HELDEBSCHE GOOBANT.
10 April.
Jïieums-- en
Woensdag
<EDoerten(ie-öfaö.
Twaalfde Jaargang.
<®jfktëcï (jcöcrltc.
JDict-nffictM gcörcïte.
Nog een ernstig woord.
M 9 150.
1872.
herschijnt D1NGSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonucmentsprijs voor 3 maanden f '0.50
Franco per post nu n n 0-65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs der Advicktentien van 1 4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertenticn intczenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. G I L T J E S.
POLITIE.
Dezer dagen op de publieke straat onbeheerd gevonden
een bruine HOND met koperen Haisbatid. De regtniatige
eigenaar kan zich ter terugbekoming aanmelden ten burele
van den ondergeteekende
A. C. BOONZAJER,
Helder, 9 April 1872. Commissaris van Politie.
i.
Wij hebben in ons vorig artikel onze vreugde aan den dag
gelegd over de feestviering in Nederland, voor zooverre'ons
die bekend was. Wij hebben de onthouding, of eene flaauwe
geveinsde deelneming als uitzonderingen willen beschouwen,
en deden daarbij de vraag, of nu een ernstig woord ontijdig
kon worden genoemd Weinig hebben wij toen gedacht, dat
de latere berigten daaromtrent allen twijfel zouden wegnemen
ou dat die uitzonderingen talrijker waren, dan wij ons hadden
voorgesteld. Die berigten hebben bewezen, dat wij met alle
regt hebben gezegd, dat in den boezem van ons vaderland nog
altijd eene partij woelt, die des noods Nederland aan hare
bedoelingen zou opofferen. Dat verontrust ons wel niet, maar
het bedroeft ods, en dwingt ods nogmaals tot een ernstig woord
aan al onze landgenooten zonder onderscheid. Waar zulke
verschijnselen plaats hebben, mag een eerlijk dagbladschrijver,
die zich ten doel stelt op rondborstige wijze zijne lezers voor
te lichten, niet zwijgen, wil hij zich niet aan beginselloosheid
schuldig maken.
Over voorbijgaand gekibbel, zooals, naar men zegt, in eene
naburige gemeente, door het drijven van een burgemeester heeft
plaats gehad, willen wij thans niet spreken. Wanneer dit
echter zóóverre gaat als te Loosduinenis het te wenschen,
dat de houding van den burgemeester Waldeck onpartijdig,
maar gestreng worde onderzochtindien toch de berigten juist
zijn, verdient zoo iemand niet aan het hoofd eener gemeente
te staan. Wij hebben echter thans minder het oog op der
gelijke op zichzelven staande voorvallen, dan op die, welke
schijnen te zijn voortgevloeid uit de aansporingen en inbla
zingen dier duistere partij in den lande, welke wij hierboven
bedoelden, 's Hertogenbosch plaatste zich, ouder gewoonte, aan
het hoofd verder lezen wij van baldadigheden en buitenspo
righeden in IJsselsteinGroenloAmersfoort, MedembiikOos-
lerhoutBozendaalenz. De kroon spant welligt het plaatsje
's Reerenbergwaar de kwaadwillige inwoners niet schroomden
zich te vereenigen met het gemeen uit Emmerik, om geza-
meDtlijk hunnen haat tegen de vaderlandschgezinden bot te
vieren. Wij lezen van het inroepen der militaire magt, het
verbieden van zamenscholingen, het verbrijzelen van glasruiten,
het toebrengen van verwondingen, en wat al meer. En dat
vernemen wij in ons vaderland, waar ieder zonder onderscheid
eene gewenschte vrijheid geniet dat vernemen wij in onze
verlichte 19e eeuw, bij gelegenheid van een volksfeest, waaraan
alleen dweepzucht of domheid eene verkeerde bedoeling kan
toeschrijven Als Nederlanders schamen wij ons, maar ge
voelen wij ons geregtigd, al onzen landgenooten toeteroepen
bestrijdt met ons die domme dweepzucht, of doet afstand van
den naam van Nederlander een middenweg bestaat er niet
Voor ruim drie eeuwen had de beeldstormerij plaats. Een
dom gemeen stroomde naar de kerken en vernielde alles wat
hun vóórkwam. Niemand, die eenige regtschapeuheid bezat,
keurde die daad goed; zoowel protestanten als katholieken
verzetten zich daartegen met al hunne magt. Ook nu nog
verfoeijen wij eene daad, die niet alleen geen nut kan aan
brengen, maar geheel in strijd was met elk denkbeeld van
regt. Voor zooverre wij weten, is zij trouwens nog nooit
door iemand goedgekeurd. Maar dan vragen wij nu ook opent-
lijk wie zijn de schuldigsten, de beeldstormers van de 16e
eeuw, of zij die thans bij hunne medeburgers de glazen in
werpen of hen mishandelen, omdat zij een feest vieren, dat,
óf verkeert begrepen, óf door opruijers valseh wordt voorge
steld Beiden sloegen de schendende hand aan eens anders
eigendombeiden vertrapten de heilige regten hunner mede
burgers maar terwijl de eersten door voorafgegane mishan
delingen en verdrukkingen werden vervoerd, hebben de laat-
sten niet de minste gegronde aanleiding, dewijl niemand hen
heeft verdrukt, noch hunne regten verkort. Verre is het van
ons, daardoor de daden der eersten te willen vergoelijken, maar
zoodra wij beginnen met eene vergelijking te maken, moet ze
noodzakelijk voor onze huidige beeldstormers nadeelig uit
vallen.
Toen Filips van Spanje berigt ontving van de beeldstormerij,
verklaarde hij, dat alle Nederlanders daaraan schuldig waren
de Protestanten, omdat zij door dezen was voivoerd, de Ka
tholieken, omdat zij haar niet hadden verhinderd. Juist een
vonnis voor zulk een ivettig vorst; niets ontbreekt er aan dan
regtvaardigheid, maar deze werd bij Filips doorgaans over
stemd door zijn fanatisme. Wij twijfelen, of in een der ge-
schiedboeken ooit een dergelijk vonnis staat aangeteekeud.
Het is eenigzins te vergelijken bij de strafoefening van som
mige ouderwetsche schoolmeesters, die, wanneer op eene bank
een der kinderen beweging maakte, met zijn hazelaarstok op
de ruggen ook van alle anderen nederkwam.
Wij hopen zulk een onregtvaardig oordeel niet te vellen
wij wijten geenszins aan onze katholieke broeders de uitspat
tingen, waaraan het domme gemeen, door enkele blinde ijver-
aars opgeruid, zich heeft schuldig gemaakt. Maar zullen allen
zoo verstandig zijn Zou het niet kunnen gebeuren, dat de
minder beschaafden, de minder ontwikkelden aan de Katho
lieken toeschreven, de hatelijke ruwheid, waaraan eexige zich
hebben schuldig gemaakt? Zij zouden dan niet onregtvaar-
diger zijn dan Filips. Het staat voorzeker te vreezeu, en de
gevolgen kunnen niet anders zijn, dan haat en verwijdering
tusschen broeders van hetzelfde vaderland, die dagelijks met
elkander in aanraking komen, die elkander ieder oogenblik
noodig hebben, en vooral in tijd van nood eendragtig en broe
derlijk gezind behoorden te zijn.
Groot, overgroot is dus de verantwoordelijkheid van diegenen,
welke door hunne valsche voorstellingen en hunne spitsvon
digheden, naar het voorbeeld van Lr. Nuijensslib, Thijvn en
de schrijvers van de Tijd, de Noordbrabanterenz. voor een
groot gedeelte, daartoe hebben medegewerkt. Daarom hebben
wij in ons vorig artikel het W. v. d. D. tegengesproken, toen
het beweerde, dat wij thans minder behoefte hadden aan eene
zojo hoog opgevoerde vaderlandsliefde. Zoolang nog zulk eene
duistere partij in den lande in het geheim wroet en woelt,
welke geen gevoel voor Neêrlands waar belang bezit, moet va
derlandsliefde aan alle burgers, zonder onderscheid van ge
zindheid, een tegenwigt geven door onderlinge verbroedering.
Indien wij geroepen werden aan onze katholieke broeders
eenen welgemeenden raad te geven, zou het deze zijn Legt
opentlijk uw afkeer aan den dag, des noods in openbare ge
schriften, van hetgeen in bovengenoemde plaatsen is gebeurd,
opdat wantrouwen en verwijdering worden weggevaagd. Gij
zult daardoor zoowel uw eigen belang als dat van het vader
land bevorderen. Wij wantrouwen u niet, want wij weten
uit welke bronnen dat alles is voortgevloeid. Wij herhalen,
wat wij reeds vroeger meermalen hebben gezegd, dat wij on
derscheid maken tusschen katholieken en ultramontanen de
eersten beschouwen wij als onze landgenooten, als onze broe
ders, de laatsten als vreemdelingen, ja, waarom het niet gezegd
als vijanden. Niet iedereen denkt echter gelijk wij indien
gij dus met ons het vaderland lief hebt, aarzelt dan ook niet
het door woorden en daden te toonen.
Een Katholiek van 's Herthogenbosch betuigde opentlijk
voor eenige dagen zijne alkeuriDg van den strijd, dien de
bosscke ultramontanen weken te voren, in het geheim, tegen
de feestviering voerden, en die later in eene openbare demon-