HELDERSGHE COURANT. Jlieums- en Zaturdag ili)i)fr(enliC'öfni). 6 April. Twaalfde Jaargang. DANKBETUIGING. NATIONALE MILITIE. Na de feestviering. %M. 1155. 1872. Verschijnt D1NGSDAG- cn VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post H B 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren eu Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advjsktenïien van 1 4 regels is 60 Centen; "voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. G I L T J E S. ABONNENTEN, die dit blad per post ontvangen worden verzocht het verschuldigde bedrag van ƒ0.65 per kwartaal, in postwissel te willen overzen den aan het adres van den uitgever S. G I L T J E S. <®jfidëcl BcöEdte. Du BURGEMEESTER der gemeente HELDER, gelet heb bende dat bij de luisterrijke feestvieringen op de beide laatste dagen, ook in deze gemeente gehouden, de goede orde in geen enkel opzigt is verstoord geworden Acht het zich een aangename pligt, daarvoor aan de Bur gerij in het algemeen en aan de Feestcommissie in het bijzon der, opent/ijk zijn welgemeenden dunk te betuigen. De uitstekend goede gezindheid der Burgerij, bij vernieuwing zoo krachtig bewezen, is boven den lof van den oudergetee- -kende verheven, en het zij hem daarom vergund, met een kort maar niet te min hartelijk woord van dank bij deze te doen blijken. Voor ieder ingezeten zullen dan ook de beide laatste dagen een ouuitwisclibaren aangenamen indruk achterlaten en het bewijs opleveren, dat de burgers der gemeente Helderhoe ver schillend de stand of staat ook moge zijn, door een ordelie- veuden geest worden beheerscht, waarop de ondergeteekende, als hoofd der gemeente, met het volste regt roemen mag. Helder De Burgemeester voornoemd den 3 April 1872. STAKMAN BOSSE. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Hel der brengen ter openbare kennis, dat de Militieraad van het 3de district in Noordholland de TWEEDE ZITTING zal houden te ALKMAAR, en wel voor zoover deze gemeente betreft op DINGSDAG den 9den APRIL e. k., des voormid dags ten tien ure, tot het doeu vau uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als Plaatsvervangers of Nummerverwisselaars verlangen op te treden. Zij, die het voornemen hebben een Plaatsvervanger of Num mer ver wisselaar te stellen, worden, in hun belang, aange maand, om zich tijdig ter Secretarie dezer gemeente te ver voegen, ten einde omtrent de benoodigde stukken inlichtingen te bekomen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 30 Maart 1872. L. VERHEY, "Secretaris. POLITIE. Dezer dagen op de publieke straat gevonden, een KINDER HOEDJE en een klein HONDJE. De regtmatige eigenaars kunnen zich ter terug bekoming aanmelden ten Burele van den ondergeteekende, A. C. BOONZAJER, Helder, 5 April 1872. Commissaris van Politie. J2iet-ojficiëel gebedte. Nederland heeft feest gevierd, en onze woonplaats is niet achterlijk gebleven. Dat was dan ook niet te denken, maar zoo als thans de uilslag is geweest heeft ze ieders verwach ting verre overtroffen. Wij willen dat echter laten rusten. Wij zijn nu tot onzen normalen, meer bedaarden toestand terug gekeerd, en wen- schen eenige bezadigde, misschien ernstige woorden tot onze landgenooten te rigten. Of zou dat nog ontijdig zijn Zou den zij een wanklank kunnen genoemd worden na een der gelijke feestviering Dan zouden wij bijna gedrongen worden de geheele zaak te betreuren maar wij kunnen het niet ge- looven. Veel is er geschreven en gesproken over het doel en de aanleiding der feestviering. Ook wij hebben ons gevoelen uitgesproken, en willen niet meer daarop terug komen. Nu ze echter afgeloopen is, wenschen wij op te merken, welke nuttige wenken ze ons gegeven heeft. Wanneer wij ons zeiven voor een oogeablik vergelijken met de Watergeuzen van voor drie eeuwen, dan voorzeker is het verschil groot. Wij hebben meermalen gesproken over hunne woeste buitensporigheden, en gelooven niet, dat deze tegen woordig meer mogelijk zouden zijn. Maar bezitten wij ook, even als zij, dien geest van zelfopoffering en moed, die zoo schoon uitblonk uit het bekende gezegde van J. S. da Itijk nGaan we de wallen met de borst sterkenZoolang's lands weerbaarheid nog niet algemeen is, zoolang wij nog die el lendige militie- en schutterij-wetten bezitten, zoolang nog een overgroot getal burgers met een soort van minachting op de verdedigers des vaderlands nederzien, zoolang niet bij mannen en jongelingen zonder onderscheid de lust bestaat zich in staat te stellen, in geval van nood, de wapenen te gebruiken, tot zoo lang ontkennen wij het ten stelligste. Wel schijnt ook de regering een stap te zullen doen op den weg ter verbetering door de meermalen besproken concept-militie wet, maar de spreuk »ce nest que le premier pas qui coütegaat in Ne derland, zoodra het verbetering van verkeerde toestanden be treft, niet altijd door. Als althans de Watergeuzen ook zooveel tijds met redeneren hadden doorgebragt, zonder de handen uit den mouw te steken, waarschijnlijk zouden wij het onafhan- kelijkheidsfeest heden niet hebben kunnen vieren. Wij begrijpen echter zeer goed, dat men ons het verschil van toestanden zal tegenwerpen, die naauwelijks eene verge lijking gedoogen. Dat verschil willen wij gaarne erkennen, maar dat daaruit mindere behoefte aan weerbaarheid zou ont staan, spreken wij tegen. Wij behoeven den toestand des lands bij de inneming van den Briel niet te schetsen hij is genoeg bekend. Een jaren lange strijd moest nog volgen, alvorens het doel kon worden bereikt doch de moed, de zelfopoffering en de eendragt hebben eindelijk gezegepraald en luisterrijk eindigde in 1648 de tachtigjarige oorlog met de vrijverklaring der Nederlandsche gewesten. Doch welke waren de oorzaken, dat honderd jaren na de inneming van den Briel, in 1672, ons vaderland op nieuw op den rand des verderfs werd gebragt Was het niet juist voor een groot deel het inslapen na de doorgestane gevaren, het gebrek aan eendragt en het verwaar- loozen der verdedigingsmiddelen Daarom kunnen wij ons onmogelijk vereenigen met het N. v. d. D., wanneer het zegt Wij behoeven onze vaderlandsliefde, Gode zij dankniet tot die hoogte op te voeren. Onder de gezegende regering van eigen wettig gekozen vorsten, bij wie de gedachte aan tiranny nooit is opgekomen, staan wij geworteld in de vrijheid van denken en spreken, en wordt het offer van ons leven niet gevraagd." Dat offer werd in 1648 ook niet meer gevorderd, maar slechts 24 jaren later in dubbele mate. Dat wij van onze vorsten geen tiranny te vreezen hebben, is waar, en wij verheugen ons daarover hartelijk; maar in 1672 was het ook geen strijd tegen een eigen vorst, maar tegen vijanden van buiten. Is het N. v. d. 1). nu zóó zeker, dat dergelijk gevaar niet bestaat, of niet in korter of langer tijd ontstaan kan, dat het zoo optimistisch spreken kan En wat welligt nog meer gewigt in de schaal legt, mogen wy vergeten, dat in den boezem van ons vaderland nog altijd eene partij bestaat, die Nederland bereidwillig zou opofferen wanneer het hare bedoelingen zou kunnen bevorderen Wij bekennen het dus ronduit, wij ge looven wel, dat de feestviering groot nut heeft gesticht, doch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1