NIEUWSTIJDINGEN.
daarop zou willen beroepen, om der vrouw hare natuurlijke
regten te onthouden, herhalen wij, dat men misbruik maakt
van het regt van den sterksten, en dat is in strijd zoowel met
de beschaving als met den waren geest des christendoms. Wij
gelooven nog niet, dat men in Nederland aan de vrouwen in
alle opzigten regt laat wedervaren wij hopen daarop echter
later terug te komen.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz.21 Junij 1872.
De officieren van administratie 2° kl. L. P. C. Seelking
en G. J. Lagaay, worden met 1 Julij a. s. geplaatst respec
tievelijk aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Citadel
van Antwerpen en ramschip Schorpioen.
De Minister van Marine heeft ter kennis van belang
hebbenden gebragt, dat, tengevolge van het heerschen der
cholera in het zuidelijk gedeelte van Rusland, de toepassing
van quarantaine-maatregelen is bevolen ten aanzien van de
schepen, welke sedert den 7n Junij 1872 de Russische ha
vens, gelegen aan de Zwarte Zee en de Zee van Azof, heb
ben verlaten en in Nederland binnen vallen.
Het stoomschip Prins Hendrikis na te Port Saïd de
voor die plaats bestemde lading gelost en steenkolen iuge-
nomen te hebben, den 18 Junij, ten 4 ure voormiddags het
Suez-kauaal ingegaan, den 19 des middags te Suez aange
komen en ten 6 ure van daar naar Batavia vertrokken.
Onder de namen van hen, die Dingsdag jl. tot hulp-
apothekers zijn toegelaten, vindt men ook vermeld die van
J. Th. B. v. d. Roest, van den Helder.
Door den gemeenteraad van Zijpe is benoemd tot hoofd
onderwijzer te Burgerbrug, de heer P. Greidanus, hulponder
wijzer te Helder.
Mej. M. L. Schuurman, te Alkmaar, is op het
drietal geplaatst voor de betrekking van hoofdonderwijzeres
aan de te Groningen op te rigten meisjesschool voor meer
uitgebreid lager onderwijs.
Naar de betrekking van hoofdonderwijzer in het huis
van correctie te Hoorn, staan niet minder dan 103 sollicitanten.
Bij koninklijk besluit zijn benoemd in de provincie
Noord-Holland: tot Hoogheemraden van Waterland,
J. Honingh en N. Honiugh
tot Hoogheemraad van de Honsbossche en duinen tot
Petten, van wege de stad Alkmaar, mr. D. P. van Leeuwen
tot Heemraad van den polder Wieringerwaard A. Waiboer
tot Heemraad van het waterschap Eijerland, mr. P. L. P.
Blussé
tot Heemraad van den Anna Paulowna Polder T. J. Waller.
Van 16 Augustus tot en met 14 September e. k. zullen
in de legerplaats bij Milligeu worden vereenigd circa 11000
man en ongeveer 1300 paarden. Al de aldaar te vereenigen
troepen zullen hoogstwaarschijnlijk staan onder het opperbevel
van den generaal-majoor R. A. Jackson, bevelhebber in de
Se militaire afdeeling, en de luitenant-kolonel van den gene-
ralen staf J. V. D. Dittlinger, chef van den staf in de 3e
'militaire afdeeling, zal als chef van den staf der in de leger
plaats bij Milligeu te kampeeren troepen fungeeren, terwijl al
daar als chef der intendance fungeert de luitenant-kolonel
C. C. E. d1 Engelbrouner, intendant der 2e kl.
De minister van Pinantien heeft bepaald dat in het
loopend jaar kunuen worden aangesteld elf adspirant-verifi-
cateurs voor de active dienst der directe belastingen, in- en
uitgaande regten en accijnsen dat in de maand Augustus
1872, op nader te bej^alen plaats en dagen, zal worden af
genomen het bij art. 8 van het Koninklijk besluit van 20
Mei 1869, no. 30, ingesteld vergelijkend examen, waarvan
het programma is vastgesteld bij resolutie van 31 December
1869, no. 242: en dat vóór of uiterlijk op 25 Julij 1872
bij het departement van Pinantien moeten zijn ingekomen
de verzoekschriften, om toelating tot voormeld examen, ver
gezeld van de stukken in art. I van meergemelde resolutie
omschreven.
Men meldt uit Enkhuizen, 17 Junij. Heden, de ge
wone buizenzeildag, is het stil en eenzaam in onze zeehaven,
doordien onze zes overgebleven haringbuizen onttakeld in de
binnenhaven liggen en niet meer uitvaren. Te vergeefs waren
de krachtige pogingen en belangrijke geldelijke opofferingen
onzer reeders, om dezen tak van nijverheid, waaraan vroeger
voor geen gering deel de stad hare opkomst en haren bloei
te danken had, uit zijn reeds lang kwijnenden toestand op te
heffen.
De Arnï. Ct. betreurt het, dat het Ned. volk zoo
weinig waarde meer hecht aan den dag van Waterloo. 't Is,
zegt zij, of de herinnering aan dien dag hoe langer hoe
minder wordt, of zij verdwijnt met het afsterven van alle
personen, die heugenis van dien dag hadden, of wij in 1863
afscheid namen van die nationale herinnering. Officieel is
het geen feestdag meer; kerkelijke feestviering is afgeschaft;
het eenige, waaraan de dag kenbaar is, bestaat in het uit
steken der vlaggen, en ware de verjaardag der koningin er
niet aan voorafgegaan, misschien hadden de meesten er niet
aan gedacht hunne vlag uit te stekennu ze eenmaal hing,
liet men ze hangen.
//Wie zou eene halve eeuw geleden vermoed hebben, zegt
de Arnh. Ct.dat de dag, toen met zooveel luister en geest
drift gevierd, eenmaal slechts uit gewoonte nog herdacht zou
worden Toen was het, of door den val des keizers ook
aan alle overheersching en dwingelandijeen einde was ge
maakt; de geschiedenis heeft geleerd, dat zij zich slechts
verplaatst heeft, gelijk alles gewijzigd en verplaatst werd in
deze halve eeuw. Bij hem, die thans den toestand van Eu
ropa nagaat, zedelijk en stoffelijk, met het oog op zijne be
ginselen zoowel als op zijne grenzen, en dien vergelijkt
met het Europa, dat de slag van Waterloo leverde, wordt
ongeveer dezelfde gewaarwording opgewekt als bij het opslaan
van een atlas der oude wereld of der middeneeuwen. De
grenzen beginnen nog, wel is waar, eerst te vervloeijen, maar
het zwaartepunt is verplaatst, de karakters der mogendheden
zijn gewijzigd en meer dan deze de inzigten en meeningen,
de hulpmiddelen, eisehen en behoeften der maatschappij. Een
andere tijd is geboren, en het tegenwoordig geslacht was
getuige van die geboorte, zonder ze op te merkenmaar bij
de herinnering aan gebeurtenissen, die betrekkelijk nog zoo
kort geleden plaats hadden, ontdekken we hoezeer de toe
standen van het Europa voor eeue halve eeuw, en het ver
wondert ous niet, dat de gewigtige nationale herinneringen,
eens met zooveel geestdrift gevierd, thans ter naauwernood
ineer herdacht worden."
Eergisteren morgen is per stoomboot van Harwich te
Rotterdam aangekomen Dikkens, vroeger conducteur in dienst
van v. Gend Loos, die, gebleken zijnde zich aan den diefstal
van aangeteekende brieven, per post verzonden van Amsterdam
naar Rotterdam op 20 Mei 11.te hebben schuldig gemaakt,
kort daarop naar Engeland was gevlugt en thans onder geleide
van een commissaris van politie naar Nederland teruggevoerd,
op last van den hoofdcommissaris van politie, ter beschikking
der justitie, naar het huis van bewaring te Rotterdam is
overgebragt.
De politie te 's Bosch heeft Maaudag nacht een persoon
gearresteerd, die in den tuin vau den heer L. H. Rouppe
van der Yoort, bezig was jonge ooijevaars uit te halen hij
was reeds tot aan het nest geklommen en stak er zijn hand
in oin zijn prooi te pakken, toen de politie toeschoot en hem
uitnoodigae naar beneden te komen in plaats van ooijevaars
uit het nest te halen, werd hij zelf tijdelijk in het nest ge
bragt. Een medestander nam de vlugt. De ooijevaarsuithaalder
is uit Rotterdam en schijnt er op te reizen, om die vogels
te bemagtigen en daarna te verkoopen.
Men meldt uit Leiden, 19 Junij. Heden morgen had
een ongeval plaats, dat schromelijke gevolgen had kunnen
hebben, maar gelukkig afliep. Een gedeelte van het Rijks
postkantoor op de Breestraat, dat men bezig is af te bre
ken, stortte onverhoeds in, niettegenstaande de aannemer,
zelf bij het werk tegenwoordig, verstandige voorzorgen had
genomen. De noodzakelijkheid vau een geheele vernieuwing
is daardoor ten duidelijkste gebleken. Ofschoon tijdige hulp
was toegesneld, werden de aannemer en een zoogenaamde
bikvrouw toch zóó gedeerd, dat geneeskundige hulp noodig was.
Dingsdag namiddag is in het binnen-gasthuis te Am
sterdam gebragt A. P. J. V., oud 43 jaren, van beroep
scheepstimmerman, die, aan boord van het wachtschip werk
zaam, uit de mast is gevallen en dien ten gevolge kort na
de opname is overleden.
Te Herwen en Aerdt. had Zaturdag morgen zekere
G. R., ongehuwd boerenknecht, het ongeluk, den Aertsen-
dijk, met een kar, beladen met kolen, passserende, liet paard
te zien schrikken, dat met kar en al van den dijk geraakte
en tusschen den dijk en eenen stevigen doornenheg teregt
kwam. De man viel tusschen. de doornen, met het hoofd
omlaag tegen een boomstam, de eene voorpoot van het paard
drukte zijn hals en de andere voorpoot zijn buik, terwijl
de borst van het dier zijn midden beklemd hield, zoodat hij
stikte vóór dat kar en paard konden worden verwijderd.
Een soldaat van het 8e reg. infanterie is op weg van
Apeldoorn naar het Wieselsche veld zoodanig dooreen bur
ger aan het hoofd gewond, dat men voor zijn leven vreest.
Men verwacht, dat de politie den dader, die nog al verra
derlijk moet zijn te werk gegaan, zal ontdekken.
De Internationale roert zich ook te Zaandam. Al de
houtzaagmolenaarsknechts zijn daar bij ongeteekend billet op
geroepen, om Zondag eene bijeenkomst te houden, ter bespre
king van hunne belangen. Hooger loon wordt hun in Duitsch-
land voorgespiegeld, en wel f 35 a f 45 's weeks. De
verstandige werklieden lagchen om zoo iets- Maar zullen er
zich niet, evenzeer als door de hooge loterij-prijzen, die alleen
in de annonces prijken, ook hier door de hooge cijfers op den
verkeerden weg laten lokken