HELDERSCHE COURANT.
Jiieuras- en
Woensdag
<rtihierlrnltC'fjfni).
11 September.
JiS 1180.
872.
Een bladzijde uit de gescliiedenis.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50
Franco per post 0 65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs dor Advertentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Adverteutiên intezenden.
Ingezonden stukkeu iniüslens écu dag vroeger.
Uitgever S. G I L J E S.
Voorzeker, cr zijn leelijke bladzijden in de geschiedenis. Wij
zouden ze er wenschen uit te scheuren, doch het zou de zaken
üict ongedaan maken. Do geschiedenis van ons vaderland heeft
ze, zoowel als andere geschiedenissen. Om er maar één te
noemen wie betreurt het niet, dat de talrijke blijken van
heldenmoed, die het Nederlandsche volk in den oorlog van
1672 aan den dag legde, moesten worden voorafgegaan dooi
den moord der de Witten? En waarlijk, dit is niet het eenige
voorbeeld.
Men moge nu daarover redeneeren, de oorzaken nasporen
en daarover redetwisten, de gevolgen beoordeelen, en na dat
alles een besluit trekken, meer of minder ongunstig, naar het
standpunt waarvan men uitgaat en de zienswijze die men aan
kleeft, zoodat de oordeelvellingen soms aanmerkelijk uiteen-
loopen, niemand mag het wraken. Maar dat men toch
nimmer zóóverre ga, van het kwade te vergoêlijken eu de
waarheid geweld aan te doen. Wat kwaad is mag niet goed,
zelfs niet verschoonbaar genoemd worden. Wij mogen het
betreuren, het moge zelfs ons medelijden opwekken, het blyft
toch altijd beter, het te bekennen, en daaruit nuttige lessen
te trekken voor de toekomst, dan het in onze oogen minder
afzichtelijk -te doen voorkomen.
Deze denkbeelden kwamen bij ons op door het lezen van
een artikel van Louis Veuilloty over den zoogenaamden Bur-
tholomeusmoordof anders gezegd de Parijsche bloedbruiloj ty van
24 Augustus 15 72. Ook die gebeurtenis beslaat een leelijke
bladzijde in de geschiedenis van Frankrijk. Heeft ze in den
lijd, toen ze plaats greep, van sommige zijden wellicht juich-
tuonen doen opstijgen, dat ze nu algemeen verfoeid wordt, zal
niemand betwijfelen, en bewijst ons die schrijver allerduidelijkst.
Het is bekend, dat die zaak een onderwerp is, dat onlangs
de meeste Parijsche bladen uitvoerig behandelden. Het betreft
hier hoofdzakelijk de vraag of die moord, waarbij wellicht
meer dan 30,000 menschen in Parijs en elders van het leven
werden beroofd, op rekening der katholieken moet worden
gesteld tegen welke beweriDg Veuillot met alle kracht opkomt.
Hij noemt de zaak een zuiver politiek feit, waarmede de ka
tholieken niets uitstaande hebben gehad. liet kan wel niet
aangenaam genoemd worden, dergelijke treurige voorvallen in
het geheugen terug te roepen, maar waar zulk een feit in de
bladen besproken wordt, kan het toch nuttig zijn de argumenten
aan de critiek te onderwerpen.
Veuillot noemt de gebeurtenis »een guet-apens van staatkun-
digo vrijgeesten, uitgelokt door de muiterij der calvinisten, de
internationale van dien tijd," Wij zijn het volkomen eeDs met
den heer V., dat staatkundige drijvers, om hun doel te be
reiken, gebruik of misbruik hebben gemaakt van de bestaande
godsdiensttwisten. Juist de hoofdaanleggers en bewerkers ge-
looven wij, dat meer dan anderen, vooral wat godsdienst heet,
vrij onverschillig waren. Daarom doet het ons genoegen, dat
V., zoowel als wij, het denkbeeld diep verfoeit, dat de ge
beurtenis zelve verschoonbaar zou kunnen zijn. Ziedaar een
blijk van vooruitgang, waarover wij ons verheugen. Het is
toch bekend, dat Filips II van Spanje die nederlaag der ketters
door een plechtig Te JJeum liet vieren, en dat paus Gregorius
bij die gelegenheid kanonnen deed lossen, vuurwerken afsteken
en gedenkpenningen slaan een schril contrast met hetgeen
nu V. zegt. Een andere vraag is het echter, of de gebeurtenis
werd uitgelokt door de muiterij der calvinisten, en of zij den
naam van toenmalige internationale verdienen.
Wij willen ons niet verdiepen in de hervormingszaak zelve.
Ons gevoelen daarover is lichtelijk te raden maar, ofschoon
wij zeer goed inzien, dat vele (niet alle) katholieken het daar
omtrent niet met ons eens zulien zijn, gaarne willen wij hun
gevoelen eerbiedigen, mits men de geschiedenis geen geweld
aan doe, zoo als hier het geval is. Ofschoon wij met genoegen
hebben gelezen, wat de heer V. schrijft, mogen wij toch niet
nalaten, onze lezers op zijne eenzijdigheid opmerkzaam te
maken, door een blik te siaau op hetgeen den Bartholomeus-
nacht voorafging.
In 1549 onder Hendrik II werden de protestanten in Frank
rijk met de uitgezoehtste wreedheid vervolgd, waaraan zijne
geliefde Diana van Poitiers een groot aandeel namzonder dat
er toen althans staatkundige bedoelingen in het spel kwamen
Om slechts één voorbeeld te noemen Op de place de Greve
werd onder verschillende stellages vuur gestookt, waarboven
men overtuigde ketters aan kettingen, die in katrollen liepen
om hun lijden te verlengen, beurtelings in do hoogte haalde
en neêrliet.
Onder zijn opvolger Frans II was het niet veel beter. Men
kent de chambres ardentes, die allen, welke aan de godsdienstige
bijeenkomsten der protestanten deel hadden genomen, tot den
brandstapel veroordeelden, en dan die bende van aanbrengers
van den inquisitieraad Mouchinaar hem mouchards genoemd.
Dat alles vond niet de minste afkeuring, zelfs bij den pau
selijken legaat, die het eene vermetelheid tegen God noemde,
aan de ketters vrijheid van godsdienst te vergunnen.
Wat tusschen 1560 en 1570 in Frankrijk tegen de hervormden
werd ondernomen, is te walglijk, te afschuwelijk, om iu de
bladen te worden behandeld en dat alles ouder de leus
nTot eer van God!'" De raad van Alba aan Katharina de
Medicis»om geen enkel hugenoot, ook hunne hoofden niet,
te verschonen," werd meer dan getrouw opgevolgd.
Is het dan te verwonderen, dat juist door die maatregelen,
het getal der hugenoten vermeerderde en opeutlijk op een ge
duchte wijze toeoam. Van daar de gedwongen vrede van
Longjumeau in 1568, waarbij hun volkomen vrijheid van gods
dienst en veiligheid werd toegezegd. Het wantrouwen was
echter van beide zijden te diep ingeworteld, zoodat noch de
een noch de ander de voorwaarden vervulde. Nog iu het
zelfde jaar herriep een koninklijk edict alle vrijheden, die den
hugenoten tot dus ver bewilligd waren, en verklaarde hen voor
muiters. Was die naam echter verdiend?
De vrede van Si. Gennain in 157U verleende op nieuw aan
de Hugenoten vrije godsdienstoefening. Nu hoopte men dan
eindelijk, dat eendracht ea verdraagzaamheid voortaan in Frank
rijk zouden heerschen, eu ook de gunstige gevoelens, die het
hof jegens de protestanten uitte, kouden niet anders dan die
hoop versterken. Wie had toen kunnen denken aan iets dat
op den Bartholomeusnacht geleek? En toch had hij plaats,
vóór twee jaren verliepen.
Maar nu vragen wij in gemoede: Was dan de moord een
gevolg van de muiterij der calvinisten En mag hun den
naam van internationale van dien tijd worden geschonken
Wy dweepen niet met de internationale. Hun doel is ous
nog niet geheel en al duidelijk, inbare eerste openbare ver
gadering te 's Hage, sprak de heer Ranvier Wij zullen onze
laak voortzetten, totdat zij geheel en al vervuld zal zijn.
En verder wij denken met verachting aan de infame mi
nisters, die de uitlevering verlangden van de communisten.
Welke taak? Welke communisten? De petroleurs Wij
weten het niettoch vreezen wij de internationale nietwij
houden ons verzekerd, dat zij nuttig zal werken, niet in haren
geest, maar in den geest der orde uit het kwade zal hut
goede voortkomen.
Wat echter de internationale beteekent in den geest van
Veuillotweten wij maar al te goed. En dan vragen wij, of
het niet van schromelijke eenzijdigheid getuigt de protestanten
der 16e eeuw met dien naam te bestempelen? En hoe is
het mogelijk in~de 19e eeuw muiterij te noemen de strijd tegen
een ongehoorde, uitgezochte dwingelandij Moet men dan
noodzakelijk een muiter worden, zooüra men ophoudt een lafaard
te wezen Over het recht van gewetensvrijheid willen wij
met V. niet twisten daartoe zijn wij eeöige eeuwen te ver
vooruitgegaan. Maar waar hij de vrijheid neemt de oorzaken
van den Bartholomeusmoord te zoeken in de muiterij der
calvinisten, daar plaatsen wij rondborstig daarvoor in de plaats
de schandelijke, onteerende onderdrukking, vervolging, mis
handeling en marteling, die zij vooraf moesten ondergaan en
waardoor het alleen mogelijk werd, dat de staatkunde van
de godsdiensttwisten misbruik maakte om haar doel te bereiken.