijen wroords.