heengesneld op het gerucht, dat er alweer een lijk zou zijn
gevonden.
Dat was dan ook werkelijk het geval, ofschoon thans niet
aan misdaad maar aan zelfmoord te denken valt. Een dienst
bode, die in gezegende wij erkennen dat in zoo'n geval
dit woord minder gepast is omstandigheden verkeerde, schijnt
een einde aan haar leven te hebben gemaakt. Te 8 uur stond
de ongelukkige nog met een voorbijganger over koetjes en
kalfjes te praten en te 9 uur werd haar lijk reeds uit het
Suiidswater opgevischt.
Eerst dacht men dat er nog teekenen van leven te ont
dekken waren zij werd terstond in de woning van den hoef
smid in het Maliestraatje overgebracht, maar schielijk aange
brachte geneeskundige hulp was niet in staat de levensgeesten
der ongelukkige vrouw weer op te wekken. [Vadert.)
Bij de dezer dagen te Weenen gehouden Internatio
nale Landbouw-tentooustelling, is aan J. Smulders Cie.
lithografen des Konings te 's-Hage, de zilveren medaille toe
gekend voor de op hunne ateliers vervaardigde Landbouw-
kaart van Nederland door dr. Staring-
Naar wi j vernemen, is er Woensdagmiddag circa 2 uur
tusschen Gouda en 's Hage aan den weg naar Botterdam
een trein gederailleerd. De locomotief is in de sloot terecht
gekomen persoonlijke ongelukken zijn gelukkig niet te be
treuren; nadere bijzonderheden ontbreken nog.
De stoomschepen Devon, KingstonHarrington en JVg-
berton zijn bestemd om door het Suez-kanaal geregeld dienst
te doen tusschen Botterdam en Java. Het eerste vertrekt
25 Januari van Botterdam, bij ijsgang van hier.
Kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk te Oud-Beierland
hebben gedurende de jongste vacature van een predikant,
allerlei personen, waaronder zelfs gewone arbeiders, uitge-
noodigd en toegelaten, om van den predikstoel zoogenaamde
leerredenen te houden. Hierover door onderscheiden leden
van de gemeente geklaagd zijnde bij het classicaal bestuur
van Dordrecht, zijn zij door genoemd classicaal bestuur on
derscheiden malen gewaarschuwd daarmede niet langer voort
te gaan, en daar zij weigerden gehoor te geven, eindelijk op
e'éu na, (die terstond had gehoorzaamd) ontslagen uit hunne
betrekking en vervallen verklaard van hunne kerkelijke rechten.
Doch zonder zich hieraan ook in het minste te storen, gaan
zij voort hunne gewone collecten in de kerk te houden, be
sluiten te nemen, stemmingen uit te schrijven en verder hunne
betrekkingen in het openbaar waar te nemen. Thans zijn
zij, bij deurwaarders-exploit, door den eeuig overgebleven
wettigen kerkvoogd aangemaand tot de overgave van boeken,
bescheiden en geld, op de kerk betrekking hebbende. Met
belangstelling ziet men den afloop van dit kerkelijk rechts
geding, dat weldra op burgelijk rechtsgebied zal worden over
gebracht, te gemoet.
Men meldt uit Hindelopen, 17 Dec. Het sub-comité
voor den aanleg van den Noord-Holl. Frieschen spoorweg
doet pogingen voor den aanleg van een groote zeehaven al
hier, die voor de scheepvaart van onwaardeerbaar nut zou zijn.
Zulk een haven zou grooten dienst doen, nu op de gan-
sche westkust van Friesland geen haven bestaat, waariu de
schepen bij noodweer kunnen vluchten.
Met genoegen zien wij, dat het reeds door ons be
sproken denkbeeld om in ruimer kring een poging aan te
wenden ter voorziening in het levensonderhoud van den
militien M. van den Akker, die bij het ongeluk op het
fort te Honswijk zoo deerlijk verwond werd dat hij, ofschoon
hersteld, zijn beide handen zal missen, niet alleen ingang
heeft gevonden, maar reeds in uitvoering wordt gebracht.
De kapiteins der artillerie J. A. de Bergh en jhr. F. C.
Cal koen, te Utrecht in garnizoen, hebben bij advertentie in
het Utr. Dagblad, een oproeping in dien zin gedaan en zich
tot de ontvangst van gelden bereid verklaard.
Zij deelen daarbij mede, dat bedoelde ongelukkige in het
groot Rijkshospitaal met goed gevolg wordt verpleegd, zoodat
het uitzicht bestaat, dat hij het genezen zal kunnen verlaten;
maar ook dan zal hij, zeggen genoemde officieren te recht,
wegens den geringen onderstand, waarop hij recht heeft, gemis
van geldelijke middelen en onvermogen om in zijn eigen on
derhoud te voorzien, diep beklagenswaardig en hulpbehoevend
blijven. Zij hopen daarom zooveel te kunnen bijeenbrengen,
dat hem daarvan een zekere lijfrente zal kunnen gegeven
worden. Bij het wapen der artillerie is reeds een lijst van
inteekening dnartoe in circulatie, maar zij hopen, dat ook in
ruimeren kring de weldadige, en menschlievende hulpvaar
digheid van het algemeen, genoeg zal bijdragen om het be
oogde doel te bereiken.
Wij houden ons verzekerd, dat hun verwachting niet zal
beschaamd worden. Vbl.
Men schrijft uit Blyth, 17 December
De Itatiaansche brik Madrekapt. Esposito, van Amsterdam
naar Shields, is heden hier op de kust verongeluktde equi
page bestond uit 12 opvarenden en een Nederlandschen loods;
vijf man zijn geredde overige zijn verdronken.
In de maand November zijn verongelukt 416 zeil
schepen, waaronder 27 Nederlandscheterwijl nog 11 an
dere, waaronder 2 Nederlandsche, als vermist worden op
gegeven. Voorts zijn in die maand nog 11 stoomschepeu
verloren en 2 vermist geraakt.
Hoever de buitenlandsche diefeggen 't gebracht hebben
kan blijken uit het volgende verhaal van hetgeen Zaterdag
te Parijs voorviel. Twee dames traden het magazijn der
Louvre binnen tegen drie ure des namiddags, dus op het
oogenblik, dat zich daar de meeste koopers bevonden. Zij
gingen van de eene toonbank naar de andere, vroegen naar
vele artikelen, maar zonder iets te koopen. Bij de afdeeling
dassen voor dames vroegen zij naar foulards en de bediende
zag, hoe eene van de twee een pakje dassen in den zak stak
ter waarde van twintig francs. Hij waarschuwde den inspek-
teur, die de dame3 volgde en, ten einde schandaal te vermijden,
haar fluisterend uitnoodigde, om hem Daar een afzonderlijk
vertrek te volgen, waar zij door een persoon van hare sekse
zouden worden onderzocht, omdat men haar verdacht een
pakje dassen te hebben gestolen. De dames protesteerden
met verontwaardiging, maar stemden er toch in toe den in
specteur te volgen. De diefeggen, die de winkels bestelen,
heeten voleuses a la carré. Zij hebben zeer wijde schoeisels;
als zij voor haar uitgestalde voorwerpen bezichtigen laten zij
een stuk vallen, dat zij met de ontschoeide voet grijpen en
tusschen hare beenen geklemd houden. Door oefening hebben
zij het zóóver gebracht, dat zij toch kuDnen loopen; trappen
klimmen evenwel niet. In de Louvre waren zij nu genood
zaakt naar boven te gaan en al aanstonds vielen achter haar
pakjes dassen en foulards. Eene winkeljuffrouw, die haar
onderzocht, bevond, dat eene der dames een rok had, met
zeer sterke stof gevoerd, welke drie zakken vormde, zooge
naamde profondeswaaruit, het is bijna ongelooflijk, drie stuk
ken laken van 50 el te voorschijn kwamen, die eeDe waarde
van 1700 francs vertegenwoordigden. Terwijl men deze er
uithaalde, viel de diefegge in zwijm, maar spoedig kwam zy
tot zich zelve en bood nu den dubbelen prijs van hetgeen zy
had gestolen. Ondanks de tranen der dames, bracht men haar
voor den commissaris van politie van het Palais-Royal, Zy
weigerden te antwoorden, maar bij eene van haar vond men
een adres van een huis in de Rue Lafayette. De politie begaf
zich daarheen met een smid, en men vond nu een rijk ge
meubeld appartement, waarin onder anderen drie koffers ston
den, die voor eene waarde van 40,000 francs bevatten, voor
het meerendeel voorwerpen uit de magazijnen van de Louvre
ontvreemd. Uit het ingestelde onderzoek bleek, dat de twee
vrouwen zusters zijn eD van Madrid afkomstig. De eene
woont sedert drie jaren in Parys. waar zij gehuwd ishaar
kind wordt in een der voornaamste pensions van de hoofd
stad opgevoed. Haar man noemt zich makelaar in mode
artikelen, maar hij oefent geen bedrijf uit. Waarschijnlijk
heeft hij de arrestatie geweten, want hij had het vertrek
verlaten, al het geld medenemende en daarna had hij zijn
zoontje gehaald. De andere dame was eerst sedert drie da
gen te Parijs. Men heeft grond om te vermoeden, dat zij op
geregelde tijden de drie koffers kwam halen, wanneer hare
zuster haar schreef, dat deze gevuld waren. De artikelen
verkocht zij in Madrid, waar zij een modewinkel heeft. Bei
den zijn ter beschikking van de justitie gesteld.
Aan het spoorwegstation te Merfield in Engeland ge
beurde Vrijdag 11. het volgende ongeluk. In eiken van twee
der dertig wagens van een aldaar stilstaaDden goederentrein
bevonden zich zes vaten petroleum. Een van deze lekte en
de inspecteur van het goederenbureau, Franck Booth genaamd,
was met een bediende, Stead genaamd, bezig het lek te stoppen,
toen een der vaten, en onraiddelijk daarna de elf anderen
ontploften, en de twee mannen uit den wagen geslingerd
werden. Stead kwam er, verwonderlijk geDoeg, geheel onge
deerd af, maar Booth had hevige brandwonden bekomen en
zijn dijbeen gebroken en verkeerde in zeer zorglijken toestand.
Wederom is de Engelsche kust door een hevigen storm
geteisterd. Te Shields, Malton, Grirasby, Hartlepool en St.
Andrews richtte de wind groote schade aan en hadden vele
schipbreuken plaats, 't Graafschap Leicester is door den
regen grootendeels overstroomd. In het graafschap Derby
licht de sneeuw een voet hoog. De telegrafische gemeenschap
tusschen Liverpool, Leeds en Huil is gestremd. De water
stand in de rivieren wordt steeds hooger. De omstreken van
Leamington zijn aan een groot meer gelijk.
Te Weenen is een nieuwe ondervinding op het touw gezet.
Een handelaar in naaimachines heeft namelijk een aaDtal kamers
elegant ingericht In elk dezer vindt men een naaimachine,
die door een stoommachinetje wordt bewogen, en verder al wat
noodig is om te knippen, enz. Die kamers kan men per uur,
per dag of per week huren. Deze onderneming schijnt veel
bijval te vinden.
Uit Spitzbergen zijn twee schepen teruggekeerd, die na
dere berichten aangaande de ingevroren Noordpoolvaarders
hebben medegebracht. Reeds op 16 September was er zooveel
ijs, dat er geen open water meer te zien was. De Noorweeg-
sche zeehondenvangers hadden geen levensmiddelen meer^ en
wendden zich tot de Zweedsche expeditie, die op drie mijlen
afstand lag. Prof. NordeDskiold verklaarde zich bereid hen,
zoo 't niet anders kon, op te nemen. Gelukkig bereikten zij
echter een plaats waar een huis en magazyn met levensmid
delen was.
Den 5n November was het ijs uiteengedreven en werden de
schepen van elkaar gescheiden, 't Eene, de Pepita, kwam 20
November te Hammerfest aan, terwijl ook de Jacobinenaar
de laatste tijdingen, behouden in 't vaderland is teruggekeerd.