De heer Janssen, de bekende ex-kapitein, doet in
verschillende bladen eeu uitvoerige mededeeling van de
offerte, hem dezer dagen van wege het ministerie van Oorlog
gedaan.
Zondag jl. vierde ds. Is. Prins in de Nieuwekerk te
Amsterdam het feest zijner zeventigjarige evangeliebediening,
op welk zeldzaam voorrecht wij reeds de aandacht hadden
gevestigd. Den 7 November 1802 werd hij op 22jarigen
leeftijd als predikant bevestigd. Na te Ede, Lange en Korte
Zwaag, Oud-Beijerland, Alkmaar en Dordrecht werkzaam te
zijn geweest, trad hij den 9 November 1825 te Amsterdam
op, waar hij in 1852 het gouden feest zijner ambtsbediening
vierde. Den waardigen man, die ook door zijne geschriften
bekend is, werd op dezen heugelijken dag de algemeene deel
neming betuigd. Eene aanzienlijke schare, waaronder de bur
gemeester, had zich in het kerkgebouw vereenigd, om deze
zeldzame plechtigheid bij te wonen. Met opmerkelijke kracht
en jeugdig vuur sprak de geachte 92jarige grijsaard naar
aanleiding van Joh. 17 vs. 6a //Ik heb uwen naam geo
penbaard den meuschen, die gij mij uit de wereld gegeven
hebt." Na de godsdienstoefening werd den feestvierenden
leeraar door de gemeente toegezongen het laatste vers van
Ps. 133.
Men schrijft uit Amsterdam, 9 Nov. Yoor het pro
vinciaal gerechtshof alhier is gisteren behandeld de op 8
October 11. wegens afwezigheid van een der getuigen uit
gestelde zaak tegen Franciscus Cornelis de Rooi], oud 32
jaren, beschuldigd le. van poging tot moedwilligen dood
slag, en 2e. van moedwilligen doodslag. Op 28 Mei 11. deed
die beschuldigde als stoker dienst aan boord van het tus-
schen Amsterdam en Hamburg varende stoomschip Willem I.
Op bevel van den gezagvoerder stelde de machinist J. Dolman,
ongeveer ter hoogte van Urk, een onderzoek in naar eenige
vaatjes en kruiken spiritus, die de stokers, volgens een den
gezagvoerder toegezonden bericht, trachtten te smokkelen.
Hierover verstoord, nam de beschuldigde, onder het uiten
der woorden#we zullen den bliksem verbran-
d e n", een schop, vulde die met gloeiende kolen en trachtte
die te werpen in de richting van het gat, waardoor hij wist
dat Dolman bezig was de bovenbedoelde kruiken te voor
schijn te halen, vau welke reeds eeuige door stokers waren
stukgeslagen. Een der aanwezige stokers, F. J. Pelman,
vatte hem echter bij den arm, uitroepende: //Frans, doe
het niet, maak geen ongelukke n". Daardoor
tegengehouden, vielen echter eenige gloeiende kolen op den
gestorten spiritus en deden dezen ontvlammen, met dat ge
volg, dat de inhoud van een door een anderen stoker, J. N.
Troost, stukgeslagen vaatje in brand geraakte. De door het
spatten van den spiritus rijk bevochtigde kleederen van
laatstgenoemde vatten daarop vlam. Aan de gevolgen van
de daardoor veroorzaakte ernstige brandwonden is Troost,
drie dagen later, onder de hevigste smarten, in het gasthuis
te Amsterdam overleden. De beschuldigde bekende zijnen schuld
volledig en legde een groot berouw aan den dag. De gezag
voerder en vijf der manschappen, alsmede een paar medische
deskundigen, legden getuigenis in deze af. Mede op grond
der verklaringen van laatstgemeldeD, dat de dood van Troost
het gevolg was der brandwonden, door de van elders bewe
zen ongeoorloofde moedwillige daad van den beschuldigde
veroorzaakt, hield de advocaat-generaal jhr. mr. C. H. Backer
vol, dat hij aan de hem ten laste gelegde feiten moest wor
den schuldig verklaard. Onder aanneming evenwel van ver
zachtende omstandigheden, requireerde hij zijne veroordeeling
tot eene cellulaire gevangenisstraf van twee jaren.
De hem ambtshalve toegevoegde verdediger mr. P. J. Te-
ding van Berkhout Jr. trachtte daarentegen aan te toonen,
dat niet bewezen was le. den wil des beschuldigden om
Dolman te dooden; 2e. de mogelijkheid dat zijn daad, ware
zij niet verhinderd, den dood van den machinist zou hebben
kunnen tengevolge hebben. Pleiter achtte evenmin bewezen,
dat het ontvlammen van den spiritus, waardoor de kleederen
van Troost in brand waren geraakt, juist veroorzaakt was
door de van de schop gevallen gloeiende kolen. Hij bestreed
ten slotte de aan de feiten gegeven qualificatie.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op Vrijdag
15 November e. k.
Men meldt uit Gorinchem, dd. 8 Nov. het volgende:
Zekeren Jacob Will, stuurman op een bovenlandsche sleep
boot, trof gister avond het volgend ongeluk
Bij Herwijnen droeg hij van het achterdek dier boot een
patroon, welke hij op het voordek op een klein stukje ge
schut wilde laden om af te schieten, in de hand en rookte
tevens een sigaar. De asch die van de sigaar viel, kwam
juist in aanraking met het kruid, met het ongelukkig gevolg,
dat zijn regter hand geheel werd verbrijzeld.
Men schrijft uit Zeist, 8 November
Met innige deelneming vernam de geheele gemeente het
treurig bericht van het plotselijk overlijden van den zoo ge-
achten directeur van de beide instituten der Moravische
Broedergemeente, den heer H. T. Verbeek, alhier.
Donderdag was hij naar Duitschland vertrokken, om een
nieuwen secoudant te engageeren en den volgenden morgen
vond men hem in zijn logement te Altena dood te bed.
Op het kerkhof der Broedergemeente te Neuwied zal zijn
lijk ter aarde besteld worden.
De predikant van den Moerdijk gaat voort met kin
deren van ingezetenen, die op Zondag werken, niet te willen
doopen, niettegenstaande het besluit vau den kerkeraad, waarop
die weigering berusten kon, tengevolge van de bemoeiingen
van het provinciaal kerkbestuur ingetrokken is. Hem is niet
uit de kerkelijke reglementen en den bijbel bewezen, dat
hij tot dat doopen verplicht is, beweert de predikant.
De sergeant van het instructie-bataillon te Kampen,
dreigde in beschonken toestand eeu kameraad te zullen dood
schieten, zoo deze hem geen geld leende. Daar hij een wei
gerend antwoord kreeg,* schoot hij een inmiddels geladen
geweer af, maar raakte, daar de aaugevalleue intijds bukte,
den muur in plaats van den bedoelden persoon. De dader
is onmiddellijk in arrest genomen.
Men schrijft uit Enschedé:
Te Gietelo had dezer dagen eene bruiloft plaats, alwaar
121 genoodigden aanwezig waren. De gasten werden gul
onthaald: een vat van 70 kan jenever was niet genoeg; er
werden nog 30 kan bijgenomen. Behalve koffie en stoete,
aten de gasten des middags aan het diné, bij rijstenbrei, 4»
vette schapen en de noodige ham. Alhoewel er veel drank
gebruikt werd, liep alles in de beste orde af.
Bij het onderzoek in de afdeelingen der Eerste Kamer
van de Staten-Generaal, over het ontwerp van wet, tot toe
kenning van pensioen aan de beide dochters van wijlen mr.
J. R. Thorbecke, waren er blijkens het eindverslag der
commissie van rapporteurs over genoemd wetsontwerp
terwijl verscheidene leden hun genoegen over de indiening van
deze voordracht té kennen gaveu, eenige andere leden die
den iuhoud daarvan niet in overeenstemming achtten te zijn
met den considerans der wet. Waar eene zoo bepaalde hul
diging der verdiensten van den overleden staatsman daarin
voorkomt, had een pensioen of dotatie aan zijne nagelaten
dochters volgens hen met meerdere ruimte verleend moeten
worden. Een lid had bezwaar tegen den inhoud van dien
considerans, omdat hij daarin zag eene hulde minder aan
den persoon dan aan de staatkundige richting van wijlen den
heer Thorbecke gebracht.
In de zitting dier Kamer van gisteren is bovengemeld
wetsontwerp aaugenomen met 27 tegeii 1 stem, die vau den
heer Messchert van Vollenhoveu.
Uit Monster meldt men dd. 5 November:
Zondag tegen den middag kwam het Hollandsche schoe
ner-brikschip Acra, kapitein Sabel, van de Kust van Guinea
naar Rotterdam bestemd, op ongeveer 1^- mijl van het strand
te Ter-Heijde voor anker. De kapitein had zich wegens
aanhoudend stormweder en hooge zeeën genoodzaakt gezien
tuig en stengen te kappen, ten einde een anders onvermijde
lijke stranding te voorkomen. Na den geheelen namiddag en
avond, met de noodvlag in top, te vergeefs op hulp van
den wal te hebben uitgezien, en den volgenden nacht in
voortdurende spanning te hebben doorgebracht, elk oogenblik
vreezende, dat de beide ankers zouden wegslaan, besloot de
kapitein den volgenden morgen met zijn boot, bemand met
4 matrozen, het schip te verlaten, om te trachten den wal
te bereiken, de zorg over het schip aan den aan boord
zijnden loods overlatende. Na veel moeite en krachtsinspan
ning gelukte het hun door de branding te komen, waarop
de kapitein zich oogenblikkelijk naar het te Monster geves
tigd telegraafkantoor begaf, om verdere maatregelen te ne
men. Nadat hij een telegram uit Hellevóetsluis had beko
men, dat de sleepboot Zeeland ter assistentie was afgezonden,
wilde hij ten ongeveer één ure beproeven weder met zijn
boot het schip te bereiken, doch èn tij, èn branding, maar
voornamelijk de stroom beletten zulks, waarom hij het be
sluit nam om met zijn volk naar den Hoek van Holland
te gaan, om van daaruit te beproeven bij het schip te komen.
Ook dit mislukte na herhaalde pogingen! Van het strand
kon men ten ongeveer 4 ure ontwaren, dat de Zeeland het
schip op sleeptouw nam. Uit het bovenstaande blijkt weder
van hoe groot belang het op slechts tien minuten van zee
gelegen telegraafkantoor te dezer plaatse is, daar het niet
alleen voor den handel, maar ook bij het stranden van
schepen als ten eenenmale onmisbaar kan worden geacht.
In den handelswijk te Boston heeft een verschrikkelijke
brand gewoed, waardoor vele gebouwen zijn vernield.
De schade wordt begroot op 250 millioen dollars.
Men schrijft uit Batavia, 22 Sept. '72
Met de laatste mailboot zijn hier teruggekomen de kapiteins
van Eersel en Lucher en de luitenant Weychardt, behoord
hebbende tot de Deli-expeditie. De eerste is zooals men weet
aan de hand gewond; de beide laatsten zijn lijdende aan le
verziekte.
De geruchten, die ons over den toestand in het Delische
geworden, zijn verre van gunstig. De troepen lijden veel