HELDERSGHS GODBANT. Woensdag- 22 Januari. M 1218. Dertiende Jaargang. 1875. Jlieums- en <Röoedenfie--6fnÖ. Landverhuizing. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijut DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post ui M 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Aüvebtektif.n van i 4 repels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Voordes Dinsdagseu Vrijdags middags 12 nur gelieve men de Adverteutiën intezenden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. G I L T J E S. In OD3 vorig No. adverteerde de heer Slangendat hij voor nemens was op laatstleden Zaterdag te Schagen eenige me- dedeelingen te doen aangaande de landverhuizing naar Minne sota. Wij willen hopen, dat hij een aantal belangstellende hoorders zal hebben gehad. Hoe dat intussehen ook moge geweest zijn, het vestigt ónze aandacht opnieuw op eene zaak, die wij meermalen hebben aangeroerd, en die ons voor elk land in het algemeen en voor Nederland in het bijzonder van het hoogste gewicht voorkomt. Of mogen wij het niet van gewicht noemen, dat elk jaar een aantal bewoners van hetzelfde land het besluit Demen, hun vaderland te verlaten, doorgaans op een grond, welks eigen aardigheden zij niet volkomen kennen, vaak te midden van menschen, wier taal zij slecht of in het geheel niet verstaan En wélk tal van vragen komen daarbij in ons opOm welke redenen verlaten zij het land hunner geboorte Is het land- verhuizen aanbevelenswaardig Is het voor Nederlanders aan te raden Bezit Minnesota voordeelen boven andere gewesten? Wij zouden nog een aantal vragen kunnen doen volgen, die allen van groot belang zijn, en die wij ons niet in staat achten volledig te beantwoorden, hetgeen ons echter niet behoeft té weerhouden ons gevoelen daarover uit te spreken. Even als over alle zaken van éenig gewicht, loopen de ge voelens over de landverhuizing tamelijk uiteen ongeoorloofd zal ze intussehen wel niemand noemen. Ook gelooven wij, dat het getal dergenen, die ze schadelijk voor het moederland achten, omdat zij daaraan eene zekere kracht ontneemt, wel niet groot zal zijn. Wanneer een land naar evenredigheid van zijn op pervlakte te sterk bevolkt is, zal zijne kracht door het vertrek van een zeker getal bewoners, eerder vermeerderen, dan ver minderen. Wij laten dat punt dus verder rusten maar voor de landverhuizers zeiven is de vraag van meer aanbelang of zij aanbevelenswaardig is of niet De oorzaken der landverhuizing spelen in die zaak een gröote rol. Zéér dikwijls is daarbij de godsdienst of de staatkunde 'in het spel. Met menschen, die zich daardoor uitsluitend laten beheerschen, valt niet te redeneeren. Al was hunne teleur stelling nog zóó groot, zij zouden nog altijd als martelaars zichzelven geluk wen3chen. Het zou geenszins moeielijk zijn daarvan voorbeelden bij te brengenwij meenen echter onzen tijd beter te besteden door te letten op hen, die hun vaderland verlaten, omdat zij daar niet die welvaart genieten, die zij wenschen, en omdat zij voor hunne kinderen niet het vooruit zicht hebben, hen op een eenigszins voldoende wijze te vestigen. Voor dezulken nu schromen wij niet, de landverhuizing aan bevelenswaardig te noemen. Wanneer het vaderland hun lot niet verbeteren kanwanneer zij zelven met de grootste inspanning niet meer dan het hoog noodige kunnen verwerven, wanneer de toekomst hunner kinderen aldaar niet verzekerd worden kanwordt het dan niet een soort van plicht een ander land te kiezen, dat die voordeelen wel aanbiedt, en waar de arbeid beter beloond wordt Wij behoeven Nederland niet te verlaten, om de bewijzen te vinden, dat die voorbeelden verre van zeldzaam zijn. Denken wij slechts aan den landbouwstand. Zelfs voor den welgezeten landman, die van middelen, landerijen en vee ruim voorzien, maar ook van kinderen goed bedeeld is, valt het zwaar, hen, al waren het dan ook alleen de jongens, behoorlyk te vestigen. Maar dan de kleine, of huurboeren Het is tóch genoeg bekend, dat, zelfs al bezitten zij nog eenigen eigendom, hunne inkomsten slechts hoogst zelden van dien aard zijn, dat er voor de kin deren iets kan worden overgelegd. Wat moet er nu van hunne jongens worden? Misschien trouwt Jan een rijke boerendoch ter, maar Pieten Willem,Dat soort van meisjes is toch ook zoo bijzondér talrijk niet. Toch moeten allen van den morgen tot den avond hard werken. Men kan het hun dus niet tea kwade duiden, dat zij hunDe bezittingen te gelde maken, en een land kiezen, waar de grond vruchtbaar en goedkoop is, waar hun arbeid ruimschoots wordt beloond, waar zij hoop kunnen voeden, dat het ook hunne kinderen aan niets zal ontbreken. En de werkman, die met zijn gezin van 4 a 5 gulden 's weeks moet leven Zijn lot is verre van benijdenswaardig, en do gedachte, dat zijn zoons, misschien flinke jongens, het later niet beter zullen hebben, is niet geschikt om hem te bemoedigen. Wanneer hij nu verneemt, dat in sommige staten van Ame rika een flink arbeider op 50 a. 60 gulden per maand kan rekenen, dan zou het een dwaasheid zijn, van het middel der landverhuizing geen gebruik te maken, zoodra het hem mogelyk is. Dat alles nu is op Nederland niet minder van toepassing dan op menig ander land. De groote vraag is echter, of het middel voor allen bereikbaar is Wij meenen daarop zonder dralen bevestigend te kunnen antwoorden. Wij heb ben voor ons liggen de drie eerste nummers van het maand schrift de Landverhuizerhetwelk zich ten doel stelt de emi gratie te bevorderen naar Minnesota in N. Amerika. Om eenigszins beter over de zaak te kunnen oordeelen, hebben wij ook de brochure van Schevichaven over dat gewest met op lettendheid gelezen. Een en ander heeft ons tot het bepaalde besluit gebracht, dat de landverhuizing naar Minnesota in ge- moede kan worden aanbevolen, en dat zij, door onderlinge samenwerking, ook voor de weinig gegoeden uitvoerbaar is. Wij kunnen thans daaromtrent niet in verdere bijzonderheden treden, noch aangaande de wijze van samenwerken, noch over die schoone en vruchtbare landstreek zelve. Die taak zal wel aan de agenten kunnen worden toevertrouwd, die de zaak besturen. Toch komen wij wellicht later daarop terug. Eene opmerking willen wij echter nog maken. Wij hebben reeds gezegd met de landverhuizing te zijn in genomen. Toch meenen wij ieder, die er eenig plan op heeft, tot voorzichtigheid te moeten aansporen. De voorbeelden van oplichterij en bedrog waren vroeger en zijn misschien ook nu nog zeer talrijkwij meenen echter dat de Northern Pa cific Spoorweg Maatschappij in dit opzicht zulke sprekende waarborgen geeft, dat men daarvoor geen vrees behoeft te koesteren. De landverhuizer zelf moet echter in de voor naamste plaats zekere vereischten bezitten, of de grootste te leurstelling zal hem ten deel vallen. Geestkracht en moed, gezondheid en lichaamskracht, ziedaar de hoofdeigenschappen van een flink landverhuizer. Bezit hij deze, hij behoeft niet voor de toekomst te vreezen hij zal de kleine moeielijkheden zonder twijfel overwinnen, en stellig zijn doel bereiken, want in Amerika vooral heerscht de spreuk in al bare kracht: de arbeider is zijn loon waardig. Bezit hij echter die eigen schappen niet, hij blijve liever waar hij ishij mocht eens verplicht zijn, armer naar zijn vaderland terug te keeren, dan hij het verlaten heeft. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 21 Jan. 1873. Hoewel de barometerstand sedert Zondag jl. tot een zeer onrustbarende laagte is gedaald, blijft het weder nog steeds zeer kalm. Een vreerad verschijnsel in de météorologie. De Hamb. brik Svea, 16 dezer in de Noordergrouden gestrand, is gisteren nacht uit elkander geslagen. Door de commissie van Arbitrage te Amsterdam is uitspraak gedaan, om aan de bergers van het op 19 Dec. 1871 binnengebrachte schip Australiëgezagvoerder Lucas, de somma van f 64,900 en aan de helpers of pompers, als hulploon* f4,210 uit te betalen. Heden morgen is Zr. Ms. schroefstoomschip 2e kl. Watergeus in dienst gesteld. De officier van gez. 2e kl. T. Abrahamsz wordt, met den ln Eebruari a. s.geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip alhier.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 1