HELDERSCHE COURANT. Jfieums- en Zaturdag <ftÖoertenUe--öfnÖ. 25 Mei. "nieuwstijdingen. M 1149. Twaalfde Jaargang. 1872. gcbecltc. NATIONALE MILITIE. INSPECTIE VOOR DE VERLOFGANGERS. 43iet-oficieel gedeelte. Verschijnt D1NGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post H v 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor elkeu regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GIL T J E S. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis Dat het ONDERZOEK OVER DE VERLOFGANGERS van de Militie te land, bedoeld bij art. 138 der wet op de Nationale Militie, voor deze ge meente is bepaald op Woensdag den 12 Junij 1872, des voormiddags ten elf ure, in de Bouwzaal achter het Bureau voor Gemeentewerken naast het Wees huis alhier. Aau dat onderzoek moeten deelnemen de VERLOFGANGERS der Militie te land, behoorendo tot de ligtingen van 1868, 1869, 1870 en 1871, voor zooverre zij vóór den 1 April 1872 iu het genot van onbepaald verlof waren gesteld. De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de kleediug- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje eu van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130, kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis vau bewaring of arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger 1. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3. wiens kleeding- of uitrusting stukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4. die kleeding-of uitrustingstukken, aan een ander toebehoorende,als de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder ver zekerd geleide in arrest worden gebragt. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opge legde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commis saris, te rigten aan den Burgemeester der woonplaats van dieu verlofganger, aangehouden eu ouder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger verpligt, op deu daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aau het feit sub 4 van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijut, of, aldaar verschenen zijnde, in het geval ver keert, sub 2 eu 3 van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van 3 tot 6 maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande, zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder do wapenen bevinden, van toepassing en met opzigt tot de verschil lende gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingelijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn 1. zoolang zij zich bij hun corps bevinden 2. gedurende den tijd, dieu het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt3. iu het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed. Burgemeester "en Wethouders der gemeente Helder, Hei-der, deu 23 Mei 1872. STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. Bekendmaking Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER, vestigt de bijzondere aandacht der ingezetenen op de wijzigingen welke in de twee eerste paragraphen, van artikel 27 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 59) betreffende de per sonele belasting zijn gebragt, luidende aldus 1. Die na den 15 Mei een perceel in gebruik neemt »is voor dit perceel de belasting naar de vier eerste grond- «slagen voor den tijd des dienstjaars die dan nog over hïs, verschuldigd. 2. Aan den belastingschuldige, die in den loop des «dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roe- «rende goederen of iemand in zijne dienst achter te laten, «wordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier «eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die dan «nog over is, indien daarvan door hem, binnen den tyd «van ééne maand, volgende op die waarin hij het perceel «verliet tegen bewijs, schriftelijke aangifte is gedaan ten «kantore des Ontvangers, op een aldaar kosteloos verkrijg- «baar biljet. «De ontheffing wordt ook verleend over het driemaande- «lijksch tijdvak waar in het perceel wordt verlaten, indien «de belastingpligtige daarna, doch in den loop van datzelfde «tijdvak, een ander perceel waarvoor hij belastingpligtig «is, in gebruik neemt. «Bij overlijden van den belastingpligtige treden zijne erf- «genamen in dezelfde regten en verpligtingen. «De aangiften, volgens het eerste en derde lid ingediend, «worden als gewone bezwaarschriften aangemerkt en be- «handeld. Helder, den 21 Mei 1872. Het Gemeentebestuur voornoemd STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. Bekendmaking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter kennis van de ingezetenen, dat tot tegenschatters voor de belasting op het personeel, voor het dienstjaar 1872/1873, zijn benoemd: de Heeren L. J. KASSIES en G. KOOTER. Helder, den 21 Mei 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEYSecretaris. POLITIE. Dezer dagen op de publieke straat gevonden Een Gouden BROCHE, een Zilveren NAALDENKOKER, een Bloedko ralen KETTINGJE en een KINDERKNIPJE. De regtmatige eigenaars kunnen zich ter terugbekoming aanmelden teil burele van den ondergeteekende. A. C. BOONZAJER, Helder, 24 Mei 1872. Commissaris van Politie. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 24 Mei 1872. Door de directie der Holl. Spoorwegmaatschappij is Dingsdag jl. aanbesteed Het vergrooteu van het hoofdgebouw en de locomotievenbergplaats, met bijkomende werken, als mede het bouwen van een woning, op het station alhier. Minste inschrijver de heer J. v. d. Kamp, te Leiden, voor f 38,444. Het vertrek van het stoomschip Prins Hendrikkapt. J. Hendriks, vau hier naar Java, is nu definitief op 1 Junij a. s. vastgesteldlaatste laaddag van goederen 29 Mei. Aan den heer G. W. L. Bordes is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als adjudant-onderofficier der dienst doende schutterij alhier, en is in zijne plaats benoemd de heer J. Lorrie. Z. M. heeft goedgevonden alsnog met ingang van den 19n Pebruarij jl. te bevorderen tot luitenant ter zee 2e kl., den adelborst Ie kl B. P. Korteweg, met bepaling dat hij zal worden gerangschikt tusscheu de luitenants ter zee 2e kl. W. H. vau Braam en L. J. K. A. Jeekel. Z. M. heeft den heer J. H. Perguson, gezaghebber van Bonaire, tijdelijk belast gewtest met de waarneming van het ambt van gouverneur der Nederlandsche bezittingenter Kuste vau Guiuea, benoemd tot ridder der orde van den Nederlaudschen Leeuw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1